Gigantisch spel onder water voor de ai nleg van nieuwe pierarmen Amsterdam voor schepen ton van Haven dieper en breder Drie wrakken in de havenmond I TOEGANG WERD IN DE OORLOG GEBLOKKEERD ^stS IJmuiden ligt op verkeerde plaats I r- s3n J! J. P. Coen, Van Renselaar, Tjikini al twintig jaar op zeebodem slopen HET NIEUWE DAGBLAD AUGUSTUS 1962 Als langs een liniaal dirigeert de Decca-apparatuur de kolossale onderlosser, geladen met rotsige steen, door de havenmond van IJmuiden. Het schip vaart de pieren uit, het wijde water op. Ergens buiten de pieren ligt de plek, waar de lading gelost moet worden. Geen meter te veel naar links of naar rechts, geen meter te ver naar voren of naar achteren. De stortsteen moet precies op haar plaats terecht komen. En precies boven die plaats moet de buik van het schip openbarsten om de lading te laten vallen. De radioposten aan de wal volgen het schip op de voet en dirigeren het met speciale signalen haarfijn naar die ene plek. Het kan niet missen. De schippers kennen het systeem op hun duimpje. Hun werkterrein is voor de overige scheepvaart verboden gebied. Eenmaal binnen de boeilijnen wordt de navigatie nog scherper. Totdat het snijpunt van de raai- lijnen van de drie stations op de wal is beréikt. Drie denkbeeldige lynen zeewaarts, die elkaar snijden op dat ene punt, waar de steen moet vallen. Nog een tikje bakboord, iets vooruit. En dan kan het gebeuren. Onder water klappen de luiken open. De stortsteen ver dwijnt in de diepte. Het schip, van zijn zware lading bevryd, lijkt een zucht van verlichting te slaken en komt omhoog. Het zit er weer op. Er kan koers gezet worden naar de werkhaven aan de noordkant in IJmuiden. Als tenminste het weer het toelaat. Grove brokken natuur steen, die hier per schip het laatste stukje afleggen van een honder den kilometers lang traject. Iedere dag komt er een trein aan van zo'n zestig wagons met stenen uit de groeven van Poulseur en Quenast in België. In drie jaar tyds moeten er ongeveer honderd duizend wagons met in totaal twee miljoen ton natuursteen naar IJmuiden rijden. De kleinere brokken worden aan de noordkant van het kanaal gelost. Die moeten, samen met grind, de basis voor de pier vormen. De grote blokken van zo'n ton of drie, vier per stuk liggen aan de zuidkant. Die komen later aan de beurt. Zy zullen over land het laatste stukje van hun reis afleggen. Op speciaal hiervoor geconstrueerde vrachtwagens, die over de pier zullen rjjden. Aan het eind ervan zullen ook alweer speciaal hiervoor gemaakte kranen de zware blokken overnemen en één voor één in het water laten zakken. Op het reeds gespreide bed in zee. En zo zal men volgend jaar de pieren kunnen zien groeien, meter voor meter zeewaarts. ,»:<»- KPi Proefnemingen Lepelbaggermolen ■;r«: Kraaneilanden m - m - - mmfrnuÊM>, Hf* I ven Si0?. Sa HAVENMOND VAN IJMUIDEN IS TE KLEIN Bijna een eeuw geleden werden de pieren van IJmuiden gebouwd. Een grootse opzet voor die dagen, waar van de betekenis door de historie is bewezen. Bijna een eeuw hebben ze het uitgehouden, voordat het moment was bereikt, waarop de haven-ingang van IJmuiden te klein werd. De sche pen worden steeds groter. En Am sterdam, dat in zijn historie al meer dere keren het moment heeft zien naderen, dat het voor zeescheepvaart onbereikbaar zou worden en daarmee van zijn belangrijkste bestaansbron zou worden afgesneden, zou de grote scheepvaart zijn deur voorby zien gaan als het in IJmuiden geen „gro ter mond" kreeg. Die grote mond gaat er nu komen. Zo groot, dat Am sterdam bereikbaar wordt voor schepen van rond 75.000 ton. Drie keer zo groot als thans het geval is. Om dit te kunnen bereiken is het niet voldoende de havenmond van IJ muiden verder uit te diepen. De haven ingang moet ook breder worden. En wat eigenlijk het belangrijkste is, de havenmond moet ook langer worden om de binnenkomende schepen een voldoen de uitlooplengte te geven om hun snel heid te verminderen. Grote schepen moeten met een snelheid van tenmin ste zes tot acht mijl per uur de