■i
Kunst en antiek in Delft
HET PRINSENHOF PUILT UIT EN DE
BEURS IS WILLIGER DAN OOIT
Liefde voor oude kunst gaat met
door portemonnaie alleen
n
W etsontwerp
ziekenhuis
tarieven
De nieuwe ziekenfondswet
brengt verbeteringen
Ziekenfondsen mogen geen
opticiënszaken drijven
Feest
5
DE OUDE DRANKWET
GAAT VERDWIJNEN
Geen maximum-aantal voor
vergunningen en verloven-A
Internationale hulpverlening
I
i>
<4
NA TWINTIG IAAR BEZETTINGSRECHT
tfjg#
°u'%teU
Wetsontwerp van twee ministers
fcAt
XXC, C7XVO 1a3 X7,
Dr. J. P. Bannier
■as.
«eel d
"V
d« V
Hf Delftse Prinsenhof puilt
van de kostbaarheden.
ar*tiekK 14c*e oude kunst" en
de k brs, het visitekaartje van
hati(jei
la;fide Nederlandse kunst-
derggu' *s er tot 12 september on-
Pracht^kt. een soms ongekende
dernj. en Praal ten toon sprei
een ',eetl lusthof voor de kenners,
voqj, erbazingwekkend paradijs
hele a 6 lefhebbers. Nu reeds, en-
ka^ a2en na de officiële opening,
0Phie,i zeggen dat deze beurs
%er een succes is. Zij is wil-
ooit tevoren-
(Van onze soc.-ee. redactie)
De minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, dr. G. M. J.
Veldkamp, heeft het ontwerp voor
een ziekenfondswet ingediend,
welke een einde zal maken aan de
bezettingswetgeving. De wet dient
tot vervanging, vernieuwing en
verbetering van de bestaande re
geling.
?!»r
Overgangsregeling
Meer zelfstandigheid
Recht van beroep
Premie-systeem
Ziekenfondsraad
MIDDELBARE AKTEN
RESA - Hilversum
\s
efllt.
dat
in
„e?
s (e<r
K
it
eJ Ae
dat d J
vf",e 'He
in Vz d'
vloed, waar men zich maar te kust en
te keur doorheen moet werken. Wat
overigens tot bijzondere verrassingen
kan voeren. Bij een collectie Chinees
porcelein zagen wij een Chine de Com-
mande wapenschotel waarop de Ne
derlandse leeuw is afgebeeld met een
heus kromzwaard. Maar dit stuk werd
dan ook geleverd in een tijd dat de
zeven zeeën werkelijk een betekenis
hadden voor de lage landen. En zo
kan men allerlei interessante zaken
ontdekken, ook bij de voortreffelijke
Franse meubelen en de verzamelingen
Oosterse oude kunstvoorwerpen. Een
bezoek is zeer de moeite waard. Een
goed uitgevoerde catalogus wijst de
weg in dit Eden van kostbaarheden.
Tot en met 12 september.
FRANS DUISTER
Hieronymus Bosch, „Strijd van het Carnaval met de Vasten", grisaille op paneel.
Jan van Goyen, Rivierlandschap met stad aan de
^?tlkst"(>5ïloet het gofcgd worden, orF
jj.6h. n® stijging van de verkoopsorn-
ti. ^eliit ale waarde is dan ook aap
teen i groter dan verleden jaar:
da »i 16 en de 18 miljoen gulden*.
