NOG GEEN WETTELDKE RFGFIJNG IN ZICHT
DE VIVISECTIE HEEFT JAARLIJKS
ZESTIG MILJOEN DIEREN NODIG
Nijmeegs centraal laboratorium werkt
èn stimulerend èn perfectionerend
i
csinning op de universiteiten
I
H
O
HET BEDRIJFSLEVEN DINGT
NAAR DE GUNST VAN DE
GEDIPLOMEERDE L.T.S.-ER
D
5fcL«*.
AA
EVEN AANDACHT VOOR
nieuwe dagblad
ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1962
t
AT
v
laiiii
^4 w r
Gfi 8ö
5o Aftelde
rrr»
.A'euwe
io
e#
Verwarmde flats met stromend
water.
ioen H- Bsren onK°veer zestig mil-
- UnivAj. -?r?n °P (,e snijtafels van
hfi(.wfS lten. farmaceutische fa-
ï'vi8ectio en an<lere instellingen die
fe JfedpH ,gen. Deze schatting maakt
'n EncAi,an< e Anti-i'i' isectie-Stichting.
jf'strplj.. ®®d, waar de vivisectie gere-
K n°g <r or('t, is het aantal proeven
j hderfl eeuw tijd gestegen van
mil-
"A;r>. 1}pt A drie en een half
h e<tischp streert de evolutie van de
die uen aanverwante wetenschap-
Ifp/1 °Perat?Pf successen op het gebied
men ingrppen en het ontwik-
ifioey. P nieuwe medicamenten ten
j'peti t„ ?n de lijdende mensheid be-
>2e,,emena van de levens van een
pensen aantal proefdieren. Weinig
Ails hpTnl!en dit afkeurenswaardig;
h ns tp r moet sterven om de
Ndclp pp, °A','n. zo moet het in be-
gezonrifc .®n lijden om de menselij-
p^e. 7n ifï!Ï ie verbeteren: de vivi-
spj? de algemene opinie, is
h affinp i: ',k hwaad. Plotselinge af-
A1-» hipnt ?n zou onmiddellijk ontel-
Wotselfn ?s eisen; zo goed als
(LlZeO dat sluiting van de slacht-
/"kt, pipp Zou. doen. Wie er zo over
su ,Vra;te gt.zieh niet te verdiepen in
!«N uizèn -- manier waarop de
s A le
w,e» de proefnemende labora-
,gaan, in overeenstemming
Itè» ^'"de „normen, die In onze
Zorgvuldigheid moet bij dierproeven voorop staan.
eft al!-p^,„Verl'0l,dingen mens-dier be-
ai^ot tsv ziJn aanvaard.
fj® vivisLAA y?n degenen, die tegen
hei' dat zp o ZIJn' is gelegen in het
Dv erep ,5s daar voortdurend aan
oneens stpiiUn opvattingen wijken
dp zoal van de communis
nu stellin™ de principiële vegetariërs
eplUfardil Wlllen bewijzen, dat een
ami ^esrHiA61™ veel gezonder is dan
A^-vivispVA dieet, zo propageren de
te ,e®kunit msten de vivisectievrije
Spi hewei-pl en ze aarzelen zelfs niet
I he \yet dat de huidige medi-
dat6n houai p en praktijk mensen in
eu, 'h wA met kunst- en vliegwerk
^.Ae'verWun ontoelaatbaar is. De be-
f'A'öp ;anng van de Anti-Vivisectie-
tlio er zoae???t de vivisectie op mens
rn?A°°r S iik ongeoorloofd, niet no-
Sf-nT-'A Vrvf wetensehap en een belem-
hat'vffip r de ontplooiing van de vivi-
het ^Uik geheeskunstvDat. laatste is
AAigorppt60 'feit: de mensheid is in
lot J-om Dn te zeer aan het leven ge-
biLde wot„let haar toevlucht te nemen
kg 1 kunst schaP die haar, al of niet
Viw rekken eSr vliegwerk, het bestaan
Ze °tie »i,nwemig tegenstanders van
Van ee zet n 20 principieel zijn, dat
kro een A?6? als alleen een injectie
,:gen P basis van vivisectie ver-
vA5en opussis van vivisectie ver
bef hun irinesmiddel hun leven of dat
hselvptp-, ,en nog kan redden. De
'Klaring vertolkt een extreem
standpunt, dat door een zeer geringe
minderheid wordt onderschreven. De
stichting voelt dat wel aan en ze tracht
haar uiteindelijke doel: een maatschap
pij zonder vivisectie, te bereiken via
de beproefde weg der geleidelijkheid.