ingang binnen lopen om bestuurbaar te blij ven en'om een te grote invloed van het wegvallen van de tijstroom als zij de kop van de pieren passeren, te ont gaan. Binnengaats moet er voldoende lengte fctjh'öm dié snelheid te kunnen verminderen. Al te krachtig terugslaan met de schroef zou het schip alleen maar uit zijn roer brengen en onbe stuurbaar maken. Zou men dus alleen de haveningang breder maken dan zou men daarmee geen grotere uitlooplengte bereiken. Bo vendien zou het dan nog moeilijker wor den de havenmond op diepte te hou den, laat staan hem dieper te maken. Een bredere mond zou een te sterke aanzanding geven. En een ander ge volg zou zyn, dat er een te grote golfin- loop zou komen, wat vooral bij slecht weer de haven nog moeilijker bevaar baar zou maken en de kans op storm schade ook aan de oevers e.d. aan zienlijk zou vergroten. De rijkswaterstaat moest de oplos sing dus wel zoeken in het verder in zee uitbouwen van de beide haven hoofden. Hiervoor zijn tal van moge lijkheden ontworpen en in het water loopkundig laboratorium in de Noord- Oost-Polder onderzocht. Drie jaar is men er mee bezig geweest. Thans werkt men aan de uitvoering. De zuidpier wordt verlengd tot 2.800 me ter in zee. Dat is 1.400 meter verder dan de bestaande pieren. Het is niet noodzakelijk gebleken ook de noord- pier zo ver te doen reiken. Hier kan worden volstaan met een uitbouw tof 2.200 meter in zee. De nieuwe havenmond komt dus aanzienlijk verder in zee te liggen. De a-symmetrische vorm geeft de havenin gang ook een veel grotere breedte, namelijk ongeveer 700 meter. De sche pen krijgen een voldoende uitlooplengte. En tevens heeft de in de toekomst scheef liggende havenmond verschillen de nautische en hydraulische voorde len. Er is minder kans op aanzanden en aanslibbing, de scheepvaart krijgt een gunstiger aanloopkoers ten opzich te van de getijstromen, om maar enke le voordelen te noemen. En ook zal de haven nog aangelopen kunnen worden bij minder gunstige weersomstandighe den dan thans het geval is. Dat be tekent minder kans op wachturen bui tengaats, een enorme kostenbesparing, waardoor de haven van Amsterdam voor de scheepvaart aan aantrekkelijk heid zal winnen. der dat de scheepvaart van deze werk zaamheden hinder ondervindt. Inkor ting van de zuidpier maakte het moge lijk, dat tussen het wrak en het res terende deel van het zuiderhoofd vol doende döorvaartruimte vrijkomt. Als men dus straks aan de opruiming van het wrak begint, behoeven de werk zaamheden niet telkens onderbroken te worden als een schip moet passeren. Men kan rustig doorwerken. In de afgelopen maanden is de zuid pier over een lengte van ongeveer 250 meter dat is het laatste gedeelte vanaf de knik ingekort. Met spring ladingen heeft men stukje voor beetje van de pier afgeknabbeld. Telkens weer stonden de signaallichten op rood, moest een stuk van de pier ontruimd worden en lag de scheepvaart even stil. En iedere keer opnieuw verdween er een stukje van de pier tengevolge van de kracht der explosieven, die in de tevoren geboorde metersdiepe gaten waren gestopt. Bond 100.000 kubieke meter betonblokken, stortsteen, e.d., overeenkomende met een gewicht van rond 200.000 ton, werden op deze ma nier verwijderd. Bij het opruimen van de brokstuk ken wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde dipper-dredge, welke be naming men nog het best kan verta len met „lepelbaggermolen". De dip- per-dredge heeft voornamelijk in Ame rika en Canada toepassing gevonden. Na de oorlog heeft de Franse staat een krachtige dipper-dredge laten bou wen in Schotland. HU werd o.a. ge bruikt voor 't opruimen van de verniel de kademuren in de verschillende Franse havens. Sedert augustus vorig jaar is de iepelbaggermolen met be manning door de Franse staat be schikbaar gesteld voor opruimingswerk zaamheden voor de duur van het werk te IJmuiden. De dipper-dredge „Kala Nag" (Witte Olifant) zal de vrUgekomen steenmas sa's tot een diepte van zestien meter beneden N.A.P. weghalen. Men heeft de duur van deze