EX A MENS
J
HOUDT U VAN WAGNER?
HET WOLVENJONÜ
4
m
Alfredo
KNAP SNEL WEER OP
AAN BEWIJS
DAGPUZZEL
ammer
BIJ GEBREK
T
7
pagina
Marineschepen terug
Landbouw uit te veel
jammerklachten
6VRSTHU/J
KOM HEREN, HM
TAFEL PROEF
DEZE OOULASCH
EENS, VZULT EROVER
[tevreden ZIJN/,
J >£j
rlXïfK
I
HET NIEUWE DAGBLAD
DINSDAG 18 DECEMBER 1962
Toepassingsvoorbeelden van OCé-produkten op het gebied van kantoorlichtdruk worden op aanvraag verstrekt. Chemische fabriek L.van der Grinten n.v. Venlo Kantoren te Amsterdam, 's-Gravenhage en Enschede'
COGNAC
Grand Prix du Cinema
door LUKACS
MEMBER KISSMJ UHLDEh) U)
6RHA& PERSOONLIJ K -r—J
5 PREKEN/ j
....U BENT AMERIKA
NEN EN U HOUDT VAN
VJAGNER HOE 75 HET
M06EL.UK KOM &/N-
\NEN, V TREfT HET/ j~
Hulp aan de landen
in ontwikkeling
ALS U HET TOE START, ZULLEN WE
LATER OVER ZAKEN SPREKEN,
IMT ME 1/ VOORSTELLEN RHN
EEN VAN UlO LR MO 6E NOTEN f
f y
TSCHFTFK..
ERIC DE NOORMAN
74. „Dus je kent ze toch wel, ei, ei," knikt Skapti spottend. „Wel,
dat valt me alweer mee en zeg het me nu dan eens, braaf ventje. Wie
zijn dit?" „Dit..." prevelt Egil dood-onschuldig, „dit zijn die twee
kerels, die me daarnet in de kerker onder de toren gestopt hebben."
Het lijkt er veel op, dat Zwarte Skapti uit elkaar zal ploffen van woede.
„Dat gaat te ver," schreeuwt hij. „Je neemt me in het ootje. Wat let
me of ik... ik..." Zijn woede wordt er niet minder om, als hij ziet dat
Eric hem openlijk staat uit te lachen. „Breng dat duivelsjong, dat
wolvenjong weg," brult hij dan, machteloos met zijn armen zwaaiend-
Hij springt uit zijn zetel overeind en stevent briesend op Eric en Svei'1
af, hetgeen een malle vertoning is, want de natte lap om zijn hoofd
wappert als een witte vlag achter hem aan. „Hehehehehe," klin^
Sveins schorre lach. „Hehehehe," bouwt Skapti hem rood van drif
na, „dat lachen zal jullie vergaan. Ik kom er achter, wie van jull'e
Leif Olavson is. En als het niet goedschiks kan, dan maar kwaad'
schiks."
door HENRY CECIL
Vertaald door E. D. KÜNZLI-BOISSEVAIN
(Advertentie)
KANTOORLICHTDRUK,„pVANDERGRINTEN
DEN HAAG, 15 dec. Kon. Conser
vatorium voor Muziek, Viool Einddipl.
solospel J. G. J. Speth Den Haag, Akte
muziekonderw. B. mej. H. van Dijken,
Den Haag, Altviool, Einddipl. orkest-
spel mej. E. Steenhuis, Den Haag, Vio
loncello Einddipl. orkestspel J. van
den Bijlaard Dieren, Akte Muziekon
derw. mej. A. van der Vegt, Den
Haag, Klarinet Einddipl. solospel Mej.
H. Chr. de Bruijn, Den Haag, Blokfluit
Akte Muziekonderw. A mej. M. E. Cre-
mers, Voorburg, Hoorn Èinddipi. or
kestspel W. Bos en J. J. G. M. Pee-
ters Den Haag, Klavecimbel Einddipl.
solospel J. A. Goverts Den Haag, Piano
Einddipl. solospel mej. B. B. M. van
Aarssen Voorburg, mej. E. K. Terwiel
en J. Ruys Den Haag, Akte Muziekon
derw. A. mej. M. J. van der Paauw,
Den Haag, mej. J. Zuur, De Lier,
Akte Muziekonderwijs B, mej. C. A.
