Licht en donker in de scholenbouw (II) B Nieuwe gehouwen zijn nog niet altijd ideaal Nog weinig lokalen I Arnhem krijgt zijn Gele Rijders terug —Maar zonder paarden- O T raditie herleeft maar half «0 nrsj gsSé? F' ij een vergelijking tussen oude en nieuwe scholen wint een fleurig nieuw ge- °uw het natuurlijk gemakkelijk an een uitgewoonde oude school. Ussen deze uitersten liggen ech- nog allerlei andere gevallen. r zijn sfeerrijke gebouwen van roeger, die het nog best doen, en nderzijds spelen er bij de jongste em^' soms factoren mee, die het thousiasme wat temperen. Een 'euwe school maakt al gauw een Wettige indruk, maar dat wil nog '*t meteen zeggen, dat zo'n chool nu ook beantwoordt aan de Sen> die het onderwijs voor nu o voor straks (schoolgebouwen yken erg lang mee te moeten...) smllen mag. Wü i14-—, ■HV., p de zonnige zondag van 17 september 1944 werd de Willemskazerne in het hart van Arnhem door Britse eskaders kapot gebombardeerd. Het was de gewelddadige finale van het be staan der Gele Rijders, het roem ruchte corps Rijdende Artillerie. Met de kazerne brandden de stal len uit, waar sedert 1861 genera ties paarden waren verwend door generaties Gele Rijders. Bij leger order van 1 mei 1946 werd het corps officieel opgeheven. Maar ziet; ineens is daar het officiële bericht van Defensie, dat per 15 januari 1963 het corps Rij dende Artillerie der Gele Rijders opnieuw deel zal uitmaken van onze strijdmacht afdeling Show. Het zal opnieuw in Arnhem ge> vestigd zijn, ditmaal niet in het hart van de stad, maar ver daar vandaan in de Oranjekazerne te Schaarsbergen. H m te' telfS „t iS f1 '26^^ twi Een juweel van een school hier, eennJ,.maar eens een Punt te noemen: 2aai v'eu>ve kleuterschool zonder speel man hff' eigenlijk al met een tekort, bes ik jldee' dat de tafeltjes en stoel- gezpt- jL e Sewone lokalen maar opzij 6an tYTv!et,en wor<3en, zodat de kleuters PfaktHv j bunnen spelen, komt- in de ander noorgaans weinig terecht. Een hand punt: men is er zo langzamer- van ia„?n gewend geraakt, dat er tal der p? scholen worden gebouwd zon- Paalrt zaal> maar ook dat is be- a een manco. stank en ratten ginds Buitenschool te Goirle. Ieder lokaal heeft een eigen terras voor het ondewijs in de openlucht. In deze ?hkelaucie gedachtengang volgen hier ui„ "Pmerkingen over de katholie- Van ^fhooi te BEST. In het patroon l re oiih geschakeerd van som- nehoor, jqe tot frisse nieuwe gebouwen, categorip ?,ul° tQt de laatst genoemde drie tont n fraai gebouw (kosten Uitstekenamet een mooie inventaris, een ?en iuJi;., geoutilleerd biologielokaal, is deze ticVan een gymzaal etc. Toch de meest niet een voorbeeld van De 1 geslaagde bouw te noemen. liik<voora^g wat een ulo-school eigen- gere sehnJi1 gebouw moet zijn (een la in discus?; plus ..nog wat"?) moge nog m de redè Itin, maar het ligt zeker gemeenscha aat ook een ulo over een zo niet eee sn>imte dient te beschikken, een aula_ dan toch een hal, die komsten te- gebruiken is. Er V90r samoüi aula» dan toch een hal, die '*üit nie„,,; k°msten te- gebruiken is. Er ook ;«je ulo-scholen, die zo'n ruim- gevai 'hderdaad hebben, maar in dit and6; °htbreekt deze voorziening. Een is e onvolkomenheid: de gardero.be onm klein, zodat de 180 leerlingen er gov, °gelijk kunnen circuleren. Overi- hiao ee« prima school, daar niet van, sdÏÏv het is jammer, dat zo'n spik- tpn 'ternieuw gebouw in enkele opzich tig0? dit moment eigenlijk al veron al?11 schoolzaal treft men wel aan bij lin„ gere school van de zusters Ursu- t6 -Wonnupr mPTl tie Dit bleek bij de verkenning