bracht een bezoek aan sprookjesland
I^'«v!ntJegoedefeesprc-
rt^Se.kleUr °P
™°v s.
als St. NICOLAASGESCHENK
dat Ui za®'
K.SS,elk
V?3 <Wg?ed idee- Weet
N,
H
SINT-NICOLAASNUMMER VAN HET NIEUWE DAGBLAD
lSetl ti0 ^KG, daar waar
i °°5t kunnen komen, ligt
<3at. q °°5 ^d, sprookjesland
j i^lXv w°uen Sneeuwwitje
j>,6n dwergen, Hans en
Duimpje met zijn
i$ §eiti reus, de wolf en de
>Ooki SS en die anderen uit
;a 11 dat ia&S' ïe wel kent.
kunnen mensen niet
L jj Us Was Sint-Nicolaas er
Pi*1 dit geweesL Maar al die
te/*1' W spro°kjesland, die wel
ja£°°rci y.15611 komen, hadden wel
j W/ de goede Sint en som-
en hem zelfs wel ëëhs
r liG ^anueer het tegen 5 de-
*tv VerdriWaren de sprookjesfi-
want het was zo
Sint-Nicolaas nu
L tocjj ^en kon komen. Daar
j °P gevonden wor-
«en 2e.
rtt ef^® dag kreeg Klein
Vj 61 ScC staPte brut*
O fee> ,tterende paleis van de
6 ov®r sprookjesland
V d®
d^cHt>00rt s^°nd een grote
°p Öle* 6611 blinkende
^ans in hand-
>5 w3*3, Klein Duimpje?"
v«chl»al bunnen" meen-
t ^en kij riep een an-
k^11 ev'Q f ging naar binnen
<L dat 5. r teruS me* het
i w* e,m DuimPÏe hij de
8 d toegelaten. Par-
- waif- het kereltje over
CC St°hdGn 5sP^ein en bij de in-
eri de ku,-„.
a *hi P 6 lakeien en bogen
6feh - ern niee door lange
en toen kwa-
Sv 5tl de Paat heel grote
v3e ^as °onzaaL Klein
i-v/15 de °f nooit in het pa-
zil°? fee gewest en
"het mn kMk Ziin 0g™
^ken"!m®e' kom >0 mij
J^d. Tri eg de goede
Cj* w*? Duinpje knikte
li'5°hi jv- met> wat te zeg-
N ?e de f 33r dichterbij",
K hh mUit-Watverle-
lttGn..
kj^cen» - nader. „Ga hier
l^l6i'11ld^feeensch00f
Ph ml 36 bij- "Zo> efl
'iL ar eens wat je te
i«' i'lli K^Slds,1'i!1'jn zim vor-
Zo ia_ Van sprookies-
bezoek >n n®enland niet
kon komen. Och,
wat zou dat een geweldig feest zijn
als die ook eens in sprookjesland
zou kunnen komen. Al pratende
verloor het kereltje zijn verlegen
heid en de fee kreeg plezier in het
knaapje.
„Zo, en wat zou jij willen dat ik
deed?" informeerde ze lachend.
„Och, goede fee, u kunt alles.
Wanneer u het zoudt willen, dan
toverde u Sint-Nicolaas zo hier
naar toe."
„Zeker, dat kan", zei de fee,
„maar je moet begrijpen Klein
Duimpje, dat wanneer ik Sint-Ni
colaas hierheen tover, hij hier is
en njet pp,5 december bij de men
sen kan komen. Hij kan tenslotte
maar hier of daar zijn. En je be
grijpt ook wel, dat ik al die kinder
tjes in mensenland het niet kan
aandoen, dat de Sint een jaar niet
komt. De kindertjes kijken er al
lang naar uit. Dat zou toch verdrie
tig voor ze zijn."
Klein Duimpje knikte. Hij be
greep het Ineens kreeg hij een
goed idee.
„Maar goede fee, als Sint Nico-
laas op 5 december in mensenland
is, dan kan hij misschien op 6 de
cember wel bij ons komen."
De fee dacht na. Ja, dat leek
haar zo gek nog niet. Daar had ze
nooit aan gedacht. „Goed, Klein
Duimpje, ik zal er met Sint Nico-
laas over praten. Je hoort er nog
van."
WAT was het ventje blij. Hij be
dankte de fee vriendelijk en ging
weer naar huis. Maar hij vertelde
niets aan de anderen. Het leek
hem zo leuk, als het een verras
sing zou blijven. En als het eens
niet doorging, och dan viel het niet
tegen, want de andere bewoners
van sprookjesland wisten toch niet
beter, of Sint Nicolaas kwam nooit
bij hen.
