ADZJOEBEI EN HET RUSSISCH ANTIPAPISME
Moskou tracht zijn voordeel te doen
niet 's Pausen streven naar vrede
Atheï
eisme
zaak
is over honderd jaar een
van eigen geweten?
Strijd tegen
strookt niet
de godsdienst
met idealen
van gelijkheid en vrijheid
Mens en
geweten
||f
Twinset
als
jockeypak
Een nieuw boek
over Iwan de
V er schrikkelijke
actuele studie
Practische en
S"ssen
ZATERDAG 13 APRIL 1963
hr
U
- tik-' j
- -r-'
hij moet doen
Zondagmorgen in een Orthodoxe kerk in het Moskouse Sokolniki-district.
tn t^|j
(W,T Russische romans wordt de
ee'i «O Paaswake beschreven,
Ve,1(|;anienzijn dat warmer en le-
,i 'is dan wat b.v. de Quakers
l(f Russis^1 '»'n meeting" zp. Aan
di^^t icJi godsdienstoefening ont-
««We- - spoor va" Quaker-indivi-
ïov; Wordt in ho£e mate Pas"
zin 11 .want de Russische ge-
üh eh ln n n'et mee» gebruiken geen
n. n* SUan ju het «Ip-pmppn niet,
vHt u
>dr he"
Ma;
van
ap te
de
samen een
zijn, die als
voorwerp is Tan bijzóndere ge-
RuJÏÏ" °P het ogenblik maar
die regelmatig naar de
de Paasdien-
K «tin
"tk .- Rus
"bi,, j^an,
^W'J^ssians
gaan in het algemeen niet
ar ook a' wandelen zij soms
tK^rlinTe? weer en al wisselen zij
"Xe p '"atste nieuws uit, zo'n Or-
•Ka? V;,n aa^(iienst ademt volledig
•Tiende »s°bornost'
nT,ilbig vJ^eenseh
Kr
Puileè !ilaa,r tijdens
•t" kathedralen uit.
aui-A,VaT, as People" heeft de
'0al. rrien Tr ^rilght Miller geschilderd,
n opeengepakt staat in de
e» i ruimte. De lucht is be
ha,,1 tiet ni vangt een geur van zweet.
Vo„§'Valled nd' zo'n vijftien meter
op d ®rote druppels lauw condens-
jfse h^T^^^eeglÖke massa. By-
de Tf'^gen kijken van de muren
WÏ.5 het gelende wierook naar bene-
C*t is meT1C^tbare koor, dat ver-
bii ïi Zonde.1 enkT° operazangers, zingt
<i;nr?r,hodov ophouden en, zoals altijd
kaa Het diensten, zonder begelei-
SenfSen die Tste licht- afgezien van de
e*isch»»?e. eden van deze biddende
de TCentro?r.,iln de hand houden, is
jj'open voorin °P het S°udbrocaat van
zS?1 vierr?,akt men uitgeput van het
W een UATen staan- Buiten bevindt
<Wr. flauw wegS?tere meni«te' die °ok
Uk haarsiiT verlicht door honder-
MLhiet do n wisselt Paaswensen
hieLMstert *?ensen in zijn omgeving,
di Thrjgn naar degenen, die kunnen
sen fragment'en van de
tn^.Van d, Ulten beleven het hoogte.
iusc;nfl„ Vfering misschien nn? dra-
*«r dan zij
plaatsje hebben gevonden. Want te mid
dernacht gaan de popen in processie
om de kathedraal heen, totdat zij ko
men voor de grote deuren, die zijn ge
sloten om het Graf te symboliseren.
Plotseling worden de deuren geopend
en in een overweldigende schittering
van goud en kaarslicht treedt de pro
cessie de kathedraal binnen om de
gezangen van de Paasmorgen aan te
heffen. De steen is weggerold en de
gelovigen hebben opnieuw de Verrij
zenis ervaren. En nog tijdens de hele
Paasweek wisselen de mensen met
elkaar en met de popen de Paaskus
uit en de Paasgroet: .Christus is ver
rezen!" ,Hij is-waarlijk verrezen.
