Edgar Allan Poe op een
landtong in de Wijde Ee
Van wie zijn de oliebronnen
in de diepte der zeeën?
NAUTISCHE BOORAVONTUREN
KUNNEN ZEER OMVANGRIJKE
CONFLICTEN VEROORZAKEN
de wederkomst
...wie genoten heeft van de beker vloeibaar goud...
Woonverblijf
Verleiding
VAN CHRISTUS
het nieuwe dagblad
ZATERDAG 27 OKTOBER 1962
Studie van prof. Berkouwer
FREARK SIEKMANS
de man met de vier
DANSENDE KATTEN
voor vijf, een flinke stugge hap drie
maal per dag met veel vet. Dat ben
ik zo gewend. Aardappelen, vlees en
vet is de basis voor mijn gezondheid.
Groenten moet ik niet hebben. Als ik
dat eet is het net of ik gras in mijn
mond heb. Nee zo'n grote vette hap
met een bord pap tot besluit, is je
ware. Daar hou je het leven bij. En
als ik dan toch eens zo'n klein griep-
aanvalletje krijg, wel dan sluit ik mijn
ark af, stook er het vuur flink op en
ga net zo lang voor de kachel zitten
tot ik er vanaf ben."
Een wonderlijke man, een won
derlijk verhaal. De Friezen in
de buurt zullen er geen kwaad
woord van zeggen. Freark
Siekmans is er met heel zijn doen
en laten geaccepteerd als een goed
mens die geen hond kwaad doet, in
tegendeel te allen tijde bereid is om
te helpen waar dat nodig is. Hoe hij
leeft en wat hjj precies doet voor de
kost interesseert hen niet. Ze weten
uit berichtjes in Friese dichtvorm
dat hij zich zelf lezen en schrijven
leerde en het er erg romantisch
heeft: „Siekmans aide fiskbidriuwke
Mei fugelbuorkerij forboun, It sil net
lang mear duorje Dan wurdt 't hjir
net mear foun."
HAYE THOMAS
Freark Siekmans, de „grand-old-man" van de Wijde Ee, die stil en teruggetrokken
leeft op zijn smalle landtong.
Prof. dr. G. C. Berkouwer debe
faamde dogmaticus van de Vrije
Universiteit, zet met de regelmaat
van een klok de publicatie van
zijn „Dogmatische Studiën voort. Het
werk, waaraan hij nu bezig is, en waar
van wij het eerste deel met geboeide
belangstelling hebben doorgevverkt be-
handelt de eschatologie onder de titel.
,De Wederkomst van Christus .Het
grote gewicht van deze strdie kan nau
welijks te hoog worden aangjM?Tan™e
dat het een kernprobleem vormt an de
moderne theologische activiteiten,
eschatologie, zegt Berkouwer terecht
omvat talrijke en zeer uiteenlopende
themata, zoals b.v. de komst van het
Koninkrijk Gods, de tussentoestand, de
opstanding des vleses, het eeuwig
ven, de parousie, de tekenen der tijden,
het duizendjarig rijk, de toekomst van
Israël enz. Toch zijn dit allerminst los
staande onderwerpen, die men eventu
eel ook geïsoleerd zou kunnen behan
delen: het zijn veeleer verschillende as
pecten van de éne toekomstverwachting.
Het gaat hier om de concentratie van
alles wat nug te gebeuren staat in en
vanuit de belofte van Hem. die zelf de
Laatste is, het gaat om de samenhang
tussen belofte en verwachting. De gro
te nadruk, die de Christologie legt op
de God-mens en Verlosser als middel
punt van Gods heilshandelen met we
reld en mensheid, heeft ons het inzicht
geschonken, dat al deze onderwerpen,
welke de eschatologie behandelt, onder
ling onverbrekelijk samenhangen. Van
uit deze overtuiging presenteert Ber
kouwer zijn stof, waarbij hij zich uiter
aard geheel op de gegevens van de H.