Op een goede dag aan het eind
van november kwam er een bode
van het paleis van de goede fee bij
Klein Duimpje aan huis. Heel om
zichtig fluisterde hij het ventje zijn
boodschap in het oor. Sint Nicolaas
zou komen op 6 december. Maar
niemand mocht het verder weten,
want de fee had grote plannen.
's Nachts kon Klein Duimpje er
bijna niet van slapen. Wat zou de
fee willen doen?
Eindelijk kwam de grote dag.
Niemand in sprookjesland wist
nog, wat er zou gaan gebeuren en
alles ging zijn gewone gang.
Vroeg in de morgen gingen de
bedienden van de goede fee door
het land en zij nodigden alle bewo
ners uit, 's middags in het paleis
van de goede fee op bezoek te ko
men.
Vroeg in de middag was het een
drukte van belang bij het paleis.
Van hemde en ver kwamen ze en
ze werden allemaal in de grote
feestzaal gelaten. Daar zaten ze
rond de grote tafels en wachtten
op de dingen die zouden komen.
Natuurlijk werd er druk gefluis-
terd en Klein Duimpje, die er ook
was, had veel plezier, want hij
merkte dat niemand wist, waar het
eigenlijk om ging.
Er kwam een aantal wachters
door de grote deur van de zaal, zij
staken de trompetten en een dikke
bediende kondigde de komst van
de goede fee aan.
Daar verscheen ze in een prach
tig wit kleed, vriendelijk glim
lachend. Och wat waren allen blij.
„lieve onderdanen", zei de fee.
„Ik heb vanmiddag voor u allen
een grote verrassing. Het is van
daag 6 december en wij hebben
hier in ons midden een speciale
gastSint-Nicolaas!"
Op dat moment zwaaiden de gro
te deuren weer open en vriendelijk
groetend naar alle kanten reed de
Sint op zijn trouwe schimmel en
gevolgd door wel tien zwarte Pie
ten de zaal binnen. Er ging een
luid gejuich op.
De fee nodigde de goedheiligman
uit in haar troon plaats te nemen
en zelf ging zij naast hem staan.
SINT NICOLAAS sprak de be
woners van sprookjesland lang
toe. Hij vertelde, hoe blij hij was
eindelijk eens een bezoek te kun
nen afleggen en hij zei ook, dat hij
hier al zo lang naar verlangd had,
want ook in sprookjesland had hij
net als in mensenland eigenlijk
veel te doen. „Er zijn nu eenmaal
zoete en stoute kinderen en men
sen, dat is zo in de mensenwereld,
maar ook in sprookjesland en daar
bij keek hij erg streng naar de bo
ze heks uit he tpannekoekenhuisje
naar de reus met de zevenmijls
laarzen, naar de boze wolf uit
Rood kapje, naar de boze stiefmoe
der van Sneeuwwitje en nog veel
meer van die stouters, die je wel
kent.
Die voelden zich niet zo erg op
hun gemak. Al was de reus nog zo
groot, al kon de heks nog zo tove
ren en al had de wolf nog zulke
scherpe tanden, tegen de Sint en
zijn Pieten konden ze toch echt
niets beginnen.
Toen ze even om zich heen ke
ken, of ze niet ongemerkt konden
verdwijnen, voordat Sint Nicolaas
onaardig tegen ze zou gaan doen,
zagen ze, dat de zwarte knechten
op wacht stonden bij de deuren en
ramen van de zaal.
Sint Nicolaas vertelde hun, dat
hij van plan was ze maar in de zak
te stoppen en mee te nemen naar
Spanje en de Pieten kwamen ai
dreigend dichterbij. De Sint riep al
die stoute sprookjesfiguren bij zich
Ze moesten netjes op hun knieën
voor hem liggen en och wat was de
Sint boos. Snikkend beloofden ze
hem beterschap en toen liet de
oude man ze opstaan en met een
waarschuwing werden ze naar huis
gestuurd. Ze mochten niet mee
doen aan het feest en volgend jaar
zou de Sint weer komen en als ze
dan hun leven niet gebeterd had
den, moesten ze mee in de zak.
Voor alle anderen werd het een
onvergetelijke dag. Ze kregen ca
deautjes en lekkers en er was de
hele middag feest. Wat waren ze
allemaal blij dat Klein Duimpje er
voor gezorgd had, dat de Sint kon
komen.
Voor alle bewoners van sprook
jesland en voor Sint Nicolaas was
het een onvergetelijke dag. En
toen de Sint weg ging zei hij, dat
het hem moeilijk zou vallen een
heel jaar te moeten wachten, voor
dat hij weer naar sprookjesland
zou kunnen komen
(Nadruk verboden)
De speelgoedmodellen zijn tot in
de kleinste details natuurgetrouw.
