Licht en donker in de scholenbouw (II)
B
Nieuwe gehouwen
zijn nog niet altijd
ideaal
Nog weinig
lokalen
I
Arnhem krijgt zijn
Gele Rijders terug
—Maar zonder paarden-
O
T raditie
herleeft
maar half
«0
nrsj
gsSé?
F'
ij een vergelijking tussen
oude en nieuwe scholen
wint een fleurig nieuw ge-
°uw het natuurlijk gemakkelijk
an een uitgewoonde oude school.
Ussen deze uitersten liggen ech-
nog allerlei andere gevallen.
r zijn sfeerrijke gebouwen van
roeger, die het nog best doen, en
nderzijds spelen er bij de jongste
em^' soms factoren mee, die het
thousiasme wat temperen. Een
'euwe school maakt al gauw een
Wettige indruk, maar dat wil nog
'*t meteen zeggen, dat zo'n
chool nu ook beantwoordt aan de
Sen> die het onderwijs voor nu
o voor straks (schoolgebouwen
yken erg lang mee te moeten...)
smllen mag.
Wü i14-—,
■HV.,
p de zonnige zondag van 17
september 1944 werd de
Willemskazerne in het hart
van Arnhem door Britse eskaders
kapot gebombardeerd. Het was de
gewelddadige finale van het be
staan der Gele Rijders, het roem
ruchte corps Rijdende Artillerie.
Met de kazerne brandden de stal
len uit, waar sedert 1861 genera
ties paarden waren verwend door
generaties Gele Rijders. Bij leger
order van 1 mei 1946 werd het
corps officieel opgeheven.
Maar ziet; ineens is daar het
officiële bericht van Defensie, dat
per 15 januari 1963 het corps Rij
dende Artillerie der Gele Rijders
opnieuw deel zal uitmaken van
onze strijdmacht afdeling Show.
Het zal opnieuw in Arnhem ge>
vestigd zijn, ditmaal niet in het
hart van de stad, maar ver daar
vandaan in de Oranjekazerne te
Schaarsbergen.
H m
te'
telfS
„t
iS f1
'26^^
twi
Een juweel van een school hier,
eennJ,.maar eens een Punt te noemen:
2aai v'eu>ve kleuterschool zonder speel
man hff' eigenlijk al met een tekort,
bes ik jldee' dat de tafeltjes en stoel-
gezpt- jL e Sewone lokalen maar opzij
6an tYTv!et,en wor<3en, zodat de kleuters
PfaktHv j bunnen spelen, komt- in de
ander noorgaans weinig terecht. Een
hand punt: men is er zo langzamer-
van ia„?n gewend geraakt, dat er tal
der p? scholen worden gebouwd zon-
Paalrt zaal> maar ook dat is be-
a een manco.
stank en ratten ginds
Buitenschool te Goirle. Ieder lokaal heeft een eigen terras voor het
ondewijs in de openlucht.
In
deze
?hkelaucie gedachtengang volgen hier
ui„ "Pmerkingen over de katholie-
Van ^fhooi te BEST. In het patroon
l re oiih geschakeerd van som-
nehoor, jqe tot frisse nieuwe gebouwen,
categorip ?,ul° tQt de laatst genoemde
drie tont n fraai gebouw (kosten
Uitstekenamet een mooie inventaris, een
?en iuJi;., geoutilleerd biologielokaal,
is deze ticVan een gymzaal etc. Toch
de meest niet een voorbeeld van
De 1 geslaagde bouw te noemen.
liik<voora^g wat een ulo-school eigen-
gere sehnJi1 gebouw moet zijn (een la
in discus?; plus ..nog wat"?) moge nog
m de redè Itin, maar het ligt zeker
gemeenscha aat ook een ulo over een
zo niet eee sn>imte dient te beschikken,
een aula_ dan toch een hal, die
komsten te- gebruiken is. Er
V90r samoüi aula» dan toch een hal, die
'*üit nie„,,; k°msten te- gebruiken is. Er
ook ;«je ulo-scholen, die zo'n ruim-
gevai 'hderdaad hebben, maar in dit
and6; °htbreekt deze voorziening. Een
is e onvolkomenheid: de gardero.be
onm klein, zodat de 180 leerlingen er
gov, °gelijk kunnen circuleren. Overi-
hiao ee« prima school, daar niet van,
sdÏÏv het is jammer, dat zo'n spik-
tpn 'ternieuw gebouw in enkele opzich
tig0? dit moment eigenlijk al veron
al?11 schoolzaal treft men wel aan bij
lin„ gere school van de zusters Ursu-
t6 -Wonnupr mPTl
tie
Dit bleek bij de verkenning voor deze
reportage ook, toen we meer dan eens
te maken kregen met hooiden en school
besturen, die aan de bepaald ongunstige
situatie, waarin hun school verkeerde,
geen ruchtbaarheid gegeven wilden zien.