Schrift baseert. De auteur toont een
enorme belezenheid te bezitten, die zijn
werk soms een encyclopedisch karakter
verleent. Of het daaraan te wijten is,
dat men niet zelden vergeefs naar de
persoonlijke opvatting van de schrijver
speurt? Dit lijkt ons een tekort in een
overigens bewonderenswaardig knappe
studie. Alle belangrijke theologen, pro
testantse en katholieke, heeft Berkou
wer blijkbaar gelezen, zodat men in ze
kere zin zijn boek een Nachschlage-
werk zou kunnen noemen. Het is een uit
gave van de firma J. H. Kok N.V. te
Kampen. L-
Hij kwam uit de grauwe mistflar
den als een kleine norse patri
arch. De enorme verweerde
handen speelden traag maar
bedachtzaam met de knopen van
2-ijn boezeroen. De felle ogen ech-
ter schenen alles snel en gretig
zich op te nemen. Er ging
«en zekere beklemming van hem
hit, niet zo zeer door die trage han
den en felle ogen, als wel door het
'«it dat al die tijd een grote gevlekte
Kit, roerloos zittend op de brede
Komme rug, scherp met hem mee-
^ek En dat plaatste Freark Siek-
bians onmiddellijk in de lugubere sfeer
van Edgar Allan Poe, als het ware
Jfttsnapt aan de Fantastische Ver-
'«llingen" en tot leven gekomen op
de smalle soppige landtong in het
Friese merengebied, waar Siekmans
°P het ritme van de natuur zijn da^en
Slijt. Bijna een halve eeuw nu is hp de
koning van die landtong, heerst hij
«r over een bonte en kakelende ver
smeting van zo'n tachtig eenden en
Veertig kippen. Hij heeft er de abso
lute uitvoerende macht en kan daar
bij te allen tijde rekenen op de steun
pan een viertal goed gedisciplineerd
Hoesen, die geen moment van zun zo
de wijken...
Mensen die in volstrekte eenzaamheid
K°nen en leven, en ook niet anders wen-
M' 'el' de wereld velen. Op zich hoeft
v®t kluizenaarsbestaan dus echt
in0Liets bijzonders door te gaan. Maar
3 Nederland waar nu echt niet be
Haald ruimte 'genoeg is, blijft zon een-
?®!he in de vrije natuur een bpzonder-
fet. En dat kan er toe leiden, dat
K) vooral in een bepaalde tijd van het
een minder eenzaam is, dan hp we
EeVa.zou kunnen wensen. In zeH®,„nii<E
u, t dat ook voor de vijfenzeventig
m»lge Freark Siekmans, de graud-old-
van de Wijde Ee, een van de grote
\vatren in de omgeving van Gr°uw. De
atersport houdt gedurende de ZOI"®r'
panden een bescheiden, maar toch
Jjgelmatig contact met hem, orndT
eMrk Siekmans nu eenmaal M fn
klPPevlees in de kuip heeft en in
,Tn fuiken, her en der over het wa-
inF°Ppervlak verspreid, wel een_s,ll<f^ fl5
ak van de goede vangst kent. Maar als
herfststormen de kop pp steken het
tentet van de Wijde Ee in schuimend®
wers °ver de landtong jaagt, breekt
Freark Siekmans de tijd van het
lament aan, leeft hij stil en vergeten
Jn Wonderlijke leventje.
Wij ontmoetten hem een dezer da
gen op 'n stille morgen, terwijl
de mist als een klamme stolp
over de Wijde Ee hing. E,en In
voel van grote mistroostigheid be
kroop ons, toen het motorbootje zu
deus in de bossen verwilderd riet-
Kras priemde en we op de landtong
konden overstappen. De vochtige, met
dorre bladeren overdekte grond scheen
t« dampen, onheilspellende _w°tk;lf®
me langzaam wegdreven. En toen
stond daar opeens de man waarvoor
tve kwamen, en over wie de meest
Verrassende verhalen de ronde de
den. Hij zou zijn poesen kunnen la-
ten springen en dansen, hij zou met zyn
«enden kunnen praten en hij zou ook
de taal van de kippen beheersen.
