De wet van vraag en aanbod Komt er ooit een tijddat de prijzen minder schommelen? Modernisering van fruitteelt is kwestie op lange termijn H HET m&m* Het is er wél, maar duur steri het ho£ HET NIEUWE DAGBLAD Daar gaan ze. Waarheen? Een fruitpakhuis met miljoenen appels. De techniek helpt de natuur. XJTR] en ile 1 ben aai lovigen waarin op 11 katholii zovele spannii ook mi tweedu met de raadsla leven v aldus 1 om de Temidi wereld! de Ned brenge horen van UI van uv Niet afgeva om na: arehisc bisschc in opd concili spreek H. Gei om de hei de Ke een al concili Woord Maar is mei hun ke den rr hun g< hun ki gen zij langen verlan en dai men z samen onder beraac He cilie zond er h nieu' ven. met allee zeke zien de veel der we i teiyi leve vuri Kerl men zijn andi zijn, allei zijn ook Naa »s het de bis vergai a's ee Waars men hieuw Van c stalte leef- 'n ons is het Kerk. deel 1 sDe houd waarii gehee door sacra: om t( liefde D hoo: de voo 10 I zom mei der vrfj sta: gra nov zee vie: de smi eniii VOO ber vie: de bed en eni; Ooi gezin het v En vi dat i voort cilie onthe zier voor door derer derst slles volk te tri van -i He harte le bi nni s leidii van ten, reld HUISVROUWEN KLAGEN: „Hel fruit is ons echt veel TE DUUR!" et fruit wordt duur betaald dit seizoen. Kersen zijn er maar even geweest en ze hadden gouden steeltjes"; pondjes to maten hebben tot eind augustus kilo prijzen gedaan; perziken worden per stuk verkocht en de eerste gele ap pels onooglijke hummeltjes die het vroeger hoogstens tot moes hadden gebracht zijn nu als kostbaarheden gepresenteerd. Het najaar zal vol gens insiders geen soulaas brengen: appels en peren zullen heel het win terseizoen knap duur blijven. Ligt het allemaal aan de lange winter, het koude voorjaar en de slechte zomer? We zouden het graag willen geloven. Maar ook het vorig jaar is net fruit peperduur geweest. Bescheiden Cox- jes en krenterige Golden Delicious hebben het vorig najaar en de afge lopen winter 15, 20 of meer cent per stuk gekost. Kwaliteitsfruit was in de doorsnee groentezaken nauwelijks te vinden, omdat het eenvoudig niet te betalen was. Als we ons wel herinne ren waren het toen de nachtvorsten die de schuld kregen. De argeloze consument begint zich echter af te vragen, of er geen andere factoren in het spel zijn. Wordt het geen systeem, om duur fruit en dure groenten aan de markt te brengen? Probeert men de welvaart, waarin hü geacht wordt te verkeren, niet uit te melken? Moet hij opbieden tegen de buren van het Wirtsehaftswunder, die met hun wel gevulde beurzen de eerste kopers zijn? Worden de hoeveelheden kunstmatig beperkt om de prijs op peil te hou den? Hoe komen de prijzen eigenlijk tot stand? Kan men in de groenten- winkels maar vragen wat men wil? Om bij het laatste te beginnen: dat kan men inderdaad. Er kunnen minis ters en complete kabinetten aftreden omwille van één melkcent: er wordt vergaderd op de allerhoogste niveaus als het volkswit of regeringsbruin een halve cent meer moet gaan kosten: maar als de appelen van vandaag op morgen 50 cent per kilo duurder wor den, komt De Pous er niet aan te pas. Bij groenten en fruit, hoe onmisbaar deze artikelen ook zijn in het „voed selpakket", regeert de wet van vraag en aanbod. Dat is het geval op de vei lingen, waar de basis wordt gelegd voor de consumentenprijs, dat is ook het geval in de handel, die op de vei- lingprijzen voortbouwt zo hoog als de onderlinge concurrentie en de koop lust van het publiek het toelaten. Het is een moeiiyke zaak: hetzelfde pu bliek dat over de prijzen klaagt, bepaalt de prijzen zelf. Als het op een goede dag massaal voor de eer zou bedanken, zouden de win kelprijzen onherroepelijk zakiken; dat zou onmiddellijk doorwerken in de veilingprijzen en het fruit zou goed koop worden. Maai het publiek is on georganiseerd en... het wil fruit eten Als het duur is, koopt het mondjes maat, bij een winkelier die eveneens mondjesmaat heeft ingekocht, tegen hoge veiling- en grossiersprijzen. De zaken veranderen pas grondig, als er grote aanvoeren komen. Dan wachten de