NA EEN AANSLAG.... Volledige reconstructie van een mislukte misdaad Mens moet zich in zijn omgeving thuis voelen PLANT A-ZIEK TE Epidemiologisch bewijs in twijfel getrokken Huidziekte komt ove met die van 1960 Nederlands de voertaal waarmee alle cultuuroverdrach t vindt Mislukking van de Slag om Arnhem had kunnen worden voorkomen Ze leek perfect te sullen worden Voortdurende groei "Juistnu naar J| MET PEDAALBOOT VAN PARIJS NAAR ROUAAN Montgomery maakte fouten K.V.P.-gespreksdag op Bouvigne Persoonlijk beroep op Tsjoe En-lai: bevrijd mijn zoon Taaiopvoeding vraagt opvoeding tot algemeen normbesef HW n# lag auto I Hendr. de Keyser Zeepost Minder drukte Meer comfort 'Ammd mmm „DOE MAAR GEWOON, DAN DOE JE AL GEK GENOEG" Het Nederlands en het onderwijs Inbreker steelt 2300 gulden uit broek van slapende man Wandelend meisje bij aanrijding gedood Automobilist reed door PRINS BERNHARD OVER DE OORLOG Ke HET NIEUWE DAGBLAD MAANDAG 15 OKTOBER 1962 PAGINA 6 ,mossz szöb hJÉÉ êgËSÈk f »riaar ^lllacaïabla'Jv^ nüi HOE EEN OVERVAL, met het doel een politieke moord te plegen, van te voren menigmaal met grote nauwgezetheid voorbereid en georganiseerd wordt, is wel duidelijk gebleken uit de verhoren van de mannen, die na de aanslag op De Gaulle (22 augustus) konden worden gearresteerd. Men weet het, ook deze aanslag mislukte, evenals die van 8 september van het vorige jaar. In beide gevallen net op het kantje af. Tevens is het merkwaardig, hoe ondanks de vermetelheid der daders en het materiaal, waarover ze beschikten, de hulp van talrijke medeplichtigen, door wie ze geholpen en verbor gen gehouden werden, toch door een betrekkelijke kleinigheid het hele complot kon worden opgerold. De politie is na de arrestatie van een aantal deelnemers aan de aanslag aanvankelijk tamelijk karig met bijzonderheden geweest. Later werd ze mededeelzamer, vooral toen vast stond, dat degenen, die nog gezocht werden, de wijk naar het buitenland hadden kunnen nemen. En aldus kon een uitstekend overzicht worden opgebouwd van een sinister gebeuren, hetwelk niet alleen De Gauile, dus Frankrijks president, maar ook diens echtgenote en al zijn begeleiders het leven zou hebben kunnen gekost. Bekentenis.... Een 5-daagse privé-reis van de Stoomvaart Mij Zeeland met 4 overnachtingen en ontbijt reeds vanaf..,. f138,- Uw reisbureau boekt u graag IPIMrtwK i mm 1 v^ts v i :'S - V' V,; Het was de minister van binnen landse zaken Frey, die de leemten door de politie nog overgelaten, nog aanvulde, in een langdurige perscon ferentie. Een complete reconstructie van de aanslag in Petit-Clamart, de Parijse voorstad maakte het voorts mogelijk na te gaan, hoe de politie er in slaag de, de hand te leggen op een der da ders, om vervolgens zuiver door een toevallige omstandigheid nog een an dere in verzekerde bewaring te kun nen stellen, die wat men in vaktermen noemt ging „doorslaan", zodat de zaak in betrekkelijk korte tijd rond gebracht kon worden. Voor het publiek begon het met een opstootje in een groot warenhuuis. Daar waren de aanwezige opeens ge tuige van een wilde achtervolging. Zwaar bewapende politiemannen za ten achter een jongeman aan, die kris en kras tussen de hoog met al lerlei goederen beladen 'uitstaltafels door rende, zich telkens achter een kast verbergend. Dan zocht hij naar een uitweg. Maar overal doken politie mannen op. Het publiek begon te gil len, want het was bevreesd, dat de politie van haar schietwapenen gebruik zou maken. Deze wist echter* dat ont snappen voor de twin tig-jarige jonge man onmogelijk was. Buiten., werden alle toegangjn bewaakt. En inderdaad toen de vluchteling er ten slotte toch in slaagde, een uitgang te bereiken en zich naar buiten stortte, vloog hij in de armen van niet minder