°P een of andere manier scheen ir
«rk Siekmans toch blij te zon met
wze komst, en schudde ons tenminste
langdurig de hand, waarvan de Kracni
imponerend was. We gingen zrals d*t
heet onmiddellijk rond,
hoe alles er op het kleine stukjegr
bijstond. Hij leidde ons door een klei
de nederzetting van schuurtjes. P-
staUetjes en kennelijke woonverblij j
«faar de stoelen gezellig voor de ka
dhel stonden bijgeschoven, maar waar-
van het grote hangslot op de buiten
deur bewees dat er toch echt nie-
diand woonde. Siekmans was er de
mdge mens temidden jan zijn
den- en kippenschaar, die z?. p
?°g in een fantastische condihe ver
heerden. De pluimveestapel stapte er
rustig en bedaard rond, weldoorvoed,
heren en dames van een goed leven.
En inderdaad, Siekmans sprak met
h«n, een snelle opeenvolging van voor
°hs onbegrijpelijke klanken, maarwaar-
°P de eenden onmiddellijk reageerden,
met stemverheffing zelfs, en bedrijvig
De poezen gehoorzamen stipt aan de commando s van nun groie u.
rond de oude man samendromden. Ze
liepen mee tot aan het smalle, .wankele
laar plankje, dat toegang gaf tot een kleine
van woonark, die precies paste in een in
ham van de landtong. „Hier woon ik,
hier leef ik", sprak Siekmans langzaam
en hij ging ons voor in de smalle don
kere ruimte waar het sterk rook naar
vochtig hout en allerlei etensluchtjes.
Daar gingen we met Siekmans én zijn
vier poezen aan de koffif. En dat was
op zich een gebeurtenis, omdat we
het meest wilde kopje koffie kregen,
dat we ooit van ons leven hebben ge
zien en gedronken. Het lichtbruine
vocht verbleekte onder het geweld van
de indrukwekkende vellen, die er spon
taan met de melk ingleden en alle
lust tot een forse teug onmiddellijk de
bodem insloegen. Siekmans nipte echter
tevreden aan zijn brouwseltje en uit een
flinke gemeenschapskom deden de vier
poesen met kor Je, slurpende geluiden
volop mee. Siekmans wees er op dat
je koffie nooit koud mocht laten wor
den en zo direct in zijn gezichtsveld
was iedere kans op sabotage uitgeslo
ten. We hebben moeizaam de „wilde
koffie" naar binnen gewerkt en geluis
terd naar het verhaal van de man,
die zich in de eerste wereldoorlog op
de landtong vestigde, een landtong waar
van zijn vader vroeger reeds een ge
deelte bezat, en die de zoon met nieuwe
aankopen heeft uitgebreid.
e Siekmansen stammen oorspron
kelijk uit Groningen, waar ze
op het Zuidlaardermeer met
de visserij hun brood verdien
den. Geleidelijk aan zakten zij af
naar het veel grotere Friese water
gebied en daar is Freark tot op de
dag van vandaag gebleven. Hij leeft
naar zijn heilige overtuiging een
zaam maar gelukkig in zijn woon-
arkje en heeft tot nu toe alle aan
biedingen voor een veilig en vertrouwd
verblijf aan de vaste wal met grote
beslistheid van de hand gewezen.
De eenden en kippen vragen zijn
voortdurende aandacht. De eenden
in het bijzonder. Zij zijn er 's mor
gens om half zes als de kippen bij
om tegen de ramen van zijn ark te
tikken, net zo lang tot zij zeker we
ten dat hij er uit is. ,,Ik houd van
eenden", zegt Siekmans. Het zijn ge
zellige beesten, of zij nu van het
wilde Anas Boschasras zijn of be
horen tot de zg. „Krombekkers",
Noordhollandse witborst- of spreeuw
kopeenden" En op onze vraag hoe
dat dan te rijmen valt met de steeds
weer terugkerende zeilersvraag naar
eendebout, krijgen we te horen dat
deze nooit en te nimmer betrokken
worden uit wat hij beschouwt als zijn
basiseenden-groep, uitsluitend be
staande uit dames. Die hebben het
er, zoals gezegd goed en steken dat
in hun dagelijks gekakel ook geen
moment onder stoelen of banken.