Wat weten wij eigenlijk van de gods
dienst in de Sovjet-Unie? Ongeveer
een maand geleden werd een groep Rus
sische geestelijken, die onder leiding var-
de Orthodoxe aartsbisschop Nikodim eer
rondreis door de Verenigde Staten had
gemaakt, in Washington gevraagd naai
de 32 personen uit Siberië, die onlangs
„religieus asiel" hebben gevraagd (maai
niet gekregen) bij de Amerikaanse am
bassade in Moskou.
Pastor Aleksei Stojan, die in de groep
de Unie van Baptisten en Evangelische
Christenen vertegenwoordigde, antwoord
de, dat het Pinkster-Zionisten waren,
die naar Israël wilden om daar op de
berg Zion de spoedige komst van de
Heer af te wachten. Wat betekenen al
die termen?
Alweer enige tijd geleden is bij Mac
millan in Londen een nuttig boek ver
schenen van Walter Kolarz, dat getitek.
is „Religion in the Soviet Union", li
dat boek vindt men allerlei bijzonder
heden over de Orthodoxe Kerk, de an
dere christelijke gemeenschappen, dt
Islam, het Jodendom en de talloze sec
ten in de Sovjet-Unie. Er staat bijvoor
beeld in beschreven, hoe die Unie van
Baptisten en Evangelische Christenen in
Rusland is ontstaan.
De Unie van Russische Baptisten werd
In, 1884 opgericht tijdens een conferen
tie, die werd gehouden in het Oeikraïnse
dorp Novo-Vasilevka. Zij omvatte voor-
Tot de Evangelische Christenen re
kenden zich voornamelijk Groot-Russen
uit de hogere kringen van de maatschap
pij. Lord Radstock, die, geïnspireerd door
de Plymouth Brethren, in het laatste
klwart van de vorige eeuw naar St. Pe
tersburg kwam, bekeerde daar o.m.
prinses Natalia Lieven'. In „Het Dag
boek van een Schrijver" wordt Lord
Radstock door Dostojevsky vermeld.
Ofschoon de Baptisten en de Evan
gelische Christenen het theologisch na
genoeg met elkaar eens waren, hebben
etnische en sociale verschillen een unie
lange tijd onmogelijk gemaakt. Daar
kwam nog bij, dat de Evangelische
Christenen aanvankelijk werden geleid
door een dynamische sommigen zou
den zeggen despotische persoonlijk
heid, Prochanov, die de Unie van Baptis
ten eenvoudig wilde annexeren.
De fusie, op basis van gelijkheid,
kwam pas in Iff 14 tot stand en misschien
had zij zich zelfs dan nog niet voltrok
ken, ais beide groepen niet de zware
druk hadden ondervonden van een
atheïstisch regime. Kolarz schat, dat de
Unie van Baptisten en Evangelische
Christenen in de Sovjet-Unie thans een
drie miljoen gelovigen omvat.
Men zal in zijn hoek niet vergeefs
zoeken naar een beschrijving van
de Pinksterbeweging, die Rus
land al in 1906-7 bereikte, maar
die zich pas begon te verspreiden na
dat de communisten de macht hadden
veroverd. Vooral in het westen van de
Sovjet-Unie verwierf zij véél aanhan
gers.
Toen de Duitsers grote delen van de
Oekraïne en Wit-Rusland bezetten, dwon
gen zij de Pinksterbeweging tot een fu
sie met de Baptisten en de Evangelische
Christenen. Na afloop van de Tweede
Wereldoorlog werd die maatregel door
de Sovjet-autoriteiten gecontinueerd.
Zij hadden namelijk de indruk, dat de
Baptisten tamelijk volgzaam en loyaal
waren, terwijl de voormannen van de
Pinksterbeweging wel eens gevaarlijke
fanatici zouden kunnen blijken. Een aan
tal Pinkstergemeenschappen weigerde in
de fusie te berusten, de anderen hebben
voortdurend moeilijkheden gehad met
de Baptisten.
De Sovjet-regering greep herhaalde
lijk in en zij heeft een aantal succes
volle Pinksterpredikanten (bijvoorbeeld
Ivan Pankb, die zijn opleiding had ge
noten aan de Danziger Bijbelschool)
verbannen naar Siberië.
Belangwekkend is voor ons vooral,
wat Kolarz vertelt over de positie van
de Katholieke Kerk in Rusland. Men
kan dat zien als achtergrond voor het
bezoek, dat Alexei Adzjoebei onlangs
heeft mogen brengen aan de Paus.