voor deze reportage ook, toen we meer dan eens te maken kregen met hooiden en school besturen, die aan de bepaald ongunstige situatie, waarin hun school verkeerde, geen ruchtbaarheid gegeven wilden zien. Soms speelde hierbij de vrees, dat de school een ongunstige naam zou krij gen bij de ouders; een enkele maal was er beduchtheid voor verstoring van de verhouding met de school, waarbij men inwoonde. Vaker echter was men be vreesd plaatselijke autoriteiten, de in spectie of „Den Haag" voor het hoofd te stoten: publiciteit zou de moeizame onderhandelingen voor het verkrijgen van een nieuw gebouw in de war kun nen sturen Alsof de wethouder, de in specteur en de ambtenaar op het depar tement een school uit hun eigen zak be talen! Merkwaardig, in een vrij land die vrees voor openbaarmaking van wantoe standen op een terrein van algemeen belang. Een penibel geval, dat dan wèl in de inminimhui w;ï te Driebergen. Wanneer men dp ihat van de na de oorlog gebouw- viif a£ere scholen er maar één op de zes een gymnastieklokaal heeft ^kregen, dan is het duidelijk, dat een zag®re school, die niet alleen een gym- Wpi maar ook nog een schoolzaal heeft, bi-; [ets heel bijzonders is. Men is in hfn er&en zo gelukkig geweest dit nog e,,1 vóór de bestedingsbeperking voor ~*aar te krijgen, dp ,°g om tal van andere redenen zijn tp u eebonderd leerlingen op deze school ri.v, a.iiden- De school ligt in een ver- rpY 'Ük rustige omgeving. Er is een j yale speelruimte en het hele gebouw W?ortreffelijk uitgerust. Men zie bij- Ui<? eeld op de foto een van de twee k «gangsruimten bij het gymnastieklo- otio 'n heze ruimte is een lage bank, o ge veer in de vorm van een omgekeer- trpi,?tter D aangebracht. De scholieren ij v*en binnen de armen van de letter o hun schoenen uit en stappen dan dp hnnir hoon waarna ze in ue iiimiimiimiiiimiiiiiimiiimiiiimiimiiimmmmMmmm krant mag, is dat van de katholieke Entree tot de b.l.o.-school aan de Lange jongensschool te BAARLO, in de buurt Nieuwstraat te Utrecht. De school is aan van Venlo. De school zit in het vroegere drie zijden ingebouwd. gemeentehuis aan de Markt; er gaat een vrij druk verkeer, met alle lawaai van dien, langs. Wat een gebouw om onderwijs aan jonge kinderen in te geven! Buiten pri vaten zonder spoeling. Bij de ingang een groot, lekkend afdak een allermerk. waardigst gevaarte. Binnen een uitge sleten houten trap. Donkere gangen. Op sommige plaatsen komt in. deze op het noorden gelegen school nooit zon. Natuurlijk stookt men nog kachels. Kn- fp?lzaal komên. Öp deze wijze kan er Vlo? schoenenvuil van buiten op de tip ,van de gymzaal worden gebracht. s schoenen blijven binnen de bankaf- (jCheuiing. Luxe? Maar waarom zou aan a®rgeltike dingen in een school geen io? acht mogen worden besteed. Het dp-gs.'e Bouwbesluit voor het 'aS®r 1anrt"')s zegt nog aIttid met JoSm" Epk soberheidszin, dat een sc houw „eenvoudig" moet zijn. Verschei- sa?e 'agere scholen zijn dan ook vrp na' gebouwd Kijkt men bijvoorbeeld dp r Duitsland, dan bemerkt men, dat a. zaken daar vaak heel anders worden arigepakt. eP„en merkwaardige vrees om nu ook ri?"s buiten de beperkingen, opgelegd is 5 d(' tijdsomstandigheden, te gaan .Ir, aa,j de dag getreden na de in 1959 lp.?? tiet Informatiecentrum voor Scho- yB tiouw met overheidssteun uitgeschre- p„a Prijsvraag voor het ontwerpen van (jpP, 'agere school met zes klassen. De hu .mende architecten mochten hier- J bestaande bouwbelemmeringen ri=or 'n keer vergeten. Er kwamen meer tp a 160 inzendingen, waaronder heel ïn- pp„.ssante. In een breed