Sjaak Swart en Jan Jongbloed „uit" bij Potasch en Perlemoer DWS: wij prolongeren landstitel Geen échte afmaker AMSTERDAM, augustus. Er gaat bijna geen voetbalzon- dag voorbij of men kan ze op de overdekte tribune vinden: Epie Potasch (Johan Boskamp) en Maurits Perlemoer (Jan Blaaser). Ze zijn om hun eigen woorden aan te halen „bezeten van voetbal". Zesmaal in de week zitten de com pagnons elkaar 's avonds in de haren, tot vermaak van hun toeschouwers achter het voetlicht. Maar als tweeën twintig voetballers strijd leveren om de punten, denken Epie en Maurits niet meer aan de negotie. Dan zijn z ij toeschouwer; mét hun sympathieën voor de thuisclub. Voor één avond hebben wij de rollen eens omgedraaid en twee semi-profs een van Ajax en een van DWS met hun echtgenotes in de gelegenheid gesteld met de nieuwe verrichtingen van beide acteurs kennis te maken. Zo stap ten op een milde zomeravond Sjaak Swart en Jan Jong bloed, de echtgenotes aan de arm, het Amsterdamse Cen- traal-theater binnen, waar een groot bord in de hal noodde tot een bezoek aan „Potasch en Perlemoer in conserven" (door Jan Blijboom) Zitten er evjdente verschillen in het presenteren van goed voetbal en pakkend toneel, waar het er toch om gaat, toeschouwers enige uren aangename ontspanning te bieden? De spelers zijn unaniem van oordeel dat zij nimmer op de planken zouden wil len staan. „Verbeeld je, voor al die mensen in de zaal". Jan Blaaser haakt onmiddellijk op deze op merking in: „Jullie spelen waarachtig voor zoveel duizenden toeschouwers tegelijk". Maar hij, als vak man, begrijpt het: de toneelspeler is zonder meer afhankelijk van het contact met zijn bezoekers; iets waarmee de voetballer geen rekening hoeft te houden. Er komt de voorstelling is afgelopen; twee-en- een-half uur amusement zijn voorbij een gesprek op gang. Johan Boskamp, vader van oud-internatio naal Hans op wie hij, zoals meermalen blijkt, bijzon der trots is, informeert naar de verwachtingen die men bij Ajax heeft van midvoor Klaas Nuninga (ge kocht voor de lieve som van rond 250.000 „wat een handel"). Sjaak Swart heeft daar een persoon lijke mening over: „Ik hoop dat Klaas, die erg sym pathiek is, voldoet. Toch lijkt hij me geen échte afmaker". DWS' doelman, de minst gepasseerde in de ere-divisie, deelt deze opmerking. Beide spelers gaan de competitie vol goede moed in. Zeker, Ajax kwam in het nieuws door de verkoop van Cees Groot, Piet Ouderland en Kees Smit naar KFC en het aantrekken van Klaas Nuninga (van GVAV) en Soetekouw (via Heracles terug in Amsterdam), wat in de rijen van doorgewinterde supporters stof tot felle discussies opleverde. Maar Sjaak Swart ver telt het met een glinstering in zijn ogen „Vic Buckingham is weer terug, Voor mij de beste trai ner in Nederland". Mét de geslaagde reorganisatie in de leiding inderdaad een pluspunt van betekenis voor Ajax. Jan Blaaser is het hiermee volkomen eens. „Als ik optreedt voor de televisie vóel ik of er al dan niet een goede regisseur achter me staat. Dat beïnvloedt de prestaties". Wat dat betreft heeft DWS het ook getroffen met zijn oefenmeester Leslie Tal bot, zoals blijkt uit de geestdrift waarmee Jan Jong bloed over hem praat. „Je voelt zijn steun aan de kant". Trouwens, en dat is ons gebleken uit andere gesprekken: de semi-profs van DWS hebben bovenal een onverwoestbaar vertrouwen in hun voorzitter Henk Solleveld; de „grote leider" die graag een gokje waagt, kritiek gekscherend wegwuift en voor lopig kan bogen op een „vijfjarenplan", waarvan de terugkeer naar de ere-divisie en het meteen daarop behaalde landskampioenschap al vast realiteit zijn geworden. De spelers weten het: hij rekent op pro longatie van de landtitel. En als hét plan zijn slot fase zal zijn ingegaan, zit DWS op de laatste spring plank naar de Europese voetbalbeker. Noem het „bluf". Solleveld trekt zich er .niets van aan. Hij, de succesvolle zakenman, voortgekomen uit een arbei dersgezin en vroeger aan de legendarische Spaarn- dammerdijk al verwoed aanhanger van DWS, kent de mentaliteit van zijn jongens door en door. „Waar om koop je voor de voorhoede geen topspelers?" is hem de afgelopen maanden herhaaldelijk gevraagd. „Wij kweken liever homogeniteit. Daarop berust de basis van onze successen", luidt dan steevast zijn antwoord. In dat licht moeten onder meer de aan- llllllllllllll!llllllll!lllllllllllllll!lllll!llllllllllllllllill|||||||||||||||||||||||||||||l!lllllllll||||||||||||||||||!llllllll!ll||||||||

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1964 | | pagina 10