Gedrang op caritasmarkt
Onderzoek naar
Sinterklaas complex
Ontwikkelingshulp
Weer in 1964 tikje beter
dan
Een „10"
voor mei
e jaren
W
Navolging
EEN NIEUW HOOFDSTUK IN
GESCHIEDENIS DER MENSEN
Waarom imiteren
1
Kosten vrijwilliger
Kosten Kajotter
Spoor naar vrede
Y olksverzekering
grote genees
kundige risico's
Noodlijdende borg
stellingsfondsen
Advies gezondheids
raad:
Cijfers ais bewijs
ZATERDAG 2 JANUARI 1965
In korte tijd is het aantal
internationale, nationale, kerke
lijke en particuliere organisaties
en instanties voor het verlenen
van ontwikkelingshulp, in de
meest uiteenlopende vorm uit
gegroeid tot een woud, waarin
de bomen elkaar soms dreigen
te verstikken. Levenskrachtige
organisaties met importante
doelstellingen worden overwoe
kerd door kleine organismen die
parasiteren op de werfkracht en
de middelen van anderen. Voor
namelijk houden zij zich bezig
met incasseren, administreren,
beheren en verzenden van geld.
De motieven waarmee zulke be
perkt nuttige organisaties wer
den gestart zijn wel respectabel
misschien, maar getuigen niet
van een objectief inzicht in de
problemen. Men „ontdekt ergens
ter wereld" een nood die nog
niet gelenigd wordt. „Dus", con
cludeert men ten onrechte, „de
hulporganisatie X faalt hier".
Korte tijd nadien wordt het zo
veelste „initiatief genomen".
Begint het vaak als caritatieve
vrijetijdsbesteding, het groeit uit
tot een bureau en een apparaat,
tot een broocwinning voor be
kwame of ook niet-bekwame
professionals. Dat de mogelijk
heden van organisatie X hier
door verkleind worden, dat men
veel werk en kosten verdubbelt,
dat de deskundigheid ernstig te
kort schiet, dat er nog meer ge
drang ontstaat op de „caritas
markt", dat het publiek in het
bomen- en lianenbos geen weg
meer weet en „collectemoe"
wordt, dat de globale nood eer
der toe- dan afneemt, mede als
gevolg van deze verkruimeling:
dit alles schijnt nauwelijks over
wogen te worden.
Portret van een noodlijdend mens.
immiimiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiimiiimimiiiiiiimiiiiimiimiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiim»
Blank en zwart, samen opgevoed.
-TT -j
Beeld uit het westen, gevangen
in welstand.
PAGINA 12
ONTWIKKELINGSHULP
verdwaalt in een woud van
I
acties en initiatieven
werken, gezondheidsdiensten, land
bouw en in sloppenwijken.
Een Amerikaans vrijwilliger doet
twee jaar dienst. I-, kost zijn land
9.000 dollar. Hij ontvangt zeil een maan
delijkse vergoeding van 75 tot 120dol-
lar. De vrijwilligers hebben niet uit
sluitend lof geoogst. Ze zijn „cowboy
imperialisten" genoemd, „neo-kolonia-
listen" en „zwarte handelaars". Men
heeft hen er van beschuldigd de Afri
kaanse onafhankelijkheid te- willen be
lemmeren, godsdienst te willen verkon
digen en meisjes lastig te vallen.
Zélf erkent het Vredes Corps dat er
veel fouten gemaakt werden. Can-
didaten werden uitgekozen voor werk,
dat zij tenslotte niet gingen doen. De
training is vaak te theoretisch, het
taai-onderricht te gering. De samen
werking met de plaatselijke bevolking
is vaak niet zo intens als wenselijk. On
danks de beschuldigingen, tekortko
mingen en verdachtmakingen heb
ben echter alle landen die het Vredes-
korps leerden kennen, gevraagd nieuwe
en méér vrijwilligers te sturen.
paraat dat in alle mogelijke vormen
informatie kan geven die de moeite van
de kennisname wéard is, die het pu
bliek opvoedt tot naastenliefde in ver
houding tot de nood, die een gefundeer
de opinie vormt die meer vruchten zal
opleveren dan shocks en stunts waar
men nu mee „werkt"?