opruimingswerk zaamheden gesteld op ongeveer twee jaar. Tijdens het opruimen wordt pro fijt getrokken van de voortschrijdende uitbouw (onder water) van de zuidpier, die hoe hoger de basis voor het nieu we stuk pier wordt, steeds meer be scherming zal bieden tegen de golven. Het is niet uitgesloten, dat de „Kala Nag" ook nog benut zal kunnen worden bU het opruimen van de scheepswrak ken in de havenmond. Er is nu nog niet veel te zien van de werkzaamheden aan de pieren bij IJmuiden. Het inkorten van de zuid pier was tot nu toe het enige onder deel van het werk, dat boven water Wfrd verricht. Het meeste speelt zich onder water af, waar de zinkstukken verdwijnen en zand en grind minu tieus worden opgestapeld tot een hechte dijk, de pierdam. Maar vol gend jaar zal het werk meer in het gezicht komen. Dan klimt het nieu we pierstuk boven water uit. Dan zullen over de bestaande pier de ton- nen-zware brokken natuursteen naar het uiterste punt gereden worden. En aan weerskanten van de pier zullen op hoge poten, kraaneilanden staan, die de brokken één voor één van de vrachtwagens zullen tillen en in het water neerlaten. Voor dit doel zijn vier hefpontons in aanbouw, die zich ieder met behulp van acht poten op de zeebodem zullen kun nen vastzetten. Na verankering zullen zij zich op dezelfde poten boven het wateroppervlak kunnen verheffen, waar zij dan geheel vrij van de golfslag ko men. Ieder van deze pontons zal een kraan dragen van 25 ton hijsvermogen met een arm van 56 meter. Deze kraan pontons zullen twee aan twee ter weers zijden van de nieuwe pier in wording worden opgesteld. En met het vorde ren van het werk zullen zjj zich telkens langs hun eigen poten weer laten zak ken om er een eindje verderop weer langs omhoog te klimmen voor net vol gende traject. Voor het vervoer van de zware brok ken natuursteen over de pieren zijn speciale vrachtwagens ontworpen met twee -cabines, één voor en één achter. De wagens zullen dus aan beide zyden bestuurbaar zijn en even gemakkelijk voor- als achteruit kunnen rijden. Dit is nodig, omdat dergelijke zware wa gens op de pier te weinig ruimte heb ben om te keren. De afgelopen jaren heeft men reeds iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiim benut om het dek van de pier te ver zwaren, teneinde dit kolossale trans port mogelijk te maken. Bovendien heeft men de kruin van de pier voor zien van uitgebogen kraagstukken. Uit ervaring weet men al, dat door ver hoging van het rijdek en mede door het aanbrengen van de betonnen borstwe ring, het aantal werkbare dagen da gen dus, waarop zonder gevaar voor overslaande golven transport op de pier 2al kunnen plaats hebben waar schijnlijk zal zjjn verdubbeld. Dit zal van grote invloed kunnen zijn bij de efficiënte en snelle uitvoering van het werk. Het feit, dat het meeste van het werk zich thans nog onder water afspeelt, is wel de voornaamste oorzaak, dat men niet ziet, welk een spectaculair en gl- •A«.y.y-Mly.»..«i,Ay>wv'-.yA*n%v.'" li';'. i pe È1'?*'t*f«RS-sv 4 i i, -><, SS CtftWWf 04 gantisch karwei hier onderhand0® genomen. Het is van even grote kenis als b.v. de Deltawerken en afsluiting van de Lauwerszee. U® g. voor Amsterdam een levensnood» riikS' En het is voor de mensen van waterstaat en van de uitvoer je „Combinatie IJmuiden", waan® vier aannemingsmaatschappUen j. Hattum en Blankevoort N.V. te B yer wijk, Baggermaatschappij Dirk AIIi- stoep N.V. te Den Haag, de N.V.