Zoals bekend hebben haast alle gods
dienstige groeperingen in de Sovjet-
Unie afwisselende perioden meegemaakt
dat zij vervolgd en geduld werden.
Maar dat geldt niet voor de katholieken
in Rusland. Die zijn in de eerste ja
ren. van het communistische bewind
evenzeer vervolgd als bijvoorbeeld de
Orthodoxe Kerk, maar, anders dan de
Orthodoxen, hebben zij sindsdien nooit
de betrekkelijke luwte gekend van een
concordaat of iets van die aard.
Kolarz noemt drie redenen, waarom
de communisten juist op de katholieken
zo geheten zijn.
Er loopt, om te beginnen, c
hele Russische geschiedenis een
antï-papistisehe trek. Olearius, een
Duitser, die in Rusland woonde toen
de vader van Peter de Grote nog tsaar
was, heeft destijds geschreven: „De
haat, die de Russen tegen de Latijnse
Kerk koesteren, is oeroud en op de een
of andere manier ingeschapen; hun voor
vaderen hebben deze haat overgenomen
van de Grieken en hem weer, als een
ergernis, doorgegeven aan hun nako
melingen".
En een Jezuïet, die in 1581 een be
zoek aan Moskou bracht in de hoop,
dat hjj de zaak van de Kerk in Rus
land zou kunnen bevorderen, Antonio
Possevino gaf het openhartig toe. „De
Moskovieten", zei hij, „hebben zó'n
hekel aan de Roomsen, dat zij, als zij
iemand iets kwaads willen toewensen,
tegen hem zeggen: ik wou, dat ze je
Rooms maakten".
Deze anti-katholieke trek werd aan
gemoedigd door de groot-hertogen en
tsaren, die in de Kerk van Rome een
machtige concurrent zagen voor hun
eigen Orthodoxe Kerk. Ook is Rome
wel beschouwd als het symbool van
alles wat in de wereld anti-Russisch
(dus niet alleen anti-communistisch)
was.
In de tweede plaats staat het katho
licisme, in de ogen van de Russische
communisten vrijwel gelijk met de kwes
tie van de nationale minderheden. Ka
tholiek zijn in de Sovjet-Unie haast uit
sluitend nationale groeperingen met een
sterk westerse inslag, zoals de Polen,
de Lithauers, de Letten en de Duitsers.
Daar komt nog bij, dat vele katho
lieken gewoond hebben, of nóg wonen,
in de grensgebieden, waar zij, naar het
oordeel van de communisten, een moge-
üj'k gevaar inhielden voor de veiligheid
van het socialistische vaderland.
Hun katholiek-zijn vormde een extra-
beletsel voor hun volledige sovjetiserihg,
voor hun deelneming aan de z.g. com
munistische culturele revolutie en zelfs
voor de collectivisatie van de landbouw
in hun woongebieden.
dat geldt in het bijzonder voor perioden
zoals nu wanneer de communistische
wereldbeweging zelf een crisis door
maakt.
Het zou voor de Sovjet-Unie het een
voudigst zijn geweest, wanneer zij de
Kerk altijd maar had kunnen vereen
zelvigen met een of ander verwerpelijk
stelsel. Dat is ook herhaaldelijk gepro
beerd door de Internationale van Mili
tante Godlozen, die de Kerk op één
hoop trachtte te gooien met het kapi
talisme en het fascisme. Maar na ver
loop van tijd gebood de realiteit zelfs
de communisten in te zien, dat de zaken
minder eenvoudig lagen.
Paus Pius XI, die „Divini Redempto-
ris" schreef tegen het godloze commu
nisme, schreef óók de encycliek „Mit
brennender Sorge" tegen het nationaal-
socialisme. In de jaren twintig - maak
ten de Sovjets zich grote zorgen over
de dictatuur van maarschalk Pilsoedski
in het katholieke Polen. Maar de Kerk
behandelde alle priesters, die pro-Pil-
soedski waren, met het grootste mis
prijzen.