Bakker Amsterdam, mej. C. Gerretsen
en E. F. Kuipers Den Haag, P. A.
Schaareman, Delft, mej. L. C. Stotiin,
Rijswijk (Z.H.) P. Visser en R. P. de
Vries, Den Haag, Gitaar Akte Muziek-
ondrw. A. mej. J. A. Yanikian Den
Haag, Koordirectie Einddipl. Chr. Ver
hoog, Den Haag, Directie Harmonie en
fanfare Einddipl. J. Schaap Wormer-
veer, Schoolmuziek Akte Muziekonderw.
B. J. A. M. Damen Teteringen, mej.
H. A. M. van Eijk, J. de Lange en
mej. H. Postema Den Haag, mej. L.
C. Stotjjn Rijswijk (Z.H.) mej. G. de
Vries Den Haag.
Een onderscheiding hebben ontvan
gen: mej. H. Chr. de Bruijn, J. A. Go
verts, J. G. J. Speth, mej. L. C. Sto-
tijn, Chr. Verhoog, P. Visser. Een prijs
hebben ontvangen: P. Visser Potger-
prjjs, mej. H. Chr. de Bruijn Potger-
prijs, J. G. J. Speth Dr. Marten
Steensmaprqs, mej. L. C. Stotijn Nico-
laiprjjs, Chr. Verhoog Nicolaiprijs. De
zilveren Fock-medaille is uitgereikt aan:
J. A. Goverts.
AMSTERDAM, 15 dec. Accoun
tantsdiploma: J. Abrahams, Hengelo,
drs. J. Balen, Vlaardingen; J. Bou-
man, Mijnsheerenland; K. Caffa, Eind
hoven; J. Damman, Utrecht; K.
Doornbos, Utrecht, Th. Driever, Wa-
geningen; J. Dijkstra, Hilversum; J.
Goossen, Apeldoorn; J. v.d. Graaf, Den
Haag; J. Hollebrandse, Rotterdam; W.
Hoogenberk, Eindhoven; E. Hut, Gro
ningen; D. Kleibrink, Amsterdam; H.
Kromdijk, Badhoevedorp; D. Kraaij,
Wassenaar; J. Krenning, Amsterdam;
J. Kroon, Nijmegen; G. Kruimer, Hui
zen; C. Kuijpers, Amsterdam; J. Kwist,
Abcoude; B. lindeboom, Alkmaar; C.
Otten, Bilthoven; Th. Te Pas, Den
Haag; J. Reusink, Eindhoven; J. Rij
ken, Eindhoven; J. Scholman, Rotter
dam; A. Schriek, Zwijndrecht; J. Si
mons, Leiden; H. Sprenkels, Hilver
sum; W. Swart, Amsterdam; C. Vlem-
mix, Vught; J. van Verken, Geldrop;
F. Vogelsang, Hilversum; L. voor in
't Holt, Amsterdam; R. Voskuijl, Am
stelveen; H. Wal da, Utrecht; P. Wor
tel, Rotterdam; H. Zevenboom, Amers
foort; W. Zwolle, Leiderdorp en F. v. d.
Den Haag.,
AMSTERDAM, 17 dec. Geslaagd
laan De Aemstelharn, Katholiek Insti
tuut voor Sociale Opleidingen, de da
mes: C, H. M. Beemer, Amstelveen;
E. J. M. Colion, Voerendaal; A. A. De-
wald, Huizen (N.H.); M. J. S. M. v. d.
Drift, Vlaardingen; F. M. J. R. Eisen-
burger, Grave; Th. A. M. Geitenbeek,
Hilversum; M. Th. J. Hillebrand, Am
sterdam; B. M. Holleboom, Steenwijk;
A. J. A. M. van Iersel, Helvoirt, J. J.
A. J. Janssen, Zeist, M. L. C. Mars-
man-Kaskens, Amsterdam; I. M. Th.