Woerden op doortocht langs de land
tong zijn in de loop der jaren niet
ongevoelig gebleken voor dit opgewek
te gejubel. Zij werden er mee gelokt
naar de landtong en bezweken er voor
een verleiding zo groot, als ooit voor
Odysseus bij het eiland der Cirenen.
Zij gingen er nieuwsgierig aan land
om er dan inderdaad te vinden wat
zij zochten. En daarom zijn het de
woerden die Siekmans' eendenclub
talrijk houden en aan de vraag naar
een verse bout kunnen voldoenu en-
zij hun huwelijksontrouw hen redt en
zij bijtijds de banden met het eenden
domein op de landtong verbreken...
et is een onderwerp waar Siek
mans niet graag over praat.
Hij werd er korzelig van en
mompelde over dierenvriend
schap en tegenzin.
De poesen moesten daarvoor net
bewijs leveren want in de volgende
ogenblikken veranderde de romme
lige donkere arkruimte met de dui-
zend-en-ee potjes en pannetjes, de
vergeelde tijdschriften, hoog opge
stapeld onder de indrukwekkende
Belgische oliebrander, die 's avonds
de ark in een zacht, bijna spook
achtig licht zet, in een circuspiste.
Met zacht handengeklap en snelle
verzoekjes kwamen de poesen
„Loosje", „Annie", „Lummergie" en
„Marijke" overeind sprongen le
nig en snel op de tafel en stoe
len, gingen op hun achterpoten
staan, maakten koprollen en zweef
den met formidabele sprongen
over Siekmans heen door de ruimte.
Ze lieten er wilde knorrende gelui
den bij horen en schenen volkomen
hun element. „Met veel geduld
ik ze dat geleerd", vertelde
(Van onze speciale Verslaggever)
De Oosterse man lanceerde het na
tionale grapje van Koeweit met
een vermoeide glimlach: „Wij
hebben een groot gebrek aan
drinkwater. Hoe kan het ook anders.
Zo gauw wij een put slaan, komt er
olie uit". Dit grapje moet, ^uuls dat
heet, een baard van respectabele om
vang hebben, maar is niettemin nog
immer actueel. Dat komt ook omdat
de „oliespuiters" van Koeweit zich on
verminderd handhaven op hun formi
dabele produktieniveau.
Niet alle „olielanden" kunnen het
zelfde van hun bronnen zeggen en zij
worden gekweld door een innerlijke
onrust. Want wie eenmaal aan de be
ker met het vloeibare goud heeft ge
nipt, weet van geen4 ophouden. Het ge
volg is een naarstig zoeken naar nieuwe
mogelijkheden, de boorbeitels kilome
ters diep inde aardkorst, waar zich mo
gelijk tussen de plooiruggen der lagen
nieuwe voorraden bevinden. De behoef
te blijft groot, de „oilrush" valt niet
te stuiten. Kosten noch moeite wor
den gespaard om de olie te vinden tot
zelfs in de diepe bodem van zeeen en
oceanen toe
m
heb
Siekmans.