Soms speelde hierbij de vrees, dat de
school een ongunstige naam zou krij
gen bij de ouders; een enkele maal was
er beduchtheid voor verstoring van de
verhouding met de school, waarbij men
inwoonde. Vaker echter was men be
vreesd plaatselijke autoriteiten, de in
spectie of „Den Haag" voor het hoofd
te stoten: publiciteit zou de moeizame
onderhandelingen voor het verkrijgen
van een nieuw gebouw in de war kun
nen sturen Alsof de wethouder, de in
specteur en de ambtenaar op het depar
tement een school uit hun eigen zak be
talen! Merkwaardig, in een vrij land die
vrees voor openbaarmaking van wantoe
standen op een terrein van algemeen
belang.
Een penibel geval, dat dan wèl in de
inminimhui
w;ï te Driebergen. Wanneer men
dp ihat van de na de oorlog gebouw-
viif a£ere scholen er maar één op de
zes een gymnastieklokaal heeft
^kregen, dan is het duidelijk, dat een
zag®re school, die niet alleen een gym-
Wpi maar ook nog een schoolzaal heeft,
bi-; [ets heel bijzonders is. Men is in
hfn er&en zo gelukkig geweest dit nog
e,,1 vóór de bestedingsbeperking voor
~*aar te krijgen,
dp ,°g om tal van andere redenen zijn
tp u eebonderd leerlingen op deze school
ri.v, a.iiden- De school ligt in een ver-
rpY 'Ük rustige omgeving. Er is een
j yale speelruimte en het hele gebouw
W?ortreffelijk uitgerust. Men zie bij-
Ui<? eeld op de foto een van de twee
k «gangsruimten bij het gymnastieklo-
otio 'n heze ruimte is een lage bank,
o ge veer in de vorm van een omgekeer-
trpi,?tter D aangebracht. De scholieren
ij v*en binnen de armen van de letter
o hun schoenen uit en stappen dan
dp hnnir hoon waarna ze in ue
iiimiimiimiiiimiiiiiimiiimiiiimiimiiimmmmMmmm
krant mag, is dat van de katholieke
Entree tot de b.l.o.-school aan de Lange jongensschool te BAARLO, in de buurt
Nieuwstraat te Utrecht. De school is aan van Venlo. De school zit in het vroegere
drie zijden ingebouwd. gemeentehuis aan de Markt; er gaat
een vrij druk verkeer, met alle lawaai
van dien, langs.
Wat een gebouw om onderwijs aan
jonge kinderen in te geven! Buiten pri
vaten zonder spoeling. Bij de ingang een
groot, lekkend afdak een allermerk.
waardigst gevaarte. Binnen een uitge
sleten houten trap. Donkere gangen.
Op sommige plaatsen komt in. deze op
het noorden gelegen school nooit zon.
Natuurlijk stookt men nog kachels. Kn-
fp?lzaal komên. Öp deze wijze kan er
Vlo? schoenenvuil van buiten op de
tip ,van de gymzaal worden gebracht.
s schoenen blijven binnen de bankaf-
(jCheuiing. Luxe? Maar waarom zou aan
a®rgeltike dingen in een school geen
io? acht mogen worden besteed. Het
dp-gs.'e Bouwbesluit voor het 'aS®r
1anrt"')s zegt nog aIttid met JoSm"
Epk soberheidszin, dat een sc
houw „eenvoudig" moet zijn. Verschei-
sa?e 'agere scholen zijn dan ook vrp
na' gebouwd Kijkt men bijvoorbeeld
dp r Duitsland, dan bemerkt men, dat
a. zaken daar vaak heel anders worden
arigepakt.