Klinckhard, Amstelveen; M. P. H.
Kuyken, Haarlem; W. J. Th. Lips, Am
sterdam; M. Th. Meuwissen, Abcoude;
Advertentie)
FiHt
CHAMPAGNE
V.S.O.P
Het Tweede-Kamerlid P. A. Blaisse
heeft in Katholiek Staatkundig
Maandschrift geen duidelijke dingen
geschreven over de keuze van de
K.V.P. tussen belastingverlaging en
verhoogde steun aan minder ont
wikkelde gebieden. Wel spreekt hij
over een pakket van bestedingen,
waarin beide desiderata van hoge
prioriteit eventueel een plaats kunnen
vinden. Daarmee opent hij een sier
lijk kooitje. Maar de vogel laat zich
met mooie woorden niet lijmen. Op
vleugels van bedrukt papier wiekt hij
snel naar de rosse einder van een
wenkend perspectief. Dat is jammer.
Jammer is ook, dat de tekst van
dr. Lucas uit de handelingen over de
financiële beschouwingen, een tekst
die door velen wordt gezien als het
duidelijk bewijs van de controverse
in de K.V.P., in het betreffende ar
tikel onvolledig geciteerd is. Dat
maakt de zaak erger dan zij is, om
dat zulke slordigheden dè politieke
tegenstander gratis koren op de mo
len brengen. Het onverzoenlijke ver-
zoenlijk maken is al moeilijk genoeg.
Maar waarom maken sommigen, on
bewust naar wij aannemen, de zaak
nog moeilijker door het verzoen-
lijke tot het stadium van onverzoen
lijkheid op te lieren?
.(Zie ook onze rubriek „Uit de Pers")
A. J. M. Neelissen, Haarlem; M. C. J.
Nelissen, Hilversum; O. H. F. M. Mar-
res-van Ogtrop, Aerdenhout; M. A. Pe
ters, Amersfoort; V. J. G. M. Peters,
Nuth; M. J. Toornvliet-Polling, Amster
dam; M. J. P. Raymakers, Helmond;
H. H. Sam, Utrecht; E. P. M. Schut,
Amsterdam; P. J. M. A. Staffhorst,
Utrecht; A. Th. M. Sterkman, Amster
dam; Ch. Stokman, Amsterdam; M.
Th. Veenhof, Amsterdam; M. J. J. Ver-
sélewel de Witt Hamer, Beverwijk; N.
W. J. Vintges. Hilversum; De heren:
P. J. Huikeshoven, Amsterdam; T.
Jonker, Amstelveen; J. K. M. van
Noort, Beverwijk; Th. van Oers, Maas
tricht; J. G. F. M. Peters, Nuth; G.
Schieveld, Amsterdam; N. J. van Soes
bergen, Wieringerwerf; G. Stoffels
Utrecht, A. M. Vreeburg, Hilversum.
AMSTERDAM, 18 dec. Amster
dams Conservatorium akte muziekon
derw. B, hoofdvak solozang mevrouw
E. de Waard-Stroink (Amsterdam),
einddipl. solospel gitaar (met onder
scheiding) J. B. Coco (Utrecht). Dit
einddiploma werd voor de eerste maal
in Nederland uitgereikt.
DEN HAAG, 17 dec. Aan het eind
van deze week zullen in Den Helder de
laatste marineschepen, die uit Nieuw-
Guinea zijn vertrokken, binnenlopen.
Donderdag zullen de jager „Overijssel"
en het opnemingsvaartuig „Luymes"
binnenlopen. Deze schepen zullen af
meren aan steiger 19. Het eerste schip
om 10.30 uur, het tweede een kwartier
later. Vrijdag zal het voorraadschip
„Pelikaan" binnenlopen en om 09.30 uur
afmeren aan steiger 15.