„Ik krijg alles van ze gedaan. Ze zijn
mijn vriendinnen. Annie is 's nachts
de oppas in mijn ark, de drie ande
re poesen houden dan de boel buiten
in de gaten. Als er gegeten wordt,
doen wij dat samen. Ik kook dus steeds
De geschiedenis van de aardolie gaat
heel ver terug. Enkele duizenden ja
ren voor Christus al moeten de Sume-
riërs bijvoorbeeld ervan gebruik ge
maakt hebben als isolatiemateriaal voor
hun bouwwerken. Dan was er Alexan
der de Grote, die ruwe olie ontdekte
op de rivieroevers van de Oxus, terwijl
Herodotus met zijn gevoelige pen z.g.
olie-sijpelplaatsen in Perzie be
schreef. Wat er toen precies met de
aardolie gebeurde en waarvoor men
haar gebruikte, valt niet met zeker
heid te zeggen. Naar alle waarschijn
lijkheid is zij echter vaak gebruikt voor
oorlogsdoeleinden, zoals in 479 v. Chr.
in de slag bij de Griekse Plataeae, en
school achter het grote geheim op de
vloot van Rhodus, een machine-die-vuur
kon-spuwen, bijna 200 jaar later, echt
wel het gebruik van aardolie. Tot de
tweede helft van de 19e eeuw heeft het
aardolieprodukt een rustig bestaan ge
leid, maar toen was dat dan ook ab
rupt afgelopen. Waar nu precies de eer
ste doelbewuste poging om aardolie te
boren werd verricht, is een punt van
discussie. Vele Duitsers houden zich de
oudste rechten voor, maar vast staat
in ieder geval wel dat het grote avon
tuur begon bij de. gewezen treindirec-
teur Drake en zijn in het zoutboren
geharde boormeester „Uncle Billy"
met de witte baard. Zij boorden olie
en dat gaf meteen een spektakel van
jewelste. Voorlopig als een soort won
dermiddel tegen allerlei kwalen en na
bewerking geschikt voor lampolie, kreeg
dit nieuwe produkt een geweldige aan
trekkingskracht. Bijna overal in Penn-
sylvanië, waar Drake zün vondst deed,
ontstond een prijzenjacht op de grond.
Er verrezen primitieve raffinaderijtjes
en men prikte in de aardkost dat het een
lieve lust was. Dit vormde de aanloop
tot de reusachtige olie-industrie van
duizenden maatschappijen, zoals die nu
verdeeld over de gehele wereld zijn af
gestemd op aardolie opsporen, aardolie
winnen en verwerken. Amerika is tot
nu toe de grootste producent en ook
consument van aardolie gebleven. Texas
en Califomië varen er wel bij. Het
Midden-Oosten met Koeweit, Saoedi-
Arabië, Irak en Iran mag er anders
ook wezen, terwijl Rusland en Venezue
la eveneens op een grote produktie kun
nen bogen. Hun aardolie vormt de ba
sis voor een veelvoud aan produkten,
zoals vloeibare gassen, verschillende
soorten benzine en kerosine, gasolie
en smeerolie, stookolie, enz. en voor
chemische omzettingen o.a. wasmidde
len, insecticiden, zwavel en zwavelzuur,
glycerine, plastics en andere kunststof
fen, kunstharsen en synthetische rubber.
De mogelijkheden zijn bijzonder
groot, en men kan zich voorstel
len dat de vraag naar aardolie
onveranderd sterk blijft. De aard
olie komt in enorme hoeveelheden uit
de aardbodem omhoog en het is daar
bij de vraag of zij dat tot in lengte van
jaren blijft doen. De maatschappijen
ipdpr trnAu r,!rtVi rvf in irnronifrinfr 7lin
tweede wereldoorlog, maar Hians nog
veel meer gaat de belangstelling uit
naar olieboringen in volle zee, waar
over de geologen zulke prettige voor
spellingen hebben gedaan. Men denkt
daarbij in het bijzonder aan het zoge
naamde continentale plateau, waarvoor
de volgende definitie is gevonden. Een
continentaal plateau is dat gedeelte van
de zeebodem en de ondergrond, dat zich
uitstrekt rond de continenten en de
oceanische eilanden, vanaf de laagwa-
terlijn tot aan het punt waar de helling
van de zeebodem een zeer merkbare
verandering ondergaat. Mogelijk, aldus
de geologen, bevatten de zogenaamde
continentale plateaus grote oliereserves
en het is begrijpelijk dat hiernaar de
grootste belangstelling uitgaat. De tech
niek van vandaag maakt het mogelijk
om op grote waterdiepte installaties te
plaatsen en daar de olie te ontginnen.
