In Rotterdam
drie grote
wensen
1
Mèer velden, meer arbiters
en meer jeugdleiders
Afdelingsvoorzitter
J. Bijloo:
Goede wil
Amateurs Sportkrant, donderdag 10 september 1964
(Van onze speciale verslaggever
TON van der SANDE)
SCHIEDAM, september
„Wensen? Of ik nog wensen heb
voor de Rotterdamse Voetbalbond?
Dan hoef ik alleen maar te spre
ken over voetbalvelden en over de
scheidsrechters. Er zijn er veel te
weinig". De heer Jan Bijloo, voor
zitter van de K.N.VB., afdeling
Rotterdam spreekt nog altijd en
dan liefst met een rollende r
over de Rotterdamse Voetbalbond,
hoewel deze naam al jaren lang
niet meer bestaat. Maar de heer
Bijloo besteedt dan ook al heel
lang veel vrije tijd aan de voethal-
sport. En wie hem over zijn lief
hebberij, en dan graag het opvoe
dende facet daarvan, wil spreken,
kan desnoods een hele avond hij
hem terecht. Keurig gedocumen
teerd, overzichtelijk en goed ge
fundeerd vertelt de heer Bijloo aan
ieder, wat hij weten wil. Hij doet
op zo'n „praatavondje" zijn ambt
eer aan. Want als hoofd van de Co-
meniusschool in Schiedam is de
heer Bijloo gewend duidelijk te
zijn. En vandaar ook zijn grote lief
de voor de (voetbal)jeugd.
Gedwongen rust
Scheidsrechters
Jeugdleiders
We behoeven de heer Bijloo geen twee
maal te vragen of hij nog wensen heeft
voor „zijn" Rotterdamse Voetbalbond.
Meer voetbalvelden bij voorbeeld neemt
een hoge plaats in op zijn verlanglijst
je. „We spelen in de R.V.B. met bijna
tweeduizend elftallen, die iedere week
staan te popelen om te voetballen". Om
heel precies te zijn, het waren vorig
jaar 1951 elftallen tw. 679 zondagelf
tallen, 282 elftallen in de zaterdagmid
dagcompetitie en 970 junior-elftallen. Dat
wil zeggen dat er ieder weekeinde ruim
negenhonderd wedstrijden georganiseerd
kunnen worden.
Ja, georganiseerd wel, maar gespeeld
niet. „Er is in Rotterdam en omgeving
een ontstellend tekort aan velden"
zegt de heer Bijloo. „Door gebrek
aan terreinen moeten we iedere week
zeshonderd elftallen een gedwongen rust
opleggen. Dan kampen we nog met de
moeilijkheid dat verenigingen, die op
grote complexen spelen maar eenmaal
in de vier of vijf weken thuis kunnen
spelen. We krijgen zo een vertekend com-
JJstitiebeeld. Aan het eind van het sei
zoen moeten die verenigingen hun thuis
wedstrijden bij de bezoekende clubs spe
len. Het moet gezegd zijn dat we dan
altijd grote medewerking ondervin
den". Bij de verenigingen die velden aan
de Abraham van Stolkweg bespelen,
schijnt de nood het hoogst te zijn. „De
gemeente doet haar best" meent de heer
Bijloo, „er komen nieuwe velden bij,
maar er vallen er ook af". Zo zijn er
aan het eind van dit jaar nog maar drie
van de vier voetbalvelden aan de Gor-
delweg over. Van het twee jaar jongere
spo-tcomplex aan de Reedijk moesten
vie; van de zes velden opgeofferd wor
den aan de uitbreiding van de Ned.
Spoorwegen. De terreinen aan de Abeel-
weg, die deze maand in gebruik werden
genomen en de beide velden aan de Ka-
tendrechtse Lagedijk dienen dan wel ter
vervanging van de verdwenen terreinen,
maar uitbreiding van speelgelegenheid
betekenen deze velden toch niet. Als de
voortekenen niet bedriegen zullen er in
de nabije toekomst nog wel enkele uit
breidingen plaats vinden. Ook bestaat
de kans dat het gerestaureerde Duive-
stein volgend jaar gereed komt, de ter
reinen aan de Venkeiweg in Hoogvliet
2ijn op 1 sept. 1965 klaar en de nieuwe
telden aan de Vaanweg per 1 jan. 1965
evenals het complex in Lombardijen aan
de Spinozaweg- De terreinen achter het
gebouw van de Roteb in Overschie zijn
volgend jaar september definitief te ge
bruiken. Het ziet er voor de toekomst
dus wel iets rooskleuriger uit, maar het
is nog allesbehalve ideaal, voor wie be
denkt dat het aantal elftallen in tien jaar
tijds bijna verdubbeld is.
De heer Bijloo is wel overtuigd van
de goede wil van de gemeente en de
Raad van Lichamelijke Oefening, maar
hij is nog verre van tevreden. Er ligt
namelijk nog altijd een tienjarenplan,
waarvan nu een periode van vijf jaar is
afgesloten. En wat blijkt? Slechts 28
pet. van de velden, die volgens het plan
vóór 1970 gereed moeten zijn, worden
thans bespeeld, terwijl 13,8 procent in
uitvoering is. Als reden voor deze ach
terstand op het schema geeft de heer
Bijloo het personeelstekort op en hij
schuift de schuld op het Rijk, dat door
het niet verlenen van vergunningen ook
een spaak in het wiel steekt. De situa
tie in Schiedam en Vlaardingen is veel
RVB-voorzitter J. Bijloo ondervindt bij
zijn werk voor de voetbalsport in de
afdeling Rotterdam grote steun van
zijn vrouw.
beter, hoewel ook in deze steden nog
niet iedere vereniging uit de (terrein)
nood is geholpen.
Parallel met het aantal wedstrijden
loopt het getal scheidsrechter. Want
ook aan arbiters heeft de R.V.B. gebrek.
Van de 305 juniorwedstrijden, die op de
eerste zaterdag in deze competitie wer
den gespeeld, kon slechts de helft geleid
worden door een „echte" scheidsrechter.
Dit tekort moet aangevuld worden
met leiders van de diverse elftallen,
maar de officiële scheidsrechter blijft
toch te verkiezen, boven deze „helpers".
Bijzonder tevreden is de heer Bijlo®
over het aantal jeugdleiders, dat de cur
sussen volgt voor het basisdiploma
jeugdleider. De afdeling Rotterdam
is met 328 gediplomeerde juniorlei
ders (sinds het diploma in 1960 werd
ingesteld) een voorbeeld voor geheel
voetballend Nederland. Het is stellig
niet op de laatste plaats aan het stimu
lerend werk van de heer Bijloo te dan
ken dat Rotterdam deze goede naam
heeft. Er kan geen nieuw voetbalveld in
Rotterdam of de wijde omgeving ëe~
opend worden, er kan geen nieuw kleed
lokaal in gebruik worden genomen, er
kan geen trouw bestuurslid afscheid
nemen, of Jan Bijloo is present. En al
tijd maakt hij dan reclame voor de cur
sussen voor jeugdleiders. En toch, de
onderwijzer Bijloo heeft nog als wens dat
vele, zeer vele jeugdleiders de cursus
sen zullen volgen.