aaah eal een groot aantal inkopen ge-
e nle&iimen kan met een gerust hart
X®? pat .dat het hier niet gaat ojA
-dep» .tientjes maar om duizenden
pettïioE; Niet alleen de belangstellende
v,ririsenVlnde particulier koopt in Mt
ausea ,.of. ook de gerenommeerde
geeft v^komen met geld op tafel, pit
t,erstanaieen de goede verhouding én
ifssep jd°uding aan, die er bestaat
C-'lks. ae bona-fide kunsthandel en de
het 5 gemeentemusea. Afgezien
fikltt L e"> dat het een handel is en
udena vraag en aanbod, rekening
pkiep met de internationale prijzen
{!?eft ,ïou moeilijk anders kunnen, al
'Jke "en in ons land met een defge-
®e boT. eke en internationaal befaam-
yÜZen we]- tot op zekere hoogte de
r'g aan111 e'gen hand) kan men g«luk-
khhst nemen dat de liefde voor oude
t of0tl- antiek bij de „handelaren"
h?'6 sa diet alléén door de portefnon-
t?6hsfaat. Het zijn stuk voor stuk vak-
a'hgen cüe hun aankopen, ondrrzoe-
r tl; en verwervingen, vaak niet ZM1"
v^tbii^Pgaande studies, verrichten,
*Ükeai dikwijls de vakliteratuur ver-
r'ijken 'pet nieuwe gezichtspunten, ver-
es. i,"de wetenswaardigheden, scrip-
kennis en raad.
?ehki is erg belangrijk dit te be
et u11.' zeker als men van clan is
Jrpi1e jj_ h i
z°êkarinsenho£ in deze dagen te be-
Schi]rt .^ant de mythe, dat »1 deze
tiiv'derijen, oude meubels, sieraden,
^Ori, en noem maar oP. ver-
aagi„en zijn °P een woensrfagmid-
Je> „toevallig liepen wjj er te-
<V,
an onze soc.- econ. redactie)
1 sept. 0(0 de kos-
br1 Bcpl- Ui" oe Kos-
de gezondheidszorg en in het
Uer die Va tl Hix u*„ .l.ban.
fen aan" kan men wel laten voor
wat zij is.
Maar laten wij een „greep" doen,
men versta ons goed, uit de
duizenden kunstvoorwerpen, die in de
stands van de 28 deelnemers staan uit
gestald of even onze blik richten op
Je vele schilderijen, die de oude mu
ren van het prinselijke huis stofferen.
to is er een keijr van schilderijen en
tekeningen. Het opvallende daarbij is,
dat er zoveel goede stukken onder zijn,
te beginnen bij de twee belangrijkste
schilderijen, twee portretten van Ge
rard ter Borch, werken van de aller
hoogste rang. Men kan zelfs zeggen
dat in geen musea of verzameling in
ons land men Ter Borch-schilderijen
van deze belangrijkheid of kwaliteit
kan vinden. (Zij zijn afkomstig uit de
Amerikaanse collectie Erickson, nu na
vele tientallen jaren zijn zij weer in
Nederland teruggekeerd en hopelijk
blijven ze hier!). Eveneens opmerke
lijk is, dat deze beurs verschillende
mooie Jan van Goyens toont, waarvan
de meest in het oog lopeende wel is een
ovaal paneel, gesigneerd en gedateerd
1646, voorstellende een rivierlandschap
met stad aan de waterkant .De schil
der Jan Steen komt men ook verschil
lende keren tegen, evenals Thomas de
Keyser met het vriendelijke pórtret
van een vrouw met twee kinderen.
Noemen wij verder: een winterland
schap van Joost de Momper, „De lan
ge bezemsteel" van Adriaen van Os-
tade, een grisaille van Hieronymus
Bosch, dat als onderwerp heeft „Strijd
van het Carnaval met de Vasten",
twee „Witjes" afkomstig uit een serie
van zes uit de voormalige Franse
Roomse Kerk aan de Nieuwe Zijds
voorburgwal te Amsterdam, een schit
terend mansportret uit de Noordne
derlandse School (Scorel, Heemskerck)
of Meester van de veertiger jaren, en
twee kleine panelen van de meester
van Bellaert, goede voorbeelden van de
Noordnederlandse primitieve school.
Tot hier en niet verder, want wij zou-
dr i met u verdrinken in de zee van
schoonheid.
De antieke juwelen vormen een
apart hoofdstuk. Zjj zijn er in al hun
kleine pracht aanwezig op (leze beurs
omdat de bekende Amsterdamse firma
in zilver en bijoux, o.a. uit de Re
naissance na een afwezigheid van twee
jaar weer een stand heeft bezet. Ge
it. Ovaal paneel.
lukkig. Wat er op dit gebied getoond
wordt is van een pracht en een ver
fijning, die elke beschrijving eigenlijk
te boven gaat.