Doch wij zouden niet onvoorwaarde
lijk voor concentraties, grote organi
saties en grote apparaten willen plei
ten. Op ideëel gebied kan men het
zelfde waarnemen als menigmaal op
n.l. dat naarmate
Het Amerikaanse voorbeeld heeft in
verschillende landen navolging gevon
den. Duitsland richtte de Entwicke-
lungsdienst op. De Japanse Liberaal
Democratische Partij formeerde een
vredeskorps. Noord-Rhodesia, Noorwe
gen, Denemarken, Frankrijk en Zwit
serland en Israël schaarden zich ook
in de rij die stellig nog langer is en
zal worden.
Voor Nederland was de idee van uit
zending van jonge mensen naar ont
wikkelingslanden volstrekt niet nieuw.
De Bouworde en de Kajotters waren
er reeds jaren geleden mee begonnen
geholpen door zuiver particuliere
financiële middelen. De mogelijkheid
voor dit ontwikkelingswerk, via de
overheid, steun van de belastingbeta
lers te verkrijgen, was voor Nederland
wél nieuw. Alle betrokkenen en geïn
teresseerden begonnen binnen de Ne
derlandse Jeugd Gemeenschap aan een
gesprek, waaraan ook de NOVIB deel
nam. De Ministeries van Buitenlandse
Zaken, Onderwijs en Maatschappelijk
werk waren vertegenwoordigd door
een ambtelijke waarnemer.
Uit deze besprekingen werd in novem
ber 1962 het Nederlandse Jongeren
Vrijwilligers Corps geboren, een par
ticuliere, algemene organisatie met een
Raad van Bijstand, waarin heel de va
derlandse samenleving vertegenwoor
digd is. Als eerste in de rij van doel
stellingen van dit JVC vinden wij ver
meld: „de uitzending van jongere vrij
willigers naar ontwikkelingslanden."
Hoewel de Raad van Bijstand op 1 au
gustus 1963 geformeerd was door 28
organisaties, (waaronder 8 katholieke)
is ons niet bekend dat het JVC daad
werkelijk tot uitzending is overgegaan.
Tot dusver schijnt het JVC zich te heu-
ben moeten beperken tot coördineren,
adviseren en dergelijke secundaire ac
tiviteiten. Wij kunnen met de heste wil
van de wereld niet getuigen dat dit
commercieel gebied
„„uiinui
JVC de indruk maakt een vitale, daad
krachtige moderne hulporganisatie
het „bedryf" groter wordt, het indivi
duele idealisme en de persoonlijke «ver
slinken. De leiders van zulke organist
ties moeten sterke benen hebben om
onbaatzuchtig t© blijven, niet te bezwij
ken voor de verleiding van de macht
en de verlokking van de persoonlijke
eer, die hun vaak ten deel valt. Menige
idealistische onderneming is groeiend
en groter wordend, door menselijke
kleinheden van deze aard, tenslotte
harteloos en corrupt geworden.
Een nieuw, belangrijk en opvallend
hoofdstuk in de geschiedenis van het
ontwikkelingswerk, is de internationale
en massale deelname van de jeugd en
de steun daaraan van de regeringen.
Wjj achten dit in beginsel een groot
goed. Eeuwenlang stuurden de volke
ren de jeugd naar de slagvelden om te
strpden en te sterven voor de tegen
gestelde belangen der naties. Astrono
mische bedragen zpn hieraan besteed.