Boven: het model van de Russi-
In Londen is een tentoonstelling
gehouden, waarop niet minder dan
1300 vliegtuigmodellen waren te
zien. Al deze 1300 modellen waren
door één en dezelfde jongeman ge
maakt, n.l. door Peter Farrar uit
Torquay, die waarschijnlijk wel de
grootste verzameling vliegtuig
modellen ter wereld bezit. Al zijn
modellen zijn op dezelfde schaal
gemaakt, 1 72, zodat men een
alleraardigst idee krijgt van de af
metingen van de verschillende
vliegtuigen, de kleine jagers naast
de grote bommenwerpers, de
enorme verkeersmachines naast de
kleine sportkistjes.
Nu weten we wel, dat alle lucht
vaart-enthousiasten geen Peter
Farrars zijn, maar een feit is toch,
dat ook in Nederland de verkoop
sche atoombommenwerper, die
zeer veel blijkt te lijken op de
„Bounder". Onder: een schitte-
van de bekende plastic model
bouwdozen met sprongen omhoog
gaat en bijna iedere vliegtuig
enthousiast heeft wel een paar van
die plastic vliegtuigmodellen op
z'n kamer staan. Al deze modellen
zijn zeer waarheidsgetrouw op
maat gemaakt en dikwijls kan de
werkelijke beschildering, b.v. in de
kleuren van de luchtvaartmaat
schappijen, worden aangebracht.
Het aantal merken onder de
plastic modelbouwdozen is zeer
groot. Zeer bekend zijn die van
Reveil, Aurora, Frog, Wiking, Hel
ler en Airfix. Er is tegenwoordig
praktisch geen vliegtuigtype meer,
of men kan er een model van
kopen. Airfix kwam met een fraai
model van de Fokker Friendship,
dat in Nederland natuurlijk zeer
X
XI
„IK GA even naar de intocht van
Sint-Nicolaas kijken, mam!" riep
Tonny achterom, terwijl hij het
trapje afsprong, dat bij de ingang
van de wagen stond.
„Goed, maar blijf je niet te lang
weg, we eten om vijf uur", riep
zijn moeder hem achterna. Maar
Tonny hoorde het al niet meer. Hij
holde naar de leg, waarlangs zo-
meteen de goede Sint het kleine
plaatsje zou binnenrijden, en waar
reeds een heleboel kinderen vol on
geduld stonden te wachten.
Tonny was een flinke jongen voor
zijn twaalf jaar. Maar dat was ook
niet te verwonderen, want zijn va>
der en moeder waren circusacro
baten. Samen met moeders broer
voerden ze in de nok van het cir
cus de gevaarlijkste toeren uit aan
de vliegende trapéze en al was
Tonny nog maar 12 jaar, hij had
toch al wat van het vak geleerd en
was een echte acrobaat in de dop.
Hij droomde er van om ook eens
zo beroemd te worden als zijn
ouders. Maar zover was het nog
niet, daar zouden nog heel wat
jaartjes van oefening aan vooraf
moeten gaan, dat wist hij wel.
Na het seizoen had de vaste
groep van het circus haar wagens
geolaatst in 't winterkwartier, dat
wil zeggen ze overwinterden aan
de rand van een klein provincie
plaatsje. Vlak langs de grote weg
stonden de wagens opgesteld en
natuurlijk waren alle circuskinde
ren nu aan de weg verzameld, om
de goede Sint te begroeten. De
meesten hadden een plaatsje geko
zen bij de brug, de brug, die de
weg over het riviertje leidde.
Het was flink koud en het had al
een paar nachten gevroren, zodat
het riviertje bedekt was met een
ijslaag. Maar het ijs was nog niet
sterk genoeg om er op te kunnen
schaatsenrijden, dat bleek 's mor
gens wel, toen de jongens wat ste
nen op het ijs hadden gegooid om
te kijken, of het stevig genoeg was.
Op de brug had je het voordeel,
dat je op de brugleuning kon gaan
zitten en dan werd je niet zo moe
van het staan.
Ook Tonny klom op de leuning,
zette zijn kraag op en wachtte op
de dingen, die zouden komen. Tjon
ge, wat liet de Sint lang op zich
wachten. Hij was toch wel be
nieuwd, of de goedheiligman ook
nog de circusmensen zou bezoe
ken. Maar ja, dat zou hij nog wel
merken vanavond.
DE KINDEREN op de brug en
langs de weg werden ongeduldig.
