EX A MENS J HOUDT U VAN WAGNER? HET WOLVENJONÜ 4 m Alfredo KNAP SNEL WEER OP AAN BEWIJS DAGPUZZEL ammer BIJ GEBREK T 7 pagina Marineschepen terug Landbouw uit te veel jammerklachten 6VRSTHU/J KOM HEREN, HM TAFEL PROEF DEZE OOULASCH EENS, VZULT EROVER [tevreden ZIJN/, J >£j rlXïfK I HET NIEUWE DAGBLAD DINSDAG 18 DECEMBER 1962 Toepassingsvoorbeelden van OCé-produkten op het gebied van kantoorlichtdruk worden op aanvraag verstrekt. Chemische fabriek L.van der Grinten n.v. Venlo Kantoren te Amsterdam, 's-Gravenhage en Enschede' COGNAC Grand Prix du Cinema door LUKACS MEMBER KISSMJ UHLDEh) U) 6RHA& PERSOONLIJ K -r—J 5 PREKEN/ j ....U BENT AMERIKA NEN EN U HOUDT VAN VJAGNER HOE 75 HET M06EL.UK KOM &/N- \NEN, V TREfT HET/ j~ Hulp aan de landen in ontwikkeling ALS U HET TOE START, ZULLEN WE LATER OVER ZAKEN SPREKEN, IMT ME 1/ VOORSTELLEN RHN EEN VAN UlO LR MO 6E NOTEN f f y TSCHFTFK.. ERIC DE NOORMAN 74. „Dus je kent ze toch wel, ei, ei," knikt Skapti spottend. „Wel, dat valt me alweer mee en zeg het me nu dan eens, braaf ventje. Wie zijn dit?" „Dit..." prevelt Egil dood-onschuldig, „dit zijn die twee kerels, die me daarnet in de kerker onder de toren gestopt hebben." Het lijkt er veel op, dat Zwarte Skapti uit elkaar zal ploffen van woede. „Dat gaat te ver," schreeuwt hij. „Je neemt me in het ootje. Wat let me of ik... ik..." Zijn woede wordt er niet minder om, als hij ziet dat Eric hem openlijk staat uit te lachen. „Breng dat duivelsjong, dat wolvenjong weg," brult hij dan, machteloos met zijn armen zwaaiend- Hij springt uit zijn zetel overeind en stevent briesend op Eric en Svei'1 af, hetgeen een malle vertoning is, want de natte lap om zijn hoofd wappert als een witte vlag achter hem aan. „Hehehehehe," klin^ Sveins schorre lach. „Hehehehe," bouwt Skapti hem rood van drif na, „dat lachen zal jullie vergaan. Ik kom er achter, wie van jull'e Leif Olavson is. En als het niet goedschiks kan, dan maar kwaad' schiks." door HENRY CECIL Vertaald door E. D. KÜNZLI-BOISSEVAIN (Advertentie) KANTOORLICHTDRUK,„pVANDERGRINTEN DEN HAAG, 15 dec. Kon. Conser vatorium voor Muziek, Viool Einddipl. solospel J. G. J. Speth Den Haag, Akte muziekonderw. B. mej. H. van Dijken, Den Haag, Altviool, Einddipl. orkest- spel mej. E. Steenhuis, Den Haag, Vio loncello Einddipl. orkestspel J. van den Bijlaard Dieren, Akte Muziekon derw. mej. A. van der Vegt, Den Haag, Klarinet Einddipl. solospel Mej. H. Chr. de Bruijn, Den Haag, Blokfluit Akte Muziekonderw. A mej. M. E. Cre- mers, Voorburg, Hoorn Èinddipi. or kestspel W. Bos en J. J. G. M. Pee- ters Den Haag, Klavecimbel Einddipl. solospel J. A. Goverts Den Haag, Piano Einddipl. solospel mej. B. B. M. van Aarssen Voorburg, mej. E. K. Terwiel en J. Ruys Den Haag, Akte Muziekon derw. A. mej. M. J. van der Paauw, Den Haag, mej. J. Zuur, De Lier, Akte Muziekonderwijs B, mej. C. A. Bakker Amsterdam, mej. C. Gerretsen en E. F. Kuipers Den Haag, P. A. Schaareman, Delft, mej. L. C. Stotiin, Rijswijk (Z.H.) P. Visser en R. P. de Vries, Den Haag, Gitaar Akte Muziek- ondrw. A. mej. J. A. Yanikian Den Haag, Koordirectie Einddipl. Chr. Ver hoog, Den Haag, Directie Harmonie en fanfare Einddipl. J. Schaap Wormer- veer, Schoolmuziek Akte Muziekonderw. B. J. A. M. Damen Teteringen, mej. H. A. M. van Eijk, J. de Lange en mej. H. Postema Den Haag, mej. L. C. Stotjjn Rijswijk (Z.H.) mej. G. de Vries Den Haag. Een onderscheiding hebben ontvan gen: mej. H. Chr. de Bruijn, J. A. Go