Hoe arm en simplistisch zijn daarbij
vergeleken vaak de „juwelen" die te
genwoordig in de mode zijn. Ditzelfde
geldt voor het zilver en kristal. Bij
deze combinatie is het voor mij steeds
weer het Hollandse licht dat doorstro
mend en weerspiegelend aan bergkris
tal en wit zilver een eigen glans geeft.
Het Nederlandse aardewerk is ook
sterk vertegenwoordigd. Uiteraard het
Delfts, waarvan wij zo weinig weten
omdat het voor een groot deel een
kunstnijverheid van anonymen was
maar zeldzaam is daarbij het deze keer
tentoongestelde zgn. zwarte Delfts.
Voor liefhebbers een doolhof. Voor wie
er te weinig van weet soms een over-
Nieuw zijn de voorstellen tot het in
stellen van een beroepsrecht en de in
voering van een stelsel van premie-
klassen voor de vrijwillige verzekering
bij de ziekenfondsen, waarbij wordt
uitgegaan van het draagkrachtprinci
pe, De Ziekenfondsraad zai drastisch
worden gewijzigd. Ambtenaren, zie
kenfondsen en medewerkers zullen er
voortaan geen zitting meer in hebben.
De Ziekenfondsraad wordt, naar
het voorbeeld van de Sociaal-Econo
mische Raad en de Sociale Verzeke
ringsraad, een orgaan met tripartite
opbouw: werkgevers, werknemers en
kroonleden. Een belangrijk element
is verder, dat dr. Veldkamp het ex
ploiteren van opticienszaken, poli
klinieken en dergelijke door Zieken-
ryn. f
Twee handen van een Boeddha, Siam (Thailand) XVl-e eeuw.
t>Uv«£3to -van de verPlicMe zieken-
hN °P een redelijk ni-
>'Hters .houden, hebben de mi-
bi'^heirl Sotaale Zaken en Volksge-
J tl,, r„en )an Economische Zaken
Kamer «en wetsont-
UUt ®k«nhuistaneven ingediend. Het
naastISaPr aanvuUende bevoegd-
V^&hcid w ™eer algemene mo-
u1' (ie "'Kuipen op het gebied
I,?,1) EcaS&rV waar()ver «le minister
j'V'nwct bèSchiktfak6n >rachtens ,le
Van01!*?-? bepaalt,
JNe Sociale Zaken, i
Ver.—«ven. v uur zieKen-
hJfiefsverhef-1118 n vefhieden. Elke
Nstevfhogmg moet d*artoe bij de
dUt de minis-
en, in overeenstem
hï? van'to^A "mDtsenoot, het bereke-
V vendel larieven, voor zieken-
li
h.'bg met 'n ""eweiisiem-
1 1 vari ambtgenoot, het bereke-
te hoge tarie
beging kan
hoging moei
«koemei Sociale zaken wórden
yKCend^.Ld?.._b®sliaSing
C^aiepn zal in het
tia Michtinl^ w?Seh Pet advies van
A Ziekenhui^ eruge tijd geleden aoor
>hZarnen]u> - en flo ziekenfondsen
Net opgericht en die onder
:'T Von ?ak heeft algemene richtlij-
\i6'len rT;£?_„z'el<enhuistarieven op te
v tp is i£g ngs,Punt van het wetsont-
an z;( ban ook, dat he vaststelling
,KVo0r dp Kplt neven primair een aak
ft Voor b ren van he ziekenhuizen
ih°hien oreanïcil- de bevolking voortge-
rle eerste i Va" Patiënten," i.e.
k.hok <ip i Plaats de ziekenfonasen.
t.,^'e 'nIonhsraad zal over de
y'e.s, uneven aan de minister ad-
engi
als
v M«n uo iiiuusiei au-
i?h \vnr,iÜn ''"brengen. Aangenomen
i antipe .A" a,t) als beide adviesin-
ijk achten,
volgen. In
Hu. «CJ
F minismr \'.rh°Fne redelijk
t le gevallen i °°rileM zal vc.„
kir een n he bewindsman ech-
^et ma axirn,im.K|.pns aangeven, die
ft wo. den overschreden.