Doch als de tekenen ons niet bedriegen
loopt het tydperk der oorlogen ten ein
de. Weliswaar zpn de spanningen mis
schien groter dan ooit te voren, maar
ook het vredesverlangen was nimmer
zo intens en zó wereldomspannend ais
in onze dagen. Ja, zelfs de dreigende
aanwezigheid der onvoorstelbare ver
nietigingswapens is een stuwkracht
tot vrede.
te zjjn,
De verklaring voor deze onderont
wikkelde, particuliere koepelorganisatie
voor ontwikkelingshulp, waarin thans
ongeveer 60 organisaties vertegenwoor
digd zijn, moet misschien gezocht wor
den in he Jongeren Vrijwilligers Pro
gramma, in februari 1963 plotseling
gelanceerd door de Minister van Bui
tenlandse Zaken en zonder oppositie
door de Volksvertegenwoordiging aan
vaard. Het JVP beschikte in 1963
over een budget van 800.000 gulden, in
1964 over 4 miljoen. In een brochure van
het JVP lezen we dat „de regering
groot belang hecht aan deze nieuwe
vorm van technische hulp en dat zp de
zich op dit gebied bewegende particu
liere organisaties in Nederland zoveel
mogelpk bp het werk van het Jongeren
Vrpwilligers Programma wil betrek
ken" Dit is dan een veelbelovende
democratische stellingname. Wij vre
zen echter op grond van een klein aan
tal feiten en een groot aantal vage ge
ruchten, dat er van die samenwerking
tussen overheid en particulieren tot nu
toe weinig of niets reëels tot stand ge
komen is.
Op het moment dat wij dit schrijven
schijnen de contacten tussen het
Overheids JVP en het particuliere
JVC wel erg minimaal te zijn.
In de praktpk gaat de samenwerking
dus kennelpk erg moeilijk. Wp zpn
niet genoeg insider om dit met allerlei
concrete gebeurtenissen en uitspra
ken te illustreren. Een poging om deze
op te sporen zal ook wel weinig zinvol zijn,
omdat men in dit soort situaties door
gaans stuit op de Gordiaans verknoopte
waarheid en onwaarheid, op de respec
tabele mening van de hoogst integere
A die lpnrecht in tegenspraak is met de
even respectabele overtuiging van de
niet minder integere B. Veelbetekenend
waren voor ons de namen 'an enkele
idealistische én deskundige personen,
die zich teleurgesteld uit de aktivitei-
ten teruggetrokken zouden hebben.
Het Nederlandse Jongeren Vrijwil
ligers Programma is stellig niet wat
het zou moeten zijn. Misschien is het
slechts een steeds overtuigender bewps
dat de overheidsorganisatie en begelei
ding van wat primair een ideële onder
neming is, voor Nederland niet ideaal
is. Wij willen dit, als buitenstaander,
verduidelpken met een aantal kritische
vragen en kanttekeningen. Deze gaan
dus nog niet over de jongelui die zpn
uitgezonden en over hun opmerkelijke
lotgevallen, maar over de basis en het
vertrekpunt van het JVP hier in Neder
land.
De inspiratie tot de oprichting van
het JVP is van Amerikaanse her
komst. Daar is geen enkel bezwaar
tegen. Ook Amerikanen hebben ide
alen en goede ideeën, maar heel de
wereld weet hoe vaak en fataal het
Amerikaanse idealisme in de prak
tijk tot niet-bedoelde resultaten leidt.
De voorbeelden zpn zo groot als con
tinenten. Zuid-Amerika en Afrika
bpvoorbeeld.
Waarom moesten wp zo haastig de
Amerikanen imiteren? Heeft Neder
land dan niet een indrukwekkend le
ger van wetenschaps- en ervarings
mensen uit de Indiëperiode, mis
sionarissen 'en zendelingen die zich
al met ontwikkelingshulp bezig hiel
den eer het woord bekendheid kreeg?
Was en is er in de vele levensbeschou-
welpke organisaties, minstens by de
leidende figuren, niet een sterke be
langstelling groeiend voor mondiale
problemen?