verts, J. G. J. Speth, mej. L. C. Sto- tijn, Chr. Verhoog, P. Visser. Een prijs hebben ontvangen: P. Visser Potger- prjjs, mej. H. Chr. de Bruijn Potger- prijs, J. G. J. Speth Dr. Marten Steensmaprqs, mej. L. C. Stotijn Nico- laiprjjs, Chr. Verhoog Nicolaiprijs. De zilveren Fock-medaille is uitgereikt aan: J. A. Goverts. AMSTERDAM, 15 dec. Accoun tantsdiploma: J. Abrahams, Hengelo, drs. J. Balen, Vlaardingen; J. Bou- man, Mijnsheerenland; K. Caffa, Eind hoven; J. Damman, Utrecht; K. Doornbos, Utrecht, Th. Driever, Wa- geningen; J. Dijkstra, Hilversum; J. Goossen, Apeldoorn; J. v.d. Graaf, Den Haag; J. Hollebrandse, Rotterdam; W. Hoogenberk, Eindhoven; E. Hut, Gro ningen; D. Kleibrink, Amsterdam; H. Kromdijk, Badhoevedorp; D. Kraaij, Wassenaar; J. Krenning, Amsterdam; J. Kroon, Nijmegen; G. Kruimer, Hui zen; C. Kuijpers, Amsterdam; J. Kwist, Abcoude; B. lindeboom, Alkmaar; C. Otten, Bilthoven; Th. Te Pas, Den Haag; J. Reusink, Eindhoven; J. Rij ken, Eindhoven; J. Scholman, Rotter dam; A. Schriek, Zwijndrecht; J. Si mons, Leiden; H. Sprenkels, Hilver sum; W. Swart, Amsterdam; C. Vlem- mix, Vught; J. van Verken, Geldrop; F. Vogelsang, Hilversum; L. voor in 't Holt, Amsterdam; R. Voskuijl, Am stelveen; H. Wal da, Utrecht; P. Wor tel, Rotterdam; H. Zevenboom, Amers foort; W. Zwolle, Leiderdorp en F. v. d. Den Haag., AMSTERDAM, 17 dec. Geslaagd laan De Aemstelharn, Katholiek Insti tuut voor Sociale Opleidingen, de da mes: C, H. M. Beemer, Amstelveen; E. J. M. Colion, Voerendaal; A. A. De- wald, Huizen (N.H.); M. J. S. M. v. d. Drift, Vlaardingen; F. M. J. R. Eisen- burger, Grave; Th. A. M. Geitenbeek, Hilversum; M. Th. J. Hillebrand, Am sterdam; B. M. Holleboom, Steenwijk; A. J. A. M. van Iersel, Helvoirt, J. J. A. J. Janssen, Zeist, M. L. C. Mars- man-Kaskens, Amsterdam; I. M. Th. Klinckhard, Amstelveen; M. P. H. Kuyken, Haarlem; W. J. Th. Lips, Am sterdam; M. Th. Meuwissen, Abcoude; Advertentie) FiHt CHAMPAGNE V.S.O.P Het Tweede-Kamerlid P. A. Blaisse heeft in Katholiek Staatkundig Maandschrift geen duidelijke dingen geschreven over de keuze van de K.V.P. tussen belastingverlaging en verhoogde steun aan minder ont wikkelde gebieden. Wel spreekt hij over een pakket van bestedingen, waarin beide desiderata van hoge prioriteit eventueel een plaats kunnen vinden. Daarmee opent hij een sier lijk kooitje. Maar de vogel laat zich met mooie woorden niet lijmen. Op vleugels van bedrukt papier wiekt hij snel naar de rosse einder van een wenkend perspectief. Dat is jammer. Jammer is ook, dat de tekst van dr. Lucas uit de handelingen over de financiële beschouwingen, een tekst die door velen wordt gezien als het duidelijk bewijs van de controverse in de K.V.P., in het betreffende ar tikel onvolledig geciteerd is. Dat maakt de zaak erger dan zij is, om dat zulke slordigheden dè politieke tegenstander gratis koren op de mo len brengen. Het onverzoenlijke ver- zoenlijk maken is al moeilijk genoeg. Maar waarom maken sommigen, on bewust naar wij aannemen, de zaak nog moeilijker door het verzoen- lijke tot het stadium van onverzoen lijkheid op te lieren? .