GOES, 18 dec. „Er stijgen uit de
landbouw te veel jammerklachten op;
het zijn werkelijk niet alleen de land
bouwers die in de hoek zitten waar de
slagen vallen". Dit zei de voorzitter
van de Zeeuwse Maatschappij van
Landbouw de heer M. A. Geuze giste
ren op de algemene vergadering van
dez' organisatie.
Hij zei ook, dat de tuinbouw en de
landbouw zich meer onafhankelijk
moeten maken van de staatskas. Hij
acht het niet correct de huidige moei
lijkheden geheel of gedeeltelijk toe te
schrijven aan het totstandkomen van
de EEG. Zonder de EEG zouden de
moeilijkheden niet geringer zijn dan
nu, zo meent de heer Geuze.
De directeur van de landbouw ir. J.
W. Wellen merkte op, dat er geen en
kele reden is de toekomst van de land
bouw pessimistisch in te zien. In het
kader van de EEG liggen er voor Ne
derland goede kansen. De boeren, die
het thans moeilijk hebben zijn voor een
deel geen goede ondernemers. Als een
boer er mee ophoudt boer te zijn is
dat vaak, omdat hij de capaciteiten
van een goede ondernemer mist, niet
omdat een bepaald produkt een lage
prijs opbrengt, aldus ir. Wellen.
PARIJS, 18 dec. (UPI) De Grand
Prix du Cinema is toegekend aan
„Jusqu'au bout du monde" van Frangois
Villiers. Deze film werd verleden jaar
op Corsica opgenomen en is in oktober
van dit jaar voor de Corsicanen in
Parjjs vertoond onder de titel „Pietro".
vA 1^
Opneming in deze rut)riek i« niet noodzakelijk een bewijs van instemming.
In het jongste nummer van het Ka
tholiek Staatkundig Maand
schrift wijdt mr. P. A. Blaisse, lid van
de K.V.P.-fractie in de Tweede Kamer,
een uitvoerige beschouwing aan de hulp
aan de landen in ontwikkeling. Uitgang
van zijn betoog is de regeringsnota over
de hulp aan minder ontwikkelde ge
bieden en de daarop aansluitende de
batten, die in de Tweede Kamer onlangs
zijn gehouden.
Wij ontlenen aan deze beschouwing
de slotpassages, die betrekking hebben
op het concrete beleid, dat volgens mr.
Blaisse in deze kwestie gevolgd dient
te worden.
„Men heeft vroeger veel gesproken
over de 1 pet. Het is hiet "verstandig,
aldus werd dezerzijds betoogd, wejk
betoog ook door de Heer Biesheuvel
namens de A.R.-fractie werd onder
streept de ontwikkelingshulp te kop
pelen aan een vast percentage van het
nationale inkomen. Het gaat ten slotte
om de „total flow of funds". Allerlei
gegoochel met cijfers is hier mogelijk
en dus gevaarlijk. In het noemen van
een percentage ligt bovendien een ze
kere begrenzing opgesloten, terwijl
dan geen recht meer kan worden ge
daan aan een zekere gedifferenti
eerdheid van de jaarlijks uit te voeren
plannen, welke een fluctueren van de
totale omvang van de ter beschikking
te stellen gelden mogelijk dienen te
maken. Waar het om gaat is, dat de
hulp aan de ontwikkelingslanden inter
nationaal én in Nederland wordt op
gevoerd. Daarvoor hebben wij gepleit.
Ook de Partij van de Arbeid. De heer
Ruygers vroeg in een motie een bij
drage in de hulp. voor zover verleend
uit de publieke middelen van ten min
ste 1 pet. van het nationale inkomen,
d.w.z. f 400 min. per jaar plus een
overheidssteun voor investeringsgaran
tie, exportcredietverzekering, garan
ties voor leningen e.d. ter hoogte van
f 200 min. per jaar.