opgezette bij- ripdtiernst met redevoeringen van o.a. wn directeur-generaal van het onüer- dinS Werden prijzen en eervolle vermel- ngen gegeven... en daarna. Jtten zou zo'n „ideale" school moe- d bouwen om te zien hoe ze „het maar het is er niet van geko- en hel zal er vermoedelijk ook °'et van komen. Het genoemde intor- de bank heen, waarna ze in matiectenrum is geen rijkinstelling, maar „O., K. en W." onderhoudt er wel allerlei relaties mee. Waarom zijn er nu niet (bijvoorbeeld voor elk van de drie grote onderwijsrichtingen één) een paar van die bekroonde scholen gebouwd? Het is natuurlijk dwaasheid, dat ons land het extra'tje voor die paar gevallen niet zou kunnen betalen. De regering schijnt echter beducht te zijn voor de consequenties, die uit het precedent zouden kunnen voortvloeien. Ja, ja. Tegenover het zeer gunstige geval in Driebergen staan in ons land nog heel wat scholen, die verre beneden zelfs minimale eisen blijven. Van tijd tot tijd wordt de buitenwacht hierop geatten deerd: onvoldoende sanitair in de ene school, lekkages in de andere; te wei nig licht hier, een verzakkende vloer daar; ergens zit een klas op de gang, elders in een café. Een stembureau weigert bij de verkiezingen in een be paalde school zitting te nemen hé, wat is er met die school aan de hand? De ene bedenkelijke situatie wordt op geheven, een andere wordt weer gesig naleerd. Het zou onbillijk zijn bij zulke wan toestanden nu speciaal verwijten te ma ken aan het ministerie van O., K. en W. Er zijn scholen, die niet alleen nu niet meer bruikbaar zijn, maar die het decennia geleden ook al niet waren. Wat heeft het „bevoegd gezag" ter plaatse er aan gedaan? Het valt niet weg te cijferen dat sommige school- en gemeen tebesturen het wat onderhoud en ver nieuwing van hun gebouwen betreft ja renlang wel geloofd hebben. De school was een hok en ze bleef het. Van de andere kant is het echter, voor wat de laatste jaren aangaat, in sommige gevallen ook wel weer begrij pelijk dat de eerstverantwoordelijken zich om het oude gebouw maar niet druk meer hebben gemaakt: een beter onderhoud zou de vervallen school al licht een wat gunstiger aanzien geven en de kans op nieuwbouw verminderen. O K en W zegt weliswaar, dat we in het algemeen aan de vervanging van oude scholen nog niet toe zijn, maar de belanghebbenden verwachten toch nog altijd eerder aan bod te komen met een werkelijk vervallen school dan met een opgelapte oude school. De verhou dingen tussen sommige scholen m den lande en de autoriteiten blijken nogal gevoelig te liggen. fin, ga zo maar door. Wat voor de sector van het v.h.m.o. werd gezegd geldt voor het gehele onder- luinimiUiuiiiHiiiiiiiiiiiiwiiiiiiminHiimimniiiiHinmuiuiniimiiiiiiNiiiiiiiimiimiiiHtiiimiiiMiiiiiw wjjs in ons land: ongeveer de helft van de Nederlandse schooljeugd zit in nieu we gebouwen, maar dat we er daarmee nog allerminst zijn wordt men zich sterk bewust in een school als die te Baarlo (en zo zijn er ook elders in het land nog heel wat te vinden). Uit datzelfde BAARLO is echter ook een excellent voorbeeld van scholen bouw te vermelden: de katholieke kleu terschool van architect W. Wijnhoven (kosten twee ton, nog net voor de bouw- stop voor elkaar gekomen). Een aller- charmantst rond schooltje. De lokalen komen uit op een hal met een middellijn van 12V2 m. Midden in die hal is een vijvertje met fonteintjes en goudvissen en midden in die vijver staat een gepro fileerde betonzuil, die het erg aardig doet als steun voor de dakconstructie. Vrijwel niemand heeft echter in de ga