Het was ook alweer geen eenvoudige
opgave voor de communisten de Kerk
in haar geheel verantwoordelijk te stel
len voor het Italiaanse fascisme, dat
werd geleid door de atheïst Mussolini,
of voor het Horthy-regime in Hongarije,
waar admiraal Horthy zelf behoorde
tot de Kerk van Calvijn.
In april 1936 kwam de secretaris,
generaal van de Franse communis
tische partij, Maurice Thorez, met
een sensationele verklaring voor de
dag.
Hij bood de katholieken een akkoord
van samenwerking tegen het fascisme
aan. Men kon dat aanbod zien als een
verkiezingsmanoeuvre, want het werd
gedaan aan de vooravond van de ver
kiezingen, die het Volksfront aan de
macht brachten. Maar na de verkiezin
gen heeft hij jjjn aanbod herhaald. Het
heeft een naam gekregen: „la politique
de la main tendue", de politiek van de
uitgestoken hand.
En Thorez heeft vein alles gedaan om
de katholieken in Frankrijk gunstig te
stemmen. Hij vergeleek de bouwers
van de middeleeuwse kathedralen met
de Stadhanov-arbeiders in de Sovjet-
Unie, hjj herinnerde aan de rol van
de lagere clergé in de Franse Revolu
tie en hjj wees op punten van overeen
stemming tussen het Communistische
Manifest en de encycliek „Reruni No
varum".
Deze politiek van de uitgestoken hand
dient o.m. te worden beschouwd als een
erkenning door de communisten, dat
hun analyse van de betrekkingen tussen
Kerk en fascisme verkeerd was ge
weest. En in zoverre heeft Thorez voor
een precedent gezorgd, dat er daarna
telkens perioden zijn geweest, waarin
n de derde en laatste plaats zien de
Russische communisten in de uni
versele Kerk een geweldig obstakel
voor de verbreiding van hun stel
sel over de hele wereld en voor het
bereiken van bepaalde doelen van de
Russische diplomatie.
Natuurljjk is het z.g. internationalis
me een van de grote idealen van de com
munisten zelf, maar zij worden toch
aanhoudend geïmponeerd door de univer
saliteit van de Kerk van Rome, en
die binnen eennamelijk boeren uit de Oekraïne,
Een opname, die op Paaszaterdag is gemaakt. Bij een kleine kerk in het centrum
van Moskou heeft zich een lange rij mensen opgesteld, die eerst hun Paaseieren
en hun Paasgebak willen laten zegenen door de popen en dit vervolgens deel
nemen aan de Paaswake.
Moefti Zia-al-Din Babakhanov, leider
van de Mohammedaanse organisatie in
Centraal-Azië.
het Russische communisme zijn botte
hetze tegen de Kerk tijdelijk staakte
en verving door een meer genuanceerde
beoordeling.
Stalin, die in 1935 aan de toenmalige
Franse premier Laval de ironische
vraag stelde, hoe groot het leger was
van de Paus, en die later bij president
Roosevelt sarcastisch informeerde naar
het aantal divisies, dat het Vaticaan
er op na hield, is ook wel eens in het
voetspoor van Thorez getreden. Dat
was, toen zijn legers het overwegend
katholieke Polen binnenrukten en toen
hij trachtte de ietwat naïeve Pools-
Amerikaanse pater Orlemansky tot zijn
spreekbuis te maken.
De communisten hebben altijd de
hoop levendig gehouden, dat zij
erin zouden slagen een splitsing
in het katholieke kamp teweeg
te brengen, tussen progressief en con
servatief. Vandaar de aandacht, die zij
schonken aan de kwestie van de pries
ter-arbeiders in Frankrijk, aan allerlei
uitlatingen van burgemeester La Pira
van Florence en nu weer aan de vre
desboodschappen van Paus Joannes.
Er is geen enkele reden om aan te
nemen, dat het Kremlin zich bij zijn
huidige avances in de richting van de
Heilige Stoei reeds laat leiden door de
inzichten, die Walter Kolarz in zijn
laatste hoofdstuk; over de toekomst
van de godsdienst in Rusland, ontwik
kelt.
Hij begint daarin met de stelling,
dat de strijd tussen communisme en
godsdienst niet „ad finitum" zal
doorgaan. Het einde komt niet, omdat,
zoals de partijleiders zo gaarne aan
nemen, de godsdienst op zekere dag
verdwijnt, maar omdat het communis
me, net als ieder politiek stelsel uit de
geschiedenis, zal ophouden te bestaan.