(Van onze soc.- econ. redactie)
DEN HAAG, 1 sept. Minister Veld
kamp (Sociale Zaken en Volksgezond
heid) en staatssecretaris drs. Fr. J.
W. Gijzeis (Economische Zaken) willen
het maximumstelsel van drankvergun
ningen en verloven-A afschaffen. Dit is
een van (1e meest in het oog vallenden
wijzigingen, die het hij de Tweede Ka
mer ingediende ontwerp Drank- en IIo-
recawet aanbrengt in de huidige ,op de
drankwet gebaseerde, situatie. Verder
worden in het ontwerp de eisen, die
aan de vergunninghouder en aan (je lo
kaliteit worden gesteld, verzwaard. Er
wordt geen onderscheid meer gemaakt
tussen de vergunning voor de verkoop
van sterke drank en het huidige verloj-
A, dat de verkoop van zwak-alconoli-
sche dranken toestaat.
Het ontwerp geeft een geheel nieuwe
regeling van de verkoop van alcohol
houdende dranken. De oude drankwet
vertoonde ernstige gebreken, die door
een gedeeltelijke herziening toch niet
goed waren op te heffen, aldus de toe
lichting. Daarom is het wijzigingsvoor
stel, dat in 1958 werd ingediend, inge
trokken. Volgens het systeem van de
Drankwet was voor elke gemeente een
maximum aantal vergunningen en ver
loven-A vastgesteld, dat door de ge
meentebesturen kon worden uitgegeven.
Dit systeem heeft in de loop van de
jaren tot gevolg gehad, dat het aan
tal zaken, waar sterke drank of zwak-
alcoholische dranken werden getapt of
verkocht, sterk is gedaald. Het aantal
vergunningen verminderde van 32.000
in 1883 tot 17.000 in 1960, een daling
van 78 tot 16 per 10.000 inwoners. Te-
gerlijkertijd daalde ook het alcoholge
bruik dat in het eind van de vorige
eeuw - vooral door de maatschappe
lijke toestanden - tot drankmisbruik was
geworden.
Nu in deze situatie een belangrijke
verbetering is gekomen en met meer
van drankmisbruik op grote schaal
kan worden gesproken, zijn de bezwa
ren van het maximumstelsel zwaar
der gaan wegen, aldus de toelichting.
Mensen die in het bezit van een drank
vergunning waren, maar daar zelf
geen gebruik van maakten, konden de
vergunning „verpachten" aan een
„vervanger". De vergunninghouders
kregen daardoor een volkomen onge
motiveerd arbeidsloos inkomen en de
eigenlijke ondernemers kwamen op
zware financiële lasten. Omdat deze
ondernemers bovendien onvoldoende
mogelijkheden hebben, het bedrijf la
ter door hun kinderen te laten voort
zetten, ontbreekt de prikkel om de
inrichting op hoger peil te brengen.
Dit alles vinden de bewindslieden uit
sociaal-hygiënisch oogpunt ongewenst.
Daarbij komt, dat een voor elke ge
meente vastgesteld maximum niet meer
in de huidige tijd past. Het maximum
wordt namelijk vastgesteld aan de hand
van het aantal inwoners, maar dit in
wonertal kan in een tijd van toenemend
verkeer, recreatie en toerisme geen goe
de maatstaf meer zijn.
Omdat niettemin het gevaar van een
onverantwoord stijgend drankgebruik
moet worden voorkomen, legt het wets
ontwerp het accent op de zwaardere
eisen, die voor het verlenen van een
vergunning zullen worden gesteld. Bü
het examen, waarbij (1e aanstaande
ondernemer zijn vakbekwaamheid zal
moeten bewijzen, zal niet alleen op de
eigenlijke vakkennis, maar ook op be
grip voor de werking van de alcoholi
sche drank en voor de sociale verant
woordelijkheid van het vak worden ge-
iet. De ondernemer zal tenminste 25
jaar oud moeten zijn.