Ze doet wat water in haar principiële
wijn als ze in dezelfde beginselverkla
ring stelt, dat ze bereid is mee te wer
ken aan de afschaffing van de vivisec
tie tot op enkele procenten na, „weten
de, dat wanneer dit bereikt is. zelfs de
vivisectoren zullen inzien, dat deze en
kele procenten ook overbodig zullen
zijn". Het lijkt ons een vermetel ver
trouwen: alles wijst erop, dat de ge
neeskunst steeds verder zal gaan op de
eenmaal ingeslagen weg van het experi
ment op levende organismen. Worden
daarbij nodeloze proeven gedaan? Wordt
de zorgvuldigheid bij deze proeven en
bij de verzorging van de proefdieren
altijd in acht genomen? Dat zijn vragen
die, naarmate de praktijk van de vivi
sectie toeneemt, klemmender worden
en die ook degenen die deze praktijk
in principe aanvaarden, gemakkelijk in
het kamp van de anti-vivisectiemensen
kunnen drijven, voorzover dezen aan
dringen op een wettelijke regeling. Het
mag een wonder heten, maar in ons
toch zo keurig georganiseerde vader
land, waar wetten en reglementen zo
welig kunnen opschieten, ontbreekt zulk
een regeling, en dat ondanks het feit,
dat we pas een gloednieuwe wet op de
dierenbescherming hebben gekregen.
Natuurlijk is dat geen vergeten werk:
er is, door de Anti-Vivisectie-Stichting,
voldoende over geadresseerd aan de
Kamers etc., maar de materie was nog
te glibberig om zich te laten vast
leggen in artikelen. Voorlopig moe
ten de dierenbeschermers het doen
met de algemene bepaling, dat „no
deloze dierenkwelling" verboden is.
Maar is de nodeloosheid van een proef
te bewjjzen, ais er geen enkel toezicht
is op de experimenten? Het is nu zover,
dat de zaak bestudeerd wordt door een
commissie, tegenwoordig met het meer
sympathieke woord „werkgroep" aan
geduid. Deze stelt in opdracht van de
minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid een onderzoek in naar de
omvang van de commerciële vivisectie.
Volgens de stichting zijn er in Neder
land 250 chemisch-farmaceutische fa
brieken die dierproeven nemen, maar
ook fabrikanten van zeep en andere
cosmetica hebben laboratoria waar der
gelijke proeven worden verricht. Tegen
deze groep richt zich de actie van de
anti-vivisectiemensen het eerst: hier kan
immers moeilijk van een noodzakelijk
kwaad gesproken worden. Daarna komt
de farmaceutische industrie en tenslotte
zijn de laboratoria van de universitei
ten en academische ziekenhuizen aan
de beurt, die men voorlopig nog als ta
melijk ongenaakbare bolwerken ziet,
waar zich de genoemde enkele procen
ten zullen handhaven. Men weet ook
heel goed, dat de professoren en hun
assistenten, die zich daar met proeven
bezig houden, weinig voelen voor een
toezicht van buitenaf. Wie zal een hoog
geleerde onderzoeker kunnen vertellen
dat een bepaalde proef niet noodzake
lijk is voor zijn onderzoek?
^'T.T
Ipk °len A; ®in'straties van landen aan-
SSdenA, de C.E.P.T. in een 1
w/ 'Aber ^ergader'n8 besloten op
in een te Bonn
,-*uer m besloten op 17
L.%erim^Le,en gezamenlijke emissie
hvAh eeht'o„ vorstendom Monaco
W een A'-reeds enige weken geleden
«en beBtn'n Van vier Europa-zegel.,
6 ot ;J? ze maand Lichtenstein
In b oml°op bracht.
Vg.n Sevallcn wijkt de tekening
De eerste een propaganda-actie voor priester- en
Europa- kloosterroepingen. Op de 10, 70 en 200 L.
diMaar zijn komt een tekening voor van de Goede
reeds ver- Herder, naar een beeldhouwwerk uit
schenen. Zo- <je 14-de eeuw in het museum van La-
teranen. De 15 en 115 L. geven een ko
renveld te zien met in het Latijn de
woorden uit het Mattheus-evangelie:
„Vraagt de Heer van de oogst, dat Hij
arbeiders zendt voor Zijn oogst."
als bekend
werd door
V0]
geadviseerde ontwerp in de
jAeq, v een boom met negentien bla-
'JA ihsn°rStellende de gemeenschappe-
anning vaa de 19 landen aan-
Omtr blJ de C.E.P.T.
ffA eeri nbet aantal staten dat dit jaar
j Ur°Pa-zegel zal komen is nog
^vklger»ni^e*S kekencl- Uit Noorwegen
bericht dat op 17 septem-
y <,AA: Vv:
NV<
mrl&BSSSSsSeSL
Ter herdenking
van het feit, dat 500
jaar geleden de H.
