r>5^ *VV:i 7 V Ajax: volste vertrouwen in Vic Buckingham breJf'/r v3V Last Perlemoer TEXT1EI en J°/ en .an y% n bed* z°° Vfl- F$V1 b'^t V» eügen3, lka; H* ied lul3 nf iaaf //H rt Pi Een „toneeltje", dat niet voorkomt in het stuk „Pot asch en Perlemoer in conserven". De Ajaxied en de DWS-er schijnen zich wel te amuseren. NUNINGA NAAR AJAX tijd gaan kosten. Overal word je natuurlijk aange- klampt en opgehouden met voetbalpraatjes". Voor Jongbloed heeft de medaille een duidelijke keer zijde. Het is bij een „onder-onsje" tussen een aanvaller en een verdediger bijna onvermijdelijk te ontkomen aan een discussie, wie het op het veld het moeilijkst heeft. Sjaak Swart vindt dat een voorhoedespeler véél meer conditie nodig heeft dan een doelman en daardoor zwaarder is belast; een standpunt dat Jongbloed bestrijdt. „Wij moeten véél geconcen treerder spelen. Nou, daar wordt je bekaf van. Voor het behalen van het kampioenschap hebben we een extraatje van 2000 gulden gekregen. Vergeet niet dat ik er voor stond om als laatste dat geld veilig te stellen. Mijn fouten zijn onherroepelijk. Wat denk je, hoe de jongens me aankijken als ze door mijn schuld de centen hun neus voorbij zien gaan?" Of ze denken een kans te maken op een plaats in het Nederlands elftal. „Laten we het hopen. De in zichten van Elek Schwartz hebben we nooit erg be grepen. Die man was altijd bang om te falen en hield er bovendien vriendjes op na. Misschien gaat er nu een andere wind waaien". Swart en Jongbloed hebben die avond ook nog op het toneel van het Centraal-theater gestaan. De zaal was al leeg maar desondanks: ze voelden zich onwennig en nerveus. Toch maar liever voor dik be zette tribunes op de grasmat voor de punten èn de knikkers knokken. De gladde combinaties tussen Potasch en Perlemoer laten ze graag aan Boskamp en Blaaser over. Met als gemeenschappelijk doel: de toeschouwers waar voor hun geld te leveren. „Ons" viertal hier in een grappige scène, v.l.n-r. Epie Potasch, Jan Jongbloed, Jacques Swart en Maurits Perlemoer.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1964 | | pagina 11