ten, dat die zuil ook nog een andere functie heeft: ze verbergt de schoor steen van de centrale verwarming, die zich in de kelder onder de hal bevindt. Een ware trouvaille van de architect. Voor tal van kleuterleidsters moet dit wel een school zijn om jaloers op te worden, want ook het kleuteronderwijs zit nog met vele netelige behuizings- gevallen. Men denke zich bijvoorbeeld eens de moeilijkheden in van de kleu terschool bij de Zeekant te BERGEN OP ZOOM. Het geval ligt zoals er zovele zijn: een nieuwe wijk, veel jonge ge zinnen, geen gebouw voor de kleuters. In arren moede werd in septembe; 1960 maar besloten een deel van de nieuwe kerk ter plaatse te bestemmen als kleuterschool. Het is natuurlijk erg grappig de gympjes van de kleuters in de sacristie te zien hangen, maar min der grappig is, dat er boven die sacris tie een klasje van dertig kinderen zit in een ruimte, die daar allerminst ge schikt voor is. Dit is nu eens niet een geval van een vervallen school, maar van ongelukkige behuizing in een nieuw gebouw. Met de ventilatie is het in die bovenruimte primitief gesteld; de tem peratuur loopt er soms op tot dertig gra den. Er zijn daarboven geen toiletten en dat voor een kleuterschool. De kin deren gaan op en neer over een houten trap. Een andere (houten) brandtrap voert naar de kerk zelf, waarin een gedeelte is afgeschoten voor het tweede klasje. Des zondags en in de vakantie worden de trap en de stellages voor de gordijnen weggehaald. Daar rechts voor in de kerk wordt kleuteronderwijs gegeven! Bij het spel van de kleuters rolt er herhaaldelijk een bal onder de gordijnen door de kerk in, maar die haalt de leidster wel weer op. Tekenend detail: vele kleuters zijn er zo aan gewend geraakt op deze plaats te spelen, dat ze het heel vreemd vinden hun mond te moeten houden als ze 's zondags met hun ouders in de kerk komen! De grootste moeilijkheden doen zich voor op da gen, dat er huwelijks- of requiem-mis sen zijn, zodat er in de kerk zelf na tuurlijk geen school kan worden ge houden. Bij goed weer trekt een van de leidsters dan met een klasje naar buiten, doch bij slecht weer moet men maar zien zo'n groep van dertig kleu ters in de sacristie stil té houden: Com mentaar overbodig. De school heeft nog geen vergunning voor nieuwbouw. Ten besluite van deze serie gunstige en ongunstige schoolsituaties twee voor beelden op het terrein van het b.l.o. de fraaie openluchtschool „San Dome- nico Savio", voor ziekelijke kinderen, te GOIRLE en de miserabel gehuis veste Hieronymusscihool voor debiele kinderen aan de Lange Nieuwstraat te Utrecht. De openluchtschool te Goirle (de eni ge katholieke school van deze aard in ons land) werd ontworpen door archi tect Jos Bedaux, die ter plaatse ook een kleuterdagverblijf en een schooltje bij een koloniehuis op zijn naam heeft staan. De openluchtschool (100 leerlin gen, 6 klassen, 4 lokalen) is een mooi voorbeeld van hoe er met vrij sobere materialen toch goed gebouwd kan worden. De keuze van de kleuren in de gan gen is voor kinderen wat streng uit gevallen, maar overigens is het een allerplezierigst gebouw, uiteraard sterk n wat voor schoolgebouwen krijgen de 1% miljoen leerlingen van ons land les? Onze onderwijsredacteur beschreef een week geleden het sterk gevarieerde beeld van ideaal tot slecht dat de gebouwen van het kweekschoolonderwjjs, het v.h.m.o. en het nijverheidsonderwijs vertonen. In het tweede deel van deze serie noemt hij enige voorbeelden van school gebouwen voor het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het b.l.o