Catharina van Sie
na heilig verklaard
werd, verschenen
voorts drie zegels
(15, 60 en 100 L.)
alle met een afbeel
ding van de heilife
naar een fresco in
de Dominicanen-
kerk in Siena. (Zie
de afbeelding hier
bij).
Duitsland (Berlijn). Tekeningen
van oud-Berlijn treft men aan op een
serie van zes waarden, die echter niet
alle tegelijk worden uitgegeven. Drie
zijn er tot nu toe verschenen nl. een 7
Pf„ waarop voorkomt „Die Linden" een
stadsbeeld van omstreeks 1650. een 10
Pf. met een afbeelding van de Waisen-
brücke uit 1783 en de hierbij geplaatste
70 Pf. met een tekening van de Pa-
rochialkirche uit omstreeks 1780. Op 12
^rsR^i^bij afgedrukte zegel met de
90 T" afbeeldinfe in de waarden
de
i "n 9q 0 -
6b(J ore zal verschijnen. Zoals be-
ven Vor'g iaar de Scandinavische
ve§®ls üifrs,ek ëaan- Ierland zou twee
e*rhoe(}g5eiyen' terwijl Oostenrijk zich
1J weer afzijdig zal houden.
jf.,, AacJa
hAj® van du6?13",'3 die in de geschie-
AkÏ gespeejj \and een belangrijke rni
Aldaar i was Jean Talon,
H,die van -
\Vi.J°bge knw van 1665 tQt 1668 voor
°°k. Hi; m.eer heeft gedaan dan
«liSf gespAA land een belangrijke rol
6e ■tenaai.)
kolc
Hij organiseerde o.m. de eerste
volkstelling, waaruit
bleek dat 'n grotere
bevolking gewenst
was. Hij verzocht
Frankrijk om uit
zending van meer
mensen, vooral meis
jes om te kunnen
trouwen met de reeds
aanwezige mannen.
gezinnen gaf Talon vee, een
september worden nog een 20 Pf. en een
40 Pf. verwacht, terwijl tot slot een ze
gel van 1 DM op 26 oktober in koers
zal komen.
Suriname. Ter gelegenheid van de
opening van het nieuwe hotel Torarica
en zaad." Dit* wordt in "beeld en tevans als Propaganda voor het toe-
°ht op de postzegel, uitgegeven om "sme kwa™en twee postzegels in om-
Pionier te eren loop: een 15 ct. met het nieuwe hotel
ntussen is men in universitaire krin
gen doende, zelf méér orde op de
zaken te stellen. Daarmee wil niet
gezegd zijn, dat er allerlei uitwas
sen zouden bestaan, die men zou wil
len gaan inperken, maar dat men wil
komen tot een beter georganiseerd en
meer efficiënt geheel. Aan vele uni
versiteiten is het experimentele werk
versnipperd over allerlei afdelingen,
waar het verricht wordt zo goed als
het met de gebrekkige accommodatie
die men er heeft, mogelijk is. Hoe het
kan bewijst de medische faculteit van
de R.-K. Universiteit in Nijmegen, waar
men één centraal dierenlaboratorium
heeft, dat onder leiding staat van een
dierenarts, dr. M. J. Dobbelaar. Die
centrale bestaat uit een modern ge
outilleerde experimenteerflat, met
proeflokalen, operatiekamers etc., uit
gerust met de meest moderne appara
tuur. Gediplomeerde biotechnici tref
fen er de nodige voorbereidingen voor
de proefnemingen en verlenen tijdens
de experimenten assistentie. De expe
rimentator hoeft zich niet, zoals elders
vaak het geval is, met allerlei beslom
meringen bezig te houden die niet tot
zijn wetenschappelijke arbeid horen:
hij heeft zijn handen volledig vrij voor
het wetenschappelijke -verk.