handelaren op de veilin gen wat langer voor ze toehappen en krijgt het publiek de kans. voor het zelfde geld een dubbele hoeveelheid te kopen. Dat gaat allemaal goed tot de overvloed zo groot wordt, dat de markt verzadigd wordt; het fruit is spotgoed koop, iedereen kan er naar hartelust van genieten, maar er is een grens aan de consumptie. Dat is het mo ment, waarop het onverkoopbaar wordt en „doordraait"; het haalt de minimumprijs niet, die de telers heb ben vastgesteld en het wordt niet meer in de handel gebracht. Voor veel mensen is die doordraai een moeilijk tt verteren zaak. Waar om worden kostelijke tomaten voor het vee gegooid, terwijl miljoenen mensen in de wereld nog honger lij den? Als men inziet, dat het om zeer bederfelijke produkten gaat, die een voudig niet te transporteren zijn, en waarvan het transport bovendien on eindig veel duurder zou zijn dan de waarde van het voedsel, dan vraagt men zich af, of men er geen wees buizen en andere instellingen van kan laten profiteren; of men de mensen die in de buurt van de veiling wonen niet de kans kan geven, het fruit gra tis af te halen en of het niet in mas- instellingen het gratis fruit toch weer geld doet kosten; dat de uitdelingen de markt nog verder bederven, waar door de volgende (lag nog méér fruit of groente doordraait en dat de capa citeit van de industrieën, die bjj door draai inderdaad In de gelegenheid worden gesteld om tegen een krats in te kopen, nu eenmaal beperkt is. Men kan de tuinders bovendien niet verwijten, dat ze te hoge minimum prijzen aanhouden; de uiterste prijs ligt aanzienlijk beneden de Kostprijs van het produkt en* zo laag, dat het publiek zonder financiële bezwaren vol op kan kopen. Voor tomaten is de mi nimumprijs 25 ct per kg, terwijl (1e kostprijs van gestookte tomaten ruim één gulden en van niet gestookte in de openlucht geteelde tomaten 10 ct bedraagt. Doordraai komt bij tomaten, sla en andere snel rijpe en zeer bederfelijke produkten ieder jaar wel voor By ap pels en peren is het echter uitzonde- landse aanbod en de Nederlandse vraag: ook het buitenland speelt een hartig woordje mee. Het is zelfs zo, dat de situatie in Duitsland en Italië voor wat de appels betreft yan door slaggevende betekenis is. Duitsland is een belangrijk consumptiegebied. Het heeft zelf een produktie die zeer sterk wisselt, omdat de fruitteelt er minder geperfectioneerd is dan in ons land. Men heeft er een groot areaal van ouderwetse boomgaarden, met name van goudreinetten, die rijke oogsten met schrale plegen af te wisselen. In 1980 was er een zeer rijke oogst: twee en een half miljoen ton. Vorig jaar was de produktie niet groter dan 900.000 ton en dit jaar wordt een opbrengst van 1,4 miljoen ton verwacht. Dat bete kent, dat de vraag, die met de wel vaart en de bevolkingsgroei een vrij wel constante stijging vertoont, dit najaar iets beter dan vorig jaar, maar lang niet voldoende door de binnen landse oogst kan worden gedekt. In Nederland schommelen de oogsten veel minder sterk, omdat men hier veel sterker gemoderniseerd is: een groot deel van het areaal bestaat uit moderne rassen die aan „struikbo men" worden geteeld. Het is verras send, hoe stabiel de opbrengst van de moderne boomgaarden is: Cox's Oran ge Pippin leverde in het rijke jaar 1960 in ons land 25.300 ton, in het magere jaar 1961 2.500 ton en dit jaar wordt de aanvoer weer op 25.000 ton geschat. De Goudreinette daaren tegen had opbrengsten van resp 105000 ton en 60000 ton en tevens vermoedelijk iets minder dan 60000 ton in het komende seizoen. Het is vooral de Goudreinette die bij ons nog zo'n 30 pet van het appelareaal beslaat die ook in ons land schom melingen veroorzaakt: de totale appel- oogst in 1960 bedroeg 385.000 ton, die van vorig jaar was 300.000 ton groot en dit jaar wordt een aanvoer van 275.000 ton verwacht. Een bijzonder kleine oogst, met veel liefhebbers in eigen land en in Duitsland. Men kan er daarom op rekenen dat de prijzen niet mals zullen zijn. elukkig voor ons, Nederlandse consumenten, is er ook Italië nog. Daar neemt