eP„en merkwaardige vrees om nu ook
ri?"s buiten de beperkingen, opgelegd
is 5 d(' tijdsomstandigheden, te gaan
.Ir, aa,j de dag getreden na de in 1959
lp.?? tiet Informatiecentrum voor Scho-
yB tiouw met overheidssteun uitgeschre-
p„a Prijsvraag voor het ontwerpen van
(jpP, 'agere school met zes klassen. De
hu .mende architecten mochten hier-
J bestaande bouwbelemmeringen
ri=or 'n keer vergeten. Er kwamen meer
tp a 160 inzendingen, waaronder heel ïn-
pp„.ssante. In een breed opgezette bij-
ripdtiernst met redevoeringen van o.a.
wn directeur-generaal van het onüer-
dinS Werden prijzen en eervolle vermel-
ngen gegeven... en daarna.
Jtten zou zo'n „ideale" school moe-
d bouwen om te zien hoe ze „het
maar het is er niet van geko-
en hel zal er vermoedelijk ook
°'et van komen. Het genoemde intor-
de bank heen, waarna ze in
matiectenrum is geen rijkinstelling,
maar „O., K. en W." onderhoudt er
wel allerlei relaties mee. Waarom zijn
er nu niet (bijvoorbeeld voor elk van
de drie grote onderwijsrichtingen één)
een paar van die bekroonde scholen
gebouwd? Het is natuurlijk dwaasheid,
dat ons land het extra'tje voor die
paar gevallen niet zou kunnen betalen.
De regering schijnt echter beducht te
zijn voor de consequenties, die uit het
precedent zouden kunnen voortvloeien.
Ja, ja.
Tegenover het zeer gunstige geval in
Driebergen staan in ons land nog heel
wat scholen, die verre beneden zelfs
minimale eisen blijven. Van tijd tot tijd
wordt de buitenwacht hierop geatten
deerd: onvoldoende sanitair in de ene
school, lekkages in de andere; te wei
nig licht hier, een verzakkende vloer
daar; ergens zit een klas op de gang,
elders in een café. Een stembureau
weigert bij de verkiezingen in een be
paalde school zitting te nemen hé,
wat is er met die school aan de hand?
De ene bedenkelijke situatie wordt op
geheven, een andere wordt weer gesig
naleerd.
Het zou onbillijk zijn bij zulke wan
toestanden nu speciaal verwijten te ma
ken aan het ministerie van O., K. en
W. Er zijn scholen, die niet alleen nu
niet meer bruikbaar zijn, maar die het
decennia geleden ook al niet waren. Wat
heeft het „bevoegd gezag" ter plaatse
er aan gedaan? Het valt niet weg te
cijferen dat sommige school- en gemeen
tebesturen het wat onderhoud en ver
nieuwing van hun gebouwen betreft ja
renlang wel geloofd hebben. De school
was een hok en ze bleef het.
Van de andere kant is het echter,
voor wat de laatste jaren aangaat, in
sommige gevallen ook wel weer begrij
pelijk dat de eerstverantwoordelijken
zich om het oude gebouw maar niet
druk meer hebben gemaakt: een beter
onderhoud zou de vervallen school al
licht een wat gunstiger aanzien geven
en de kans op nieuwbouw verminderen.
O K en W zegt weliswaar, dat we
in het algemeen aan de vervanging van
oude scholen nog niet toe zijn, maar de
belanghebbenden verwachten toch nog
altijd eerder aan bod te komen met
een werkelijk vervallen school dan met
een opgelapte oude school. De verhou
dingen tussen sommige scholen m den
lande en de autoriteiten blijken nogal
gevoelig te liggen.
fin, ga zo maar door.
Wat voor de sector van het v.h.m.o.
werd gezegd geldt voor het gehele onder-
luinimiUiuiiiHiiiiiiiiiiiiwiiiiiiminHiimimniiiiHinmuiuiniimiiiiiiNiiiiiiiimiimiiiHtiiimiiiMiiiiiw
wjjs in ons land: ongeveer de helft van
de Nederlandse schooljeugd zit in nieu
we gebouwen, maar dat we er daarmee
nog allerminst zijn wordt men zich sterk
bewust in een school als die te Baarlo
(en zo zijn er ook elders in het land
nog heel wat te vinden).