Doordat het laboratorium ten dienste
staat van alle afdelingen, heeft men
er alles kunnen installeren wat men
redelijkerwijs kan wensen. Het gebouw
is zo ingericht, dat men er aan alle
eisen kan voldoen, die op het gebied
van temperatuur, vochtigheidsgraad en
ventilatie kunnen worden gesteld: in
de proeflokalen wordt via luchtroosters
de juiste atmosfeer geschapen. De die
ren worden er verzorgd door een
staf van gediplomeerde dierenverzor
gers, die evenals de biotechnici aan dat
laboratorium worden opgeleid. Het toe
zicht op dit alles berust bij de direc
teur, die van iedere experimentator te
voren bericht krijgt, welke proeven
ophanden zijn. Hij regelt de af
spraken voor het gebruik van de
dieren en de operatiekamer etc., maar
de verantwoordelijkheid voor de proe
ven blijft berusten bij de experimen
tator. Naast de experimenteerflat lig
gen de voorraadschuren, waar de die
ren worden ondergebracht, die aan het
laboratorium geleverd worden en in
quarantaine gezond bevonden zijn. Het
is een modelboerderij: de honden heb
ben buitenverblijven en keurige stenen
nachthokken, de marmotten rennen er
rond in royale hooibakken, geiten en
schapen lopen er in een open binnenhof,
en in lange rijen flats met stromend
water en centrale verwarming gedijen
vele families ratten en muizen. Ook de
poezen komen niets tekort, al stelt de
noodzaak .van hun beperkte afzonder
lijke ruimte wel grenzen aan hun na
tuurlijke neiging tot avontuurlijke esca-
Eades. Het trieste van hun bestaan is
et alleen aan de mensen bekende feit,
dat ze hun fatale proef moeten af
wachten; en bij sommige ratten komt
daarbij, dat ze hun leven lang aan
geelzucht lijden, omdat ze voortkomen
uit een zorgvuldig opgekweekt ras van
erfelijk aan deze ziekte lijdende die
ren. Deze ratten dienen voor proeven
die ten doel hebben, middelen te pro
beren die mogelijk baat kunnen opleve
ren voor pasgeboren baby's die aan
geelzucht lijden en daar veelal aan
sterven. Het laboratorium kweekt ook
muizen die extra gevoelig zijn voor
kanker. In de kelder is een voorraad
van kikkers, die „bewaard" worden bij
een temperatuur van 10 graden: daar
bij hebben ze bijna geen voedsel nodig
een belangrijk punt, aangezien kik
kers in gevangenschap moeilijke eters
zijn terwijl ze nog juist niet in win
terslaap gaan.
Het centrale laboratorium heeft jaar
lijks heel wat dieren nodig. In 1961 zijn
er niet minder dan 18.713 gewervelde
dieren gebruikt, ondanks het feit, dat
men zoveel mogelijk gebruik maakt
van organen die men van het slacht
huis betrekt, vervolgens van bebroede
kippeëieren, waarvan er hetzelfde
jaar liefst 128.232 zijn gebruikt en pas
daarna zijn toevlucht neemt tot leven
de dieren, te beginnen met lagere dier
soorten. De bijna 19.000 dieren van 1961
waren voor 47 pet muizen: 8794 stuks;
op de tweede plaats kwamen de kik
kers, 3276 stuks of 17,5 pet, daarna de
ratten, 2607 of 13,9 pet en daarna de
marmotten, 1464 of 7,8 pet.
Daarnaast werden 537 honden, 492
katten, 24 apen, 24 varkens en 16 scha
pen en geiten aan experimenten opge
offerd.
De proefdieren komen uit eigen fok
kerij van andere laboratoria waarmee
geruild wordt, of van TNO in Zeist,
waar men zes soorten: konijnen, mar
motten, ratten, muizen, hamsters en
fretten, speciaal voor dit doel ver
meerdert. In geringe mate levert ver
der de boerderij (kippen en varkens)
en de dierenhandel, die het sluitstuk
vormt en waarop men is aangewezen
voor apen, kikkers, honden en katten.
Deze laatste worden ook wel van par
ticulieren aangekocht; daarbij worden
alle dieren zorgvuldig geregistreerd,
zodat men altijd kan nagaan, van wie
men een bepaald dier gekregen heeft.