ieder voor zich of in vereniging, zijn
bijzonder actief in hun speurtocht naar
nieuwe bronnen, Tot nu toe heeft men
steeds die nieuwe bronnen kunnen aan
boren en beschikt men over voldoende
zpgenaamde bewezen-reserves, d.w.z
die hoeveelheden olie, waarvan men oi
De poes „Lummergie" in een duivelse sprong over Siekmans heen.
u.c nucveeineaen one. waarvan men op
een bepaald ogenblik zeker weet, dat
die met de thans bestaande methoden
voor commerciële winning beschik
baar zullen komen. Niettemin duurt het
speuren voort, want de honger is
groot. Eigenlijk al zo'n beetje voor de
De vraag die zich dan onmiddellijk op
werpt is deze. Van wie is de olie, als
zii gevonden wordt buiten de territo
riale wateren, bijvoorbeeld ergens mid
den op zee of op de oceaan. Voor de
eerlijke vinder? Zün er bepaalde rech
ten of geldt hier dezelfde vrijheid als
dl" van de visser, die zijn net uit
werpt en er dan maar het beste van
hoopt? En nog veel meer vragen ko
men er te berde. Want hoe moet het
immers, wanneer men overal in zee
grote obstakels gaat bouwen, die in
het bijzonder bü slecht weer en zicht
een gevaar voor de scheepvaart kunnen
betekenen? En dan te denken a"nde
seismische exploratiemethoden. waar
bii dus explosies een rol spelen. Explosies
in het water kunnen dodelijk zijn voor
de vissen en treffen in dat geval dus ook
direct de visserij. Olie-explmtat'e m
zee kan verontreiniging van het zee
water tot gevolg hebben. Door middel
van lekkages kunnen olieplassen ont
staan, die jarenlang op zee
ven, met de stromingen mee van kust
naar kust zwerven, brandgevaar ople
veren voor de havens en stranden be
^Netten in zo'n olieveld opgehaald
worden op slag onbruikbaar de jls
erin is immers met te etcn. Hoe vtwr
zichtie men ook te werk gaat. Het zijn
allemaal zaken die direct Hetrokken zij
bii diepzeeboringen. Zolang men binnen
dé territoriale wateren blijft, de ver
schillende installaties S°®d ^art niet
markeert, de normale ^rvaart nie
hindert, etc., zal "iemand wm klacht
uiten Ook wanneer men onder de zee
bodem blpft, zal men niet te veel spek
takel vernemen. Wanneer wij bijvoor
beeld kijken „aar Engeland en in het
bijzonder de kusten van Northumber
land en Durham, dan zien w« hoe van-
daarait de mijngangen zich tot ver on
der de territoriale wateren door uit
strekken. Natuurlijk betreft het hier
ontginningen op bescheiden schaal en
moeilijkheden zijn er met over gemaakt.
Deze werkwijze staat ook de schepen
en visserij niet in de weg.
Waar de zogenaamde continentale
platetaus sterk in de belangstelling zijn
gekomen hun rijkdom steeds minder
vermoedelijk wordt, komen de zaken
geheel anders te liggen. In de loop der
jaren zijn er een groot aantal verkla
ringen en wetten verschenen, om de
ze zaken te regelen, waarbij met name
de kuststaten alle mogelijke moeite de
den om hun rechten veilig te stellen.
Sommige landen begonnen direct hun
territoriale wateren aanzienlijk uitte
breiden, gingen zonder blikken of blo
zen over tot de meest verbazingwe-
kende en onbescheiden daims.