Maar hun wachten werd tenslotte
toch beloond. Om de bocht van de
weg kwamen twee motoren met
motorpolitie erop en daarachter
reed de goede Sint op zijn prachti
ge schimmel. Tjonge wat zag de
bisschop er prachtig uit. Vier zwar
te Pieten in hun kleurige pakjes
trippelden achter hem aan. Er ging
een luid gejuich op onder de wach
tende kinderen.
„Dag Sint-Nicolaas, dag riepen
ze om het hardst.
De Pieten grijnsden breed en
tastten in hun zakken met strooi-
goed. Met gulle handen wierpen ze
het lekkers over de grond en joe
lend grabbelden de jongens en
meisjes. Tonny zat op de brugleu
ning en lachte. De kinderen, voor
al de kleintjes waren zo blij. En
ook de Sint en zijn Pieten hadden
er plezier in, dat kon je zo zien.
Met wilde uitroepen renden de
zwarte knechten tussen de jeugd
rond en het gegil en gejoel was niet
van de lucht.
Daar kwam een van de Pieten op
de jongens af, die op de brugleu
ning zaten. Hij zwaaide met zijn
roe en riep: „Boeoeh!" Lachend
renden een paar jongens weg.
Maar Piet holde ze na de brug op.
Een van de knapen draaide zich
plotseling om en glipte vlak langs
de brugleuning weg. De zwarte
knecht, verrast door die plotselin
ge wending en een poging doende
om de jongen te grijpen, deed la
chend een uitval naar de leuning.
Maar wat was dat? Er lag wat
ijzei op de houten brug en daar
te zwarte Piet onderuit, schoof met
een vaart onder de leuning door en
smakte met een boog naar bene
den. Een klap op het ijs, gekraak
en daar lag de knecht in het water.
De politiemotoren stopten. De goe
de Sint steeg van zijn paard en de
andere drie Pieten renden naar de
kant van de rivier. Dat zag er niet
zo best uit voor de arme Piet. Het
ijs was onbegaanbaar en hij bleek
ook de zwemkunst niet te beheer
sen, want hij spartelde hevig onder
wild hulpgeroep. Iedereen stond
verdwaasd te kijken. Hoe kregen
ze de zwarte knecht uit het koude
water?
PLOTSELING kreeg Tonny een
idee. Hij holze zo hard als hij lopen
kon naar de wagens, die even ver-
dreop onder de bomen langs de
weg stonden, sprong de materiaal
wagen binnen en kwa mterug met
'n lang dik touw. Snel holde hij te
rug naar de brug. Ver over de leu
ning hangend, probeerde hij Piet
het touw toe te werpen, maar de
ene keer na de andere mislukte dat
omdat de drenkeling door het kou
de water al zo stijf was geworden,
dat hij alleen maar met moeite
zich aan het afbrokkelende ijs bo
ven water kon houden.
Eerst dacht Tonny het touw aan
de brugleuning te knopen en zich
te laten zakken om op die manier
de ongelukkige te kunnen berei
ken, maar het loodrecht naar be
neden hangende touw bracht hem
niet verder dan drie meter van
Piet af.
Inmiddels waren de Sint, de Pie
ten en de agenten bij hem gekomen
en allen stonden hulpeloos. Hoe be
reikten ze die arme Piet?
Ineens zag Tonny een kans. Hij
holde naar de kant van de rivier.
Daar stond een grote oude boom,
die zijn takken tot ver over het wa
ter strekte. Handig rolde de jon
gen het touw op en wierp het over
een dikke tak een eind voor zich
uit. De twee uiteinden van 't touw
knoopte hij samen. Hij hep achter
uit en ging in de ronding van het
touw zitten, alsof het een schom
mel was. Even mikte hij en toen
suisde hij van de schuine walkant
naar voren over het water. Kijk nu
kon je zien, dat hij een acrobaat in
de dop was. Zich met zijn benen
aan het touw klemmende, greep hij
in de zwaai aan het einde de dren-
Als een volleerd acrobaat trok
Tony in zijn zwaai Zwarte Piet
uit het wak.
keling bij de schouders. Even stok
te hij, toen hij slechts een paar de
cimeter boven het ijs hangend,
zwarte Piet uit het wak omhoog
trok. Eenmaal vrij, zwaaide hij te
rug naar de kant, waar hulpvaar
dige handen hen beiden opvingen,
Sint-Nicolaas bedankte hem har
telijk en vroeg natuurlijk, wie hij
was en waar hij woonde.
„Je bent een dappere jongen
Tonny", sprak de Sint „Ik kom
vanavond nog even bij je langs."