Dit is een voorzorgsmaatregel tegen
aanbiedingen van gestolen dieren.
et laboratorium en zijn dieren
staan ter beschikking van alle
25 afdelingen van de medische
faculteit. Ongeveer de helft van
de 250 hoogleraren en stafleden maken
er regelmatig gebruik van. Bij de an
dere universiteiten is dit percentage
veel lager; men kan dus zeggen dat
een dergelijk laboratorium het experi
menteren stimuleert. Afdelingen, die
„van huis uit" nooit of zelden expe
rimenten ondernamen, zoals die van
de kindergeneeskunde, de fysiologische
chemie, de radiologie, de anatomie, de
dermatologie, de oogheelkunde en de
interne geneeskunde, hebben in Nijme
gen hun kans gekregen en gegrepen.
Toch levert het systeem van een cen
traal laboratorium behalve wetenschap
pelijke, economische en organisatori
sche voordelen ook winst op wat de
dierenbescherming betreft: de verzor
ging is er ideaal en de experimenten
zelf kunnen worden verricht op een wij
ze die én voor het wetenschappelijk
doel én voor het dier de meest ideale
is. De vakkundige assistentie van de
biotechnici is daarbij een factor van
betekenis. Het hele verzorgende appa
raat, gedirigeerd door de directeur
dierenarts, speelt eveneens mee. Dr.
Dobbelaar ziet niet veel in een wette
lijke regeling. „De verantwoordelijk
heid blijft toch bij de man die experi
menteert; die is niet over te plaatsen
naar een controlerend apparaat.
Wel is een vorm van post-universi-
tair onderwijs denkbaar, waarbij de
toekomstige experimentatoren opmerk
zaam worden gemaakt op het pro
bleem, zodat ze mens blijven als ze
met leven gaan spelen".
De experimenten die in de operatie
kamers van het Nijmeegse laboratori
um worden genomen, zijn niet allemaal
louter wetenschappelijk: vaak is het
hoofddoel de instructie van de studen
ten. Kunnen deze demonstratieproeven
vervangen worden door filmvertonin
gen van dezelfde operaties? Het wordt
vaak door de tegenstanders beweerd.
Dr. Dobbelaar stelt daar tegenover,
dat een vlekkeloze filmopname heel
iets anders is dan het werkelijke ex
periment, het in de praktijk bedienen
van de ingewikkelde hart-long-machine,
het daadwerkelijk reageren als er iets
mis gaat etc. Bij de hartoperaties op
honden, die regelmatig plaats hebben,
is een van de belangrijkste punten het
samenspel in de praktijk van narcoti-
seur, chirurg, biochemicus, technicus
en fysioloog met hun helpers, een team
van in totaal zo'n dertig mensen.
Nijmegen streeft niet alleen naar
perfectie wat de kwaliteit van de on
derzoekers en de technische outillage
betreft, men wil ook de kwaliteit van
de dieren zo hoog mogelijk opvoeren
en zelfs ziektevrije dieren gaan kwe
ken. Dat is van groot belang voor fun
damenteel wetenschappelijk onder
zoek: de gezondheidstoestand van het
Zijn galgemaal
proefdier kan het resultaat van de
proeven sterk beïnvloeden. Om zo uni
form mogelijke proefdieren te krijgen
tracht men voorts, de erfelijke varia
ties te beperken door middel van krui
singen. Een andere factor bi) het stre
ven naar uniforme proefdieren is de
voeding; reeds nu wordt getracht, de
dieren een standaardmenu te geven dat
zo min mogelijk aan veranderingen on
derhevig is; een volkomen stabiel me
nu wordt pas mogelijk, als men een ge
heel synthetisch dieet kan geven.
Kunst- en vliegwerk dus. Het is zelfs
mogelijk, dieren te kweken die vrij zijn
van alle kiemen: met de keizersnee
verlost, worden ze met behulp van af
standsbediening van steriel water en
voedsel voorzien, in steriel gemaakte
luchtDr. Dobbelaar kan over deze
zaken uren vertellen. Bij al het destruc
tieve van zijn laboratorium zijn er vol
doende positieve kanten om tegenwicht
te geven. Als extra tegenwicht dient
de particuliere' dierenarts-praktijk, die
hij daarnaast nog aanhoudt. Om een
hond van het laboratorium die dood
gaat, treurt geen mens; niemand heeft
er weet van. Dat vraagt compensatie,
ok bij de andere universiteiten is
er een streven om de praktijk
dierproeven zo goed mogelijk te
organiseren. Men is bezig met
het oprichten van een landelijke werk-
commissie, waarin alle universiteiten
zitting hebben, alsmede een aantal
grote instituten zoals het Kankerinsti
tuut, de proefdierenfokkerij TNO te
Zeist, de Rijksverdedigingsorganisatie
TNO te Rijswijk en het Rijksinstituut
voor de Volksgezondheid, die onder
ling gegevens zullen gaan uitwisselen.
