De grote steden in Nederland spelen in het binnenlands toerismeeen belangrijke rol. Toch weet vaak de stedeling zelf nietwat zijn stad hem eigenlijk allemaal heep te bie den. De eigen stad is nog steeds voor velen Als het maar éven mooi weer is staan in de rondvaartdiensten te wachten op Een stukje onbekend voor velen althans Rotterdam: een stijlkamer van de zeventiende-eeuwse herberg ,JDe Pappe- gay" in het Historisch Museum (het voor malige Museum Boymans). Amsterdam lange rijen bij de steigers van een toer door haven en grachten. Vast pandoer in Utrecht: een bezoek aan de Domhier gefotografeerd in het schijnioerperlicht dat hem 's zomers ook 's avonds tot een van verre zichtbaar, baken maakt. WOENSDAG 20 MAART 1963 PAGINA 13 EEN ONBEKENDE STAD Plaswijekpark. Intussen blijven de havenrond- vaart, de rondritten per bus, het winkelen in <fc Lijnbaan en het bezoek aan de Euromast aan trekkelijke zaken. De bezoeker heeft echter alle kans aan het eind van zo'n dag in dat jachtige Rotterdam doodmoe te zijn. Als hij dan vertier zoekt zal hij met weinig méér genoegen moeten nemen dan waarmee de Rotterdammer zichzelf pleegt te vermaken: de meestal lichte filmpro gramma's. Kriterion op het dak van het Groot handelsgebouw draait nog wel eens iets bij zonders. Het theatertje heeft als speciale attrac tie, dat men er 's avonds voor het filmdoek zakt en het journaal begint, kan genieten van het pa norama van heel die flonkerende stad. Utrecht ontvangt vooral bezoek „van buiten" tegen het einde van de week. Men komt dan inkopen doen en combineert dit vaak met een bezoek aan de schapenmarkt (zaterdag) óf, nu en dan 's maandags, aan de paardenmarkt. Voor de vrouw is een wandeling langs de mode magazijnen aan de Oudegracht altijd wel de moei te waard. Wie geen brood meebrengt om dat in een koffiehuisje te gaan nuttigen, maar eens van bijzondere culinaire prestaties wil genieten, kan daarvoor bij enkele befaamde restaurants terecht. De Muntkelder aan de werf van de Oudegracht is bekend om zijn pannekoeken. Ook Utrecht kent boottochtjes door singels en grachten en naar Loosdrecht; In de jongste, natte zomer kreeg het Spoorwegmuseum een druk bezoek. En nog maar steeds komen er elk jaar duizenden dapperen naar de stad om de toren te beklimmen waaraan zij haar „bijnaam" dankt: de machtige Dom. Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, ze hebben nog steeds voor vele Nederlan ders uit kleinere plaatsen eenzelfde aantrek kingskracht als de buitenlandse metropolen voor de inwoners van dat stedenkwartet. Het is als met Parijs, 's Zomers verlaat de Parijzenaar zijn stad en geeft haar vrij, niet alleen aan de buiten lander maar ook aan de „binnenlandse vreemde ling". Ook Nederland kent een druk binnenlands toerisme, al is dat dan wat betreft de grote steden vrijwel altijd toerisme-van-één-dag. De steden heb ben intussen wel zoveel attracties dat zo'n enkele dag gemakkelijk en gauw is gevuld, al was het al leen maar met de meest bekende bezienswaardig heden en vermakelijkheden, obligate nummers in de V.V.V.-programma's. Maar dat er nog zoveel méér is dan Rijksmuseum, Madurodam, Euro mast of Domtoren of het koop- en winkelcen trum zoals elke grote stad dat wel heeft wordt velen nooit bekend. Zelfs de stedeling niet. Bij Amsterdam vindt de vreemdeling Neder lands toeristische attractie nr. één: Schip hol; hij kan zittend genieten, op het café terras of zelfs in het treintje van de rond leiding. Tijdeus een rondvaart door de hoofdstede lijke havens en grachten, altijd wel weer de moei- te waard, ziet de bezoeker veel en rust hij nog uit ook. Wie dan óók nog Rijks-, Stedelijk en Tro penmuseum, Artis en „O. L. Heer op Solder" heeft „gedaan", kan eens aan iets anders gaan denken. Dat in het seizoen in Carré aan de Am- stel de Snip en Snaprevue nooit ontbreekt is wel bekend. Maar hoeveel Nederlanders hebben Anne Franks „Achterhuis" aan de Prinsengracht be zocht? Of kennen het interieur van het (gratis toegankelijke) Centrum voor Industriële Vormge ving in het Beursgebouw aan het Damrak? Of hebben al eens genoten van het (ook al gratis) uitzicht over stad en haven van het hoge Haven gebouw af? Den Haag staat voor tienduizenden alleen maar gelijk met pier, Madurodam, Vredes paleis en Panorama Mesdag. Maar het „an dere" (echte) Scheveningen bijvoorbeeld is nauwelijks bekend. De kennismaking vraagt wel vroeg opstaan. Maar na een wandeling over het ontwakend strand de activiteiten bij de visafslag gadeslaan is een boeiende bezigheid, alleen al om de pokergezichten van de handelaren die daar van zeven uur af in hoog tempo onder leiding van de afslager voor tienduizenden guldens vis kopen. Wie na de drukte van haven en Boulevard rust zoekt kan die vinden op het voor het publiek open gestelde landgoed bij de Wassenaarseweg, vijftig meter opzij van de grote weg Den Haag-Scheve- ningen; de prachtige Japanse tuin mag slechts onder geleide worden bezichtigd. Wassenaar heeft niet alleen zijn Dierenpark, maar ook daarnaast gelegen zijn dierenkerkhof met op de zerken vele wel héél roerende teksten. Wat Den Haag zelf betreft: kent ge de stad van vroeger, maak dan eens een bustocht door de nieuwe wijken en zie hoeveel er is veranderd en bijgekomen. En is u dat alles wat te veel op de vele eeuwenoude hofjes (bijvoorbeeld het hofje van Nieuwkoop aan de Prinsegracht) zijn rust en sfeer van vervlogen dagen nog aanwezig, al is er dan TV. Instellingen waaraan de gemiddelde toerist vrijwel steeds voor bijgaat zijn het Postmuseum, het Kostuummu seum en het Museum voor het onderwijs, elk met hun eigen bekoring. Natuurlijk is er dan nóg veel meer. Een schrijver van detective-boeken laat daarvan iets zien tijdens de door hem georgani seerde nachtelijke mysterie-toer langs „het Den Haag dat niet in de Baedeker staat". Ja ja. Het verwerpen van conservatisme en het zoe ken naar „nieuwe wegen" uit zich in Rotter dam mede in vanouds gevestigde instellin gen zoals bijvoorbeeld een diergaarde. Men kent het geijkte type: uitheemse dieren in al dan niet fraaie van traliewerk voorziene ruimten. „Blij- dorp" heeft dat systeem waar mogelijk laten var ren, nadat de diergaarde in het hart van de stad in de laatste oorlog was verwoest. Uitgangspunt bij de nieuwe dierentuin was de^ plaatsing van de dieren zoveel mogelijk in het eigen landschappe lijk decor, dat ook de ruimtewerking ten goede komt. Toch is in dat Rotterdam met alles even nieuw en modern. In het oude Delfshaven restau reert men enkele aardige historische projecten. En wie ook nog eens wil dwalen door zo'n ouderwetse doolhof vindt die in het ook andere attracties rijke

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1963 | | pagina 27