In het soort vergunningen, dat door
burgemeester en wethouders kan wor
den verleend, wordt onderscheid ge
maakt tussen drie categorieën: Ho
recabedrijven, waar alcoholhoudende
drank wordt verstrekt voor gebruik ter
plaatse, het siijtersbedrijf, waar sterke
drank voor gebruik elders mag worden
verkocht, en de sociëteiten en kantines
waar niet-bedrijfsmatig alcohol
houdende dranken voor gebruik ter
plaatse worden verkocht. De verkoop
van uitsluitend zwak-alcoholische dran
ken valt buiten het vergunningsstelsel
en wordt geregeld in de normale ves
tigingswetgeving. De combinatie van
slijterij en tapperij wordt verboden.
De overgangsregeling bepaalt, dat
bij het in werking treden van de wet
de reeds gevestigde ondernemers in
elk geval een vergunning zullen krij
gen. Om te voorkomen, dat de hui
dige vergunninghouders hun „vervan
gers" onder druk zetten door voor de
korte periode dat de oude wet nog
van kracht is, de „pachtsom" zoveel
mogelijk te verhogen, wordt bepaald
dat onder „gevestigde ondernemer"
wordt verstaan degene, die het be
drijf op 1 juli van het vorig jaar
uitoefende. Aan de nieuwe lokalitei
ten, die strenger zullen zijn dan de
oude (hoewel zij voor bijzondere ge
vallen soepel kunnen worden toege
past) behoeft pas in 1970 te worden
voldaan.
Een eventuele beslissing van een ge
meentebestuur de gehele gemeente of
een deel daarvan „droog te leggen", ge
meentelijke dansverordeningen en bij
zondere gemeentelijke inrichtingseisen
zullen onderworpen zijn aan het toe
zicht van Gedeputeerde Staten, met be
roep op de Kroon.
fondsen principieel onjuist acht. Hij
wil aan deze ontwikkeling een halt
toeroepen.
Ziekenfondsen krijgen overigens wel
een grotere financiële zelfstandigheid
terwijl zij meer dan nu in staat ge
steld zullen worden hun werkzaamhe
den geografisch uit te breiden. De mi
nister wijst er met nadruk op, dat de
ziekenfondswet geen wijziging brengt
in de uitgangspunten van de nu be
staande regeling. Waar knopen zijn
doorgehakt is met deze uitgangspunten
rekening gehouden.
Het ontwerp voor een Ziekenfonds
wet is de eerste volledige wettelijke
regeling van de verplichte zieken
fondsverzekering en van het zieken
fondswezen. Tot nu toe was deze ma
terie verdeeld over het Ziekenfond-
senbesluit en een aantal uitvoerings
besluiten en verspreide wettelijke
voorzieningen. Het ziekenfondsrecht
wordt nog grotendeels beheerst door
een bezettingsregeling en schiet uit
een oogpunt van rechtszekerheid te
kort. De nieuwe wet moet dus die
nen tot codificatie en vernieuwing
van het bestaande ziekenfondsrecht,
terwijl zij echter bovendien enkele
nieuwe elementen bevat.
Onder de nieuwe \Vét zuilen de zie
kenfondsen grotere financiële zelfstan
digheid krijgen. Bovendien krijgen zij
meer vrijheid om hun werkgebied naar
eigen inzicht te bepalen. Voortaan zou
den de ziekenfondsen hun werkterrein
mogen uitbreiden, maar de minister
kan deze uitbreiding weigeren als het
fonds niet aannemelijk kan maken, dat
het in het nieuwe gebied een bepaald
aantal verzekerden zal omvatten. Dit
bepaalde aantal zal bij algemene maat
regel van bestuur vastgesteld worden.
Door deze nieuwe opzet zou het gevaar
van oneerlijke concurrentie tussen de
fondsen kunnen ontstaan. Daarom is
een bepaling opgenomen welke de mi
nister de bevoegdheid geeft regels te
stellen ten aanzien van verstrekkingen
en premie.
De minister kan van (leze bevoegd
heid gebruik maken wanneer gebleken
is, dat een fonds met onjuiste midde
len tracht zijn aantal verzekerden ten
koste van andere ziekenfondsen uit te
breiden.