(Zie ook onze rubriek „Uit de Pers") A. J. M. Neelissen, Haarlem; M. C. J. Nelissen, Hilversum; O. H. F. M. Mar- res-van Ogtrop, Aerdenhout; M. A. Pe ters, Amersfoort; V. J. G. M. Peters, Nuth; M. J. Toornvliet-Polling, Amster dam; M. J. P. Raymakers, Helmond; H. H. Sam, Utrecht; E. P. M. Schut, Amsterdam; P. J. M. A. Staffhorst, Utrecht; A. Th. M. Sterkman, Amster dam; Ch. Stokman, Amsterdam; M. Th. Veenhof, Amsterdam; M. J. J. Ver- sélewel de Witt Hamer, Beverwijk; N. W. J. Vintges. Hilversum; De heren: P. J. Huikeshoven, Amsterdam; T. Jonker, Amstelveen; J. K. M. van Noort, Beverwijk; Th. van Oers, Maas tricht; J. G. F. M. Peters, Nuth; G. Schieveld, Amsterdam; N. J. van Soes bergen, Wieringerwerf; G. Stoffels Utrecht, A. M. Vreeburg, Hilversum. AMSTERDAM, 18 dec. Amster dams Conservatorium akte muziekon derw. B, hoofdvak solozang mevrouw E. de Waard-Stroink (Amsterdam), einddipl. solospel gitaar (met onder scheiding) J. B. Coco (Utrecht). Dit einddiploma werd voor de eerste maal in Nederland uitgereikt. DEN HAAG, 17 dec. Aan het eind van deze week zullen in Den Helder de laatste marineschepen, die uit Nieuw- Guinea zijn vertrokken, binnenlopen. Donderdag zullen de jager „Overijssel" en het opnemingsvaartuig „Luymes" binnenlopen. Deze schepen zullen af meren aan steiger 19. Het eerste schip om 10.30 uur, het tweede een kwartier later. Vrijdag zal het voorraadschip „Pelikaan" binnenlopen en om 09.30 uur afmeren aan steiger 15. GOES, 18 dec. „Er stijgen uit de landbouw te veel jammerklachten op; het zijn werkelijk niet alleen de land bouwers die in de hoek zitten waar de slagen vallen". Dit zei de voorzitter van de Zeeuwse Maatschappij van Landbouw de heer M. A. Geuze giste ren op de algemene vergadering van dez' organisatie. Hij zei ook, dat de tuinbouw en de landbouw zich meer onafhankelijk moeten maken van de staatskas. Hij acht het niet correct de huidige moei lijkheden geheel of gedeeltelijk toe te schrijven aan het totstandkomen van de EEG. Zonder de EEG zouden de moeilijkheden niet geringer zijn dan nu, zo meent de heer Geuze. De directeur van de landbouw ir. J. W. Wellen merkte op, dat er geen en kele reden is de toekomst van de land bouw pessimistisch in te zien. In het kader van de EEG liggen er voor Ne derland goede kansen. De boeren, die het thans moeilijk hebben zijn voor een deel geen goede ondernemers. Als een boer er mee ophoudt boer te zijn is dat vaak, omdat hij de capaciteiten van een goede ondernemer mist, niet omdat een bepaald produkt een lage prijs opbrengt, aldus ir. Wellen. PARIJS, 18 dec. (UPI) De Grand Prix du Cinema is toegekend aan „Jusqu'au bout du monde" van Frangois Villiers. Deze film werd verleden jaar op Corsica opgenomen en is in oktober van dit jaar voor de Corsicanen in Parjjs vertoond onder de titel „Pietro". vA 1^ Opneming in deze rut)riek i« niet noodzakelijk een bewijs van instemming. In het jongste nummer van het Ka tholiek Staatkundig Maand schrift wijdt mr. P. A. Blaisse, lid van de K.V.P.-fractie in de Tweede Kamer, een uitvoerige beschouwing aan de hulp aan de landen in ontwikkeling. Uitgang van zijn betoog is de regeringsnota over de hulp aan minder ontwikkelde ge bieden en de daarop aansluitende de batten, die in de Tweede Kamer onlangs zijn gehouden. Wij ontlenen aan deze beschouwing de slotpassages, die betrekking hebben op het concrete beleid, dat volgens mr. Blaisse in deze kwestie gevolgd dient te worden. „Men heeft vroeger veel gesproken over de 1 pet. Het is hiet "verstandig, aldus werd dezerzijds betoogd, wejk betoog ook door de Heer Biesheuvel namens de A.R.