In de reservaten wordt de gezondheidszorg verbeterd Amerikaans geweten begint te spreken in de zaak der te lang verdrukte Indianen D D De stuwdam bij Kinzua II D E Over de dood w:: Netto aanwas Geen belasting Een troep mussen Excuses mm m Nieuwe boeken lüf NIEUWE DAGBLAD I ZATERDAG 3 NOVEMBER 1%2 WÈÊmÊi, -- K wÈËÊmmÊm iilÉ IHimi Als het over politiek gaat, zal ik Harry even roepen". De gedrongen, zigeunerachtige fouw gjng het uitgewoonde huis innen. Zij had verwacht, dat wij idiaanse souvenirs van haar v°dden kopen. Nog steeds een geinig gegriefd kwam zij weer te- °orschijn, op de voet gevolgd ?°0r Harry Watt, een van de oofden van de Seneca-stam, lens Indiaanse naam Sah- jly-doa-waus zoiets betekent a*s Gespleten Den". Hij droeg ?en geruit hemd en een donkere G0<-k, die om zijn buik spande. jR opperhoofd had een ernstig- ^akende bril op en omdat de zon n°gal stak, droeg hij bovendien ^aardiging over de bouw van de jynzua-dam niet onder stoe- etl of banken. „Als wij een groot eger hadden, dan hoefden wij dit Elet te nemen. Dan konden we de 'anke genie wegjagen". Thuis ^Preekt Harry de Seneca-taal en had enige moeite met zijn l ngels. „Maar we hebben geen eger. Het enige, wat wij nu kun- efi doen, is een zo hoog mogelijke pr!is bedingen voor ons land, dat 0r)der water komt te staan. Van- av°nd hebben wij 'n pow-wow en Regenavond weer een. Wij ho- pen binnen een maand onze eisen Reed te hebben. Natuurlijk zul- en wij geen genoegen nemen met e visserijrechten in het nieuwe Rer, die zij ons willen aanbie den". ".9 uite riov' V»1 Pen pV' i Er wordt op het ogenblik energiek gewerkt aan de bestrijding van allerlei ziekten en kwalen onder de Indianen. De kindersterfte loopt terug en wij zien thans, hoe de Indiaanse bevolking relatief sneller toeneemt dan de blanke. De grotere kinderrijkdom van de In dianen is daarbij vooralsnog een van de voornaamste maar in belanig af nemende factoren. Het geboortecijfer bij de Indianen bedraagt 34 per duizend, tegen 24 per duizend blanke inwoners. De netto bevolkingsaanwas van de Indianen is nu reeds 2 procent per jaar, tegen 1,75 procent bij de blan ken. Wanneer deze ontwikkeling aan houdt en wanneer bij de verbetering van de hygiëne en de gezondheidstoe stand onder de Indianen meer suc cessen worden behaald, dan komt er een diepere zin toe aan de railleren de conclusie, dat de Indianen in het jaar drieduizend-zoveel Amerika weer van de blanken overnemen (een grapje overigens, dat in gewijzigde vorm ook opgaat voor de negers). e juridische status van de India nen is zeker niet slecht. Tijdens de negentiende eeuw zijn ver scheidene groepen van hen reeds toegelaten tot het Amerikaanse staats burgerschap. Bij de American Citizen ship Act van 1924 werd bepaald, dat de gehele Indiaanse volksgroep het grijpen en te berechten, zijn op die re gel tien uitzonderingen gemaakt. De vervolging en de berechting van tien verschillende misdrijven (moord, aan randing, struikroverij e.d.) blijft voor behouden aan de federale autoriteiten. Lang niet alle Indianen verdienen hun geld in de reservaten. „Gespleten Den" vertelde mij vol trots, dat hij, ook al meende hij omstreeks 61 jaar oud te zijn, nog steeds zijn vakbonds boekje in de zak had. Welke vak bond? De „International Association of Bridge, Structural, and Ornamen tal Iron Workers". Zijn laatste karwei was de bouw geweest van een brug over de Ohio: 45 meter boven de rivier en daar bovenop nog eens een „camel back" van 35 meter. En zijn'zoon werkt op ditzelfde ogenblik aan de bouw van het Panamerican Building, nabij Grand Central Station in New York. at zijn geen geïsoleerde gevallen. De Irokezen hebben. ,,en bloc" een