(e sterdamsche Ballast MaatschaPP® et Amsterdam en de Belgische aanJ>®be„ N. V. De Meyer te Zelzate, zich h0D be- verenigd, een krachtproef om te yj wijzen, da* het menselijk' vernuft staat is de elementen te bedwingen aan ons lage landje aan de zee di® j,et ven-accommodatie te bieden, die voor zijn bestaan behoeft. HARRY VAN KA^' U muiden zou nooit ontstaan als men een eeuw geleden zoveel van de zeebodem v° >s de Hollandse kust geweten hadl men er nu van weet. De plaats*® van deze IJ-mond is beslist l p gelukkige geweest. Vóór de na ,e liggen op de zeebodem keinhe- zandruggen, die de vaardiepte t perken. Het merkwaardige is,g men slechts een viertal kilome meer naar het noorden behoeft gaan om deze zandruggen met m tegen te komen. Bij Wijk aan loopt de zeebodem regelmatig Hoe verder men van de stranov afkomt, hoe dieper het wordt. bij het naderen van de haven IJmuiden moeten de van mende schepen eerst het Rib", daarna „Het Harde" ren. Deze laatste zandrug uit een breed plateau, dat op diepte van 13 tot 13,50 meter neden N.A.P. ligt. Had men dit alles een eeuw 8 leden geweten, dan had de Eng0 ,0 firma, die voor rekening van Amsterdamse Kanaalmaatscnapr in de jaren 1868-1876 de beide n venhoofden bouwde, dit gedaan j hoogte van Wijk aan Zee. HoUa op z'n Smalst zou wat noordelU*, doorgraven zijn en de huidige o» plaats, die nu vreest het slachtou te worden van de worgende K* J. van de zich steeds maar uitbreio® de zware industrie van het *vVfs ovencomplex, zou zijn uitgegroeid voorhaven van Amsterdam. y n Hoogovenbedrijf zou ten noorden*»* Wijk aan Zee zijn gekomen en da met waarschijnlijk heel wat grens-perikelen gemakkelijk he n o kunnen uitgroeien tot elke gewen» omvang. En Wijk aan Zee zou mogelükheid behouden hebben o1®,,. zuidelijke richting de badplee^ accommodatie naar behoefte dit breiden. n(j De zandplaten voor de havennw' van IJmuiden hebben de ingenie"\ en waterbouwkundigen heel w hoofdbrekens bezorgd. Maar de tuur zal het moeten afleggen te='Uf het menselijk vernuft. De na jep zelf zal namelijk gedwongen word „Het Harde" op te ruimen. Voor" koppen van de pier ontstaat narzafl Hjk een stroomput tengevolge v» het feit, dat de normale stroorruu evenwijdig aan de kust, door de d stulpende pieren wordt omgeboê® f Men gaat nu met name de zd'^PL- zodanig verlengen, dat deze stroop put ontstaat op de plaats van Harde". Zo wordt de natuur t dwongen zelf deze harde zandpia op te ruimen. be In het kader van deze werkzaam heden moest de breedte van de be staande haveningang worden vergroot. Daarvoor waren twee belangrijke rede nen. De eerste is, dat de situatie, die straks zal ontstaan, hierom vraagt. De tweede reden is, dat het wrak van de J. P. Coen tussen de bestaande haven hoofden moet worden opgeruimd zon- De havenwerken in IJmuiden zijn al maanden geleden begonnen met de inkorting van de zuidpier over een lengte van 250 meter. De lepel baggermolen „Kala Nag" ruimt de met springladingen losgeslagen brokstukken op. (Foto hieronder). Daarna zijn de rijswerkers aan het werk getogen om de enorme zinkstukken te maken, die als „bed" moeten dienen voor de stenen van het nieuwe pierlichaam. (Foto midden). Deze stenen komen uit België. Per spoor tje worden ze getransporteerd naar on- lerlossers, die ze in zee laten zinken op de plaats waar het pierlichaam moet groeien (foto rechtsboven). V' n de meidagen van 1940 zijn in de havens van IJmuiden verschil lende schepen tot zinken ge bracht. Vele ervan zijn in de maanden daarna gelicht. Maar niet alle. Dat kon niet, omdat sommige van deze schepen aan de grond waren gezet of tot zinken waren gebracht op plaatsen, waar ze de bezettende macht goed van pas kwamen, dan wel waar er weinig eer aan viel te behalen om er nog wat van te redden. Twee schepen bleven liggen waar zij lagen, de een als slachtoffer van een geëxplodeerde mijn, de ander als een barrière tussen de pieren. Vier jaar later kwam er nog een gloednieuw, niet eens volledig afgebouwd schip bij. Alweer met de bedoeling om de haven van IJmuiden ontoegankelijk te maken. De Van Renselaar liep in de meida gen van '40 met Engelandvaarders, amper de haven van IJmuiden uit, op een mijn. Het schip kon nog juist bij tijds binnen de pieren terugkeren om daar, in de beschermende arm var de zuidpier, aan de grond te worden ge zet. Alle opvarenden kwamen in veilig heid. Weinige dagen later werd tussen de pieren de J. P. Coen als een on wrikbare deur tot zinken gebracht. En op dolle dinsdag, september 1044, lieten de bezetters net buiten de pieren de gloednieuwe Tjikini in de golven ver dwijnen. Een nieuwe afgrendeling van de haven. Nog altijd