Uit datzelfde BAARLO is echter ook
een excellent voorbeeld van scholen
bouw te vermelden: de katholieke kleu
terschool van architect W. Wijnhoven
(kosten twee ton, nog net voor de bouw-
stop voor elkaar gekomen). Een aller-
charmantst rond schooltje. De lokalen
komen uit op een hal met een middellijn
van 12V2 m. Midden in die hal is een
vijvertje met fonteintjes en goudvissen
en midden in die vijver staat een gepro
fileerde betonzuil, die het erg aardig
doet als steun voor de dakconstructie.
Vrijwel niemand heeft echter in de ga
ten, dat die zuil ook nog een andere
functie heeft: ze verbergt de schoor
steen van de centrale verwarming, die
zich in de kelder onder de hal bevindt.
Een ware trouvaille van de architect.
Voor tal van kleuterleidsters moet dit
wel een school zijn om jaloers op te
worden, want ook het kleuteronderwijs
zit nog met vele netelige behuizings-
gevallen. Men denke zich bijvoorbeeld
eens de moeilijkheden in van de kleu
terschool bij de Zeekant te BERGEN
OP ZOOM. Het geval ligt zoals er zovele
zijn: een nieuwe wijk, veel jonge ge
zinnen, geen gebouw voor de kleuters.
In arren moede werd in septembe;
1960 maar besloten een deel van de
nieuwe kerk ter plaatse te bestemmen
als kleuterschool. Het is natuurlijk erg
grappig de gympjes van de kleuters in
de sacristie te zien hangen, maar min
der grappig is, dat er boven die sacris
tie een klasje van dertig kinderen zit
in een ruimte, die daar allerminst ge
schikt voor is. Dit is nu eens niet een
geval van een vervallen school, maar
van ongelukkige behuizing in een nieuw
gebouw. Met de ventilatie is het in die
bovenruimte primitief gesteld; de tem
peratuur loopt er soms op tot dertig gra
den. Er zijn daarboven geen toiletten
en dat voor een kleuterschool. De kin
deren gaan op en neer over een houten
trap. Een andere (houten) brandtrap
voert naar de kerk zelf, waarin een
gedeelte is afgeschoten voor het tweede
klasje. Des zondags en in de vakantie
worden de trap en de stellages voor de
gordijnen weggehaald.
Daar rechts voor in de kerk wordt
kleuteronderwijs gegeven! Bij het spel
van de kleuters rolt er herhaaldelijk een
bal onder de gordijnen door de kerk in,
maar die haalt de leidster wel weer
op. Tekenend detail: vele kleuters zijn
er zo aan gewend geraakt op deze
plaats te spelen, dat ze het heel
vreemd vinden hun mond te moeten
houden als ze 's zondags met hun
ouders in de kerk komen! De grootste
moeilijkheden doen zich voor op da
gen, dat er huwelijks- of requiem-mis
sen zijn, zodat er in de kerk zelf na
tuurlijk geen school kan worden ge
houden. Bij goed weer trekt een van
de leidsters dan met een klasje naar
buiten, doch bij slecht weer moet men
maar zien zo'n groep van dertig kleu
ters in de sacristie stil té houden: Com
mentaar overbodig. De school heeft nog
geen vergunning voor nieuwbouw.
Ten besluite van deze serie gunstige
en ongunstige schoolsituaties twee voor
beelden op het terrein van het b.l.o.
de fraaie openluchtschool „San Dome-
nico Savio", voor ziekelijke kinderen,
te GOIRLE en de miserabel gehuis
veste Hieronymusscihool voor debiele
kinderen aan de Lange Nieuwstraat te
Utrecht.
De openluchtschool te Goirle (de eni
ge katholieke school van deze aard in
ons land) werd ontworpen door archi
tect Jos Bedaux, die ter plaatse ook
een kleuterdagverblijf en een schooltje
bij een koloniehuis op zijn naam heeft
staan. De openluchtschool (100 leerlin
gen, 6 klassen, 4 lokalen) is een mooi
voorbeeld van hoe er met vrij sobere
materialen toch goed gebouwd kan
worden.
De keuze van de kleuren in de gan
gen is voor kinderen wat streng uit
gevallen, maar overigens is het een
allerplezierigst gebouw, uiteraard sterk
n wat voor schoolgebouwen krijgen
de 1% miljoen leerlingen van ons
land les? Onze onderwijsredacteur
beschreef een week geleden het
sterk gevarieerde beeld van ideaal
tot slecht dat de gebouwen van het
kweekschoolonderwjjs, het v.h.m.o. en
het nijverheidsonderwijs vertonen. In
het tweede deel van deze serie noemt
hij enige voorbeelden van school
gebouwen voor het kleuteronderwijs,
het lager onderwijs, het b.l.o en het u l o.
