Breng
kinderen zeker één keer
per jaar in de
dierentuin
Uitstervende dieren worden
door diergaarden bewaard
Geen
uitroeiing
Zeldzaam
NIET ALLEEN
VOOR DE
JEUGD
De Europese wisent, die bijna uitgestorven was, maar waarvan er nu weer meiijk in grote reservaten en
vijfhonderd zijn.
Minstens één keer per
jaar moeten de
kinderen naar de
dierentuin. Dat is een dag
vol opwinding. Zo gauw
ze de poort door zijn, be
ginnen ze van kooi naar
kooi te rennen; nauwelijks
hebben ze de contouren
van het wasbeertje of het
stekelvarken onderschei
den of ze hollen al weer
naar het volgende verblijf,
dat nóg groter of interes
santer lijkt. Dat duurt zo
voort tot ze ergens écht
geboeid worden. Ze ko
men dan in het stadium
van het opnemen. Weken
daarna blijkt nog uit de
tekeningen, hoe intensief
dat opnemen is geweest.
Eén van de drie Przewalski-paarden in Artis, ogen
schijnlijk een gewoon paardje, maar toch een heel
zeldzaam beest.
WOENSDAG 20 MAART 1963
PAGINA 2
omgekeerde waar: diverse
diersoorten bestaan vandaag
nog voort dankzij het werk van
de dierentuinen. Een sprekend
voorbeeld is de Europese wi
sent, die omstreeks 1918 in het
wild was uitgestorven en waar
van in de diverse dierentuinen
nog 39 exemplaren over waren.
Men is erin geslaagd, dit aan
tal tot boven de vijfhonderd op
te voeren en er is weer een
aantal wisenten uitgezet in een
reservaat in Polen.
Een ander voorbeeld is het
Pater Davidshert, dat ontdekt
werd aan het keizerlijk hof in
Peking. Het bleken de laatste
exemplaren te zijn. Nu leven
er weer tientallen op een land
goed in Engeland en in diverse
dierentuinen.
Iets dergelijks geldt voor het
Przewalski-paard, waarvan
misschien nog een heel kleine
kudde bestaat in Mongolië. In
de dierentuinen heeft men nu
ongeveer tachtig exemplaren,
dat is ook al gegroeid van vijf
tig. Artis heeft drie van deze
paarden, ogenschijnlijk heel
gewone paardjes, waar het gro
te publiek achteloos aan voor
bij loopt.
Zeer veel dieren planten zich
voort in gevangenschap en als
een dierentuin een overschot
heeft, komen de betrokken die
ren op de ruillijst van de inter
nationale vereniging van die
rentuindirecteuren. Artis had
vorig jaar ruim 200 geboorten
bij 70 soorten vogels en zoog
dieren.
Sommige dieren planten zich
alleen in bepaalde streken
voort; enkele apen doen het
wel in Zuidamerikaanse dieren
tuinen, maar niet in Europa.
Ook dergelijke dieren kunnen
in de collecties blijven, zonder
dat men de natuur moet plun
deren. Er zijn echter ook soor
ten, die in gevangenschap ner
gens nakomelingen krijgen. Men
houdt deze soorten zoveel mo
gelijk in paren, geeft hun een
wetenschappelijk uitgedokterde
voeding, bezorgt hun een per
fect onderkomen, maar het lukt
desondanks nog altijd niet. Dat
is b.v. het geval met het Afri
kaanse jachtluipaard, een dier
dat telkens weer uit de natuur
moet worden aangevoerd.
Dat kan een bedreiging be
tekenen voor de instandhou
ding van zo'n soort, maar het
hoeft niet. Sommige soorten
verdragen een kleine aderla
ting zonder meer, vaak is het
zelfs nodig dat het aantal be
perkt wordt. Ook ir. Afrika le
ven de wilde dieren nog voorna-
enige regulering is daar soms
niet te vermijden. Zo kan men
soms Zuidafrikaanse harte-
beesten krijgen, op zichzelf
uiterst zeldzame dieren, waar
van men er echter op een be
paald moment te veel heeft.
Dergelijke dieren zouden an
ders toch worden opgeruimd.
De bona-fide dierentuinen be
trekken dergelijke dieren op le
gale wijze van de staat waarin
ze voorkomen. Als dat niet kan
ziet men ervan af. Want na
tuurlijk is er handel in gesmok
kelde, beschermde dieren.
„Daar doen wij niet aan
mee", zegt men in Artis.
Het grootste gevaar voor
uitsterven van zeldzame die
ren ligt niet bij de dieren
tuinen, zeker niet bij de we
tenschappelijke tuinen, maar
bij de plaatselijke regeringen.