Ook aan de lang gevoelde behoef
te aan een recht van beroep wordt
met de nieuwe wet voldaan. Het is
geen uniform beroepsrecht gewor
den. Voorzover het om verplichte
verzekering gaat loopt de rechtsgang
over de Raden van Beroep en voor
hoger beroep over de Centrale Raad
van Beroep, hetzelfde dus als bij de
andere sociale verzekeringswet
ten het geval is.
De vrijwillige ziekenfondsverzeke
ring en de bejaardenverzekering die
beide privaatrechtelijk van aard zijn
moet de rechtsgang een andere
zijn. De burgerlijke rechter zal hier
tussenbeide geroepen kunnen worden.
De belanghebbenden kunnen echter
ook de Ziekenfondsraad om een oplos
sing vragen, maar dat leidt dan niet
tot een bindende beslissing.
Het bovenstaande heeft betrekking
op geschillen over de aanspraken van
de verzekerden en over de premiebe
taling. Daarnaast kunnen zich geschil
len voordoen tussen een ziekenfonds en
de Ziekenfondsraad of t issen een zie
kenfonds en de minister van sociale
zaken. In deze gevallen is de mogelijk
heid van beroep op de Kroon openge
steld. Bij geschillen over de toelating
van medewerkers wil de minister, in
eerste instantie de Ziekenfondsraad la
ten beslissen, waarna dan eveneens be
roep op de Kroon mogelijk is.
De minister meent, (lat ziekenfond
sen zich in beginsel niet moeten be
wegen op het terrein van het econo
misch leven zoals bijv. het exploiteren
van eigen opticiensbedrijven of het zelf
ter hand nemen van geneeskundige
voorzieningen zoals de inrichting van
poliklinieken e.d. Daarom zijn in het
wetsontwerp bepalingen opgenomen,
die moeten waarborgen, dat (1e zieken
fondsen hun activiteiten niet uitstrek
ken huiten de grenzen welke (1e minis
ter uit een oogpunt van algemeen be
lang meent te moeten stellen. De be
windsman zegt, dat deze grenzen er
moeten zijn omdat de ziekenfondsen
lichamen zijn (lie zich met de volksge
zondheid bezig houden terwijl zij bo
vendien een wettelijk geregelde ver
plichte verzekering uitvoeren. De mi
nister kan, gehoord de ziekenfondsraad
afwijkingen van deze regels toestaan.
Wat het exploiteren van bedrijven be
treft kunnen afwijkingen echter slechts
worden toegestaan ter handhaving van
situaties die op 1 januari 1962 reeds
bestonden.
Het wetsontwerp voorziet ook in een
wijziging van het systeem van de vrij
willige ziekenfondsverzekering. De mi
nister wil komen tot de invoering van
een stelsel van premie naar draag
kracht dat voor alle ziekenfondsen
moet gaan gelden. Tot nu toe kon met
de draagkracht der vrijwillig verzeker
den bij de ziekenfondsen geen rekening
worden gehouden hetgeen tot vele
moeilijkheden leidde. Aangezien het
echter niet goed doenlijk is de inko
mens der verplicht verzekerden van
geval tot geval exact vast te stellen
wil de minister een premietarief doen
invoeren, dat enige inkomensklassen
omvat.
Daarbij zouden (le premiebedragen
dan moeten stijgen naar gelang van
het inkomen. Per inkomensklasse zal
(le premie echter uniform zijn. De
hoogten van premies en klassen zul
len door de minister worden vastge
steld. De opzet is (lat de premie-op
brengst bij alle fondsen samen voldoen
de zal zijn om de kosten te (lekken. De
tondsen moeten dus de overschotten en
tekorten met elkaar verrekenen.
Het wetsontwerp voorziet ook in een
zeer ingrijpende wijziging in de samen
stelling van de Ziekenfondsraad. Deze
raad bestaat nu uit vertegenwoordigers
van bij het ziebenfondswezen betrok
ken maatschappelijke groepen: zeven
ambtelijke deskundigen, negen verte
genwoordigers van de ziekenfondsen,
zeven vertegenwoordigers van het be
drijfsleven en twaalf van groepen en
instellingen die hun medewerking ver
lenen aan de ziekenfondsen, zoals art
sen, tandartsen etc., in totaal dus 35
personen. De taak van de raad bestaat
uit het uitbrengen van adviezen, het
beheer van het vereveningsfonds en
het uitoefenen van toezicht. De minis
ter is van mening, dat uitvoeringsor
ganen en medewerkers niet meer in
de raad vertegenwoordigd moeten zijn.