dan zes stevige gendarmen, die als het ware een levend net hadden gevormd. Als de armen van een poliep sloten ze zich om de jeugdige Pascal Bertin. De politie had een goede slag geslagen, dank zij een tip, verkregen tijdens een langdurig onderzoek. Ze had Pascal Bertin dagenlang door heel Parijs ge schaduwd, overigens nog niet zeker, of hij werkelijk tot de plegers van de aanslag behoorde. Die dag voelde hij zich kennelijk ge volgd en hij dook opeens in het waren huis onder, blijkbaar hopend, door een der talrijke ingangen, uitkomend op drie straten, te kunnen ontsnappen. De politie was hierop evenwel voorbe reid en de inderhaast opgeroepen over valauto's trokken een kordon, een ke ten van kordate mannen, die vast besloten waren, hun prooi niet te la ten ontsnappen. De prooi was een ogenschijnlijk schuchtere bedaarde jongeman, zoon van een Algerijns bestuursambtenaar. Hij had zich kort tevoren laten in schrijven voor de beroemde mil. aca demie Saint Cyr. Hij wilde dus een mi litaire loopbaan volgen. Door het milie waarin hij in Algiers vertoefd had, kwam hij in de kringen der uiterst rechtse elementen van de OAS terecht, bij de stoottroepen, voor wie het be vel van hun leiders wet was en die een mensenleven licht telden en tellen. Bertin volgde op het hoofdbureau van politie aan de Quai des Orfèvres de instructies, hem door zijn bendelei der gegeven. Hjj volhardde in een hard nekkig zwijgen. Ook toen men hem brieven toonde, bij zijn zuster in be slag genomen, voor wier woning in dc stad Meudon een met strepen gele verf bestreken bestelauto was aange troffen, weigerde hij elke inlichting of verklaring. Maar de politie had een be langrijke troef iA handen. Getuigen had den een auto, zoals te Meudon in be slag was genomen, in de omgeving van de plek waar de aanslag was ge pleegd, geparkeerd gezien. Het vehikel had in elk opzicht aan hun beschrijving beantwoord en in de in beslag genomen brieven werd op een rit ermede naar Petit Clamart gezinspeeld. Het was de politie voorts bekend, dat Monique Bertin relaties met de OAS onderhield. Men zat desondanks verlegen met de goede vangst. Bertin bleef weigeren, ook maar een enkele inlichting te ver strekken. Toen kwam er een telefoontje uit Lyon. Twee gendarmen hadden op de Nationale Weg Nr. 7, die naar Marseille voert, ter hoogte van Valen ce een auto met vier inzittenden aan gehouden. Een hunner wekte hun arg waan op. Hij toonde zich erg zenuw achtig en vertelde opeens een deser teur te zijn. De-drie andere inzittenden bleken te goeder trouw. Ze hadden de deserteur een lift gegeven. Deze bleek de 22-jarige Pierre-Denis Magade te zijn en tevens een jongmens, dat niet ir. staat was, de langdurige kruisver horen te doorstaan, waaraan hij door de recherche te Lyon onderworpen werd. Hij bekende in een nacht, totaal uitgeput, tot de OAS te behoren en in Algerië aan tal van aanslagen en bank overvallen te hebben deelgenomen. Enzo barstte hij ten slotte to taal overstuur los willen jullie nog weten, waar ik op 22 augustus was Wel, ik was toen in Petit-Clamart.... De politie te Lyon vond hierin reden genoeg om ijlings Parijs te waarschu wen en de gevangene daarheen op transport te stellen. In Parijs sloeg hij volkomen door en hij noemde er de namen van de andere deelnemers aan de aanslag, die door Bertin niet prijs gegeven waren. Hij gaf de namen en tevens de adressen, doch ofschoon de politie zich er ijlings heen begaf, moest ze tot haar teleurstelling vaststellen, dat een drietal hunner de wijk naar het- buitenland had kunnen nemen. Maar de voornaamste mannetjes kon den toch gearresteerd worden en wel de 35-jarige Alain Bougrenet de la Tocnaye, voormalig luitenant bij een regiment para's van het Vreemdelin genlegioen, bijgenaamd „Max". Hij.was wegens deelneming aan de putsch van Salan in 1961 tot tien jaar kerkerstraf Reconstructie van de aanslag op Gaulle en zijn echtgenote op 22 aug. De bewapening der twee samen zweerders, die op de hoofdweg van een bestelauto uit zouden opereren bestond uit een machinegeweer, twee machinepistolen, vier handgranaten, twee fosforbommen en een plastic- bom. Hun helpers waren eveneens zwaar bewapend. In een zijstraat stond de „chef" geposteerd. Hij zat aan het stuur van een Citroen. Zijn schutters faalden eveneens veroordeeld, had evenwel uit de Pa rijse Santé-gevangenis weten te ont vluchten. Bij zijn verhoor kwam vast te staan, dat hij de organisator van de aanslag was geweest, overigens 'op bevel van de opperste leiding der OAS wier instructies hij uit het buitenland had ontvangen. Twee andere mede plichtigen waren Jacques-Charles Pre- vost, dertig jaar voormalig onderoffi cier van de para's in het Vreemdelin genlegioen en Etienne Ducasse, vier en- twintig jaar, bijgenaamd „Alexis" voormalig korporaal in het Franse leger, schoonzoon van een gepensio neerde generaal. Zijn vader viel als kapitein in de Tweede Wereldoorlog. Behalve de drie naar het buitenland (vermoedelijk Spanje) gevluchte daders zat de politie nog achter drie soldaten van 't Vreemdelingenlegioen aan. Hon garen van afkomst. In totaal had een twaalftal met machinegeweren gewa pende OAS-ieden aan de overval deel genomen. Ze hadden zich elk hun taak toegewezen gezien. De aanslag was met de grootste zorg beraamd. Minstens ze ven auto's waren er voor beschikbaar gesteld en enkele waren op verschil lende punten geposteerd, om als vlucht auto te dienen. De Gaulle zou door een kogelregen overvallen zijn, maar reeds het tweetal, dat op het belang rijkste punt stond, faalde als schut ters K.H. 5? (Van onze parlementaire redactie) BREDA, 13 okt. Aan het eind van een gespreksdag van KVP-groepen op kasteel Bouvigne hfj Breda over „wel vaart en welzijn" was één van de conclusies, dat het welzijnsbeleid moet worden losgemaakt van de uitsluitend economische maatstaven, op basis waarvan thans in bepaalde ontwikke lingsgebieden in ons land door ingrij pen van de overheid de materiële wel vaart wordt gestimuleerd. „Welzijn" houdt méér in dan die uitsluitend materiële welvaart, zo was al de stel ling in het rapport van een voorberei dingscommissie, waarin de stof voor de discussies was neergelegd. „Welzftn" betekent, dat de mens niet als individu staat tegenover een vreemde, zelfs vijandige wereld, maar dat hij zich in die samenleving thuis voelt. Materiële welvaart zonder dat de mens zich met zijn omgeving ver bonden voelt en zonder dat hü zich volledig als mens kan ontplooien, is slechts een schjjn-welvaart. Bij de komst van de industrie in een tot dan toe door de industriële ontwikkeling nauwelijks geraakt gebied, bij de stads ontwikkeling en bij de verstedelijking van overwegend agrarisch gebied moe ten de economische maatregelen ge paard gaan met een sociale planning en begeleid worden door maatregelen, waardoor de samenleving goed blijft of wordt om in te leven. De discussies leidden tot een er kenning, dat de overheid hierin een duidelijke taak heeft, zij het in nauwe samenwerking met de bevolking zelf en de daaruit voortgekomen organi saties en instellingen. Het forum, dat de discussies bundelde in conclusies, zei dan ook dat méér respect binnen de KVP voor de taak en plicht van de overheid b;j het welzijnsbeleid ge wenst is. Maar óók, dat het particu lier initiatief recht heeft op subsidie, voorzover het een deel van de taak van de overheid overneemt. Het basisrapport was voor een be langrijk deel uitgegaan van uitspraken van de minister van maatschappelijk werk, mej. dr. Klompé, in de Tweede