uitgesproken talent ontwik keld voor constructiewerkzaam heden op grote hoogte. Omdat van hen wordt verteld, dat zij geen hoogtevrees bezitten, heeft zich aan deze, activiteit van hen een legendair waas gehecht, dat bijna opweegt tegen de romantiek van de vroegere jachtavonturen. Een groep gemengd-bloedige Mo hawks, die afkomstig zijn van het Caughnawaga-reservaat nabij Quebec aan de St. Lawrence, hééft als gevolg van een artikel in „The New Yorker" van Joseph Mitchell een grote ver maardheid gekregen. Deze Caughnawa- ga's, die ook wel Christen-Mohawks of Biddende Mohawks worden genoemd, zijn de eerste circus-Indianen geweest. Maar sinds 1886 bouwen zij bruggen en wolkenkrabbers. En het eigenaardige is, dat zij hun hele nomadenpatroon van vroeger hebben verplaatst naar het moderne vakbondsmilieu. Mitchell haalt de verklaring aan van een voorman van de American Bridge Company, die herhaaldelijk heeft mee gemaakt, hoe de onrust vat kreeg op een groep Caughnawaga's. Hun ogen gin gen dan een tikje wild sttón. zij mom- Amerikaanse staatsburgerschap ver wierf, met alle rechten en plichten van dien. ?e indiaanse paarden verheugen zich in een groeiende belangstelling in Amerika. De Indianen bezitten het actieve en 6n °Pname van een landbouwtentoonstelling te Yakima (Washington), waar een passieve kiesrecht, maar zij moeten net merrie en een veulen van het z.g. Appaloosa-type worden getoond. als alle andere burgers voldoen aan de dan vroeger te hulp is gekomen. „Maar zolang de sterfte aan t.b.c. onder hen zevenmaal zo hoog is als onder de blan ken, zolang driekwart van hen een jaarlijks inkomen heeft van minder dan honderd dollar, kan men hun toestand niet bevredigend noemen." Waarschijnlijk kan men dat nog steeds niet. Hun inkomen is in der tien jaar tijds gestegen. Het gemid delde per gezin per jaar ligt nu iets boven de duizend dollar; maar dat is nog een heel eind beneden het natio nale gemiddelde. Ook de gemiddelde leeftijd van de Indiaan ligt aanzienlijk lager dan die van de niet-Indiaan. De nationale doorsnee in Amerika is 67 jaar, de Indiaan wordt gemiddeld niet ouder dan 52 jaar. Het is vooral de grote kindersterfte geweest, die dit cijfer heeft gedrukt. Maar in ieder geval zijn nu defini tief de dagen voorbij, dat een Ameri kaans generaal als Philip H. Sheridan kon zeggen (hij moet de uitdrukking in 1869 hebben gebezigd in Fort Cobb) .Iedere Indiaan is een slechte Indiaan. eisen, die de wetten van hun eigen staat daaraan verbinden. Zo kan van hen gevorderd worden te bewijzen, dat zij kunnen lezen en schrijven of dat zij hun belastingen hebben betaald. De uitoefening van het kiesrecht ge schiedt niet door alle Indianen met evenveel geestdrift. Vooral bij de oude' re generatie is er sprake van aan zienlijke onverschilligheid, om het woord tegenzin dan nog maar niet te ge bruiken. In de reservaten behoeven de India nen over het algemeen geen belasting te betalen. Zelfs wordt er van hen geen inkomstenbelasting geheven, wanneer zij die inkomsten hebben getrokken uit de exploitatie van natuurlijke rijk dommen (hout, olie of andere bodem schatten) binnen het reservaat of uit het verpachten van stamgronden. Elke stam is verantwoordelijk voor de handhaving van recht en orde binnen het reservaat. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen een groep Indianen weigerde een moordenaar te Een overzicht van de werkzaamheden aan de stuwdam in de Allegheny bij Kinzua Het gevaarte wordt 15 meter hoger dan de Niaoara-wat er val (aan de Amerikaanse kant) en men verwacht, dat het xn 1965 gereed zal zijn. Er ontstaat dan een reservoir met een kustlijn van 150 kilometer. Op sommige plaatsen zal het water 50 meter diep zijn. De kosten van het project worden geraamd op 114 miljoen dollar. geen tel meer wijehtei^ Soms zeidfrftzy op in de middagpauze, midden m de week. Zij wachtten vaak niet eens op hun geld. Dat werd wel opgehaald door-an dere Indianen, die het bewaarden, tot dat er een briefkaartje kwam met de mededeling het daar en daar naar toe te sturen. George C. Lane, een van de bedrijfs leiders van de Bethlehem Steel Com pany, heeft eens gezegd, dat de be wegingen van een troep Caughnawaga's even moeilijk te voorspellen zijn als die van een troep mussen. En deze Mohawks in High Steel" verdienen over het algemeen Bén hoog loon. Een belangrijk punt is voorts, dat er tegen de Indiaan in Amerika geen ras vooroordeel bestaat. Charles Curtis uit Kansas, die van 1929 tot 1933 Ameri kaans vice-president was onder Her- bert Hoover, stamde af van de Kaw- Indianen. „Ware Hoover gestorven", al dus Presser, „dan had Amerika zich kunnen verlustigen in een Grote Rode Vader in Washington." Will Rogers, een van de populairste en mildste grappenmakers, die Ameri ka ooit heeft gekend (voor zijn dood in 1934 schreef hij regelmatig een kor te „column" voor de New York Ti mes, hij had een vaste radiorubriek en hij maakte films volgens de stel regel: ;„I neder met a man I didn't like")had een flinke scheut Oherokee- bloed in zijn aderen. Toen in Washing ton de Hall of Statuaries werd opge richt en alle staten de gelegenheid kre gen daar de beelden van twee van hun helden op te stellen, stuurde Oklaho ma de uit steen gehouwen Rogers. Bij de Seneca's leeft de herinnering voort aan de Indiaanse generaal Ely S. Parker, die samen met Lewis Mor gan heeft gewerkt aan het boek over „The League of the Iroquois" en die is opgetreden als militair secretaris van Ulysses Grant. Hij maakte het eer ste ontwerp voor de capitulatievoor waarden te Appomattox. Zijn achterneef Arthur S. Parker was de eerste archeo loog van de staat New York. at de geest van Sheridan is gestor ven, blijkt uit de wroeging, waar mee vele blanken de bouw van de stuwdam bij Kinzua gade slaan. Ongeveer 400 Seneca's worden nu van huis en haard verdreven. Tege lijkertijd echter moeten 2000 blanken naar elders verdwijnen. Twee dorpen (Kinzua, dat van 1801 en Corydon, dat van 1816 dateerde), alsmede negen kerken, twee scholen en vijftien kerk hoven zullen door het water worden verzwolgen. En niet alleen de bewo ners van de Allegheny-vallei worden gedupeerd, ook de mensen uit de om liggende steden, die daar kwamen vis sen en jagen. Het heet, dat Benjamin C<?0 kersrode honkbalpet. „Ge- Üe enige goede Indiaan is een dode sPleten Den" stak zijn veront-In(liaan" pjk vroeg „Gespleten Den" of de Sene- v s in deze kwestie de Tuscarora- (irvechter van het Indiaanse natio- AniSme -Boze Beer", alias Wallace hderson, hadden geraadpleegd. Hij llc^ gedachte vol minachting af. J kende Anderson, maar zelf was hij zii ns genoeg om voor de rechten van zw s*am °P te komen. „Ons grote he alth is' dat de blanke Amerikanen ons dat Weten te vinden, als zij menen, 2U hun plannen goedkoper kunnen onVoeren door inbreuk te maken op w5f, rechten". Is dat nu zo? Heeft Harry in 1 gelijk, als hij zegt, dat de Indianen coerika worden behandeld als een hitpost? het Bureau of Indian Affairs ste n Van de grootste, zo niet de groot- onderafdeling van het Amerikaanse sehSter'e van binnenlandse zaken) ^-nat men het aantal Indianen in de -crenigdg staten (met inbegrip van de on J?