Hij wil nu een tripartite college, zoals
de Sociale Verzekeringsraad en de
Sociaal-Economische Raad, bestaande
uit verfegenwoordigers van werkge
vers, werknemers en Kroonleden. De
ambtelijke deskundigen zullen de ver
gaderingen slechts mogen bijwonen als
ministeriële vertegenwoordigers. Me
dewerkers en ziekenfondsen zullen zit
ting kunnen hebben in belangrijke
commissies van de Ziekenfondsraad
nieuwe-stijl. Op deze wijze wil de be
windsman voorkomen dat er een on
juiste vermenging van publiekrechte
lijke en privaatrechtelijke sferen blijft
voortbestaan.
De boven geschetste wijzigingen
laten de uitgangspunten van het hui
dige ziekenfondsbestel ongewijzigd
Het blijft een combinatie van een
verplichte verzekering voor werkne
mers met vrijheid van artsenkeuze,
ziekenhuiskeuze en ziekenfondskeuze.
Gisteren heb ik met enige
weemoed teruggedacht aan
de 31 augustus van weleer.
Zo'n koninginnedag, beste
mensen, krijgen wij nooit
meer terug. Ik herinner
mij het feest nog zeer wel
van mijn prille jeugd af.
Hoe ging het destijds? Wel,
ziehier een dagprogramma uit pak
weg 1925.
Om te beginnen was het mooi weer.
Op 31 augustus kón het niet missen.
Bp het opstaan trok men zijn goede
goed aan en zette een oranje-muts op.
Vervolgens stapte men met een vlag
getje in de hand de gulden morgen
in. Men ontmoette talrijke kameraad
jes. vervuld van dezelfde feestelijke
instelling. Vervolgens gingen wij met
zijn allen zingen voor de burgemees
ter op het Marktplein. Ferme jon
gens, "stoere knapen.
's Middags werd het feest verlegd
naar het sportveld, alwaar het koek-
happen, zaklopen en ijsjes eten ge
blazen was. En kijken naar het dag
vuurwerk. Tot op heden weet ik nog
niet precies wat dagvuurwerk is,
maar ik bewaar er de dierbaarste
herinneringen aan. Evenals aan het
koekhappen. Zou er ooit zoveel en
met zoveel geestdrift koekgehapt zijn
als voor Wilhelmina? Ik betwijfel het.
En maar zingen.
Oranje boven, Oranje boven,
Leve de Willemien!
Weg met de socialen,
leve de Willemien.
Oranje boven, Oranje boven
leve de Willemien!
Ach ja, daar is sindsdien het een
en ander veranderd in het goede va
derland. Het „weg met de socialen"
hoeft helemaal niet meer. Ze blazen
hun partijtje ruimschoots mee. Ze zin
gen dan ook zelf loyaal van „Leve
de Willemien".
(Advertentie)
Bekende Schriftelijke cursus Tel. 45432
Mede daarom heeft de minister het
ook niet nodig gevonden over deze
kwestie opnieuw advies bij de verschil
lende adviesinstanties in te winnen. Er
zou wel een nieuw advies nodig ge
weest zijn wanneer zou overgegaan
zijn van een verplichte verzekering
voor loontrekkers naar een beperkte
volksverzekering, een verzekering, die
dus ook zelfstandigen beneden een be
paalde inkomensgrens tot verzekering
zou verplichten. Wel is echter het wets
ontwerp zodanig geconstrueerd, dat
het zich goed voor wijzigingen van
deze aard leent.
De ambtenaren zullen niet onder de
nieuwe ziekenfondswet vallen.