Die verdwijning kan zich langs revolu
tionaire weg voltrekken, maar waar
schijnlijker is het, dat het communisme
eenvoudig verbleekt tot een historisch
feit.
Is het zo gewaagd om te veronder
stellen, dat men honderd jaar later
over de Oktoberrevolutie net zo zal
denken, als men thans denkt over de
Amerikaanse en de Franse Revolutie?
Reeds nu zien wij, dat de behoefte om
de communistische dogma's opnieuw
te formuleren steeds sterker wordt.
Waarom zou dan over honderd jaar
het atheïsme, dat thans in de Sovjet-
Unie nog officieel wordt bevorderd,
niet een zaak zijn geworden voor het
persoonlijk geweten?
Het grote doel van het communis
me is nog altijd de schepping van
een maatschappij van volstrekt
gelijke burgers. Maar zolang er
gediscrimineerd wordt tegen bepaalde
groepen, eenvoudig omdat zy een be-
paalde godsdienst wensen te help den,
zal dat doel niet bereikt worden. Een
begaafd persoon met sterke godsdien
stige overtuigingen heeft in de Sovjet
unie thans niet dezelfde ontplooiings
mogelijkheden als een atheïst. En de
nationale minderheden zijn met vrij,
zolang hun belet wordt de godsdienst
van hun keuze aan te hangen.
In 1923 heeft de Zweedse commu
nist Zacharias Hoeglund geschreven,
Alexis, de Orthodoxe patriarch van Mos
kou en heel Rusland.
dat het er in feite weinig toe doet
of het kapitalisme omver wordt ge
worpen in de naam van God of in
naam van de mensheid. Hij is toen
onmiddellijk bestreden door kopstuk
ken als Zinoviev, Boekharin en Ra-
dek en hij heeft de communistische
beweging uiteindelijk moeten verla
ten. Maar het is in de geschiedenis
van het communisme wel vaker ge
beurd, dat de ketterij van gisteren
de rechte leer van morgen werd.
H. J. NEUMAN.
Iwan IV, de eerste Russische vorst
die de titel tsaar droeg, heeft reeds
vele auteurs geïnspireerd tot een
biografie. In Nederland is nu ook
de door mevr. M. de Haas-Tobias uit
het Engels vertaalde biografie van Ju
les Koslow, die doorgaat voor een ken
ner van de Russische geschiedenis, ver
schenen. Een nieuw boek over Iwan de
Verschrikkelijke dus. Volgens de uitge
ver gaat het hier om een „populair his
torisch" verhaal, een soort „vie ro
mantisée", maar al lezend ervaart
men al gauw dat de auteur zijn re
laas baseert op de feiten, wat boven
dien wordt aangetoond door de lijst
van historische bronnen, waaruit Kos
low, blijkens zijn eigen opgave, heeft
geput. Hij raadpleegde niet alleen Brits
en Oostenrijks feitenmateriaal (bijvoor
beeld dagboeken van diplomaten in
Moskou in het begin van de zestiende
eeuw), maar vooral ook authentiek
Russische bronnen.
Daarom is hier sprake van een be
langwekkend boek, dat men ademloos
leest. Het is tegelijkertijd een afschu
welijk boek, deze eindeloze opsomming
van door Iwan de Verschrikkelijke be
dreven wandaden, zó verschrikkelijk in
derdaad dat Stalin er een kleine jongen
bij was. Koslow gaat minutieuze be
schrijvingen niet uit de weg; vooral
om deze reden vraagt zijn boek voor
behoud voor volwassenen.
Belangwekkend is het boek vooral
door de beschrijving van het Russische
hof- en volksleven onder Iwans rege
ring (1530-1584), waarvoor de auteur
eveneens gebruik heeft gemaakt van
authentieke bronnen. Een fenomenale
beschrijving van een tijd, die al meer
dan vier eeuwen achter ons ligt, maar
die, in het evolutieproces der eeuwen,
heeft geleid tot het Rusland zoals wij
het nu kennen en dat, zou men bijna
zeggen, de onontkoombare reactie is op
ruim vier eeuwen tsarendom, die des
tijds begonnen met Iwan de Verschrik
kelijke.