°'s ea de Aleoeten in Alaska; P 550.000. Zij zijn verdeeld over on- 6cveer 250 verschillende groepen en Kfycpjes, vooral ten westen van de j"ssiSSjppj De staten met de meeste an en zijn Arizona (Navaho en Ho- De rechter foto toont Harry Watt, alias „Gespleten Den", zoals hij er gewoonlijk bijloopt. Maar zodra hij hoort, dat zijn foto in Europa pu en Oklahoma. de kranten, geeft hij opdracht zijn verentooi te brengen. Zijn bril moffelt hij weg en het resultaat ziet, men links. Het merkwaardige i Prof. dr J Presser schreef in de van oudsher „bush"-Indianen zijn, die alleen at om pracüsche redenen nooit m eer dan één veer in hun haar staken. De uitvoerige verentooi, die „Gespleten Zomer van'1949 Amerika Van Ko- Den" op de linkerfoto draagt, is eigenlijk het traditionele attribuut van de „plain"-Indianen, verder naar het westen. Vermoedelijk hebben de Seneca s voor het 'Ouie tot Wereldmacht" blz. 158), dat eerst kennis gemaakt met deze schilderachtige hoofdtooi, toen zij als toeschouwers aanwezig waren bij de talloze Wild-West-shows, die m de eerste decaden van in onze eeuw de roodhuiden meer deze eeuw door Amerika trokken. Main er in 1876 een wolf ter lengte van 2.18 meter heeft neergelegd. En toch wordt er hoofdzakelijk ru moer gemaakt over het lot van de Indianen. De Quakers in Pennsylvanie voelen zich nog altijd min of meer garant voor de nakoming van het Pic- kering-verdrag van 1794. Talloze Ame rikanen betreuren het, dat de moderne civilisatie wederom een stukje oude ro mantiek doet verdwijnen. Beseft u wel, dat u daar de Amerikaanse mentaliteit betrapt op een wijziging. Tot voor hort zou de gemiddelde burger van de Ver enigde Staten verwezen hebben naar de oude Romeinen, die bij de aanleg van hun heirbanen in Gallie ook wel eens een paar eiken moesten vellen, die door de Druïden zo heilig werden geacht, dat zij er mensenoffers kwamen bren gen Nu komt deze verwijzing minder vaak voor. De Amerikanen gaan zich bekommeren om hun eigen historisch perspectief. En als er over de Kinzua- dam wordt gesproken, bekommeren zij zich om de Indianen. j'AK.- In een vorig artikel heb lk al het boek van Edmund Wilson genoemd, dat de titel draagt „Excuses aan de Iroke zen". Mevrouw Eleanor Roosevelt heeft in haar columns herhaaldelijk de be langen van de Seneca's in het Alle- gheny-reservaat bepleit. Brooks Atkinson, dé vroegere toneel recensent van de New York Times, heeft nu, als „critic at large", een ware passie ontwikkeld voor het lot van de Seneca's. Zijn belangstelling is zo groot en blijkbaar zo aanstekelijk, dat zij vorige maand overborrelde in de hoofdredactionele kolommen. „Lake of Perfidy" heette het opstelletje, waar in de hoop werd uitgesproken, dat er nu een eind zal komen aan het onrecht de Seneca's aangedaan. „The Reporter" verleende op 11 oktober plaatsruimte aan een Indiaan se klaagzang over de Kinzua-stuwdam: „Land, my land! I will go up to the mountains. And there I will watch the waters Thundering over my valleys And there will I lament them; Crying, O my land!" Europa zal worden afgedrukt in is evenwel, dat de Seneca's n al heeft president Kennedy dan uiteindelijk het sein gegeven om met de bouw te beginnen (over het project wordt al ongeveer vijf tig jaar gepraat), ook hij beschouwt het als een erezaak van de Verenig de Staten de Indianen te scholen en te verheffen, zonder hen nochtans aan te sporen of te dwingen hun eigen iden titeit prijs te geven. Dat blijkt uit het voorwoord, dat hij heeft geschre ven bij het aan de Indianen gewijde deel var. de prachtige reeks „The Ame rican Heritage" (Simon Schuster). Het blijkt ook uit de omstandigheid, dat zowel hij als minister Udall een veel grotere belangstelling aan de dag leg gen voor Indiaanse problemen dan hun Republikeinse voorgangers. John O. Crow, de waarnemend In dian Commissioner (en zelf een monu ment van een Indiaan), legde