Kamer. Toch was men het er in de discussiegroepen en bij de eindbespre- king wel over eens, dat het maat schappelijk werk een belangrijke maar niet de enige roJ jn het welzijnsbeleid van de overheid speelt. En het wel zijnsbeleid mag zeker niet in het te nauwe „jasje" van de maatschappe- Uike zorg in nood worden gepast. Het ministerie van Maatschappelijk Werk kan echter wel de belangrijke functie vervullen om bjj alle overheids maatregelen industriële ontwikke ling. volksgezondheid, ruimtelijke orde ning en bevordering van de recreatie steeds het welzijnsaspect, de noodzaak om niet eenzijdig in de samenleving in te grijpen, naar voren te brengen. Ook werd aanbevolen om in de pro vinciale en gemeentelijke besturen een gedeputeerde of wethouder aan te wij zen, die tot taak kr;1gt alle maatrege len op dit welzijnsaspect te toetsen De voorzitter van de KVP, mr. P. Sovjet-Unie De Amerikaanse com missie voor atoomenergie heeft bekend gemaakt, dat de Russen zondagmorgen een „kleine" atoombom tot explosie hebben gebracht in de dampkring bo ven Siberië. (UP1). J M. Aalberse,- besloot de discussiedag met de toezegging, dat het partijbe stuur de gedane suggesties nauwgezet zaII overwegen en zal bestuderen of er aanleiding is in het programma en het politieke beleid van de partij met de aanbevelingen rekening te houden. AMSTERDAM Het totale huizen- bezit van de Vereniging „Hendrick de Keyser" is, volgens het jaarverslag over 1961 thans gebracht op 134 per celen. In het afgelopen jaar werden zes aankopen verricht en wel de percelen Bierkade 154 en 155 en Kerkstraat 237 in Blokzijl, Korte Spaarne 23 en Spaarn- wouderstraat 15 in Haarlem, Weezen- land 7 in Monnikendam en Kerkstraat 26 in Zaltbommel. Het pand Spuistraat 233 te Amsterdam werd de vereniging gelegateerd en het perceel Lopikerstraat 37 te Schoonhoven was een schenking van een bedrijf. In 1962 werden nog aangekocht de percelen Markt 2-4 te Delft, Egelan tiersgracht 73. Bloemgracht 9 en 108 en Noordermarkt 20 in Amsterdam, Leedeinde 4-6-10 in Broek in Water land en Torenstraat 11 in Enkhuizen. Het Prins Bernhard Fonds heeft daar toe in ruime mate bijgedragen. Met dankbaarheid maakt het jaarverslag ook gewag vande vele medewerking die van de overheid is o. vangen. De kos ten van de 1961 uitgevoerde restaura tiewerken beliepen 339.771. AMSTERDAM, 12 okt. Met de navol gende schepen kan zeepost worden verzon den. De data, waarop cle correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, achter de naam van het schip vermeld. Ver. Staten van Amerika: Statendam (14/10); Noordam (17/10). Argentinië: Cap San Nicoias (14/10), Libertad (17/10). Australië: Willem Ruys (14/10): Weserstein (16/10). Brazilië: Cap San Nicolas (14/10); Phecda (15/10): Laennee (17/10). Brits- Oost-Afrika: Kouang-Si (14/10); Africa (18/10). Canada: Statendam (14/10); Pr. Joh. Willem Friso (15/10); Noordam (17/10). Chili: Köln (18/10). Indonesië: verkeer ge staakt. Ned. Antillen; Oranje Nassau (16/10). Nieuw-Zeeland: Willem Ruys (14/10). Suri name: Oranjestad (17/10). Rep. van Zuid- Af rika en Z.-W.-Afrika: Pretoria Castle (14/10); Radja (17/10). Inlichtingen betref fende de verzendingsdata van postpakket ten geven de postkantoren. Met het oog op een tij dige verzending van zg. Kerstpakketten zijn hieronder voor enige overzeese bestemmingen (hoofdzakelijk emi- gratielanden) de data opgegeven waarop deze pakketten bij rechtstreekse zeepost verzending uiterlijk ter post moeten zijn be zorgd, ten einde - onvoorziene omstan digheden voorbehouden vóór Kerstmis te kunnen worden besteld: Verenigde Staten van Amerika: 16 nov.. Australië: 24 okt. Canada: 12 nov. Ned. Antillen 19 nov. West- Nieuw-Guinea: 17 okt. Nieuw-Zeeland 17 okt. Rhodesië: 12 nov. Suriname: 