Wp zeiden reeds, dat het goed is de
jeugd aktief te confronteren met de we
reld waarin wy leven. Maar waarom
kwamen we voor deze confrontatie niet
tot een oorspronkelpke, karakteris
tiek Nederlandse vorm en methode?
Wp menen, dat de overheid hier geen
weerstand heeft kunnen bieden aan de
verleiding haar dienende taak te over-
schryden door het initiatief niet aan te
moedigen maar het aan zich te trekken
en in eigen beheer te houden. Wp zou
den hier nog geen bezwaar tegen aan
voeren, als er overwegend economische
algemene belangen in het geding zouden
zpn. Maar de betekenis van deze vorm
van ontwikkelingshulp is economisch
zeer gering. De werkelijke waarde is
van ideële en pedagogische aard en,
zeggen sommigen, óók van politiek be
lang. Omdat het JVP een onderneming
in overheidsregie is, zpn de kansen tot
verwezeniyking van de ideële en peda
gogische mogelpkheden om het zwak
te zeggen, nogal schraal.
Wp zijn ervan overtuigd, dat het
Jongeren Vrpwilligers Corps, de par
ticuliere opzet dus, met de diensten en
geldelpke middelen die de Overheid
nu ter beschikking stelt van het JVP,
tot aanmerkelpk vruchtbaarder akti-
viteiten zou zpn gekomen. De Overheid
zou dan ook in de positie zpn geweest
om voortdurend zeer kritisch toe te zien
op de aanwending en besteding van de
middelen
Het JVP kon in 1963 en 1964 beschik
ken over in totaal 4,8 miljoen gulden
Dit bedrag dient nog aanzienlijk te wor
den verhoogd met de kosten van de
door verschillende overheidsinstanties
gratis verrichte diensten. (Ryks Psy
chologische Dienst en Geneeskundige
Dienst b.v.) Door de onttrekking van
jonge arbeidskrachten aan het produc-
V -tV, F 1
- jc
J2 -
-' V"-
f. -f V/Tf
31 i
nationale inkomen een zeker bedrag,
dat dubbel geteld moet worden voor
zover buitenlandse arbeidskrachten de
open plaatsen innemen en hun arbeids
inkomen exporteren. Globaal kost deze
ideële ontwikkelingshulp de gemeen
schap dus een aanzienlijke som. De
vraag (lie we ons nu in alle openbaar
heid moeten stellen is: Zijn de baten
de kosten waard?
Gedurende de drie maanden oplei-
dingstpd krpgt de Nederlandse vrpwil-
liger een zakgeld van 75.- per maand.
Voor werkkleding ontvangt hp 50.-
en, bp vertrek naar een werkgebied,
voor zpn uitrusting 750.—. Eenmaal
op zpn bestemming krpgt hy een ba
sis-maandsalaris van 150.— plus een
dagtoelage, die samenhangt met de
levensstandaard in het betreffende
land. Elke maand wordt er in Neder
land voor de vrpwilliger ƒ100.- ge
spaard. Hp is verzekerd voor 25 mille
bp overlpden en voor een ton bp levens
lange invaliditeit. Het dienstverband
van de vrpwilliger duurt 2 jaar.
Volgens een grove berekening kost
de vrpwilliger dus aan bovengenoemde
vergoedingen ongeveer 7.000.-. De
totale kosten zpn per vrpwilliger na-
tuurlpk veel hoger. De selectie, keuring
opleiding, begeleiding, verzekering en
reis zullen niet onaanzienlpke bedragen
vergen. Op 13 december zijn de laatste 8
vrpwilligers van dit jaar naar het Mid
den-Oosten vertrokken. Er zpn in to
taal nu ongeveer 80 mensen ergens op
de wereld ingezet.