Men bezint zich op de problematiek,
die ondanks de optimistische verwach
tingen van de Anti-Vivisectie-Stichting,
in de naaste toekomst nog weinig aan
actualiteit zal inboeten.
VIC LANGENHOFF
Het Centraal Dierenlaboratorium te Nijmegen.
s VS.U OMUCI UCA.CI1U
&ls Door middel van vijf post- toeristenverblijf „Stoelxnans guesthouse"
Werd de aandacht gevestigd op op voorkomt.
en een 10 ct. waar een ander bekend
(Van onze verslaggevers)
e vele duizenden jongelui die de
zer dagen de lagere technische
school met een diploma hebben
verlaten, zijn ook ditmaal weer
met weinig moeite aan een plaats in
het bedrijfsleven geholpen, overigens
zonder ook maar in de verste verte
aan de behoefte van dit bedrijfsleven
te kunnen voldoen. Voor bepaalde
branches zoals de autotechniek, het
lood- en zinkwerkersbedrijf, de bouw
nijverheid en de scheepsbouw, bete
kent het aantal beschikbaar gekomen
jeugdige werkkrachten zelfs niet meer
dan een druppel op de gloeiende plaat.
De indruk bestaat, dat de ongunstige
verhouding tussen vraag en aanbod
steeds groter vormen gaat aannemen.
Op het arbeidsbureau te Middelburg
vertelde men ons, dat sommige bedrij
ven niet eens meer de moeite nemen
hun vraag te laten registreren; er
komt toch niemand op af. In dit Zeeuw
se rayon heeft zich van de 130 afgestu
deerde LTS-ers slechts één laten in-
schnjven: hij kon uiteraard onmiddel
lijk worden geplaatst. Alle overige jon
gelui hadden dus al lang vóór het 'ein
de van het schooljaar een besluit ge
nomen en rechtstreeks met hun eerste
werkgever contact gezocht. Ofwel het
contact is gelegd op initiatief van de
werkgever, want talrijk zijn de wegen,
waarlangs het bedrijfsleven de toekom
stige abituriënten van de LTS tracht
te benaderen en te beïnvloeden.
Zo ontving de directeur van de ka
tholieke lagere technische school St.
Joseph in Den Haag dit jaar niet min
der dan 25 schriftelijke en telefonische
verzoeken om een bepaald bedrijf in
de aandacht der jongelui aan te beve
len. Het was hem onmogelijk alle
invitaties voor excursies en voorlich
tingsbijeenkomsten in het lesschema in
te voegen en in principe staat hij zelfs
afwijzend tegen dergelijke vormen van
propaganda. Als een bedrijf bij hem
gunstig bekend staat, hangt hij wei
eens een circulaire van die onderne
ming op het aanplakbord, maar ver
der krijgt het bedrijfsleven geen voet
aan de grond, evenmin trouwens als in
welke Haagse technische school ook.
De bemiddeling loopt sinds ruim tien
jaar geheel via het arbeidsbureau. Ook
de directeur van de Rotterdamse St.
Josephschool, een van de twee katho
lieke LTS-en die deze stad rijk is (sa
men ruim 1200 leerlingen) is de afge
lopen maanden door het bedrijfsleven
weer hevig bewerkt. Verolme, de Rot-
terdamsche Droogdok, Fokker, Hen-
sen en meer dergelijke groot-industrie-
en boden excursies aan voor de exa
menklassen onder tal van aantrekkelij
ke condities, zoals halen en brengen
met bussen, koffie met lekkernijen en
filmvoorstellingen. Enkele invitaties
moesten wegens tijdgebrek worden af
geslagen, maar zeven maal zijn de jon
gelui er toch op uit getrokken, verge
zeld van eigen leraren.
Het gevolg is, dat zeer veel gedi
plomeerden binnenkort in deze grote
bedrijven aan de slag gaan, wel
enigszins tot ongenoegen van hun
vroegere schooldirecteur, want deze
ziet hen liever de wat bescheidener
bedrijven binnengaan, die relatief
steeds minder personeel kunnen aan
trekken.