mij uit, dat die vergrote belangstelling er o, m. toe leidt, dat men de Indianen niet meer alleen in het bezit laat van hun natuurlijke rijkdommen, maar dat men hen ook helpt die rijkdommen zo doel matig mogelijk te exploiteren. Als men de Amerikanen bezig ziet met hun Indiaanse probleem, dan lijkt het soms, alsof zij het stadium hebben bereikt van Richard III, waar nj klaagt over zijn geweten, dat duizend verschillende tongen heeft. „Iedere tong vertelt een ander verhaal en in ieder verhaal word ik veroordeeld als een schurk." H. J. NEUMAN x). Het eerste artikel over de Kinzua i dam publiceerden wij op 27 okt. j.l. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiuHiiinMMi Deze theologische studie over de dood heeft Rahner in drie hoofd stukken verdeeld: het eerste handelt over de dood in het alge meen, als het lot, dat elke mens in heel zijn wezen onvermijdelijk eens treft; het tweede heeft de dood tot onderwerp als gevolg van de zonde, de christelijke opvatting derhalve, en het laatste bespreekt de ideale, verloste manier van sterven: de dood als een sterven met Christus. Tenslotte is er nog een aanhangsel: een lezing >an Rahner over het martelaarschap, d|e sis samenvatting kan gelden van het eerste deel van deze studie. Hier wordt een theologie van de dood geboden, die uiteraard steunt op de eigenlijke ge loofsbronnen, en deze zeer verduide lijkt. Ofschoon de behandelingswijze noodzakelijk sterk theoretisch is, ver liest de schrijver toch nooit uit het oog, wat Ignatius van Antiochië zo treffend heeft genoemd: „her is schoon om naar Jesus Christus toe te ster ven". Het geheel van het doodsbegrip in het christelijk bewustzijn is een uit gebreid terrein, dat men bij het lezen steeds voor ogen heeft te houden. Maar vooral is het nodig te blijven denken aan de voortdurende ontwikke ling van het inzicht in de Openbaring, waarmee gezegd is, dat Rahner over dit brede onderwerp niet het laatste woord pretendeert te spreken. Het komt ons voor, dat hier een prachtig stuk werk wordt aangeboden, dat uiter mate boeiend en leerzaam is, maar dat inspanning van de lezer vraagt, voordat hij de verklaringen van de au teur goed in zich kan opnemen. De moeite wordt echter rijk beJoomd, om dat de bestudering van dit boekje de christelijke levenshouding zeer ver; diept. Deze studie is uitgegeven by Faul Brand te Hilversum. In de schaduw der vernietiging, door prof. mr. I. A. Diepenhorst (Zomer en Keuning-Wageningen). Ondertitel: Het probleem van de moderne oorlog. De auteur wil met dit boekje een voor elke belang stellende Nederlander begrijpelijk betoog ontwikkelen, waarin de hui dige problematiek van de oorlog voering aan de orde wordt gesteld. Men komt o.a. de volgende onder werpen tegen: De oorlog zoals wij die kennen, De atoomoorlog zoals wij die vermoeden, De staatslieden en de atoomoorlog, Het recht en de atoomoorlog. De bijbel en de oor log. Prijs: ƒ5,50. Bijbelse ruïnen spreken, door Encli Zehren (Servire-den Haag). (Oorspronkelijke titel: Die biblischen Hügel. Vert, van P. vaAile?u^il' Een algemeen samenvattend werk over de geschiedenis van archeolo gie, en wel speciaal van het Nabije Oosten. Vele afbeeldingen en enkele foto's. Populair wetenschappelijk. Prijs: 14,90. Latijns woordenboek (Kramer s Woordenboeken, uitg. van Goor en zonen in Den Haag). Dit deel berust, zoals dat gewoonlijk bij een heruitgave gaat van derge lijke nuttige boeken, gedeeltelijk op vroegere woordenboeken. Dit latijn- se woordenboek (tweede druk) is samengesteld door dr. J. W. Fuchs, met medewerking voor het Christe lijk Latijn van dr. E. Michiels ofm.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 13