-fractie werd onder streept de ontwikkelingshulp te kop pelen aan een vast percentage van het nationale inkomen. Het gaat ten slotte om de „total flow of funds". Allerlei gegoochel met cijfers is hier mogelijk en dus gevaarlijk. In het noemen van een percentage ligt bovendien een ze kere begrenzing opgesloten, terwijl dan geen recht meer kan worden ge daan aan een zekere gedifferenti eerdheid van de jaarlijks uit te voeren plannen, welke een fluctueren van de totale omvang van de ter beschikking te stellen gelden mogelijk dienen te maken. Waar het om gaat is, dat de hulp aan de ontwikkelingslanden inter nationaal én in Nederland wordt op gevoerd. Daarvoor hebben wij gepleit. Ook de Partij van de Arbeid. De heer Ruygers vroeg in een motie een bij drage in de hulp. voor zover verleend uit de publieke middelen van ten min ste 1 pet. van het nationale inkomen, d.w.z. f 400 min. per jaar plus een overheidssteun voor investeringsgaran tie, exportcredietverzekering, garan ties voor leningen e.d. ter hoogte van f 200 min. per jaar. Deze motie, hoe sympathiek ook in haar strekking, was voor de K.V.P. heel moeilijk aanvaardbaar. Geen en kele aanwijzing werd gegeven, hoe de financiering zou moeten plaats vinden, noch in de motie, noch in de rede van de heer Ruygers. Er werd n.l. uitslui tend gesproken over de politieke prio riteit en niet werd door hem het voor de K.V.P. essentiële punt in discussie ;ebracht, dat n.l. alleen een oplossing an worden gevonden in het kader van de bestedingsprioriteiten. De Motie werd dan ook door de Regeringspar tijen, ook op andere overwegingen ver worpen. De K.V.P.-fractie heeft overwogen een eigen motie in te dienen, welke meer genuanceerd was geredigeerd en die tot strekking had binnen de voor 1963 uitgetrokken begrotingsposten ruimte te maken voor een verhoging van rond 100 min. (in totaal dus plm. 350 min.). Na de uiteenzetting van de Regering, aan welk debat de Ministers Luns, De Pous en Zijlstra deelnamen, werd onzerzijds ten slotte geen motie ingediend, omdat de Rege ring bepaalde toezeggingen had ge daan: in het kader van de geplande uitgaven, zowel kwalitatief, als kwan titatief, zal men moeten gaan wegen, wat kan worden gedaan. Daarvoor is tijd nodig. Later in het parlementaire seizoen zal de Regering beslissen, wat kan geschieden en waar eventuele ver schuivingen binnen de hoofdstuk ken van de begroting voor 1963 kunnen ilaatsvinden. Onze Fractie heeft daar- >ij gevraagd op korte termijn de re sultaten van het overleg te mogen ver nemen. ervan uitgaande, dat, zoals de Minister zelf had gezegd, verhogingen in de rede liggen. In zijn dupliek heeft minister Zijl stra geantwoord, dat hij de toezegging, die de K.V.P. heeft gevraagd, kan doen. Zodra de Regering een overzicht van de wensen bij de verschillende be grotingshoofdstukken heeft verkregen, zal zij nagaan, wat haar te doen staat. Dit resultaat zal aan de Kamer wor den medegedeeld. Ten slotte lijkt het mij van belang een bepaald misverstand uit de weg te ruimen. Ook de Voorzitter van de KVP heeft hierover op het Partijcongres op 17 november gesproken. Het betreft het punt van de belastingverlaging. Zoals ik hiervoor reeds tot uitdrukking heb gebracht, dient aan de hulpverle ning een zeer hoge prioriteit te wor den gegeven. De prioriteiten, kwalita tief en kwantitatief, moeten worden aangegeven. Verschillende bestedings behoeften zullen moeten worden afge wogen. Verhoogde uitgaven voor bij stand aan landen in ontwikkeling, zul len moeten worden gesteld tegenover andere noodzakelijke voorzieningen. Een van de prioriteiten, aldus heeft de K.V.P.