Veertig jaar geleden studeer
de dr. J. P. Bannier af aan de
universiteit te Utrecht. Hij werd
bioloog met erfelijkheidsleer
als specialisatie, waarover hij
later ook zijn proefschrift
schreef maar hij bleef het
maar twee jaar. Gisteren werd
hij gepensioneerd als directeur
van het Bureau voor Internatio
nale Technische Hulp in Den
Haag. Ik ben van lieverlee steeds
verder van mijn oude vak afge
dwaald," zegt hij, „en ik heb ook
niet het plan na mijn pensioen
alles te gaan inhalen. Dat zou
een liefhebberij worden. De bio
logie heeft zich zo snel ontwik
keld dat je na tien jaar het con
tact al volledig verloren hebt,
laat staan na veertig jaar. Eigen
lijk had ik er ook niet zo
veel spijt van toen ik ophield
met zuiver wetenschappelijk
researchwerk. De praktijk en
vooral ook de economische kant
daarvan trok me sterk aan."
De heer Bannier begon zijn
loopbaan als bioloog aan het
proefstation voor suiker op Java.
Twee jaar. Daarna werd hij ad
viseur van een suikerconcern
waar hij ook te maken kreeg
met het economisch beleid. In
1939 trad hij in Nederland op
als secretaris van de vereniging die w
erkzaam was voor de bevordering
van de export uit NedeTlands-Indië. „Eigenlijk was ik wat men een „trade
commissioner" noemt. De Nederlands-Indische regering benoemde die ook
in andere landen, maar voor Nederland moest die functie een andere
naam hebben omdat wij voor Nederlands-Indië geen vreemde mogendheid
waren. Veel heb ik in die functie overigens niet kunnen doen. De oor log
brak uit en ik werd op verzoek van dr. Hirschfeld directeur van het Rijks
bureau voor Chemische Produkten. Toen de oorlog afgelopen was wera
ik gecommitteerde voor Indonesische zaken op het ministerie van kolomen.
Dat duurde tot de soevereiniteitsoverdracht. Daarna is mijn werk in ae
hulpverlening aan minder ontwikkelde landen begonnen. In 1950 was ik
afgevaardigde voor Nederland bij een vergadering van de Verenigde Naties
over dat onderwerp. Op 1 januari 1951 werd het Bureau voor Internationale
Technische Hulp opgericht." ...j
De heer Bannier heeft het Bureau van het begin af als directeur gew'"
en georganiseerd. „Een man van het eerste uur" zo wordt over
hem geschreven. Zelf wijst hij echter op de visie en ideeen van proj.
De Vries (Institute of Social Studies) en dr. Patijn over mterrwttonate
hulpverlening. Nederland was, naast de Verenigde Staten wel het eerse
land dat op multilaterale basis met technische bijstand begonnen is. vvoa -
schijnlijk hebben onze veranderde positie in de wereld, het ■ueröretcen t
de banden met Indonesië en de aanwezigheid van een groot aantal mense
met gespecialiseerde wetenschap op dit terrein daar toe bijgedragen, ae
unicum was het in ieder geval dat een land zich niet alleen bezigr me
met bijstand maar er ook een apparaat in eigen land voor m liet leven nep.
Daarin hebben andere landen ons nagevolgd.
De heer Bannier is er vooral trots op, dat zijn bureau een interdep
tementaal karakter heeft. De 1TH hoort administratief weliswaar onder
Buitenlandse Zaken thuis, maar het is een uitloerend orgaan
interdepartementale commissie. Zo moet het ook bltjuen, j.
deel-aspecten op het gebied van export, landbouw oultiiur /Ji andere
zaken, die ieder op zich even respectabel zijn, hun ste p j 9
de hulpverlening zouden drukken dan zou het geen b j 9
meerVii(enzestia jaar voelt de heer Bannier zich geenszins. Hij is er wel
van doordrongen dat Zn het werk moet ^^FZTove'riaens minder
die daarvoor staat oenm-al gekomen^Zat t TFZFsZ ter
moeüvk dan het m veel 9™allen veertien dagen vertrekt hij al
beschikking van de regering bUjjt. oyer vee h„ te
weer naar New York om de vergadering van de Verenigde Naties Oij te
wonen.