liggen deze wrak ken er. De Van Renselaar aan de bin nenkant van de zuidpier, de Coen en de Tjikini bij de drempel van de ha ven. De laatste twee als barrières, om dat zij door hun ligging de maximaal toelaatbare diepgang van de schepen bepalen. Bergingspogingen hebben tot nu toe gefaald. Maar nu de pieren ver lengd worden wordt het .daar rustiger water met bovendien terzijde voldoende doorgang voor de scheepvaart. Men hoopt ze nu alsnog te kunnen ruimen. Dankbaar dat zij het bedreigde Ne derland nog juist op tijd konden ver laten, maar ook vol weemoed om wat zij achterlieten, stonden de passa giers aan dek van de 4.191 ton me tende Van Renselaar van de KNSM. De sluizen waren gepasseerd. De oversteek naar Engeland was begon nen. Een paar mijl uit de kust kwam die vreselijke explosie Een mijn, af gegooid door een vliegtuig, reet het schip open. De steven werd gewend. Binnen de pieren werd het schip nog net op tijd aan de grond gezet. Met grote moeite gelukte het alle opva renden van boord te halen. Het gebeurde alles ln een grote srer- warring. Met boten en bootjes, soms zelfs zwemmend, slaagden de opvaren den er in, met achterlating van alles wat zij bezaten, aan land te komen. Voor de kapitein woog de verantwoor ding zwaar. Een hartverlamming maakte een einde aan zijn leven. Zijn schip bleef achter tussen de pieren. De Duitsers hebben er later alles afge- sloopt, wat er nog maar te bergen viel. En het casco is steeds dieper wegge zakt in de bodem. De J. P. Coen werd dwars in de haveningang tot zinken gebracht, met de voorsteven rustend op de steen blokken bü de kop van de Zuidpier. Met behulp van dieptebommen heeft men na de bevrijding getracht het wrak op te ruimen, het is maar gedeelte lijk gelukt. Daarna heeft men diepe putten naast het schip gezogen om het daarin te laten verzinken. Het was vergeefse moeite. Met stalen ten takels, ontstaan door de uitwerking van de dieptebommen, hield het wrak zich vast aan de omliggende grond. De bovenkant van de J. P. Coen ligt thans op 11,8 m beneden N.A.P. De haven is thans bereikbaar voor gela den schepen van rond 25.000 ton. Zon der de J. P. Coen zouden het schepen van rond 30.000 ton kunnen zijn. En straks zullen nog veel groter schepen de haven van IJmuiden binnen lopen, maar dan moet het wrak van de J. P. Coen verdwenen zijn. Ook dat van de Tjikini, een vracht schip van de Java-China-Japan Lijn, waarvoor in december 1939 de bestel ling bij de N.D.S.M. werd geplaatst. Nog niet voltooid, werd het op dolle dins dag, september 1944, door de Duitsers naar IJmuiden gebracht. De J. P. Coen was zó ver weggezonken, dat de haven- VERLENGING NOORDPIER AFBRAAK VERLENGING ZUIDPIER ingang niet meer hermetisch was afge sloten. Er moest een nieuwe „deur" voor. Maar de Tjikini werd met zo gro te haast in de verwarring van die da gen tot zinken gebracht, dat het schip op de verkeerde plaats terecht kwam: buiten de pieren en juist buiten de hui dige vaarroute. Nu de haven vergroot wordt, komen de wrakken alle in rustiger water te liggen. Een nieuwe kans om ze op te ruimen. Ook een noodzaak. Want deze obstakels onder water zijn gevaarlijk voor de schepen, die binnen lopen en daarbij een zo groot mogelijke bewe gingsvrijheid voor hun koers moeten hebben. En het zijn ook de plaatsen waar de aanzanding en aanslibbing het gemakkelijkst en het ergst voorkomen. kp deze situatietekening is hoe het pierenstelsel .,+iefl- 01* in ild tddlinniat T.lll ..'ill den er in de toekomst zal Vooral de zuidpier zal aanZ^xao.^ vertengd worden. Het nieuwe Pierl*CMief' sluit, evenals trouwens bij de n0°r..( oP aan het bestaande gedeelte aan, 1}er- de plek, waar zich thans een k MgeP toont. De huidige naar binnen 9e is, pierhoofden verdwijnen. OpvaW1 dat niet alleen het havenbekken groter wordt, maar ook de toegnn^ zienlijk wordt verbreed. Tenslotte> grit dat is op dit kaartje niet te zi0®' -f de vaargeul aanmerkelijk •M J0^n ii Va"' Ól kol °P t>V(v 'BS °htv 50 en 'Shde V«rtv,.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 14