de produktie van fruit snel toe: Had men er tien jaar geleden nog een oogst van 940.000 ton, dit jaar wordt het totaal op 2,5 miljoen geschat en hier is geen toevallige schommeling in het spel; men teelt er in toenemer.de mate mo derne rassen en het ontbreken van een kapitaalkrachtige vraag in het eigen land maakt het mogelijk, tegen scher pe prijzen naar Duitsland te leveren. Wil Nederland deze concurrentie aan kunnen, dan moet men beneden een bepaald niveau kunnen leveren. Onze ligging is iets gunstiger, de trans portkosten zijn lager, maar deze plus punten verliezen hun waarde als de vraag in het welvarende binnenland de veilingprijzen omhoog jaagt. De exporteurs moeten dan van hun aan kopen afzien en de appeltjes blijven in Nederland. Dank zij Italië hoeven we dus niet tot het uiterste op te bieden Waarom wordt er dan niet méér ge teeld? Dat heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is fruitteelt een kwestie op lange termijn. Ook met de moderne rassen duurt het nog vier jaar, voor een nieuw aangelegde boomgaard vol op gaat produceren. Dat we echter over vier jaar geen geweldige areaal vergroting zullen zien, vindt zijn voor naamste oorzaak in het kapitaal dat met de aanleg van nieuwe boomgaar den gemoeid is. Wie een moderne boomgaard wil gaan opzetten en dat mag tegenwoordig iedereen gaan proberen? sinds dit jaar is de teelt niet meer aan vakdiploma's en erken ningen gebonden moet rekenen op een investering van 25.000 per hec tare, gerekend van de aankoop van de grond tot het moment dat de boom gaard gaat opleveren. De modernisering van de hard-fruit- teelt is na de oorlog pas op gang ge komen. Ze is met de peren verder ge vorderd dan bjj de appelen. Dat hangt voornameiyk samen met het feit, dat de oude perenrassen veel slechter wa ren dan de oude appelrassen: Op het ogenblik is het zo, dat er bijna geen ouderwetse peren meer aan de markt komen. Clapp's Favourite, Lêgipont, Conference. Triomph de Vienne, het zpn allemaal rassen die de toets van de kritiek kunnen doorstaan en die eenvoudig niet vergeiykbaar zün met de kleine, buikzieke peertjes uit vroe ger jaren. In de sector van de appelen is minder veranderd; enkele oude soorten, zoals de Brabantse bellefleur, zyn vrywel verdwenen en vervangen door de veel lekkerder en beter houd bare rassen als Cox's en James Grieve. Maar de Goudreinette is gebleven. Het is een ouderwetse, maar een goede, voor allerlei doeleinden bruikbare en dus nog altyd gevraagde appel. De in dustrie is een van de grootste afne mers. want zonder goudreinetten kan men nauwelijks appelmoes maken. Voor Nederland wordt verwacht, dat men wat het moderniseringspercenta ge betreft met de appels over tien jaar even ver gevorderd zal zijn als men het nu is met de peren. Het areaal zal dan geleidelijk verder zjjn toegeno men en men zal kunnen rekenen op een tamelijk stabiele produktie van goed fruit, in Duitsland, waar het me rendeel van de appelen uit ouderwetse boomgaardjes komt, die eigendom zijn van boeren en arbeiders me4 andere bronnen van inkomsten, is een groot scheepse hervorming echter niet te verwachten. De beurtjaren van dit land zullen dus voorlopig hun invloed blijven uitoefenen, waardoor ons fruif om het andere jaar tamelijk duur zal zijn, In de tussenjaren met grote oog sten in Duitsland zal het echter even eens behoorlijk geprijsd zijn, omdat een geweldige aanvoer en minimumprijzen steeds minder waarschijnlijk worden. Naarmate Italië erin slaagt in de schaarstejaren de Duitse markt te veroveren, zal de invloed van de ma gere jaren in Duitsland minder groot worden en krijgen we een tamelijk sta biel aanbod met een van jaar tot jaar eveneens weinig verschillend, redelijk prijspeil, een situatie die zowel voor de producenten als voor de consumenten niet onplezierig is. Wel zal het weer ieder jaar voor schommelingen van het aanbod van de onderscheiden ras sen blijven zorgen. ges constateren van meer dan honderd procent. Dat geldt dan vooral de laag geprijsde produkten. Enkele jaren ge leden: in 1958, heeft het Centraal Bu reau