De staf van het JVP in Den Haag
telt momenteel 13 functionarissen. Men
mag natuurlpk niet stellen dat de ge
voteerde 4,8 miljoen nodig zpn geweest
om 80 ontwikkelingshelpers uit te zen
den. Dat zou neerkomen op 60.000.-
per mankracht, ongeacht de onzichtba
re kosten. Maar het zou dan wel zeer
interessant zpn te weten hoeveel één
man in feite per jaar kost. Voor 1965
staan zeven miljoen gulden ter beschik
king en de planning voor het eerste
halfjaar voorziet in de uitzending van
94 vrpwilligers.
Cpfers als deze geven aanleiding tot
enkele Vergelpkende overwegingen. De
Kajotters zenden jaarlijks 15 a 20 men
sen uit, óók voor 2 jaar. Er werd of
wordt gewerkt in Tanganyika, Noord
Rhodesia, Haute Volta, Bolivia en Bra
zilië. Er is een opmerkelpk verschil
tussen de kosten en Svoorwaarden voor
een Kajottervrijwilliger en een JVP-
er. De Katholieke Arbeiders Jeugdbe
weging moet de uitzending geheel uit
eigen middelen financieren. Aangezien
die middelen niet overvloedig zpn,
moeten de uitgezonden Kajotters zich
materieel een aanzienlijk bedrag ont
zeggen. Bp terugkeer in het vaderland
krpgen zp een paar honderd gulden
voor nieuwe kleding en een paar weken
loon, tot er weer een werkkring is ge
vonden. Deze vrpwilligers kosten tot nu
toe ongeveer 3.000.- per jaar, per
man. Hoewel het idealisme groot moet
zpn, is dit bedrag niet ideaal laag.
Voor het transport, de verzekerings
kosten, een spaar- en zakgeldregeling
en voor een eventuele studiebeurs zou
het wenselpk zijn, de beschikbare mid
delen te verruimen.
Enige jaren geleden kwamen wij in
contact met een Nederlandse religieuze
.die twintig jaar in Centraal Afrika had
ticprocps (lepft de jypfneenschan in het EPwprkt. ^ii wee een maand of acht
met vacantie hier en besteedde deze
rustperiode aan de gebruikelijke smeek-
en bedeltournee waarmee al deze ont
wikkelingswerkers tot heden toe hun
Europese vakanties vullen.
Zp liep stad en land af om geld te
zoeken voor de bouw van een huishoud
school in haar Afrikaanse land. Volgens
haar was zo'n school een essentiële
voorwaarde voor de maatschappelijke
en sociale evolutie van de mensen,
waarvoor zy haar leven lang werkte.
Die school zou ongeveer een half mil
joen gulden gaan kosten. Zp is ten
slotte afgemat vertrokken met mis
schien tienduizend gulden, een medi
sche hqlp-autotje en een groot aantal
vage toezeggingen.
Als een Amerikaanse vrijwilliger
9.000 dollar kost, dat is 35.000 gulden,
dan zou die school dus te bouwen zijn
geweest voor de inzetkosten van 15
&SA-vrijwilligers.
Vraag 1: Is het aannemelijk dat het
ideële en materiële rendement van de
inzet en de prestaties van 15 vrijwilli
gers, dat van de bouw van zo'n huishoud
school overtreft?
Vraag 2: Voor de totale inzetkosten
van hoeveel Nederlandse vrijwilligers
kan men zo'n school financieren?
Wp zpn ons ervan bewust dat we in
deze gedachtegang opzettelpk verschil
lende aspecten verwaarlozen en ons
daardoor blootstellen aan schpnbaar
zeer steekhoudende kritiek. Maar het
faat ons slechts om het antwoord op
e vraag, of de overheid de belasting
gelden op de best mogelpke wpze aan
ontwikkelingshulp besteedt, of dat er
een ethisch Indianenspe! mee gespeeld
wordt, met meer lawaai dan wol.
Wat blijft er over en bestaan als de jonge
vrpwilligers zpn vertrokken? Misschien
zal men dan het wezenlpke resultaat
vooral willen zoeken en zien op ide-
eel niveau. Daarom willen wy in een
volgend artikel de vraag behandelen
in welke mate het JVP gunstige voor
waarden biedt voor de verwezenlijking
van ideële doeleinden, die hun materi
ele prps waard zpn.