Uitgave: Hoilandia, Baarn.
tweede op de praktijk daarvan.
Gezin en beroep zijn de belangrijkste
milieus voor de gewetensvorming. In
de samenleving komt het geweten te
voorschijn. Uit een instinctief wezen
ontwikkelt de opvoeding wil en intelli
gentie, waardoor de mens zichzelf rich
ting leert geven, en „tot een geweten
wordt". De betekenis van sancties en
de macht van het goede voorbeeld
worden hier duidelijk uiteengezet, even
als de waarde en de noodzaak van een
godsdienstige opvoeding. Het godsdien
stige leven schenkt aan het geweten
licht en kracht.
Hier had o.i. meer aandacht be
horen gegeven te worden aan de rol
van de Kerk in de gewetensvorming,
en dit te meer, daar juist dit in onze
tijd voor velen problemen oproept,
waarmee men veelal geen raad weet.
Uit de laatste paragraaf: „Geweten
en voorschriften" is weliswaar het een
en ander hieromtrent te concluderen,
maar om het belang van de zaak
zouden wij toch de voorkeur hebben
gegeven aan een expliciete behandel
ling van dit thema.
Al met al lijkt ons Madiniers studie
echter zeer leerzaam. Wij bevelen ze
dan ook graag ieder aan, die een
grondslag zoekt voor de huidige le
vensproblematiek. Het boek (116 blad
zijden) is zeer helder geschreven en
voor elke ontwikkelde goed te volgen.
Het is uitgekomen in de Spectrum-
serie: „Mens en medemens, aspecten
der sociale werkelijkheid",
'U i'WsuV- -•*
Hst geblokte wit en zwart jersey-
pakje van de foto is geïnspireerd
op de dracht van de jockey. Zo
zoekt men naar steeds nieuwe
vormen en variaties voor tricot kleding,
waar de vrouw geen afstand meer van
zal doen. Steeds ingenieuzer worden de
fabrikanten, voortdurend verfijnder hun
produkten, al zijn ze er ook wel eens
helemaal naast als ze de rustige klas
siekheid die nu eenmaal bij dit soort
kleding hoort, geforceerd willen voor
bijstreven met nodeloze „versieringen".
Onuitputtelijk zijn de materiaalsoor
ten sinds de wetenschap de synthetische
vezels in concurrentie heeft gebracht
met de pure wol.
De twinset met rok, hier afgebeeld,
is bijvoorbeeld van wol met crylor. Cry-
lor is het Franse equivalent voor dra-
Ion, dat een Duitse vezel tot basis heeft
en orlon, dat de Amerikaanse vezel is
van diezelfde groep. Het is ingewikkeld
maar we zullen er op de duur wel mee
vertrouwd raken. Crylor (Frans), dra-
Ion (Duits) en orlon (Amerikaans) ho
ren tot de groep van de acryl-vezels.
Voor de zomer is de combinatie wit
met donkerblauw erg geliefd. Er zijn
veel randen en strepen in deze
leende tegenstelling.
Gabriel Madinier, professor aan de
Universiteit van Lyon, heeft
enige jaren geleden een studie
over het menselijk geweten ge
schreven, die nog niets aan actualiteit
heeft ingeboet. Integendeel, zijn wü
geneigd te zeggen, duist nu de katho
lieke moraal voor velen een punt van
discussie is geworden, kunnen Madi
niers heldere uiteenzettingen een grote
steun betekenen, die voorkomt, dat
men, zonder verantwoord uitgangs
punt, zich waagt op het belangrijke,
maai moeilijke terrein van dit onder
werp. Een goed gevormd en goed
functionerend geweten is het instru
ment van onze (betrekkelijke) mense
lijke autonomie en vooruitgang; de
mens wordt erdoor gehumaniseerd.
Daarom kan men ook stellen, dat de
hoogste taak van de opvoeding niet
zozeer ligt in het vormen van de ge
wetens maar veeleer in het „tot
geweten-maken" van iedere mens.