en het u l o. Trouvaille in kleuterschool te Baarlo: de zuil in het midden van de hal verbergt de schoorsteen van de verwarming. Toegangsruimte bij gymnastieklokaal in lagere school te Driebergen. De leerlingen trekken hun schoenen uit binnen de bankafscheiding, zodat er geen schoenenvuil van buiten in de gymzaal gebracht kan worden. op de zon georiënteerd; ieder lokaal heeft een eigen buitenterras, waar ook les wordt gegeven. Boven de gehele lengte van het gebouw is een rusthal aangebracht. Er is veel werk gemaakt van wasruimten en van de vertrekken voor dokter, verpleegster enz., kortom de school is voor haar speciale taak uitstekend uitgerust (al heeft men nog behoefte aan uitbreiding). Te enenmale niet voor haar taak uitgerust is de regds even genoemde b.l.o.-school te Utrecht Zij zit in een al meer dan honderd jaar oud gebouw, dat aandrie zijden tussen andere be bouwingen staat ingeklemd. De toe gangsweg tot de school en de buiten kant van het gebouw lijken misschien nog wel wat; binnen heeft men zelfs ook nog wat van de gebreken weten te maskeren, maar kijk niet achter de camouflage! Onder de gehele school be vindt zich een wijnkelder, van waaruit de verschimmeling het gebouw in trekt. Vocht is op allerlei plaatsen dè grote misère van deze school. De leermidde len worden in de kasten herhaaldelijk zwart van de nattigheid; de verwar mingsbuizen in de icelder schimmelen weg. De ventilatie en lichttoetredmi zijn ontoereikend. De lokalen krijgen slechts van één kant licht. De lokalen hebben ongunstige maten: ze zijn „breder" dan ze „lang" zijn. Er gaat in de klas sen ruimte verloren omdat er loop ruimte vrij gehouden moet worden van deur tot deur. De school heeft namelijk geen gangen: men loopt van de ene klas naar de andere. De trappenhuizen Er is geen overblijflokaal, geen be hoorlijke kamer voor het hoofd en geen kamer voor het personeel. Er is en dat op een b.l.o.-school geen kamer voor testonderzoek, geneeskun dig onderzoek, de spraaklerares en de schooltandarts. De gymnastiekzaal is volkomen bouwvallig, de speelplaats te klein. Na deze opsomming behoeft het geen betoog meer, dat deze school niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit. Om het nu maar eens precies te zeggen: Ze schiet tekort ten aanzien van de eisen, geformuleerd in artikel 3, lid 2,3 én 4; art. 7, lid 1; art 8, lid lc; art. 11, lid lc en lid 5; art. 14, lid 1 en lid 2; art. 16, lid 5; 17, lid 1 en 5; 18, lid 6. 7 en 8; art. 19, lid 3 en 20, lid 3Hierbij moet men nog in aanmerking nemen, dat het Bouwbesluit slechts minimum-eisen aangeeft. Deze minimum-eisen wor den toch al te vaak als maximum- eisen gezien en daarbij komt nog, dat het b.l.o. niet zonder reden aanspraak meent te mogen maken op extra-voor zieningen. En toch zegt dit alles nog te weinig. Men moet de stank, die in deze school hangt, geroken hebben om werkelijk te beseffen hoe beroerd de huisvesting is. Door de vloer dringen beneden ratten naar binnen; dit is geen „sterk verhaal": men heeft ze in de klas- lokalen gevangen. Vaak hangt er een kadaverlucht. Verder zijn ook de toi letten (er zijn er te weinig) een voort durende bron van stank. De ventilatie is niet te verbeteren. De spoelingen van de toiletten zijn poreus en ver zijn van hout. MiiiiiiiiniHiimiiiiiiiniiiHniiiiiiHHiiiiiiiiiiHiiiniiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiipiiiiiiHtuiuiiniiitiiiiiiuiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinHiiiii gaan. Vlak naast de school bevinden zich enkele zeer oude beerputten; ook de geuren daarvan