Deze motie, hoe sympathiek ook in
haar strekking, was voor de K.V.P.
heel moeilijk aanvaardbaar. Geen en
kele aanwijzing werd gegeven, hoe de
financiering zou moeten plaats vinden,
noch in de motie, noch in de rede van
de heer Ruygers. Er werd n.l. uitslui
tend gesproken over de politieke prio
riteit en niet werd door hem het voor
de K.V.P. essentiële punt in discussie
;ebracht, dat n.l. alleen een oplossing
an worden gevonden in het kader van
de bestedingsprioriteiten. De Motie
werd dan ook door de Regeringspar
tijen, ook op andere overwegingen ver
worpen.
De K.V.P.-fractie heeft overwogen
een eigen motie in te dienen, welke
meer genuanceerd was geredigeerd en
die tot strekking had binnen de voor
1963 uitgetrokken begrotingsposten
ruimte te maken voor een verhoging
van rond 100 min. (in totaal dus
plm. 350 min.). Na de uiteenzetting
van de Regering, aan welk debat de
Ministers Luns, De Pous en Zijlstra
deelnamen, werd onzerzijds ten slotte
geen motie ingediend, omdat de Rege
ring bepaalde toezeggingen had ge
daan: in het kader van de geplande
uitgaven, zowel kwalitatief, als kwan
titatief, zal men moeten gaan wegen,
wat kan worden gedaan. Daarvoor is
tijd nodig. Later in het parlementaire
seizoen zal de Regering beslissen, wat
kan geschieden en waar eventuele ver
schuivingen binnen de hoofdstuk
ken van de begroting voor 1963 kunnen
ilaatsvinden. Onze Fractie heeft daar-
>ij gevraagd op korte termijn de re
sultaten van het overleg te mogen ver
nemen. ervan uitgaande, dat, zoals de
Minister zelf had gezegd, verhogingen
in de rede liggen.
In zijn dupliek heeft minister Zijl
stra geantwoord, dat hij de toezegging,
die de K.V.P. heeft gevraagd, kan
doen. Zodra de Regering een overzicht
van de wensen bij de verschillende be
grotingshoofdstukken heeft verkregen,
zal zij nagaan, wat haar te doen staat.
Dit resultaat zal aan de Kamer wor
den medegedeeld.
Ten slotte lijkt het mij van belang
een bepaald misverstand uit de weg te
ruimen. Ook de Voorzitter van de KVP
heeft hierover op het Partijcongres
op 17 november gesproken. Het betreft
het punt van de belastingverlaging.
Zoals ik hiervoor reeds tot uitdrukking
heb gebracht, dient aan de hulpverle
ning een zeer hoge prioriteit te wor
den gegeven. De prioriteiten, kwalita
tief en kwantitatief, moeten worden
aangegeven. Verschillende bestedings
behoeften zullen moeten worden afge
wogen. Verhoogde uitgaven voor bij
stand aan landen in ontwikkeling, zul
len moeten worden gesteld tegenover
andere noodzakelijke voorzieningen.
Een van de prioriteiten, aldus heeft de
K.V.P.-fractie gezegd, is de belasting
verlaging. Het is niet zo, dat de belas
tingverlaging per se moet wijken voor
de hulpverlening. Dat is een foute pro
bleemstelling. Men zal moeten waarde
ren een pakket van bestedingen (kwa
litatief en kwantitatief). In dat pakket
zitten vele zaken met een hoge priori
teit, waaronder de ontwikkelingshulp
en de belastingverlaging.
De heer Lucas heeft op 7 november
geen ander geluid laten horen. Zeker,
meer dan eens heeft de heer Lucas
zijn teleurstelling uitgesproken over
het uitblijven van iedere belangrijke
verlaging van de belastingdruk. Hij
heeft er echter geen twijfel over gela
ten, dat ook zijnerzijds het door mij
verdedigde standpunt wordt gedeeld
n.l. toen hij sprak over de beschikba
re ruimte voor een uitbreiding van de
Overheidstaken in het licht van een
mogelijke belastingverlaging: „priori
teiten", zo zeide de heer Lucas „moe
ten dus worden vastgesteld. Op dat pri
oriteitenschema komt ook belasting
verlaging voor. Op welke plaats deze
komt staat niet vast. Dat wordt een
kwestie van afwegen. Een zich vereni
gen met deze mening betekent, dat
een andere wens op een lager niveau
komt te liggen; zelfs wellicht tijdelijk
afvalt. Of dat dan een gewenste be
lastingverlaging is, dan wel een be
paalde uitbreiding van een andere
Overheidstaak, is niet vooruit te zeg
gen".