19 nov. (Advertentie) NEW YORK, 15 okt (UPI) E®* 65-jarige weduwe uit New York is terdag naar de Chinese Volksrepubb® vertrokken om een persoonlijk beroer te doen op premier Tsjoe En-lai yo® de vrijlating van haar zoon, die si"" elf jaar gevangen wordt gehouden. „Ik ben niet meer zo jong", mevrouw Ruth Redmond. „Ik he. alleen nog maar een dochter", voeg" zij er aan toe. Zij woont in Yonker5 in New York. Haar 42-jarige zoon Hugh werd 11 geleden wegens spionage aangehouden in Shanghai. Hij dreef vóór zijn gevang®" schan handel op import- en exportg®' bied. De reis van mevrouw Redmond wer bekostigd door het Amerikaanse en door het communistisch-Chinese Ro^e Kruis. UTRECHT, 15 okt. De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid blijft bij het gestelde in zijn brief van 28 november 1961 aan de Tweede Ka mer, waarin hij zegt, dat naar de me ning van deskundigen, die het onder zoek hebben verricht, het epidemiolo- v V De charmante Frangaise Martine Valois wil met haar pedaalboot „Yaourt" het wereldrecord op de Icing e afstand voor pedaalboten breken. Dezer dagen startte zij voor dit doel bij de Eiffeitoren voor een reis, die haar helemaal naar Rouaan moet brengen. (Van onze Haagse redacteur) SCHEVENINGEN, 15 okt. Op het podium van de Kurzaal verscheen za terdagmorgen een lagere schoolklas, die in aanwezigheid van talrijke auto riteiten en belangstellenden, bijeenge komen op het vierde congres van het genootschap „Onze Taal", een taalles kreeg. De heer C. Rudolph, medewer ker van het pedagogisch centrum van de Nederlandse Onderwijzers Vereni ging, gaf een demonstratie van mo derne didactiek, waarbij het vooral ging om de taal als communicatie- en expressiemiddel. De kinderen trokken zich weinig van het grote auditorium aan en namen zeer actief aan de les deel. De klas had wel eens meer een dergelijke les gehad, maar men kreeg niet de indruk een shownummer mee te maken. Hoewel er bij do demon stratie kanttekeningen te plaatsen zou den zijn, was de les een inspirerend voorbeeld van de wijze, waarop het uitdrukken van de gedachten bij lage re schoolleerlingen tot ontwikkeling ge bracht kan worden. De heer Rudolph betoogde in zijn toelichting onder meer, dat men bij het taalonderwijs moet uitgaan van de belevingswereld van het kind. Dat doét men niet met zinnetjes als „De zon stond hoog aan de hemel en een zoele voorjaarswind deed het water heel zachtjes rimpelen". Sprekend over het schriftelijk taalgebruik noemde de in leider het maken van een opstel over een verhaaltje niet produktief. Het zelfde geldt voor het maken van een opstel over een denkbeeldige logeer partij bij een niet bestaande tante. De heer Rudolph pleitte verder voor een zinvol verbahd in het geheel van spreken, luisteren en schrijven. Dit verband ontbreekt bij een oefenstof, die bestaat uit lukraak bijeengebrach te elementen als „de verharde stra ten" en „de afgelaste wedstrijd". In een inleiding over het Nederlands op de kweekschool merkte hoofdinspec teur J. W. Fossen op, dat de maat schappij de neiging heeft van de on derwijzer te veel te vragen; de onder wijzer is echter een gewoon mens, zij het met een ongewone opdracht. Wie een grote stijl verlangt, moet ook zor- gei voor een grote ziel. Die kan de kweekschool de onderwijzer niet geven. Het programma voor Nederlands op de kweekschool is echter rijker dan men veelal beseft. Wanneer de kritiek het toch wint van de waardering, is dit toe te schrijven aan de omstandigheid, dat er evenveel problemen als programmapunten zijn. De erkenning van situatieverschillen, van het onderscheid tussen schrijf- en spreektaal, de waardering van streek talen, de kritiek op de traditionele grammatica en het linguïstisch gezien betrekkelijke belang van de