Cees Griffioen.
DEN HAAG. 2 jan. De Centrale
Raad voor de Volksgezondheid het col
lege waarin alle Instanties, die maar
iets met ziekte en patiënten te maken
hebben, de regering van advies dienen
over deze onderwerpen, heeft minister
Veldkamp een advies uitgebracht over
zpn plannen om te komen tot een volks
verzekering tegen zware geneeskundige
risico's.
De raad wil deze volksverzekering
voor andere doeleinden laten dienen,
dan het plan van de minister is. In
verband daamee is de raad ook
tegen de naam „zware geneeskundige
risico's", al geeft hij niet aan welke
naam dan wél de voorkeur verdient.
Het was minister Veldkamps plan de
volksverzekering tegen zware genees
kundige risico's op 1 januari 1967 in
te laten gaan.
De raad heeft vooral bezwaar tegen
de bedoeling van minster Veldkamp, de
ze volksverzekering de kosten te laten
dekken, die ontstaan na het eerste jaar
van ziek zijn, en waarin deze niet meer
worden gedekt door de ziekenfondsen.
De raad is van menmg dat dit in de
praktijk grote moeilijkheden met zich
mee zal brengen. Zij beveelt de minis
ter aan een ander onderscheid te gaan
maken, namelijk naar de aard van de
ziekte. De ziekenfondsen zouden aan de
verplicht verzekerden voor onbepaalde
tijd opnamen moeten gaan verstrekken
in ziekenhuizen, sanatoria en revalida-
tie-inrichtingen. De volksverzekering zou
eveneens voor onbepaalde tijd opnamen
moeten gaan verstrekken in verpleeg-
instituten voor doven en blinden. Voor
de psychiatrische inrichtingen zou onder
scheid moeten worden gemaakt tussen
tehuizen, zwakzinnigeninrichtingen en
observatie en opname.
Over de zware geneeskundige risi
co's moet ook de Sociaal Economische
Raad nog zijn advies uitbrengen. Wij
vernamen daar, dat dit advies in een
vergevorderd stadium is.
ROTTERDAM, 2 jan. De borgstel
lingsfondsen te Delft, Den Haag, Vlaar-
dingen en Leiden verkeren tn een on
gunstige financiële positie in tegenstelling
tot die In Dordrecht, Gouda en Rotter
dam, (zij het dat het borgstellingsfonds
te Gouda alleen met extra bijdragen van
de gemeenten en de Kamer van Koop
handel de exploitatierekening sluitend
kan maken). Zij hebben nu verhoging
van de bijdragen van de provincie, de
gemeenten en de Kamers van Koophan
del gevraagd.
Ged- Staten van Zuid-Holland stellen
Provinciale Staten voor de provinciale
bijdrage te verhogen mits de gemeen/ten
en de Kamers van Koophandel ook zulks
doen. Maar Ged. Staten willen die ver
hoging tot drie jaar beperken omdat een
op instignatie van de vereniging van
borgstellirigsfondsen ingestelde commis
sie op korte termijn met een rapport zal
komen over de taak, de structuur en de
eventuele herziening van de gebieds
indeling van de borgstellingsfondsen.
Daarbij zal ook de gebiedsindeling van
de Zuidhollandse fondsen aan de orde
worden gesteld waarbij gezocht wordt
naar een zodanige indeling dat eenheden
ontstaan, die tot een sluitende exploitatie
kunnen komen.
De vereniging van borgstellingsfondsen
heeft verzocht ontheffing te verlenen van
de verplichting voor de fondsen om drie
procent rente jaarlijks aan de provincie
te betalen voor het door de provincie
beschikbaar gestelde stamkapitaal, maar
Ged. Staten vinden geen aanleiding om
op dit verzoek in te gaan.
