ST NICOLAASNUMMER VAN HET NIEUWE DAGBLA MWM4HJ V'' zz:if 4 -.'Sr.','. b ,>b, }ong voor Zwarte Piet? Helemaal niet meester Ras. Geen Zwarte Pieten ontslaan hoor. Geen witte dienaren benoemen. De zwartjes doen het nog best. 710 8 jongeluidie het wel lQken. Ga er maar eens een woordje mee spreken. Boven: Het zal hun wel worden vergeven maar ook St.-Nicolaas dient zich te houden aan de verkeersregel: oversteken via de zebra. Pinks: St.-^icolaas is de sport niet onge negen. Vandaar een dronk tezamen met Leo Brunt op een bloeiend sportleven in Neder- lijk en dan leek het, alsof alle smar ten. heel het leed van alle mensen uit de buurt erin tot uitdrukking werd gebracht. Hier en daar zat dan een man of een vrouw stil voor zich uit te staren. Alle leed was» intussen dra verge ten, toen na het meisje van zeven tien, hetwelk zo graag bij moeder thuisgebleven was. natuurlijk achter af, een plaat van Wirn Sonneveld de aanwezigen van de ene lach in de an dere deed schieten. Er kwam werke lijk stemming. Zoiets gebeurt lang niet iedere avond. Ze kan niet kunst matig opgewekt worden, moet groei en. Misschien lag het aan de omstan digheid, dat het oergezelligste avond je aller gezellige avondjes op komst was, dat van Sinterklaas. parlevinkt notabene vloeiend Neder lands, maar we keken allemaal naar hem, alsof hij van de maan kwam Zou hij er kwaad om zijn geworden? Hij deed zijn mond niet open". „Nu ja", merkte een andere bp- zoekster op. „Het is toch altijd grie zelig, zo'n zwarte kerel". „Het was een pracht van een nik- ker", vond haar man. „Toch weet je nooit, wat zo'n vent zal uithalen". Toen klonk er uit het uiterste hoek je van het café, waar niemand graag zat, omdat er zich de deur naar het toilet bevond, een krakende stem. Ze was van een oude man. Heel dp avond had hij zwijgend in zijn hoekje gezeten. In elk buurtcafé komen oude mannen. Ze zijn weduwnaar gewor den of altijd vrijgezel gebleven, maar één ding hebben ze gemeen. Een zaamheid in een stille woning of een kale, meestal onverwarmde kamer is hun lot. Ze worden nooit in de kring der minder ouderen opgenomen. Een oude man. Hiermede is alles gezegd. Ze zoeken in het buurtcafé wat ge zelligheid, moeten zich vergenoegen, er alleen maar naar te kijken. De stem van de oude man klonk ijl door de plotseling gevallen stilte. „Ik zal jullie eens wat zeggen", zei hij. „Jullie zijn allemaal nog bang van Zwarte Piet. Het zit je in je le den en in je hersens. Ook al heb je nooit in Sinterklaas geloofd. Maar voor Zwarte Piet was je als kind toch bang. En jullie bent het nog steeds". In de jukebox werd een plaat om geslagen. De eerste tonen van een bekend wijsje overstemden de oude man en de schampere opmerkingen aan zijn adres. „Drink een borrel van me, Zwarte Piet", riep iemand. „En toch is het waar", mompelde de oude man. Niemand hoorde hem. ,,'t Heerlijk avondje is gekomen", klonk het uit de jukebox. KEES HAZELZET. $WARTE PIET „Piet", zoals de kastelein heette, oi „Jaan", of „Jan", al naar gelang degene, die bediende. „Jaan" stond meestal achter het buffet, om zo nu en dap zich aan een tafeltje te zet ten. Ze zag altijd direct, wie van de gasten om de een of andere reden naar een praatje verlangde. Soms ging dit dan fluisterend, meestal mocht iedereen het evenwel gerust horen „Jaan" had geen geheimen en sprak van niemand kwaad, naar ze om strijd verzekerde. Midden in de grammofoonplaat ging de deur open. Door de rook, nu inderdaad te snijden, kwam een grote neger binnengestapt. Hij zei geen goede avond, zoals zulks in een ordentelijk buurtcafé behoort, liep op het buffet toe en zette zich op een vrije kruk, tussen een paar aan de balie zittende klanten. Geduldig wacht te hij zijn beurt af. Er was een bijna pijnlijke stilte gevallen. Overigens heel even. Direct werden de com mentaren op Wim Sonnevelds grap pen voortgezet en toen de grammo foonplaat met een luide tik afsloeg, laaiden de gesprekken weer op. Die avond was het er wederom oer gezellig. De jukebox presenteerde de nieuwste schlager, een Duitse juf frouw. in wier gezang een mengeling weerklonk van de zangtalenten van Mariene Dietrich, Lola Anderson en Edith Piaff. Maar dan de slechtste aspecten ervan. Het deerde niemand. Ze zong soms heel laag en aandoen- -•< >- U 1 #4 "V -f- Kleine Eggie hoort gerucht in de ichoorsteen. Zou Zwarte Piet toch al luisteren. In ieder geval staat eten voor het paard klaar. De vrouw van de kastelein maakte een vragende hoofdbeweging in de richting van de neger. „Een groot glas pils met een flinke manchet", bestelde hij in een welluidend Neder lands, zoals men in een buurtcafé zel den hoort. Iedereen keek ervan op. Men had gedacht, dat het een uit de havenwijk naar hier verdwaalde zee man was, een opvarende van èen En gels of een Amerikaans schip. Hij dronk langzaam en keurend zijn pils, bijwijlen in het rond kijkend. De mannen, aan weerszijden naast hem gezeten, zetten hun gesprek voort. Ze mengden hem er niet in. Een kwartier zat de neger, zijn op zichtige, lichtgrijze hoed achter op zijn hoofd, daar eenzaam aan de toonbank. Iedereen was nieuwsgierig, maar niemand vroeg iets. De afstand tussen zwart en wit lag tussen hem en de aanwezigen. Zijn laatste slok genietend, stond hij op, betaalde er» verliet het café zonder een groet. «-*<•» t.i M«iw Het werd weer de oude, gezellige sfeer. Maar iets zat de mensen dwars. Een vrouw vertolkte aller gevoelens. „Vreemd", zei ze, „zo'n zwarte. Hij Een heel oude voorstelling van St.-Nicolaas in het raam van die tijd. De ajbeelding is te vinden n Museum tan Gijn in Dordrecht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1963 | | pagina 23