krijgt men nog te verwerken. In een van de lokalen hangt een ionisator om de diverse luchtjes t« verdrijven; In verschillende lokalen wer ken de onderwijzers met flesjes air-wiek e.d. om de lucht te zuiveren In het welvarende Nederland wordt onder dergelijke omstandigheden les gegeven aan kinderen, die juist bij zondere zorg verdienen. Welke buiten- staander heeft hier eigenlijk weet van? Zo'n school ligt wat achteraf. Men heeft er zo weinig mee te maken... Bijna tien jaar is deze school nu al, zander resultaat, bezig een nieuw ge bouw te krijgen. Het personeel zegt berustend, dat er in ons land andere b.l.o.-scholen zijn, waar de toestand vermoedelijk nog erger is. Een journalist kan niet alle scholen in het land aflopen om na te gaan hoe ze gehuisvest zijn. Een verkenning te hooi en te gras leert echter al heel veel. We kunnen blij zijn met de tal rijke nieuwe gebouwen, die de laatste jaren tot stand kwamen; er zijn echt mooie en goed ingerichte scholen on der. Maar in Delft spelen de leerlingen van een technische school kruip-door, sluip-door in een eeuwenoud gebouw, in Bergen op Zoom moet een kleuter leidster zich met haar klasje maar zien te redden in een kerk, in Utrecht krijgt een onderwijzer hoofdpijn van de vieze lucht in zijn klas en op zoveel andere plaatsen...We zijn er nog niet. TON ELIAS Bergen op Zoom: kleuterklas in de kerk. !Van onze Arnhemse correspondent) Uit was het met Arnhems meest rn mantische attractie. Waar bijna een eeuw paarden hinnikten en stampten staan nu stomme PK's geparkeerd en waar eens de commando's klonken klin ken nu verkoopgesprekken van winkel juffrouwen en winkelmeneren. De nieu we tijd rekent met paardekrachten, niet met paarden; met atoomproeven, niet met ratelende affuiten. Er is In de nieuwe tijd voor Gele Rijders geen plaats meer. Commandant J. H. Gunning (48) uit Wassenaar zal het bevel vqeren over de Gele Rijders van de nieuwe tijd. In zijn kleerkast hangt nog een originele Gele Rijders Uniform van voor de oor log, met tressen van goudstikdraadeen uniform, dat 2500. zou kosten als ze nu zou moeten worden aangeschaft. De kans bestaat, dat vele oudere Arn hemmers bij het vernemen van het be richt, dat de Gele Rijders terugkomen, luidkeels hoera zouden willen roepen. Immers, de Gele Rijders hebben voor Arnhem veel betekend. Het 200 man sterke corps was een select team van ruige rijders, die als het ware te paard leefden. Het bestond uit het puik der vrijwilligers, die beroepsmilitair wilden worden. De officieren waren vrijwel alle maal van adel. De verhouding tussen hen en de manschappen was voortref felijk al was het manvolk dan uitslui tend gerecruteerd uit Betuwse boeren families, waar men zoal niet liever dan toch in elk geval beter met paarden dan met baronnen verkeerde. Elke morgen werden de dieren voor de stallen tegenover de kazerne vak kundig geroskamd; een attractie, voor al voor de Arnhemse jeugd, die er de gevolgen van te laat op school komen met genoegen voor riskeerde. Wanneer het corps trompetters door het rustige Arnhem van die dagen trok of met ram melende affuits door de stad denderde om op de Kemperheide manoeuvres te gaan houden of wanneer de Gele Rijders ?P koninginedag (31 augustus) parade hielden en jaarlijks met grote luister de verjaardag van het corps vierden, waren dat gebeurtenissen, die sterker indruk maakten dan het geweldigste „evenement" dat in het brein der W\ zou kunnen opkomen. De Slag om Arnhem, 'die aan dit al les een einde maakte, was dus tege lijk een slag voor Arnhem, zowel voor de burgerij als