Chili en Ecuador, die niet of
aan continentale plateaus g
claimden maar liefst e® zon^ Areen-
mijl breedte langs hun kust Terder en
tijnen gingen nog een stePje vender en
henaalden bovendien dat niet aneen
wat zich onder het water bevond, maar
S het water zelf tot Argentons be
zit behoorde en dat.andere landen daar
niet in mochten vissen. Amerika gaf
onder het bewind van president Truman
een proclamatie uit „waarin bepaald
werd dat de natuurlijke rijkdommen
van 'het continentale plateau, gelegen
beneden de volle zee, maar aanslui-
Een historische opname van de Amerikaan Drake op de plaats waar in lsos net
grote olieavontuur startte.
tend op het gebied van de V.S., als
Amerikaanse eigendommen moesten
worden beschouwd. De Amerikanen be
perkten hun eisen tot de minerale rijk
dommen die eventueel zouden worden
gevonden. Het continentale plateau zelf
ieten zij buiten beschouwing.
Het laat zich gemakkelijk raden dat
dit alles een grote ongerustheid
teweeg bracht. Het beginsel van
de vrije zee en alles wat daarmee
samenviel, liep gevaar en allerlei in
stanties begonnen er zich mee te be
moeien teneinde een oplossing te vin
den. Ook de VN wijdde er aandacht
aan". Dit alles leidde tot de z.g. zee
rechtconferentie van 1958 in Genève,
waar men heel ijverig en conciëntieus
de oplossingen heeft gezocht. Men is
van het standpunt uitgegaan dat er
inderdaad begrenzingen moesten wor
den vastgesteld, vanuit de kuststaten
bezien en berekend. Daarbij kwam ook
het probleem van de diepte, die door
de voortdurende technische ontwikke
ling steeds ingrijpender zou worden en
thans al door de „Blue Water" op 300
voet en meer is gekomen. Er werden
verschillende bepalingen opgesteld, zo
als over de souvereiniteit in het be
grensde gebied. Men heeft de kuststa
ten in hun ontginningsgebied geen sou
vereiniteit gegeven, omdat men wou
voorkomen dat het bijvoorbeeld andere
staten verboden zou worden op de con
tinentale plateaus telegraafkabels en
püpleidingen aan te leggen wanneer zij
dat zouden willen. Bij volledige souve
reiniteit immers zou zo'n kuststaat er
een verbod voor kunnen uitvaardigen.
Het water boven de plateaus blijft dus
de status behouden van de zogenaamde
vrjje zee. Ook werd bepaald dat de e -
ploratie en de exploitatie nooit tot ge
volg mogen hebben dat overlast
aangedaan aan de scheepvaart, de s-
serij en het zuiver wetenschappelijk on
derzoek. Bü seismische opsporingsme
thoden is zo'n oliezoekende kuststaat
verplicht de scheepvaart en visserij ie
beschermen, met inachtneming
alle daarvoor geldende re8els-,°J®Lk®
probleem der verdeling werd vastge
steld, dat de directe belangheWienden
daarvoor een overeenkomst
zien af te sluiten, zo niet, dan zou inen
als grens de zogenaamde „equidistan
ce"-Iijn kunnen hanteren.
at het continentale plateau inde
Noordzee betreft, komt JJedei-
land er volgens deze mathema
tische verdeling niet slecht van
af. Nederland is een dehoorlük gebied
uitgemeten, meer dan voorbeeld Bel
eïë en Duitsland. Men ziet het, in Gene
ve is er zeer intensief over deze zaak
gepiekerd en men kan zelfs stellen dat
fr zeer intensief mee geworsteld is,
want de verschillende belangen liepen
uiteraard herhaaldelijk uiteen Er werd
in heel deze chaotische materie ten
slotte enige orde geschapen en zelfs een
verdrag gesloten, maar dat komt eerst
in werking wanneer het door 22 staten
is erkend en dan nog alleen voor die
22 staten geldt. En zover is men nog
niet In dit opzicht blijft de olie nog
altüd een bron van internationale span
ningen en wrijvingen.