Trouvaille in kleuterschool te Baarlo: de zuil in het midden van de hal
verbergt de schoorsteen van de verwarming.
Toegangsruimte bij gymnastieklokaal in lagere school te Driebergen. De leerlingen trekken hun schoenen uit binnen de
bankafscheiding, zodat er geen schoenenvuil van buiten in de gymzaal gebracht kan worden.
op de zon georiënteerd; ieder lokaal
heeft een eigen buitenterras, waar ook
les wordt gegeven. Boven de gehele
lengte van het gebouw is een rusthal
aangebracht. Er is veel werk gemaakt
van wasruimten en van de vertrekken
voor dokter, verpleegster enz., kortom
de school is voor haar speciale taak
uitstekend uitgerust (al heeft men nog
behoefte aan uitbreiding).
Te enenmale niet voor haar taak
uitgerust is de regds even genoemde
b.l.o.-school te Utrecht Zij zit in een
al meer dan honderd jaar oud gebouw,
dat aandrie zijden tussen andere be
bouwingen staat ingeklemd. De toe
gangsweg tot de school en de buiten
kant van het gebouw lijken misschien
nog wel wat; binnen heeft men zelfs
ook nog wat van de gebreken weten
te maskeren, maar kijk niet achter de
camouflage! Onder de gehele school be
vindt zich een wijnkelder, van waaruit
de verschimmeling het gebouw in trekt.
Vocht is op allerlei plaatsen dè grote
misère van deze school. De leermidde
len worden in de kasten herhaaldelijk
zwart van de nattigheid; de verwar
mingsbuizen in de icelder schimmelen
weg.
De ventilatie en lichttoetredmi
zijn
ontoereikend. De lokalen krijgen slechts
van één kant licht. De lokalen hebben
ongunstige maten: ze zijn „breder"
dan ze „lang" zijn. Er gaat in de klas
sen ruimte verloren omdat er loop
ruimte vrij gehouden moet worden van
deur tot deur. De school heeft namelijk
geen gangen: men loopt van de ene
klas naar de andere. De trappenhuizen
Er is geen overblijflokaal, geen be
hoorlijke kamer voor het hoofd en
geen kamer voor het personeel. Er
is en dat op een b.l.o.-school geen
kamer voor testonderzoek, geneeskun
dig onderzoek, de spraaklerares en de
schooltandarts. De gymnastiekzaal is
volkomen bouwvallig, de speelplaats te
klein. Na deze opsomming behoeft het
geen betoog meer, dat deze school
niet voldoet aan de eisen van het
Bouwbesluit. Om het nu maar eens
precies te zeggen: Ze schiet tekort ten
aanzien van de eisen, geformuleerd in
artikel 3, lid 2,3 én 4; art. 7, lid 1;
art 8, lid lc; art. 11, lid lc en lid
5; art. 14, lid 1 en lid 2; art. 16, lid
5; 17, lid 1 en 5; 18, lid 6. 7 en 8;
art. 19, lid 3 en 20, lid 3Hierbij moet
men nog in aanmerking nemen, dat
het Bouwbesluit slechts minimum-eisen
aangeeft. Deze minimum-eisen wor
den toch al te vaak als maximum-
eisen gezien en daarbij komt nog, dat
het b.l.o. niet zonder reden aanspraak
meent te mogen maken op extra-voor
zieningen.
En toch zegt dit alles nog te weinig.
Men moet de stank, die in deze school
hangt, geroken hebben om werkelijk
te beseffen hoe beroerd de huisvesting
is. Door de vloer dringen beneden
ratten naar binnen; dit is geen „sterk
verhaal": men heeft ze in de klas-
lokalen gevangen. Vaak hangt er een
kadaverlucht. Verder zijn ook de toi
letten (er zijn er te weinig) een voort
durende bron van stank. De ventilatie
is niet te verbeteren. De spoelingen
van de toiletten zijn poreus en ver
zijn van hout.