Wanneer wij het geheel overzien, dan
is het debat over de ontwikkelingshulp
nuttig géweest. Wel heeft het ons eni
ge teleurstelling gebracht. In ieder ge
val is bereikt, dat de Regering heeft
toegezegd zorgvuldig af te wegen, of
nog meer kan worden gedaan. Duide
lijk is wel gebleken, dat het alle frac
ties ernst is met deze zaak. Het komt
mij voor dat de Regering met nadere
voorstellen moet komen, zowel wat
haar eigen rechtstreekse hulpverle
ning betreft, als ook met het verlenen
van steun aan verdere plannen van het
bedrijfsleven en van particuliere orga
nisaties en instellingen. De ontwerp-
motie van de K.V.P. is niet ingetrok
ken. Het is thans wachten op het ant
woord van de Regering."
Naschrift:
Achter de zin „dat wordt een kwestie
van afwegen" heeft dr. Lucas gezegd:
„En nu ben ik overtuigd, dat de ge
achte bewindsman er geen bezwaar te
gen kan hebben als wjj op een zeker
moment te kennen geven, dat naar on
ze mening een bepaalde activiteit een
hoge prioriteit moet hebben." Deze zin
slaat terug op de voorgaande alinea
tn de Handelingen, waarin wordt ge
zegd: „Het is wellicht goed in herinne
ring te brengen hoe nog deze week
werd aangedrongen op het vergroten
van de hulp aan de ontwikkelingslan
den, omdat hier óók de betalingsbalans
een rol speelt. Ik weet niet of men
zich dit steeds heeft gerealiseerd. Het
zó stellen, alsof men hier te doen zou
hebben met alléén een belastingvraag-
stuk, geeft m.i. een onvolledig beeld
van de werkelijkheid."
Zo menen wji het artikel van mr.
Blaisse beter weer te geven dan hij het
zelf gedaan heeft. Het initiatief voor
deze correktie gaat overigens niet ge
heel van ons zelf uit althans niet
JL I 1 WZ j 1 i* tJ
IV VjLJr^TrZam f rj I C
©PIB
COPENHAGEN
wat de omissie van de heer Blaisse be
treft.
De redactie van de K.S.M. deelde ons op
ons verzoek mee dat zjj in ieder geval
de eerste correktie iif ha.ar volgende
nummer zal opnemen. Wij doen dat
wat vlugger om te voorkomen dat
ijverige lezers van K.S.M. foute con
clusies uit foute citaten zouden trek
ken. Dat is natuurlijk hun goed recht,
maar in dit geval is het verspilde
moeite, en zoiets is altijd jammer.
Vandaar.
(Advertentie)
Voor hoofdpijn, migraine, verkoudheid, griep, reumatiek, spit, ischias, kiespijn
zenuwpijn en menstruatiepijnen hebt U een antineuralgicum met zeer grote pijn
stillende kracht nodig. Dat is Togal. Bij apoth. en drog. Togal 0.85; 2.40; 8.88
33
In die week werden diverse getuigen gedagvaard,
waaronder Jill. Een dag of twee na haar dagvaar
ding werd de volgende brief ontvangen door de pro
cureur-generaal.
De brief was afkomstig van de advocaat van Jill.
Wij schrijven in opdracht van onze cliënte, me
vrouw Alec Morland de voormalige juffrouw
Jill Whithby die gedagvaard werd onder haar
meisjesnaam. Onze cliënte is niet bereid om tegen
haar echtgenoot te getuigen en wij zullen gaarne
vernemen, of zij, onder de gegeven omstandighe
den, ontslagen mag worden van haar plicht om als
getuige te verschijnen. Onze cliënte is op 14 dezer
met een speciale vergunning getrouwd op het ge
meentehuis te Norminster.