voor de toen reeds tal rijke vakantiegangers. De vraag ligt voor de hand: komt dat nu allemaal terug, wanneer Arnhem straks weer zijn Gele Rijders heeft? Neen. Om te beginnen zal het nieu we corps geen 200 maar slechts 50 man sterk zijn. Ze zullen niet op paarden rijden maar op PK's. Kijk, dat is nn het dwaze aan de situatie. Men vorm een corps Gele Rijders met de klaar omschreven bedoeling, de traditie weer op te nemen en voort te zetten. De tra ditie was er echter een te paard. Door het nieuwe corps te motoriseren laat men geen traditie herleven maar schend haar. Immers een Gele Rijder zonder paard is als een burgemeester zonder ambtsketen tijdens een officiële recep tie. Dit kan niet. Defensie heeft A [n de mobilisatie 1914-1918 verwierven de Gele Rijders enorme populariteit in het zal B moeten zegge Brabant. Zij waren gelegerd in Schijndel. De foto geeft het moment yeer van 50 Gele Rijders paarden moeten ge ven, wil het hun retour niet tot een farce maken. Wegens geldgebrek zal men het, dunkt ons, niet behoeven te laten; 50 paarden en een stal, het komt ons voor, dat het er aan zit; het moet er dus af kunnen. Het corps Rijdende Artillerie dankt zijn ontstaan aan een initiatief van stad houder Willem V. Goed, zei de Repu bliek der Verenigde Nederlanden op 21 februari 1793 op 's stadhouders sugges tie en daarmee was het corps het corps. Het kreeg een sterkte van vier batterij en. Die batterijen waren overigens niet het enige, waarin de Gele Rijders sterk waren Het corps bestond nog geen jaar toen in letterlijke zin het gedonder begon. Oorlog tegen la douce France. In de slag bij Fleuren op 26 juni 1794 onder gingen de nieuwe artilleriston de vuur doop in gevechten met de Engelsen en Oostenrijkers togen de Fransen. De Fransen wonnen. Ook toen de republiek bij het Keizerrijk van Napoleon I werd terugkeer te Arnhem in 1919. Op de achtergrond staat de instructiebatterij ter verwelkoming opgesteld. heeft de herinnering aan hun teit niet kunnen vervagen. Het van de Stichting Nato Taptoe komt de eer toe, het eertijds zo iriaP°?uere??? ingelijfd, bleef het corps Rijdende Ar tillerie onder commando van Hollandse officieren. Zij werden op z'n Frans ge traind en dat was het neusje van de zalm in die dagen. Ook aan de slag bij Friedland en aan Napoleons Spaanse veldtocht namen de Hollandse Artille risten deel. Ze kregen zelfs een pluim van Zijne Bonapartistische Majesteit. In 1814 bepaalde koning Willem I, dat het corps zes compagnieën van elk acht vuurmonden zou omvatten. Bevelhebber werd luitenant kolonel Trip van Zout- land, de held van Tallavera. Roem oogstte het corps opnieuw in de slag bij Quatre Bras in juni 1815. De naam Gele Rijders kwam pas in 1842 in gebruik, toen koning Willem II het uniform invoerde, dat hij bij Quatre Bras had gedragen en waarop het geel overheerste. De opheffing van het corps In 1946 corps weer in de aandacht te hebben ge bracht door de jaarlijkse taptoe enkele malen te laten voorafgaan door het op (en af-)treden van een delegatie oud Gele Rijders, compleet met kolbaken en de lange reeks brede goudgele tres sen op de blauwe tuniek. Op die mo menten dacht de Arnhemmer met wee- moed terug aan die machtige Rijdende Artillerie uit zijn jeugd, die weemoed met een opmerkelijk geest- drHetSisPdPeavraag, of hij ook geestdrift zal kunnen opbrengen wanneer na 15 januari de Gele Rijders zich gemo toriseerd presenteren. Er zal een roep zijn om paarden; misschien zó luid, dat hij in Den Haag zal worden gehoord.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 9