MiiiiiiiiniHiimiiiiiiiniiiHniiiiiiHHiiiiiiiiiiHiiiniiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiipiiiiiiHtuiuiiniiitiiiiiiuiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinHiiiii
gaan. Vlak naast de school bevinden
zich enkele zeer oude beerputten; ook
de geuren daarvan krijgt men nog te
verwerken. In een van de lokalen hangt
een ionisator om de diverse luchtjes t«
verdrijven; In verschillende lokalen wer
ken de onderwijzers met flesjes air-wiek
e.d. om de lucht te zuiveren
In het welvarende Nederland wordt
onder dergelijke omstandigheden les
gegeven aan kinderen, die juist bij
zondere zorg verdienen. Welke buiten-
staander heeft hier eigenlijk weet van?
Zo'n school ligt wat achteraf. Men
heeft er zo weinig mee te maken...
Bijna tien jaar is deze school nu al,
zander resultaat, bezig een nieuw ge
bouw te krijgen. Het personeel zegt
berustend, dat er in ons land andere
b.l.o.-scholen zijn, waar de toestand
vermoedelijk nog erger is.
Een journalist kan niet alle scholen
in het land aflopen om na te gaan hoe
ze gehuisvest zijn. Een verkenning te
hooi en te gras leert echter al heel
veel. We kunnen blij zijn met de tal
rijke nieuwe gebouwen, die de laatste
jaren tot stand kwamen; er zijn echt
mooie en goed ingerichte scholen on
der. Maar in Delft spelen de leerlingen
van een technische school kruip-door,
sluip-door in een eeuwenoud gebouw,
in Bergen op Zoom moet een kleuter
leidster zich met haar klasje maar
zien te redden in een kerk, in Utrecht
krijgt een onderwijzer hoofdpijn van de
vieze lucht in zijn klas en op zoveel
andere plaatsen...We zijn er nog niet.
TON ELIAS
Bergen op Zoom: kleuterklas in de kerk.
!Van onze Arnhemse correspondent)
Uit was het met Arnhems meest rn
mantische attractie. Waar bijna een
eeuw paarden hinnikten en stampten
staan nu stomme PK's geparkeerd en
waar eens de commando's klonken klin
ken nu verkoopgesprekken van winkel
juffrouwen en winkelmeneren. De nieu
we tijd rekent met paardekrachten, niet
met paarden; met atoomproeven, niet
met ratelende affuiten. Er is In de
nieuwe tijd voor Gele Rijders geen
plaats meer.
Commandant J. H. Gunning (48) uit
Wassenaar zal het bevel vqeren over
de Gele Rijders van de nieuwe tijd. In
zijn kleerkast hangt nog een originele
Gele Rijders Uniform van voor de oor
log, met tressen van goudstikdraadeen
uniform, dat 2500. zou kosten als ze
nu zou moeten worden aangeschaft.
De kans bestaat, dat vele oudere Arn
hemmers bij het vernemen van het be
richt, dat de Gele Rijders terugkomen,
luidkeels hoera zouden willen roepen.
Immers, de Gele Rijders hebben voor
Arnhem veel betekend. Het 200 man
sterke corps was een select team van
ruige rijders, die als het ware te paard
leefden. Het bestond uit het puik der
vrijwilligers, die beroepsmilitair wilden
worden. De officieren waren vrijwel alle
maal van adel. De verhouding tussen
hen en de manschappen was voortref
felijk al was het manvolk dan uitslui
tend gerecruteerd uit Betuwse boeren
families, waar men zoal niet liever dan
toch in elk geval beter met paarden
dan met baronnen verkeerde.
Elke morgen werden de dieren voor
de stallen tegenover de kazerne vak
kundig geroskamd; een attractie, voor
al voor de Arnhemse jeugd, die er de
gevolgen van te laat op school komen
met genoegen voor riskeerde. Wanneer
het corps trompetters door het rustige
Arnhem van die dagen trok of met ram
melende affuits door de stad denderde
om op de Kemperheide manoeuvres te
gaan houden of wanneer de Gele Rijders
?P koninginedag (31 augustus) parade
hielden en jaarlijks met grote luister
de verjaardag van het corps vierden,
waren dat gebeurtenissen, die sterker
indruk maakten dan het geweldigste
„evenement" dat in het brein der W\
zou kunnen opkomen.