van Tuinbouwveilingen op ver zoek van het hoofdbestuur van de Neder- derlandse Fruittelers Organisatie een onderzoek ingesteld naar (Ie prijzen waartegen het fruit aan de consumen ten werd verkocht. Het was toen een jaar met veel fruit, niet het gevolg, dat het door venters met vrachtwa gens vol werd verkocht tot in de meest afgelegen dorpen. Zelfs toen was ech ter in grote plattelandsgebieden geen fruit van behoorlijke kwaliteit verkrijg baar. Bet beste Iruit was tegen rede lijke prijzen te koop in het westen van het land. volgens het rapport dankzij de vele concurrerende kleinhandelaren, die voor een groot deel zelf op de na bijgelegen veilingen kunnen kopen, en het eveneens grote aantal grossiers. Het slechtst was de kwaliteit In zuid oost Drente en Twente, waar het fruit wordt aangevoerd door een beperkt aantal grossiers, die met elkaar weinig concurreren. Het ontbreken van een plaatselijke veiling en de lage koop kracht van de bevolking worden even eens als oorzaken genoemd. Merkwaar dig is, (lat de kwaliteit en de kwanti teit van het verkochte fruit onmiddel lijk stijgen in streken waar de welstand hoger is: in Limburg in de mijnstreek, in Brabant in Eindhoven. De meeste streken worden van fruit voorzien voor de kleinhandel, maar in Brabant en Twente neemt de markt- handel een belangrijke plaats in. Daar worden overwegend mindere kwalitei ten verkocht, tegen betrekkeiyk lage prijzen. In goede fruitjaren treedt voorts een omvangryke straathandel grotere concurrentie van groot- en kleinhandel in Haarlem. Een typisch verschil tussen Almelo en Haarlem is verder, dat in de marktkraam en de volkszaak in Almelo resp. ongeveer 90 en 60 pet. uit keukenkwaliteit, val en kroet bestond en in Haarlem resp. 45 en 30 pet., terwijl de percentages standaard- en huishoudkwaliteit in Al melo resp. 10 en 40 pet. en in Haarlem resp. 55 en 70 pet. uitmaakten. Voor heel het land geldt, dat de marges bp de mindere kwaliteiten procentueel veel hoger zyn dan die op het duurdere produkt. Dit laatste maakt het waarschijnlijk, (lat de marges in jaren met weinig en (lus duur fruit procentueel lager zijn dan in overvloedjaren. Transport- en an- ring en als het zover komt betreft het meestal zeer slechte kwaliteiten. Men heeft de aanvoer van dit harde fruit veel beter in de hand; als he' aan bod groot is, kan men partijen weg zetten in koelcellen. De tuinders ma ken daar volop gebruik van: deze zo mer werden in juli nog Golden Deli cious geveild, die van vorig jaar ok tober af in het koelhuis hadden gele gen. De tuinders geven de veilingmees ter vaak de bevoegdheid, de partyen in verkoop te brengen op het moment dat, hij het beste acht. Soms worden reeds gekochte partijen door de groot handel weggezet. De handelaren spe culeren dan op sterke prijsstijgingen. Als die uitbbjven, kunnen ze een strop halen; de kosten van het bewaren, die groter worden naarmate het seizoen vordert, komen er dan op geen stuk ken na uit. aar laten we nog even op de veiling gaan kyken, waar de wet van vraag en aanbod heel wat ingewikkelder uitpakt dan g^'s geconserveerd kan worden Men we hierboven "hebben geschetst Want tergeitdan,dat het transport naar del het gaat niet alleen om het Neder- tegen de consumenten in het nog wel varender Duitsland... Daardoor komt het, dat zelfs in ja ren dat Duitsland een misoogst heeft, nog 60 pet van onze ppeien in eigen land blijft. Heeft Duitsland vette ja ren, (lan wordt bjjna heel de oogst in het eigen land afgezet. De vraag in het binnenland is groot genoeg, om hee! de produktie op te nemen; ha ler de Italiaanse tuinders in dergelijke jaren stroppen, in Nederland komt de teler ook dan aan zijn trekken. e tpd dat groenten en fruit ten plattelande voordeliger waren dan in de stad, is definitief voorbö: juist in de grote centra liggen de produkten var de tuinbouw in ryke collecties redeiyk geprijsd in de groentezaken, terwijl de plattelan der keus moet maken uit een beperkt assortiment en dan nog behoorlijk in de beurs tasten. Tuinieren kan voor degenen die „buiten" wonen een renda