spelling kunnen het normbesef aan het wanke len brengen. Het onderwijs moet streven naar een synthese tussen natuurlijkheid en be schaving. Er is veel gewaarschuwd te gen „papieren" woorden, maar even noodzakelijk acht de heer Fossen het aanprijzen van de cultuur tegenover de natuurlijkheid. Stijl eist inventie en conventie. De taal moet niet schrijden als een livreiknecht of waggelen als een dronken man, maar op wandel schoenen gaan en als het moet ook op naaldhakken. De derde inleider, dr. L. M. van Dis, inspecteur v.h.m.o., schetste de centrale positie van het moedertaalon derwijs in het geheel van de school. Nederlands is meer dan een vak: het is de voertaal, waarmee alle cultuur overdracht plaats vindt. Spr. haalde de uitspraak „het denken stroomt voort in de bedding der taalvormen" aan. Het onderwijs in de moedertaal leert de leerling niet alleen de techniek van correct taalgebruik, maar het werkt ook in hoge mate aan de vorming der persoonlijkheid. Men hoort vaak klachten over de taalbeheersing van de abituriënten van het v.h.m.o. In onderwijskringen schijnt men erg goed de kunst te ver staan zich te „dekken op zijn voor man". Het wetenschappelijk onderwijs wijst naar de middelbare school, de middelbare school naar de lagere gaat men zo door, dan zouden we ten slotte via de kleuterschool terecht ko men bij de moeders als hoofdschuldi gen... Dr. van Dis wilde het probleem van het v.h.m.o. zelf echter niet uit de weg gaan. De slechte resultaten van het moedertaalonderwijs zijn ten dele te verklaren uit de massificatie van het onderwijs: te volle klassen, overbezette leraren, een tekort aan le raren Nederlands en onbevoegde do centen (hoe blij men ook moet zijn met hun hulp). De taalkundige en geestelijke ondervoeding is een feit, aldus spr. De democratisering van ons onderwijs stelt in het bijzonder aan de leraren in het Nederlands hoge eisen: vele nieuwe leerlingen komen uit een taalarm milieu. Een andere oorzaak van de tekorten in de taaiopvoeding kan liggen in de vrees van sommige docenten om vas te normen te geven. De school van vroeger kon zonder aarzelingen oplei den in een apart geschreven taal. Thans is men echter minder zeker van de riteria goed en fout. De taalmen sen hebben hierdoor een moeilijker taak gekregen. Veel onzekerheden ko men voort uit wetenschappelijke over wegingen. Dr. van Dis wees er echter op, dat ook onverschilligheid zich met de mooie naam „wetenschappelijke twijfel" dekt. Inmiddels is het slordige taalgebruik niet alleen aan de schoolopleiding te wijten. Er bestaat in ons volk een lui heid om onder meer taal goed te ver zorgen; uit gemakzucht neemt men zijn toevlucht tot het „vlotte" woord. Het is gemakkelijker te zeggen: „Je begrijpt wel wat ik bedoel dan dat gene wat men wil zeggen goed te for muleren. De Nederlander heeft in het algemeen weinig waardering voor vor men. Verzorging van de taal geldt hij velen als vormelijkheid of aanstelle rij. Veelzeggend is onze uitdrukking „Doe maar gewoon, d„n doe je al gek genoeg". Een goed en verantwoord taalgebruik zal niet alleen door taai opvoeding in de school tot stand kun nen komen, maar ook (en vooral) door opvoeding tot normbesef in het alge meen. Het congres „Het Nederlands en het onderwijs" werd besloten met een in leiding van prof. dr. K. Heeroma, hoogleraar aan de rij'suniversiteit te Groningen, die onder meer de vraag onder ogen zag hoe de behoeften van het toekomstige volwassen taalbestaan in harmonie te brengen zijn met de behoeften van het kind. De school moet voor haar leerlingen een eclite taal moeder, een alma mater zijn, zo be toogde prof. Heeroma. gisch bewijs van de samenhang tus sen de planta-ziekte en planta-con- consumptie als geleverd mag worden beschouwd. Dit