De Slag om Arnhem, 'die aan dit al
les een einde maakte, was dus tege
lijk een slag voor Arnhem, zowel voor
de burgerij als voor de toen reeds tal
rijke vakantiegangers. De vraag ligt
voor de hand: komt dat nu allemaal
terug, wanneer Arnhem straks weer
zijn Gele Rijders heeft?
Neen. Om te beginnen zal het nieu
we corps geen 200 maar slechts 50 man
sterk zijn. Ze zullen niet op paarden
rijden maar op PK's. Kijk, dat is nn
het dwaze aan de situatie. Men vorm
een corps Gele Rijders met de klaar
omschreven bedoeling, de traditie weer
op te nemen en voort te zetten. De tra
ditie was er echter een te paard. Door
het nieuwe corps te motoriseren laat
men geen traditie herleven maar schend
haar. Immers een Gele Rijder zonder
paard is als een burgemeester zonder
ambtsketen tijdens een officiële recep
tie.
Dit kan niet. Defensie heeft A [n de mobilisatie 1914-1918 verwierven de Gele Rijders enorme populariteit in
het zal B moeten zegge Brabant. Zij waren gelegerd in Schijndel. De foto geeft het moment yeer van
50 Gele Rijders paarden moeten ge
ven, wil het hun retour niet tot een
farce maken. Wegens geldgebrek zal
men het, dunkt ons, niet behoeven te
laten; 50 paarden en een stal, het komt
ons voor, dat het er aan zit; het moet
er dus af kunnen.
Het corps Rijdende Artillerie dankt
zijn ontstaan aan een initiatief van stad
houder Willem V. Goed, zei de Repu
bliek der Verenigde Nederlanden op 21
februari 1793 op 's stadhouders sugges
tie en daarmee was het corps het corps.
Het kreeg een sterkte van vier batterij
en. Die batterijen waren overigens niet
het enige, waarin de Gele Rijders sterk
waren
Het corps bestond nog geen jaar toen
in letterlijke zin het gedonder begon.
Oorlog tegen la douce France. In de
slag bij Fleuren op 26 juni 1794 onder
gingen de nieuwe artilleriston de vuur
doop in gevechten met de Engelsen en
Oostenrijkers togen de Fransen. De
Fransen wonnen. Ook toen de republiek
bij het Keizerrijk van Napoleon I werd
terugkeer te Arnhem in 1919. Op de achtergrond staat de instructiebatterij ter
verwelkoming opgesteld.
heeft de herinnering aan hun
teit niet kunnen vervagen. Het
van de Stichting Nato Taptoe komt de
eer toe, het eertijds zo iriaP°?uere???
ingelijfd, bleef het corps Rijdende Ar
tillerie onder commando van Hollandse
officieren. Zij werden op z'n Frans ge
traind en dat was het neusje van de
zalm in die dagen. Ook aan de slag bij
Friedland en aan Napoleons Spaanse
veldtocht namen de Hollandse Artille
risten deel. Ze kregen zelfs een pluim
van Zijne Bonapartistische Majesteit.
In 1814 bepaalde koning Willem I, dat
het corps zes compagnieën van elk acht
vuurmonden zou omvatten. Bevelhebber
werd luitenant kolonel Trip van Zout-
land, de held van Tallavera. Roem
oogstte het corps opnieuw in de slag
bij Quatre Bras in juni 1815.
De naam Gele Rijders kwam pas in
1842 in gebruik, toen koning Willem II
het uniform invoerde, dat hij bij Quatre
Bras had gedragen en waarop het geel
overheerste.
De opheffing van het corps In 1946
corps weer in de aandacht te hebben ge
bracht door de jaarlijkse taptoe enkele
malen te laten voorafgaan door het op
(en af-)treden van een delegatie oud
Gele Rijders, compleet met kolbaken
en de lange reeks brede goudgele tres
sen op de blauwe tuniek. Op die mo
menten dacht de Arnhemmer met wee-
moed terug aan die machtige Rijdende
Artillerie uit zijn jeugd,
die weemoed met een opmerkelijk geest-
drHetSisPdPeavraag, of hij ook geestdrift
zal kunnen opbrengen wanneer na 15
januari de Gele Rijders zich gemo
toriseerd presenteren. Er zal een roep
zijn om paarden; misschien zó luid, dat
hij in Den Haag zal worden gehoord.