De oude bisschop ging verder
met drie Pieten, de ander werd,
gerold in de plaid, in de zijspan van
de politiemotor snel weggereden.
Diezelfde avond stond er een heel
stuk in de krant over dappere Ton
ny, die zwarte Piet op zo'n won
derlijke manier uit het water red
de. Maar die avond kwam ook de
goede Sint weer compleet met zijn
vier Pieten bij de circusmensen op
bezoek en Tonny kon zijn ogen niet
geloven, toen hij de mooie cadeau
tjes zag, die hij en de andere kin
deren kregen.
Het was een vreemd, maar wel
heel goed Sint-Nicolaasfeest voor
Tonny!
(Nadruk verboden)
rend model van de Tupolew Tu-
104, het moderne Russische
straalverkeersvliegtuig.
veel afzet vindt, terwijl Heller een
model in de handel brengt van de
Douglas DC-8 in KLM-beschilde-
ring. Reveil heeft modellen van de
snelste Amerikaanse straaljagers,
zoals de F-105 Thunderchief, de
F-104-Starfighter, de F-102 Delta
Dagger en ook van de Zweedse
SAAn Draken. De plastic model
bouwdozen zijn niet moeilijk om
in elkaar te zetten. Ze zijn meestal
van een Hollandse beschrijving
voorzien, aan de hand waarvan
men op een avond leuk aan het
model kan knutselen.
Hoe natuurgetrouw de vliegtuig
modellen zijn is gebleken tijdens
een grote Russische vliegshow op
Tushino, de militaire luchthaven
van Moskou. Er verscheen toen
n.l. een nieuwe viermotorig straal-
bommenwerper, de Bounder, voor
zien van twee straalmotoren onder
de driehoekige delta-vleugel en
twee aan de tips daarvan.
Algemeen werd de komst van de
Bounder als een grote verrassing?
gezien. Maar al .jarenlang, is jöe eerq
plastic vliegtuigmodel van Aurora
in de handel, voorstellende een
Russische „atoombommenwerper",
die nu sprekend blijkLte lijken op
de Bounder, die boven Tushino is
voorgevlogen!
Inderdaad blijkt de Bounder in
Rusland beproefd te zijn met
atoomreactors en dat verklaart
waarschijnlijk, waarom de vorm
van de motorgondels op het model
anders is dan die op de machine
die boven Tushino vloog. Volgens
het Aurora-model heeft de Boun
der een landingsgestel, bestaande
uit tweemaal vier hoofdwielen
achter elkaar onder de romp, met
kleine steun wieltjes onder de
vleugeltips.
Vliegende modelvliegtuigen
Behalve de plastic vliegtuig
modellen, die voornamelijk dienst
doen als sieraad, zijn er n.l. ook de
vliegende modelvliegtuigen, waar
mee jongelui buiten kunnen gaan
vliegen. Onder deze modelvlieg
tuigen, die meestal van hout zijn,
bestaat een enorme variatie. Zelfs
kan men er kleine vliegtuigmotor
tjes inbouwen of kleine straal
motoren. Er zijn de z.g. „lijn
bestuurde" modellen, die men met
behulp van een kabel kan besturen
en dan zijn er natuurlijk de radio
grafisch bestuurde modellen,
prachtige stukjes techniek, die het
hart van iedere luchtvaartenthou
siast sneller doen kloppen. Natuur
lijk vereist de bouw van een der
gelijk model de nodige ervaring.
Men moet heel eenvoudig begin
nen met een z.g. beginnersmodel
en dan langzaam maar zeker moei
lijker te bouwen modellen gaan
maken.
Het aantal jongens, dat zélf
vliegtuigen bouwt en ermee expe
rimenteert, is zeer groot. Toen we
eens tijdens een diner naast dr«
Huub van Doorne zaten, de direc
teur van de D.A.F.-autofabriek,
vertelde hij, dat zijn 15-jarige zoon
Huub niets liever doet dan zelf
vliegtuigmodellen bouwen. Zelfs
experimenteert hij met een zelf
ontworpen „hovercraft", die op een
luchtkussentje boven de grond
zweeft. Het ziet er naar uit dat
de jonge Huub van Doorne géén
naam gaat maken in de automo-
bielbouw, maar in de vliegtuig
bouw. Want ook in de modelvlieg
tuigsport geldt maar al te vaak:
„Jong geleerd is oud gedaan...."
HUGO HOOFTMAN.
(Nadruk verboden).
SINT NICOLAAS
~*.j vtv^ XIX-
V3n die defti§e
door pn.
v e ziek u- scwesi
-t,. ^et v ,ler maar heel erg
Vliegtuigmodellen
Hoe
Piet redde