bele hobby zün. Natuurlek zyn er op de algemene regels veel uitzonderingen en in de meeste steden zyn er opmer- keiyke verschillen van wyk tot wük en van dag tot dag. Weinig dingen zyn wisselvalliger dan de prezen van groen ten en fruit; alleen het klimaat is er enigszins mee te vergeiyken en... daar hangen de prijzen ten nauwste mee samen. Hetzelfde weer dat de boeren eeuwig parten speelt, laat ook de groenteboeren niet bnberoerd; de tyd komt zelfs in zicht, dat de boer van de groenten en het fruit de tuinder dus zich via glascultures en andere kunstmiddelen aan de elementen ont worstelt, en dat de weerpraatjes van half één alleen nog interessant zön voor de groentehandelaren, laat hen dus ge rust „boer" biyven heten! Want wat kan er allemaal gebeuren? De man heeft op de veiling, stampvoe tend van de kou, een voorraad bloem kool en worteltjes gekocht. De andere dag, als hü zyn waren te koop heeft lig gen, breekt plotseling een hittegolf los en stromen de klanten binnen om sla en komkommers. De groenteman moei in allerijl en tegen snel oplopendt veilingprijzen de nieuwe vraag be antwoorden; zün mooie bloemkolen lig gen intussen op kopers te wachten. Na een paar dagen moet de handelaai de bloemkool zo laag afprüzen, dat ze zonder winst de deur uitgaat; intusser heeft hy aan de sla ook niet verdiend want de prös moest mee met die vai zyn concurrent aan de overkant, dit daags voor de hittegolf toevallig op eei mooi partijtje sla had gegokt... Dit ge val moge een uitzonderlpke situate schilderen, feit is, dat de groentehan del, speciaal waar het verse groentei en zacht fruit betreft, een zaak is me vele risico's. Een goede groente zaak mag enerzüds geen „nee" verko pen, en anderzijds zo inkopen dat mei geen onverkochte waren overhoudt men appelen en peren meesta en vraagt zich daarom af, waar om de teelt niet wordt uitge breid. Want op dit punt kunnen we de lezer-consument gerust stellen: het areaal wordt niet kunst matig beperkt gehouden. In heel de sector van groenten en fruit zyn de teelten vry, op die van de witte kool na. Dat is het laatste restje van een aantal beperkende maatregelen, die hun intrede hebben gedaan in de cri sisjaren, toen de tuinbouw steun kreeg van overheidswege, op voorwaarde dat de produktie werd ingekrompen op. De levensmiddelenbedrüven verko pen maar een klein percentage van het fruit. Dat zal in de naaste toekomst echter snel veranderen. Verpakt fruit mag nu al worden verkocht, maar het verpak ken heeft voor het meeste fruit nadeli ge gevolgen. Momenteel volgen echter reeds honderd filiaalchefs van een groot levensmiddelenbedrijf de cursus voor het vakdiploma, dat het hun mo gelijk zal maken, een groenteafdeling te drijven. Wat de marges betreft lezen we in het rapport van het genoemde onderzoek, dat in Almelo in een m rktkraam ge middeld 15 cent werd gezet op pro dukten die gemiddeld 14 cent op de veiling hadden gekost; een marge dus van meer dan 100 pet. Een volkszaak in dezelfde plaats kocht gemiddeld voor 16 et. in en verkocht met een marge van liefst 23 ct. Een delicatessenzaak verkocht het fruit bü een gemiddelde veilingprüs van 37 ct. voor 63 ct. De zelfde zaken in Haarlem: marktkraam 18 ct., marge 15 ct; volkszaak in Haarlem is dus aanzienlijk lager dan die in Almelo, vermoedeiyk door de dere kosten leggen op iedere kilo fruit een belasting van een aantal centen, (lie met „winst" nog niets te maken hebben; bij fruit dat maar een dubbel tje op de veiling kost, komt men dus al gauw aan marges van meer (lan 100 pet. Daarentegen kan een marge van 15 pet. op „duur" fruit een behoor- lyke winst betekenen. Maar is het eigenlpk belangrük, of het fruit een paar dubbeltjes meer of minder kost? Dat vroeg ons een leiden de figuur in de kleinhandel en hij illus treerde de vraag met de praktijk van de aardappelverkoop in het afgelopen voorjaar. De „regeringsaardappelen" van 40 of 35 ct lagen in de meeste za ken te liggen, terwül de klanten vlot buitenlandse nieuwe aardappelen koch ten voor 70 en 75 ct. Nu betrof het hier een belangrük kwaliteitsverschil: de nieuwe waren helemaal bruikbaar en er zat meer in; de oude moest men voor een deel wegsneden en wat er dan overbleef was betrekkeiyk waardeloos. Misschien waren de kopers met de dure buitenlandse aardappelen dus voordeli ger uit dan met de goedkope oude aard appelen... Maar er zijn veel betere voor beelden bekend die illustreren, dat veel klanten een behooriyk produkt belang rijker vinden dan een lage prijs en het is wel zeker, dat het peil, waar beneden geen consumptievergroting meer op treedt, van jaar tot jaar lager is komen te liggen. Dat wil echter niet zeggen, dat de meerderheid van de consumenten nu tot een dergeiyke welstand gekomen - is dat de prijzen van het fruit van geen betekenis meer zpn, of dat het zoëven bedoelde peil regelmatig wordt bereikt. We hoorden een verhaal uit Den Haag, waar een winkelier in een van de „betere" wijken precies de zelfde kwaliteitstomaten verschillend had geprü'sd: deels voor 50 ct en deels voor 70 ct. De klanten kozen bpna allemaal de tomaten van 70 ct, om toch vooral te demonstreren, dat men de duurste en het beste wilde... Het merendeel van de consumenten stelt zich echter met heel wat meer kri tische zin tegenover prüzen en kwali teiten. In een „volkszaak" zouden de tomaten van 50 ct zeker weggevlogen zpn... Waar gaat het met de groente- en fruitprijzen naar toe? Zoals we hierbo ven hebben gezien, leiden de structu rele veranderingen in (1e tuinbouw wat het hard fruit betreft naar meer sta biele veilingprijzen voor een kwalitatief beter produkt, waarvan de kwantiteit van jaar tot jaar minder schommelin gen vertoont. Een soortgelijke ontwikke ling is er ook in de teelt van groenten en zacht fruit. Voorgelicht door een keur van vakbladen en vele deskundi gen reageren de telers op gemaakte of te verwachten lage veilingprijzen met inkrimping van het areaal, dat bij hoge prijzen onmiddellijk wordt uitgebreid. Vooral in deze sector wordt het struc turele beeld echter voortdurend beïn vloed door de „conjunctuur", die byna steeds is terug te voeren op weersin vloeden in het eigen land of in aan grenzende landen. De tuinbouwtechniek, de moderne bewaarmethodes en andere vorderingen van onze tijd zullen deze invloeden geleidelijk wei verder af zwakken, zodat men ook hier moet reke nen op behoorlijke produkten, die ech ter niet tegen spotprijzen op de veilin gen zullen komen. Biykens het onderzoek van de tuin bouwveilingen wordt in de groot- en kleinhandel op betere produkten in ver houding minder marge genomen dan op goedkope. De ontwikkeling van een re gelmatig aanbod van goede produkten tegen behoorlpke prüzen zou dus ook tot meer stabiele marges en dus tot minder wisselvallige winkelprüzen moe ten leiden. De distributie van goede tuinbouwprodukten voor alle delen van het land en een nivellering van de grote marge- en prijsverschillen, die tussen de verschillende streken, voornameiyk door gebrek aan concurrentie tussen groot- en kleinhandelaren, blijken te be staan, zullen daarbü vermoedeiyk sterk bevorderd worden door het meespelen van de grootwinkelbedrijven. Het zal echter nog wel even duren, voor de be woners in de „achtergebleven gebie den" even verwend zijn als de consu menten in de grote centra. VIC LANGENHOFF geruime tüd vasthouden in de koelcel met de zeer bederfelüke produkten al; bladgroenten en aardbeien is met der gelijke hulpmiddelen weinig te berei ken. Maar zelfs als in een groentezaak alle tüdig de deur uitgaat, heeft men re kening te houden met een onzeker pc. centage inwicht en uitval. De kilo's di< de handelaar inkoopt, wegen na een o twee dagen geen duizend gram meer in verband met de verdamping van aan hangend en inzittend vocht. Dat bü ve le soorten zacht fruit speciaal in perio den met zomerweer nogal wat verlorer gaat, weet een kind. Al deze verliezer moeten verdisconteerd worden in dc marges die de groentehandel op d, veilingprüs zet. Nu, (lat worden ze dan ook wel. Wie t de vellingprlJzeii vergelijkt met de ge- middelde winkelprijzen, moet mar-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 4