Dagen van angst en droefheid Overval Onbezonnen WTO 24 DECEMBER 1964 0 Pater F. Preller o.p. het kon niet anders TgpwwcwJ De opmars def bevrijders 9 met pijn en vergezeld. Kerstmis 1944 aan het front: KERSTMIS 1944. Veel plaatsen van Nederland, duizenden Nederlanders, liggen op de smalle, grillige frontstrook, die bijna over de gehele lengte samenvalt met de grote rivieren. Aan de ene kant de schietende Duitsers, aan de andere kant de, schietende Engelsen, Canadezen en Amerikanen. Zo'n plaats was Tiel. Kerstmis 1944 in Tiel was een feest van droefheid, smart om de Duitse moord op vijf burgers, gepleegd op 24 december. In het boek „Vijf jaar leed in het land tussen Maas en Rijn" schrijft C. D. Feyten: „24-12. Niemand durft zich op straat te vertonen. Er is hekend gemaakt, dat als voor 12 uur het spoor van de daders van de overval (op het politiebureau) niet is gevonden, vijf gijzelaars doodgeschoten zullen worden. Later wordt gedreigd dat 500 mannen vermoord zullen worden en de stad afgebrand zal worden. De bedreiging van de vijf doodvonnissen wordt om 12.30 uur op de binnenplaats van de gevangenis ten uitvoer gelegd. Maandag 25 december. De dag begint met aanhoudend artillerie vuur Tandarts D. Buisman, in de oorlog lei der van het bureau Aan- en Afvoer Be volking, de bovengrondse illegaliteit, zegt: „Er was een geallieerd vliegtuig neergeschoten en de vlieger was terecht gekomen bij de leider van de knokploeg, Van E. De K.P. was de tweede illegale organisatie in Tiel. Deze Van E. was zeer enthousiast met zijn vlieger, 's Avonds ging hjj met hem wandelen door Tiel, als er niet geschoten werd. Dan had die vlieger wel oude kleren aan en liep op klompen." „Dat is verraden. Er werd een inval door de Duitsers gedaan in het huls van Van E. Zelf wist hij te ontkomen, maar de vlieger werd gegrepen. In plaats van Van E. pakten de Duitsers zijn vrouw en kinderen als gijzelaars." „Op 23 december, 's avonds, ging ik in opdracht van de illegaliteit in het politiebureau kijken hoe het met de gijze laars stond. Plotseling kwam er een over val van de K.P. Ze overrompelden de aanwezigen en bevrijdden de vrouw en de kinderen van Van E. De politieman nen en ik als toeschouwer werden in cellen opgesloten. Door de Duitsers wer den we er later uitgehaald en naar de Ortskommandant gevoerd. Ortskomman- dant Hauck. die geheel op de hoogte was van de toenmalige situatie in de illegali teit en in vele opzichten sympathiek stond tegenover de Nederlandse zaak, werd 's nachts uitgerangeerd door zijn chef kolonel Dewald. Deze en de toen bij de burgerlijke overheid in Tiel aan gestelde N.S.B.'er Govaerts, hebben een beslissende hoofdrol gespeeld in dit drama." „Oberst Dewald had een Immense hekel aan Hauck. Het gevolg was, dat die vijf mensen gefusilleerd werden. Van verschillende kanten is geprobeerd een andere staf te krijgen, er een boete van te laten maken voor de hele gemeente. Maar niets lukte. Een paar mensen hebben zich gemeld als vervan gers voor die gijzelaars. Een onderhan delingscomité was voortdurend bezig, maar niets hielp. Ortskommandant Hauck is later ook doodgeschoten voor dit feit.' Gefusilleerd werden W. v. d, Bogaard, J. Daalderop, J. Dasberg, N. Oos- tinga en C. Weyman Mevrouw Daalderop-Odijk zegt: „Mijn man werd nachts weggehaald, 's Mor gens werd rondgeroepen dat de gijzelaars zouden worden doodgeschoten als de overvallers zich niet meldden. De gijze laars hadden er niets mee te maken, ze waren wel allemaal anti-Duits natuurlijk. Het was een vreselijke slag voor ons. Er waren vier kinderen die nog op moesten groeien." „De ondergrondse heeft vaak prachtig werk gedaan. Maar vaak waren het jonge mensen. Ze vonden het prachtig dat ze er bij waren en praatten er ook over. Soms onbezonnen jongens waren het. Als je zulke dingen doet moet je je realiseren dat Je alle verantwoordelijkheid moet dragen en alle consequenties. Dat deden ze hier niet." „Ik blijft er nog steeds bij, dat het niet ln de haak was wat toen gebeurd Is. Ze hadden zich moeten melden. Mijn zwager was toen vice-president van een recht bank en hij zei dat Ik er later nog w iet van had kunnen maken. Ik heb het n gedaan. Het heeft nu eenmaal zo 1110 jjt zijn. Het enige wat ik zeggen kan Is,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1964 | | pagina 22