Voor de psychologie valt hier nog een
onderzoek te doen naar het sinterklaas-
complex, dat bevrediging zoekt in het
„overhandigen" van gaven, die men
zich eerst door anderen heeft laten ge
ven. (Zie het lintje niet over het hoofd
dat meestal ook wel volgt.) Dan is er
het verschijnsel van de „oude" organi
saties, die zichzelf overleefd hebben,
omdat hun taak geheel of grotendeels
is overgenomen door de overheid, bij
voorbeeld krachtens de sociale wetge
ving. Menige caritatiev- instelling ver
vult zjjn taak voor het overgrote deel
met overheidssubsidies. De efficiency
van zulke „omwegsubsidies" moet soms
betwijfeld worden. Dit soort oude in
stellingen zoekt nieuwe taken en vindt
deze, uiteraard, op het terrein van de
ontwikkelingshulp. Maar waarom ei
genlijk? Men ontmoet bij die Instellin
gen vaak lieden, die op grond van
hun mentaliteit, belangstelling en be
kwaamheden het laatst geschikt lijken
voor leiding aan de ontwikkelingshulp.
Maar de regenten en bestuurders zien
hierin hun kans de „goed-heilig-man"
te blijven spelen; de employé's blijven
in idealisme hun brood verdienen.
Waarom fuseren en concentreren deze
Instellingen niet? Zie naar de kinde
ren der wereld, als we de grote ban
kiers zo mogen noemen. Waarom, na
likwidatie en afstoting van het over
tollige geld en goed, de benodigde fi
nanciële, administratieve en technische
middelen niet samengevoegd tot één
goed, effectief en goedkoop apparaat?
Waarom niet een gemeenschappeiyk
perfect propaganda^- en publiciteitsap-
Om de vrede duurzaam te winnen
kunnen de volkeren hun geld vrucht
baarder, rendabeler investeren in
onderlinge en wederzpdse hulp, dar
in wapens. Zy kunnen hun jeugd be
ter in staat stellen tot samen werkei
en samen leven, dan haar de strü<
en de dood in te zenden. Presiden
John Kennedy, deze idealistische re
alist die onbevreesd de oorlog vrees
de heeft met de oprichting van he
Amerikaanse Vredes Corps de jeugc
van de wereld op een spoor naar vre
de gezet. Hierdoor werden tallozt
longeren geïnteresseerd voor de nood
van de mensheid. Tienduizenden jon
ge mensen kragen een kans deze
nood met eigen ogen te zien en met
eigen handen te helpen lenigen.
De internationale en Interraciale
ontmoeting, de relaties en vriend
schappen die hier het gevolg van zyn
hebben op den duur voor de vrede eei
moeilijk te overschatten waarde. He
is volkomen aanvaardbaar, dat er bi
de praktische uitwerking van Kennt
dy's idee fouten werden en worden ge
maakt, dat er terecht of ten onrecht
kritiek wordt gehoord, dat het ideae
soms bedreigd wordt door domheid
baatzucht en boosheid. Tot medk
1963 had het Amerikaanse Peace Corp;
3.000 manneiyke en 2.000 vrouweiykt
vrijwilligers uitgezonden. De helft hun
ner werkt in het onderwps, twintig
procent aan landelijke gemeenschaps
ontwikkeling. en de rest bij publieke
C
„wy
(Van o-nze weerkundige medewerker)
at het weer betreft zijn wij er
in 1964, na vier zeer sombere
en te natte jaren, weer een stap
je op vooruitgegaan. Eindelijk
sinds 1959 werd het normale aantal
uren zonneschijn eens weer overschre
den, al was het in De Bilt zeer be
scheiden met zes uren en ook wias er in
het grootste deel van ons land van een
droger jaar dan normaal sprake. Gemid
deld over het hele land 638 mm neer
slag (normaal 744 mm). Alleen in het
westen van ons land was vooral de zomer
natter dan normaal. Drie maanden wa
ren belangrijk kouder dan normaal in
deze klimatologische zomer, berekend
over de volle vier seizoenen (1 decem
ber t/m 30 november). December, maart
en oktober waren de veel te koude
maanden, februari en mei warmer dan
normaal.