Er had onmiddellijk een bijeenkomst plaats van de
advocaat-generaal en Pomeroy.
„Fraaie geschiedenis!" zei de advocaat-generaal.
„We hadden natuurlijk met die mogelijkheid reke
ning moeten houden. En wat doen we nu?"
„Gewoon doorgaan," zei Pomeroy, „en afwachten
wat de rechtbank van de zaak denkt. Er is ver
moedelijk wel voldoende bewijs voor gevangenhou
ding, maar er staat ons in elk geval niets anders
te doen. Gezien de ongerustheid van het publiek,
neem ik aan, dat u de zaak wilt doorzetten. Als
de rechtbank hem vrijlaat, is dat haar zaak."
„Ik geloof dat ik u zal vragen om als officier te
fungeren. Ik wilde eerst Dalby vragen, maar daar
het een moeilijke zaak dreigt te worden, dacht ik
aan u."
„Zeker," zei Pomeroy. ,,U kon wel eens gelijk heb
ben."
Dientengevolge zei Pomeroy op de dag, die was
vastgesteld voor het vooronderzoek: „Edelachtbare
heren, mag ik mij voorstellen als officier van jus
titie in deze zaak, terwijl mijn geachte tegenpleiter
de heer Duffield, optreedt als raadsman voor ver
dachte."
Duffield had in eerste instantie weinig zin om
de verdediging op zich te nemen. „Ik treed niet
graag op als verdediger voor mijn vrienden," had
hij gezegd, „tenzij het gaat om een zaak van onder
geschikt belang. Want je bent natuurlijk gauw be
vooroordeeld. Gewoonlijk doe ik het niet. Als jullie
erop blijven aandringen, kan ik niet weigeren, maar
ik zou er de voorkeur aan geven, dat jullie iemand
anders zochten."
Maar zij waren erop blijven aandringen en tenslotte
had hij met tegenzin toegestemd.
„De verdachte, die, naar ik meteen wil opmerken,
een man van onbesproken gedrag is, wordt ten laste
gelegd dat hij op 15 juni jongstleden Gilbert Essex
vermoord heeft. Het heeft geen zin om te doen
alsof niemand weet wie Gilbert Essex is - of mis
schien moet ik zeggen was. Ook ligt het niet op mijn
weg om tegen te spreken, dat de dood van Essex
ongetwijfeld een grote opluchting is voor de gemeen
schap. In geef toe dat hij een moordenaar was,
die de galg verdiend had. Maar ik behoef er uwe
edelachtbaren niet op te wijzen, dat wij niet kunnen
toestaan, dat een willekeurling de wet in eigen
handen neemt, hoe loffelijk zijn beweegredenen dan
ook mogen zqn. De enige vraag die wij onder ogen
moeten zien, is of het openbaar ministerie een
voorlopig bewijs heeft dat verdachte deze man ver
moord heeft en, nadat u de getuigen gehoord hebt,
heb ik het voornemen u om uitspraak te vragen
dat dit bewijs geleverd is en dat verdachte te zijner
tijd terecht zal moeten staan. Misschien moet ik er
maar 'meteen bij zeggen, dat de zaak er voor ons
niet zo rooskleurig uitziet als aanvankelijk werd
aangenomen tijdens de arrestatie. De reden hiervan
is, dat een der getuigen, die wi) wilden dagvaarden,
niet langer beschikbaar is als getuige voor het
openbaar ministerie."
Op dit punt stond Duflield op.
„Ik dacht dat het doel van deze toespraak was
om de rechtbank te vertellen, welk bewijs er wél
tegen verdachte is, en niet welk bewijs er niét is."
„Ik verzoek de waarde raadsman, mij niet te inter
rumperen," zei Pomeroy.