-fractie gezegd, is de belasting verlaging. Het is niet zo, dat de belas tingverlaging per se moet wijken voor de hulpverlening. Dat is een foute pro bleemstelling. Men zal moeten waarde ren een pakket van bestedingen (kwa litatief en kwantitatief). In dat pakket zitten vele zaken met een hoge priori teit, waaronder de ontwikkelingshulp en de belastingverlaging. De heer Lucas heeft op 7 november geen ander geluid laten horen. Zeker, meer dan eens heeft de heer Lucas zijn teleurstelling uitgesproken over het uitblijven van iedere belangrijke verlaging van de belastingdruk. Hij heeft er echter geen twijfel over gela ten, dat ook zijnerzijds het door mij verdedigde standpunt wordt gedeeld n.l. toen hij sprak over de beschikba re ruimte voor een uitbreiding van de Overheidstaken in het licht van een mogelijke belastingverlaging: „priori teiten", zo zeide de heer Lucas „moe ten dus worden vastgesteld. Op dat pri oriteitenschema komt ook belasting verlaging voor. Op welke plaats deze komt staat niet vast. Dat wordt een kwestie van afwegen. Een zich vereni gen met deze mening betekent, dat een andere wens op een lager niveau komt te liggen; zelfs wellicht tijdelijk afvalt. Of dat dan een gewenste be lastingverlaging is, dan wel een be paalde uitbreiding van een andere Overheidstaak, is niet vooruit te zeg gen". Wanneer wij het geheel overzien, dan is het debat over de ontwikkelingshulp nuttig géweest. Wel heeft het ons eni ge teleurstelling gebracht. In ieder ge val is bereikt, dat de Regering heeft toegezegd zorgvuldig af te wegen, of nog meer kan worden gedaan. Duide lijk is wel gebleken, dat het alle frac ties ernst is met deze zaak. Het komt mij voor dat de Regering met nadere voorstellen moet komen, zowel wat haar eigen rechtstreekse hulpverle ning betreft, als ook met het verlenen van steun aan verdere plannen van het bedrijfsleven en van particuliere orga nisaties en instellingen. De ontwerp- motie van de K.V.P. is niet ingetrok ken. Het is thans wachten op het ant woord van de Regering." Naschrift: Achter de zin „dat wordt een kwestie van afwegen" heeft dr. Lucas gezegd: „En nu ben ik overtuigd, dat de ge achte bewindsman er geen bezwaar te gen kan hebben als wjj op een zeker moment te kennen geven, dat naar on ze mening een bepaalde activiteit een hoge prioriteit moet hebben." Deze zin slaat terug op de voorgaande alinea tn de Handelingen, waarin wordt ge zegd: „Het is wellicht goed in herinne ring te brengen hoe nog deze week werd aangedrongen op het vergroten van de hulp aan de ontwikkelingslan den, omdat hier óók de betalingsbalans een rol speelt. Ik weet niet of men zich dit steeds heeft gerealiseerd. Het zó stellen, alsof men hier te doen zou hebben met alléén een belastingvraag- stuk, geeft m.i. een onvolledig beeld van de werkelijkheid." Zo menen wji het artikel van mr. Blaisse beter weer te geven dan hij het zelf gedaan heeft. Het initiatief voor deze correktie gaat overigens niet ge heel van ons zelf uit althans niet JL I 1 WZ j 1 i* tJ IV VjLJr^TrZam f rj I C ©PIB COPENHAGEN wat de omissie van de heer Blaisse be treft. De redactie van de K.S.M. deelde ons op ons verzoek mee dat zjj in ieder geval de eerste correktie iif ha.ar volgende nummer zal opnemen. Wij doen dat wat vlugger om te voorkomen dat ijverige lezers van K.S.M. foute con clusies uit foute citaten zouden trek ken. Dat is natuurlijk hun goed recht, maar in dit geval is het verspilde moeite, en zoiets is altijd jammer. Vandaar. (Advertentie) Voor hoofdpijn, migraine, verkoudheid, griep, reumatiek, spit, ischias, kiespijn