De winter van 1963-'64 heeft de ijs-
liefhebbers niet teleurgesteld. Zowel
december als januari brachten schaats-
weer van betekenis maar februari deed
een snelle stap naar de lente. Te snel
misschien want op 25 februari werd in
Brabant al 17 graden gemeten en prompt
volgde er een veel te koude en sombere
maart
De tien met de griffel gaat dit jaar
naar de meimaand die zich van de 12de
af bijzonder warm, zonnig en groeizaam
heeft gedragen. Dit gaf de eerste stoot
tot een bij zonder groeizaam jaar.
De zomer, in de oostehjke helft van
ons land veel warmer en zonniger dan
in het westen waar de kustprovincies te
veel regen kregen, was ook weer iets
beter dan de vorige vier jaar maar
nog allerminst een topper. In De Bilt
alle drie zomermaanden iets te koud
met iets te weinig zon maar het weer
(op tijd enige regen!) bleef groeizaam
en de meeste vakantiegangers in ons
land waren er best over te spreken.
De troostprijs is voor september welke
maand veel zon bracht en tal van mooie
dagen. Oktober was na 1939 niet meer
zo koud geweest.
Daar vooral september en november
droger dan normaal bleven was de herfst
in zijn geheel gunstig te noemen.
Een-jaar met alle vier seizoenen iets
aan de koude kant, een zonnige winter
en herfst, een voorjaar dat eerst in mei
op gang kwam en een gematigde zomer
die echter in de oostelijke helft van ons
land de balans duidelijk naar de goede
kant heeft doen uitslaan.
Wanneer het jaar 1965 dit over het
algemeen hoopgevende pad blijft volgen
dan mag gesteld worden dat wjj de zeer
natte en te koude periode (1960-1964)
achter ons hebben liggen en waarbij wij
1965 zouden willen vragen nog iets meer
aandacht (warmte en zon) aan liet voor
jaar en de zomer te besteden. Wat ons
betreft mag d-c winter en de herfst dan
rustig een herhaling van 1964 worden.
En.... een wat meer gematigd optreden
van Pluvlus in de westelijke kustpro
vincies.
Van de belangrijkste weerelementen
geven wy hier de cijfers van tempera
tuur, zonneschijn en regenval. Tempe
ratuur, gemiddelde maandelijkse etmaal-
temperatuur, en de uren zonneschyn
hebben betrekking op De Bilt met tus
sen haakjes de afwyking ten opzichte
van de normaalcyfers van die maand.
De cyfers van de neerslag zijn het ge
middelde van het hele land.
temp.
zonneschyn
neerslag (mm)
december
1.1C
(—3.9)
75
3 uren)
29
januari
0.6
(—1.1)
45
normaal
20
februari
3.5
(+1.5)
73
4)
15
winter
1.0
1.2C)
193
38)
64
(—112)
maart
2.7
(—2.3)
99
28)
36
april
8.7
(+0,2)
129
35)
51
mei
14.3
1.9)
237
26)
41
voorjaar
8.6
(—0.1)
465
37)
128
8)
juni
15.3
0,2)
214
(—9)
89
juli
16.8
(—0.2)
188
11)
54
augustus
16.0
(—0.2)
182
(- 4)
72
zomer
16.0
(—0.2)
584
24)
215
2)
september
14.1
(—0.2)
172
26)
61
oktober
7.9
(—2.1)
116
14)
108
november
6.3
(+0.4)
39
11)
38
herfst
9.4
(-0.6)
327
29)
207
8)
I jaar 1964
8.7
(-0.7)
1569
6 uren)
614 130 mm)
j jaar 1963
7.8
(—1.6)
1438
125 uren)
"M-.v.
hie
de,