Maar ook zonder die excursies en an
dere wervingsactiviteiten zouden de
grote ondernemingen bij de jongelui
voorkeur blijven genieten, zo is de me
ning van een functionaris van het Rot
terdamse arbeidsbureau. „Het grootbe
drijf heeft nu eenmaal een bijna na
tuurlijke aantrekkingskracht", zo zei
hij. Waarin die bekoring nu precies zit,
is moeilijk te zeggen. De salarissen
zijn in de grote en kleine bedrijven
gelijk, vastgelegd als ze zijn in de
jeugd-c.a.o.'s. Maar misschien appel
leert het werken aan grote projecten
aan hun zin voor avontuur, al is hun
aandeel van nog zo ondergeschikt be
lang. Voorts worden de ruime canti-
nes met soms gratis koffie en de eigen
vervoersdienst der bedrijven als De-
langrijke voordelen beschouwd boven
een baan in een klein bedrijf, terwijl
toch in het laatste geval het eigen aan
deel in het werk van meer directe be
tekenis is. En voorzover de jonge LTS-
ers daar zelf niet aan mochten denken,
wijzen de ouders wel op de doorgaans
goede sociale voorzieningen die de
werknemers in de grote bedrijven ge
nieten.
In de IJmond is het Hoogovenbedrijf
de grootste slokop van LTS-ers. Jaar
lijks solliciteren 400 gediplomeerden uit
heel Noordholland naar een plaats op
de bedrtjfsschool, van wie na de selec
tie slechts de helft resteert. Maar >ok
op de overige ondernemingen in de
sterk industri. liserende IJmond k°mt
een steeds ruimere werkgelegenheid
VÜ, die helaas voor een groot deel on
bezet blijft. Van de 240 afgestudeerde
LTS-ers op de twee scholen in Velsen
en Beverwijk zijn er dit seizoen 75 bu
de Hoogovens terecht gekomen en onge
veer 125 bij andere bedrijven. Er bleef
toen nog een vraag bestaan naar bij
na 400 jonge werkkrachten, een aan
merkelijk ongunstiger situatie dan in
1961, toen het arbeidsbureau nog aan
181 van 350 aanvragen in de sectoren
hout en metaal kon voldoen.
In het district Haarlem met zijn twee
lagere technische scholen zitten de gro
te bedrijven, zoals Stork, Husch, Figee
en Fokker eveneens om jonge gedi
plomeerde werkkrachten te springen.
Dit jaar leverden beide scholen ruim
driehonderd gediplomeerden af. Ruim
een kwart stelt zich niet met het L.T.S.-
diploma tevreden en gaat verder stu
deren. Vooral bij de jonge Haarlemse
metaalbewerker is verdere studie in
trek. Veel metaalbewerkers ook gaan
naar een bedrijf, waar zij de bedrijfs-
school kunnen volgen. De grote Haar
lemse bedrijven bieden daartoe uitste
kend gelegenheid. „Er is een ontstel
lend tekort aan jonge arbeidskrachten
in Haarlem. We hebben ruim dertien
honderd vacatures", aldus de heer J
Venema, hoofd van de afdeling Jeugd
van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Zijn
afdeling occupeert zich vooral met het
geven van voorlichting op de twee
L.T.S.-en en andere scholen voor tech
nisch onderwijs in Haarlem. Hoewel er
in Haarlem een groot tekort is aan
Jonge werkkrachten, zal de afdeling
Jeugd nooit nalaten te wijzen op de
voordelen van verdere studie.
Ook in het district Eindhoven ls de
situatie bijzonder nijpend. Om enkele
voorbeelden te noemen: in de sector
electrotechniek is vraag naar ongeveer
150 jongelui met LTS-diploma, terwijl
er in totaal slechts hoogstens dertig be
schikbaar komen; negentig jonge schil
ders zouden meteen aan de slag kunnen
maar er is een aanbod van 15, en ruim
dertig pl&3,tsen in hGt lood- 6n zinkwer-
kersvak (centrale verwarming) zullen
onbezet bleven Het betreft hier uitslui-
tend de geregistreerde ruimtehet aan-
ongetwijfeld veel
groter. Ook voor Eindhoven geldt, dat
de gediplomeerde LTS-ers met moeite de
ETe^edr«ven zÜn binnen te bren-
hmó J L 4S opgave van het arbeids
bureau bestond er een totale vraag
naar ongeveer duizend abituriënten.
Honderden plaatsen zullen daarvan
open blijven.