„Ik maak mijn excuses voor de interruptie en het
spijt mij zeer, dat ik mij gedwongen zag deze te
maken," zei Duffield. „Maar ik wil er meteen bij
zeggen dat, hoezeer het mij ook zal spijten, ik zal
doorgaan met interrumperen, telkens wanneer mijn
geachte tegenpleiter ongepaste opmerkingen maakt
in zijn toespraak. Eerlijk gezegd bevreemdt het mij
dat hij daar al zo gauw mee begonnen is. Gewoon
lijk moet hij eerst warm lopen."
„Deze opmerking gaat alle perken te buiten." zei
Pomeroy, „en ik ben ten hoogste verbaasd, dat de
waarde raadsman deze maakt."
„Niet meer dan ik bij de opmerking van de officier
over het niet beschikbaar zijn van zekere getuige.
Hjj weet heel goed waarom de getuige niet beschik
baar is en naar mijn mening kan deze opmerking
slechts bedoeld zijn om stemming te maken."
„Wel allemensen!" zei Pomeroy. „Dat is toch te
erg! De waarde raadsman attaqueert mq persoon
lijk en ik moet de bescherming inroepen van de
rechtbank. Ik ben nu al meer dan vijftien jaar
advocaat in strafzaken en niemand heeft ooit zoiets
durven beweren."
„Ik hoop, dat u er dan ook geen aanleiding toe
hebt gegeven," zei Duffield.
„Heren, heren," zei de president. „Het zou de
rechtbank veel aangenamer zijn, als u zich bij de
zaak wilde houden. Als het u wenselijk voorkomt,
kunt u uw woordenstrijd voortzetten op een geschik
te plaats buiten het gerechtsgebouw na afloop van
de zitting."
„Het spijt ml), edelachtbare heren," zei Pomeroy,
„maar ik ben niet gewend aan een dergelijke be
handeling."
„Daar is nu een einde aan gekomen," zei de
president. „Gaat u alstublieft verder met de ten
lastelegging."
„Zoals u wilt, edelachtbare," zei Pomeroy.
Hij ging er daarna toe over om voor de rechtbank
het bewijs te schetsen, dat hij van plan was voor te
leggen. Toen hij klaar was, zei de president: „Is
Haf «1 hof houiiic Hflf U trooi* wïlf lorrnror»?" I
KRUISWOORDRAADSEL
Horizontaal: 1. verbinding—.
hoofdstad; 2. instrument om de ao
van stromend water te meten;
spraak, stip op de dobbelsteen; 4. ojtriV
teloosheid, gestold vleesnat; 5. IJLft:
opleidingsschool (afk.), bevelsclu
toeristenbond, niet voorvoegS®jeJ!
zieken; 8. voorzetsel, reinigingsiuw
Noorse volksvertegenwoordig111*' yri
houtsoort, ongeschonden; 11. brui11
stof, hagedisachtig dier. ,g.
Verticaal; 1. zenuwschok, ztiigbU^^
brandstichter, Franse vennooyr0-
vorm; 3. diamant, tuingereedscn „ri"'
ambtenarenorganisatie, werk in V 0^,
maaktijd; 5. rund, elfenkoning! ,j0;
juffrouw (Fr. afk.), Vlaamse ra
samengestelde klinker, Indisch pI-i^,
weefwerk, Engels lidwoord; 8. \e\dex.
terlijk parament, leer van het jj0ori,
dicht; 9. jongensnaam, plaats in piaf
Brabant, lichaamsdeel; 10. dron»
partijen, eskimohut.
OPLOSSING 17 DECEMBER eK
Horizontaal: 1 rek - 4 lenig -
- 8 og - 9 ne - 10 oud - 11 1®£ V i
14 ge - 15 naarden - 18 namen
Vertikaal:; 1 rem - 2 enen - 3 -"n
dat al het bewijs, dat u voor wilt leggen?" leguaan - 5 genegen - 6 doorn
(Wordt vervolgd) 113 irma - 16 aap - 17 del.
7 re