zenuwpijn en menstruatiepijnen hebt U een antineuralgicum met zeer grote pijn stillende kracht nodig. Dat is Togal. Bij apoth. en drog. Togal 0.85; 2.40; 8.88 33 In die week werden diverse getuigen gedagvaard, waaronder Jill. Een dag of twee na haar dagvaar ding werd de volgende brief ontvangen door de pro cureur-generaal. De brief was afkomstig van de advocaat van Jill. Wij schrijven in opdracht van onze cliënte, me vrouw Alec Morland de voormalige juffrouw Jill Whithby die gedagvaard werd onder haar meisjesnaam. Onze cliënte is niet bereid om tegen haar echtgenoot te getuigen en wij zullen gaarne vernemen, of zij, onder de gegeven omstandighe den, ontslagen mag worden van haar plicht om als getuige te verschijnen. Onze cliënte is op 14 dezer met een speciale vergunning getrouwd op het ge meentehuis te Norminster. Er had onmiddellijk een bijeenkomst plaats van de advocaat-generaal en Pomeroy. „Fraaie geschiedenis!" zei de advocaat-generaal. „We hadden natuurlijk met die mogelijkheid reke ning moeten houden. En wat doen we nu?" „Gewoon doorgaan," zei Pomeroy, „en afwachten wat de rechtbank van de zaak denkt. Er is ver moedelijk wel voldoende bewijs voor gevangenhou ding, maar er staat ons in elk geval niets anders te doen. Gezien de ongerustheid van het publiek, neem ik aan, dat u de zaak wilt doorzetten. Als de rechtbank hem vrijlaat, is dat haar zaak." „Ik geloof dat ik u zal vragen om als officier te fungeren. Ik wilde eerst Dalby vragen, maar daar het een moeilijke zaak dreigt te worden, dacht ik aan u." „Zeker," zei Pomeroy. ,,U kon wel eens gelijk heb ben." Dientengevolge zei Pomeroy op de dag, die was vastgesteld voor het vooronderzoek: „Edelachtbare heren, mag ik mij voorstellen als officier van jus titie in deze zaak, terwijl mijn geachte tegenpleiter de heer Duffield, optreedt als raadsman voor ver dachte." Duffield had in eerste instantie weinig zin om de verdediging op zich te nemen. „Ik treed niet graag op als verdediger voor mijn vrienden," had hij gezegd, „tenzij het gaat om een zaak van onder geschikt belang. Want je bent natuurlijk gauw be vooroordeeld. Gewoonlijk doe ik het niet. Als jullie erop blijven aandringen, kan ik niet weigeren, maar ik zou er de voorkeur aan geven, dat jullie iemand anders zochten." Maar zij waren erop blijven aandringen en tenslotte had hij met tegenzin toegestemd. „De verdachte, die, naar ik meteen wil opmerken, een man van onbesproken gedrag is, wordt ten laste gelegd dat hij op 15 juni jongstleden Gilbert Essex vermoord heeft. Het heeft geen zin om te doen alsof niemand weet wie Gilbert Essex is - of mis schien moet ik zeggen was. Ook ligt het niet op mijn weg om tegen te spreken, dat de dood van Essex ongetwijfeld een grote opluchting is voor de gemeen schap. In geef toe dat hij een moordenaar was, die de galg verdiend had. Maar ik behoef er uwe edelachtbaren niet op te wijzen, dat wij niet kunnen toestaan, dat een willekeurling de wet in eigen handen neemt, hoe loffelijk zijn beweegredenen dan ook mogen zqn. De enige vraag die wij onder ogen moeten zien, is of het openbaar ministerie een voorlopig bewijs heeft dat verdachte deze man ver moord heeft en, nadat u de getuigen gehoord hebt, heb ik het voornemen u om uitspraak te vragen dat dit bewijs geleverd is en dat verdachte te zijner tijd terecht zal moeten staan. Misschien moet ik er maar 'meteen bij zeggen, dat de zaak er voor ons niet zo rooskleurig uitziet als aanvankelijk werd aangenomen