Amsterdam met zijn veelzijdig opge
bouwde industrie heeft constant werkge
legenheid voor LTS-ers van alle richtin
gen, maar ook hier moeten de werkge
vers zich tot het uiterste inspannén om
hun open posten bemand te krijgen. Al
naargelang de bedrijfstak overtreft de
vraag het aanbod drie tot vijfmaal! Al
le lagere technische scholen tezamen
leverden vorig jaar bijna 1800 gediplo
meerden af, van wie er ongeveer 1470
daadwerkelijk een vak gingen beoefe
nen. Daarnaast traden nog 123 jongelui
zonder diploma het bedrijfsleven binnen.
Wanneer het betreffende aanbod zich
op hetzelfde niveau zal handhaven,
gaat in de metaalnijverheid met name
de scheepsbouw een moeilijke tijd tege
moet. De belangstelling voor dit vak is
zelfs zozeer gedaald, dat de vijfde tech
nische school aan de Meeuwenlaan dit
jaar de afdeling scheepsbouw heeft ge
sloten. Vorig jaar kwamen slechts vier
jongens beschikbaar tegen een behoef
te van 107. Het aantal benodigde lood
gieters kon nog niet voor cje helft ge
dekt worden en in de sector metaalnij
verheid kon het arbeidsbureau 362 LTS-
ers aanbieden, terwijl de bedrijven er
tezamen 1333 konden plaatsen. Ook in
Den Haag en Botterdam is in deze sec
tor het tekort zeer nijpend Plaafcme-
ken bijvoorbeeld is verre van populair.
Den Haag levert dit jaar 150 jonge
automonteurs af. Eén enkel bedrijf
kan er daarvan al dertig werk aanbie
den.
Laten de LTS-abituriënten, wier gunst
de maatschappij met allerlei middelen
tracht te winnen, zich nu door deze
verlokkingen afhouden van verdere stu
die? Beslist niet, integendeel. Door de
arbeidsbureaus en de bedrijven wordt de
(kosteloze) voortgezette ontwikkeling
sterk aangemoedigd, hetzij op de eigen
bedrijfsscholen, hetzij m het kader van
parttime-onderwijs op de LTS. Slechts
enkelingen staken de studie na hun
LTS-diploma. Het technisch avondonder
wijs trekt weinig belangstelling meer;
in enkele jaren tijds is het aantal leer
lingen met veelvouden geslonken, een
begrijpelijke ontwikkeling nu steeds
meer bedrijven er in hun eigen belang
toe overgaan het leerlingstelsel toe te
passen. Ook de belangstelling voor UTS
en HTS ondervindt geen invloed van de
zuigkracht van het bedrijfsleven uit
oefent op de gediplomeerde LTS-ers. De
onderwijskrachten zijn doorgaans wel zo
verstandig om, in weerwil van de krap
pe arbeidsmarkt, hun meer begaafde
pupillen naar het voortgezette techni
sche onderwijs door te sturen. De voor
lichtingsavonden die de arbeidsbureaus
voor ouders en leerlingen beleggen spe
len in dit opzicht een belangrijk* rol.
Ze worden goed bezocht, alleen in Den
Haag bleek men met 450 personen op
zes avonden minder tevreden.
„Let niet op wat je verdient, maar
op de mogelijkheden je verder te ont
wikkelen" is het advies dat alle ar
beidsbureaus en alle schooldirecties
de jonge LTS-ers meegeven. De pro-
te industrieën verkeren in dit opzicht
ontegenzeglijk in het voordeel. Zq
hebben of eigen bedrijfsscholen ofwel
kunnen hun jeugdige employés zon
der bezwaar parttime-onderwijs ia-
ten volgen. Voorts kunnen zij zich
grote, kostbare wervingscampagnes,
al of niet met inbegrip van excursies,
veroorloven, terwijl de kleinere onder
nemingen, die evenzeer zitten te
springen om mensen, niet in staat
zvjn hun stem daarboven te verheffen.
De LTS-er maakt zich bij dat alles
niet druk. Hij weet', dat er rondom hem
een fiks robbertje touwtrekken wordt
uitgevochten en hij straks zonder de
minste moeite een aantrekkelijke baan
kan binnenstappen. Daarom is het goed,
dat een onpartijdig orgaan als het ar
beidsbureau, dat de jongenman in kwes
tie tevoren nauwkeurig op zijn kwalitei
ten en eigenschappen heeft beproefd
en uiteraard ten volle met diens
eigen voorkeur rekening houdt, maar de
ze tegelijk helpt vormen - een vinger in
de pap houdt. Weliswaar komt het in de
meeste gevallen neer op een verdeling
van het tekort, maar dat tekort wordt
dan tenminste zo evenwichtig mogelijk
over het bedrHfsl*vp*i -