heeft de minister laten mededelen naar aanleiding van het voorkomen van een aantal gevallen van huidziekte in enkele plaatsen in ons land. In de kringen van de huid- artsen in ons land heeft deze medede ling nogal kritiek ontmoe4. In de der matologische kliniek hier van het Aca demisch ziekenhuis zijn ruim dertig huidartsen bijeen geweest voor wie pa. tienten zijn verschenen, die lijden aan een huidziekte, die volkomen identiek is aan de zogenaamde planta-ziekte van 1960. De Amsterdamse huidarts, dr. R. D. G. Ph. Simons, die verbonden is aan het Burgerziekenhuis in Amsterdam verklaarde dat er geen twijfel behoeft te bestaan aan de overeenkomst tus sen de huidziekte van thans en die van 1960. Dezelfde huidarts heeft de gege vens, die van de zijde van het minis terie van Sociale Zaken en Volksge zondheid aan de Tweede Kamer en aan de pers zijn verstrekt, hoogst merkwaardig genoemd. In de medische uitgave „de geneeskundige gids" acht dr. Simons het epidemiologisch bewijs van de oorzaak van de planta-ziekte, die slechts op een enquête berust, een zèer precaire aangelegenheid en niet overtuigend. Volgens het verslag van de voor lichtingsdienst van het ministerie van Volksgezondheid kan het aantal „planta-patiënten" op honderddui zend worden geschat. De directeur- generaal voor de volksgezondheid noemt in het „tijdschrift voor ge neeskunde" een cijfer van 75.000 100.000. Van deze honderdduizend pa tiënten is niet ninder dan 98 pro cent niet door de huidartsen in Ne derland gezien, waardoor de officiële schatting, waarop de statistiek is ge baseerd, hoogst aanvechtbaar wordt, aldus dr. Simons. De huidartsen ver wijten voorts de dienst van de volks gezondheid, dat zij tijdens de epide mie aan de artsen geen voorlichting heeft gegeven. In „De geneeskundige gids" wordt de hypothese van de adviseurs van het ministerie van Sociale Zaken bedenke lijk genoemd, omdat men reeds dade lijk zonder verdere onderzoekingen af te wachten verklaarde, dat elke ande re hypothese dan die van de ontdek kers zinloos zou zijn. De door het mi nisterie aangewezen deskundigen, prof. dr. E. H. Hermans uit Rotterdam en dr. B. V. Bekker, inspecteur van de volksgezondheid in Katwijk, hebben in 1960 Berlijn bezocht en na een kort be zoek aan het ministerie, van Sociale Zaken en Volksgezondheid medege deeld, dat ook in 1959 toen het Unile- ver-concern grote hoeveelheden mar garine geleverd had, de ziekte daar was opgetreden. Op 1 september 1960 deelde de hoofd inspecteur voor de volksgezondheid in de pers mee, dat de Nederlandse des kundigen, prof. Hermans en dr. Bek ker in Berlijn na intensief speuren het sluitstuk hadden gevonden van het hé* wijs, dat de emulgator de schuldig® was. Zij hadden namelijk vastgesteld' dat omstreeks kerstmis 1959, toen der® emulgator weer in de margarine iva® verwerkt, er weer gevallen van huidziekte zijn voorgekomen. Dit °n* derzoek, zo deelde de hoofdinspecteur destijds mee, toont onweerlegbaar aaU» dat er een verband bestaat. Naar aanleiding van deze gegevens deelde de minister aan de Tweede Kf' mer mee, dat hiermee een hiaat in d® bewijsvoering was gevuld. Inmiddels is gebleken, dat er geen aanwijzing®" zijn dat de epidemie in Berlijn zicf1 in 1959 heeft herhaald. Tn het ge"';1! me rapport, dat de minister aan de leden van de Tweede Kamer heeft 6®" zonden, wordt op deze verklaring da" ook teruggekomen en worden de ®®T dedelingen van deze beide deskundige" ingetrokken. Desgevraagd verklaarde de diceC' teur-generaal van de volksgezondheid' prof. dr. P. Muntendam, dat het ge heime rapport aa;i de Tweede Kam®r nog niet kan worden vrijgegeven, o®' dat deze zaak nog moet dienen voor de officier van justitie in Rotterdar" en derhalve nog sub judice is. Hij be* vestigde evenwel, dat van de zijde va" het ministerie is verklaard, dat h®' epidemiologisch bewijs tussen de pl""* ta-ziekte en de planta-consumptie "1S geleverd mag worden beschouwd. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG. 15 okt. Zoals dat i0 mopjes vaak getekend staat, maar i" werkelijkheid zelden Voorkomt, is e®" dief midden in de nacht een slaapkam®r binnen gedrongen, waar een echtpaar in diepe rust lag. De insluiper nam b®' colbert en de broek van de slapend® man mee. In de broekzak zat een port®' monnaie met 2.300. De broek is teruggevonden op de trap" leuning, maar de portemonnaie was er uit. In de winkel beneden de slaap kamer heeft dezelfde insluiper die nae®. van vrijdag op zaterdag, het kasregis ter meegenomen. Daaruit nam hij ho"' derdvijftig gulden weg. Het kasregister werd terug gevonden in de tuin achter de ievensmiddelenzaak, waarvan de be stolen man eigenaar is. WERVERSHOOF, 15 okt. Zondag avond is de 20-jarige mej. A. Slama" uit Onderdijk toen zij met haar ver loofde daar aan het wandelen was door een auto aangereden. Zij wer" bij het ongeval dodelijk gewond. Het paar liep links van de weg in de rich ting Medemblik. De hun tegemoetko mende auto zou naar rechts zijn uitge weken De bestuurder, afkomstig uit M®- demblik, reed na het ongeval door doch kon kort daarop worden aangehouden. DEN HAAG, 15 okt. In het boek van de Amerikaanse schrijver Alden Hatch over prins Bernhard heeft de prins kritiek geleverd op veldmaar schalk Montgomery's leiding bij de Slag om Arnhem op 17 september 1944. Wan neer Montgomery in de dagen van do voorbereiding van de luchtlanding )ij Arnhem geloof had gehecht aan de woorden van prins Bernhard, die toen het commando over de Nederlandse bin nenlandse stijdkrachten voerde, dan zou naar de mening van de prins de slag om Arnhem geen mislukking geworden zijn. Deze passage uit het boek over prins Bernhard heeft in de Engelse pers sterk de aandacht getrokken. Veldmaarschalk Montgomery heeft geen commentaar willen leveren op de kritiek van de prins. Toen hem werd gevraagd naar zijn mening zeide hij „Waarom zou ik hierop reageren? Hij heeft het volste recht zijn eigen mening te hebben. Van mijn kant heb ik niets te zeggen". Prins Bernhard zegt in het boek, dat Montgomery in zijn memoires heeft toegegeven dat Arnhem een mislukking was. „Ik wou", aldus de prins, „dat Montgomery erbij gezegd had, dat het een mislukking was, die men gemak kelijk had kunnen voorkomen. Voor de Slag bij Arnhem waren mijn chef-stal generaal majoor P. L. G. Doorman, een ervaren stafofficier en ik bij he®' Wij wisten wel wat meer over de toe standen in Nederland dan hij. Wij spra ken over de topografie van het gevechts terrein, over de toestand van de grond en van de wegen, over wat je w® met tanks kon doen en wat uitgesloten was, waar de infanterie zich zou moe ten bevinden en waar ze niet nodig was. Maar Montgomery weigerde abso luut ons te geloven." Prins Bernhard meent, dat het eefl tweede fout was van Montgomery, d-' de parachutisten veel te ver van Arn hem werden uitgeworpen. Een deel va" hen moest 30 of 40 km marcheren o® hun doelen te bereiken en dat gaf d® Duitsers de tijd een warme ontvangst voor deze eenheden te organiseren. Ten slotte weigerde Montgomery categorise" geloof te hechten aan inlichtingen di® de prins hem verstrekte over de snerkte en de locatie van de Duitse troepen i" het aanvalsgebied. „Het resultaat tva" bijvoorbeeld, dat een van de pararegi menten werd afgeworpen in een ter rein waar zich twee Duitse pantserdi visies bevonden. Ik zou het bijzonder hebben geapprecieerd als Montgomery deze details in zijn memoires zou heb ben vermeld", aldi'i de prins. "(Ie 250 tla h,Q'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 6