tijdens de arrestatie. De reden hiervan is, dat een der getuigen, die wi) wilden dagvaarden, niet langer beschikbaar is als getuige voor het openbaar ministerie." Op dit punt stond Duflield op. „Ik dacht dat het doel van deze toespraak was om de rechtbank te vertellen, welk bewijs er wél tegen verdachte is, en niet welk bewijs er niét is." „Ik verzoek de waarde raadsman, mij niet te inter rumperen," zei Pomeroy. „Ik maak mijn excuses voor de interruptie en het spijt mij zeer, dat ik mij gedwongen zag deze te maken," zei Duffield. „Maar ik wil er meteen bij zeggen dat, hoezeer het mij ook zal spijten, ik zal doorgaan met interrumperen, telkens wanneer mijn geachte tegenpleiter ongepaste opmerkingen maakt in zijn toespraak. Eerlijk gezegd bevreemdt het mij dat hij daar al zo gauw mee begonnen is. Gewoon lijk moet hij eerst warm lopen." „Deze opmerking gaat alle perken te buiten." zei Pomeroy, „en ik ben ten hoogste verbaasd, dat de waarde raadsman deze maakt." „Niet meer dan ik bij de opmerking van de officier over het niet beschikbaar zijn van zekere getuige. Hjj weet heel goed waarom de getuige niet beschik baar is en naar mijn mening kan deze opmerking slechts bedoeld zijn om stemming te maken." „Wel allemensen!" zei Pomeroy. „Dat is toch te erg! De waarde raadsman attaqueert mq persoon lijk en ik moet de bescherming inroepen van de rechtbank. Ik ben nu al meer dan vijftien jaar advocaat in strafzaken en niemand heeft ooit zoiets durven beweren." „Ik hoop, dat u er dan ook geen aanleiding toe hebt gegeven," zei Duffield. „Heren, heren," zei de president. „Het zou de rechtbank veel aangenamer zijn, als u zich bij de zaak wilde houden. Als het u wenselijk voorkomt, kunt u uw woordenstrijd voortzetten op een geschik te plaats buiten het gerechtsgebouw na afloop van de zitting." „Het spijt ml), edelachtbare heren," zei Pomeroy, „maar ik ben niet gewend aan een dergelijke be handeling." „Daar is nu een einde aan gekomen," zei de president. „Gaat u alstublieft verder met de ten lastelegging." „Zoals u wilt, edelachtbare," zei Pomeroy. Hij ging er daarna toe over om voor de rechtbank het bewijs te schetsen, dat hij van plan was voor te leggen. Toen hij klaar was, zei de president: „Is Haf «1 hof houiiic Hflf U trooi* wïlf lorrnror»?" I KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. verbinding—. hoofdstad; 2. instrument om de ao van stromend water te meten; spraak, stip op de dobbelsteen; 4. ojtriV teloosheid, gestold vleesnat; 5. IJLft: opleidingsschool (afk.), bevelsclu toeristenbond, niet voorvoegS®jeJ! zieken; 8. voorzetsel, reinigingsiuw Noorse volksvertegenwoordig111*' yri houtsoort, ongeschonden; 11. brui11 stof, hagedisachtig dier. ,g. Verticaal; 1. zenuwschok, ztiigbU^^ brandstichter, Franse vennooyr0- vorm; 3. diamant, tuingereedscn „ri"' ambtenarenorganisatie, werk in V 0^, maaktijd; 5. rund, elfenkoning! ,j0; juffrouw (Fr. afk.), Vlaamse ra samengestelde klinker, Indisch pI-i^, weefwerk, Engels lidwoord; 8. \e\dex. terlijk parament, leer van het jj0ori, dicht; 9. jongensnaam, plaats in piaf Brabant, lichaamsdeel; 10. dron» partijen, eskimohut. OPLOSSING 17 DECEMBER eK Horizontaal: 1 rek - 4 lenig - - 8 og - 9 ne - 10 oud - 11 1®£ V i 14 ge - 15 naarden - 18 namen Vertikaal:; 1 rem - 2 enen - 3 -"n dat al het bewijs, dat u voor wilt leggen?" leguaan - 5 genegen - 6 doorn (Wordt vervolgd) 113 irma - 16 aap - 17 del. 7 re

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 2