Ons dunkt dit de hoofdgedachte te
zijn van Madiniers studie. Hjj poneert
dan ook met recht, dat het geweten
mens niet zozeer voorschrijft wat
als wat lp) moet
willen (te zijn)De morele waarde
immers is absoluut; zij bepaalt of een
daad verdient gewild of in het geheel
niet gewild te worden. Nuttigheidsover
wegingen of esthetische waarderingen
spreken daarbij niet wezenlijk mee.
Met nadruk wijst de auteur erop,
dat het geweten voor de afzonderlijke
mens de laatste maatstaf en de
laatste rechter is. Natuurlijk moet
het zich laten voorlichten; het moet
begrijpen, dat het soms raad moet
vragen en dat het zich heeft te
buigen voor een autoriteit, die be
voegd is tot helpen, maar uiteinde
lijk blijft het toch, ofschoon aan nor
men onderworpen, zelf normerend.
Voor theorie en praktijk brengt dit
vaak zeer ernstige problemen mee,
omdat het individu tenslotte een
zaam en alleen tegenover zijn ge
weten komt te staan, waarbij het
steeds noodzakelijk zal blijven zich
zelf te wantrouwen in verband met
partijdigheid, vooroordelen en ver
blindheid.
Het komt ons voor en wij hadden
graag gezien, dat de schrijver hierop
nader was ingegaan dat, de zaken
eenmaal en terecht zo gesteld,
de angst voor een persoonlijke beslis
sing menigeen parten zal spelen. Men
durft zijn persoonlijke verantwoorde
lijkheid niet aan, waarschijnlijk, omdat
men nog te veel vasthangt aan de tra
ditionele opvatting van een levenshou
ding, steunend op meestal door
anderen vastgestelde zekerheden,
waarvan men, in sommige opzichten,
nu, de betrekkelijkheid beter inziet.
Een streven naar perfectionisme is
ongezond en bovendien onverwerke-
ljjkbaar, omdat de menselijke situatie
op aarde in wezen betrekkelijk en on
volmaakt is; het mensdom, de Kerk
incluis, zal op aarde steeds onder
weg zijn naar de volmaaktheid en
tastenderwijze zijn weg moeten zoeken.
Absolute zekerheid is ons hier niet
gegeven. Een verdieping van dit besef
zal, dunkt ons, meer innerlijke rust
kunnen schenken door bewuste aan
vaarding van onze feitelijke situatie.
Madinier behandelt vervolgens de
psycho-sociologisohe structuur van het
geweten en de opvattingen van ver
schillende wijsgeren, vooral in verband
met de vrijheid, en verbindt daaraan
een beschouwing over plicht en ver
plichting.
Belangrijk is o.i. het hoofdstuk, waar
in hij het geweten met de godsdienst
confronteert. Welke verhouding bestaat
er tussen godsdienst en moraal? De
moraal, zegt hij, is een systeem van
autonomie, dat ons gedrag regelt door
middel van de rede; een menselijke in
spanning dus. De godsdienst echter is
heteronoom, omdat hij de erkenning
van onvermogen inhoudt, het beroep
van de mens op een hogere Macht.
Hij komt voort uit een persoonlijke en
levende verhouding van God en mens;
zijn geest bezielt het hele morele leven.
Wat de moraal van het godsdienstig
leven vraagt is vóór alles verdieping
vernieuwing van het subject. De gods
dienst eist van ons beslist niet af
stand te doen van onze (betrekkelijke)
autonomie, die, goed verstaan, een
vrijheid in gebondenheid is. De echte
menselijke autonomie is daar aan
wezig, waar de mens in zichzelf een
richting vindt, welke hij kan volgen
om zich te bevrijden van zijn instinc-
ten, een streven naar die waarde
welke hem in staat stelt zijn karakter
te beheersen. Het is de erkenning van
iets, dat boven de mens uitgaat, van
een transcendente God, die ons van
alle waandenkbeelden bevrijdt.
moeiïijke gewetensvorming
wpdt Madinier het laatste hoofdstuk
van zpn boek. Het voor de hand
liggende gevaar van gewetens mis-
vormmg maakt een goede vorming des
te noodzakeijker. Het moet daarom
m een gezond klimaat en in een sfeer
van gezond verstand tot ontwikkeling
komen. Juistheid en zuiverheid in het
oordeel en edelmoedigheid in de trouw
zun zyn meest fundamentele eigen
schappen; de eerste heeft betrekking
op de kennis van het goede, de