Sommige landen offeren hun
laatste exemplaren van een
diersoort op als er maar goed
voor betaald wordt. Een voor
beeld is de Komodo-waraan,
een grote hagedisachtige, die
meer dan drie meter lang
kan worden. Het dier komt
sporadisch voor op het Indo
nesische eiland Komodo;
maar wie er een halve ton
voor over heeft, kan er een
krijgen... Het spreekt overi
gens vanzelf, dat de dieren
tuinen die dergelijke dieren
aanschaffen, niet vrijuit gaan.
Het is hun vraag die deze
handel in stand houdt. Maar
gelukkig zijn de meeste die
rentuindirecties verstandiger
dan dergelijke regeringen.
Zeldzame dieren in Artis
zijn: het Bawean-hert, afkom
stig van het eiland Bawean in
de .lavazee en waarschijnlijk
het laatste exemplaar ter we
reld; geschenk van een gere
patrieerde, die het hertje als
huisdier had (in Artis sinds
1956);
de kudde wisenten, die al
dieren geleverd heeft aan Ant
werpen, Zweden, New York,
Pretoria en Ceylon. (Deze sprei
ding is van groot belang voor
het voortbestaan van de soort,
in verband met mogelijk optre
dende ziekte in een of ander
land);
twee merries en één hengst
van het Przewalskipaard
de Beermaki Anquantibo
(Westafrikaans halfaapje),
twee van de drie in gevangen
schap levende exemplaren ter
wereld.
De collectie dieren in het
dierenpark komt tegemoet aan
de fantasie van het kind. Hier
vindt het eindelijk een oord
waar beesten rondlopen, die
eens iets anders vertonen dan
de gebruikelijke combinatie van
kop, romp, staart en vier poten.
Dieren bovendien die indruk
maken door gigantische afme
tingen. Als een ongebruikelijke
anatomie samengaat met een
reuze-formaat, is het succes
compleet, dat blijkt bij de giraf
en de olifant, welke laatste
dan bovendien nog de attractie
biedt, dat de slang van z(jn
stofzuiger echt werkt als je
een klontje suiker aanbiedt.
De dierentuin mag o.i. geen
enkel kind worden onthouden
en zou als instituut al ruim
schoots bestaansrecht hebben,
als hij alleen voor dit doel was
opgericht. Maar de dierentuin
is er niet alleen voor de kin
deren; ook vele volwassenen
beleven er hun genoegen aan,
variërend van het af en toe
zich verbazen over de vormen-
rijkdom van het dierenrijk of
het geregeld contact met be
paalde favorieten vooral on
der de vaste bezoekers van
Artis zijn er verscheidene die
jarenlange vriendschappen on
derhouden met een zebra of
dromedaris tot het weten
schappelijk bestuderen ervan.
Aan dit laatste doel beantwoor
den vooral de zoölogische in
stellingen, die minder op de
commerciële exploitatie (hoe
ven te) letten dan op het in
stand houden van een uitge
breide en gedifferentieerde col-
In Nederland zijn Artis en
Blijdorp dergelijke instellingen.
De Amsterdamse diergaarde
heeft de meest uitgebreide col
lectie, zelfs één van de meest
uitgebreide ter wereld. Mo
menteel bezit men er ongeveer
1300 diersoorten. Daarin zijn
ook minder spectaculaire soor
ten als wandelende takken en
stekelbaarsjes begrepen. Het
aandeel van het aquarium is
zelfs zeer aanzienlijk: 440 soor
ten, waarmee het één van de
grootste ter wereld is en waar
schijnlijk het meest gevarieerde.
De trots van dit aquarium is
de collectie koraalvissen, die
90 soorten telt. Wat de zoogdie
ren betreft komt Amsterdam
met 182 soorten op de acht
ste of negende plaats.
Om een dergelijke dieren-
collectie op peil te houden,
moet men voortdurend nieu
we dieren aanschaffen. De
meeste zoogdieren hebben
maar een levensduur van
tien tot vijftien jaar. Jaren
geleden heeft Artis eens een
leeuw gehad, die .als welp in
het wild gevangen was en die
na negentien jaar zonder ma
nen en tanden van pure ou
derdom doodging. Een der
gelijke leeftijd is voor een
leeuw uitzonderlijk.
Betekent dat niet, dat de die
rentuinen een forse bijdrage
leveren tot de uitroeiing van
de laatste wilde dieren van
Afrika en Azië? Gelukkig valt
dat mee en is zelfs vaak het