Gedrang op caritasmarkt Onderzoek naar Sinterklaas complex Ontwikkelingshulp Weer in 1964 tikje beter dan Een „10" voor mei e jaren W Navolging EEN NIEUW HOOFDSTUK IN GESCHIEDENIS DER MENSEN Waarom imiteren 1 Kosten vrijwilliger Kosten Kajotter Spoor naar vrede Y olksverzekering grote genees kundige risico's Noodlijdende borg stellingsfondsen Advies gezondheids raad: Cijfers ais bewijs ZATERDAG 2 JANUARI 1965 In korte tijd is het aantal internationale, nationale, kerke lijke en particuliere organisaties en instanties voor het verlenen van ontwikkelingshulp, in de meest uiteenlopende vorm uit gegroeid tot een woud, waarin de bomen elkaar soms dreigen te verstikken. Levenskrachtige organisaties met importante doelstellingen worden overwoe kerd door kleine organismen die parasiteren op de werfkracht en de middelen van anderen. Voor namelijk houden zij zich bezig met incasseren, administreren, beheren en verzenden van geld. De motieven waarmee zulke be perkt nuttige organisaties wer den gestart zijn wel respectabel misschien, maar getuigen niet van een objectief inzicht in de problemen. Men „ontdekt ergens ter wereld" een nood die nog niet gelenigd wordt. „Dus", con cludeert men ten onrechte, „de hulporganisatie X faalt hier". Korte tijd nadien wordt het zo veelste „initiatief genomen". Begint het vaak als caritatieve vrijetijdsbesteding, het groeit uit tot een bureau en een apparaat, tot een broocwinning voor be kwame of ook niet-bekwame professionals. Dat de mogelijk heden van organisatie X hier door verkleind worden, dat men veel werk en kosten verdubbelt, dat de deskundigheid ernstig te kort schiet, dat er nog meer ge drang ontstaat op de „caritas markt", dat het publiek in het bomen- en lianenbos geen weg meer weet en „collectemoe" wordt, dat de globale nood eer der toe- dan afneemt, mede als gevolg van deze verkruimeling: dit alles schijnt nauwelijks over wogen te worden. Portret van een noodlijdend mens. immiimiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiimiiimimiiiiiiimiiiiimiimiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiim» Blank en zwart, samen opgevoed. -TT -j Beeld uit het westen, gevangen in welstand. PAGINA 12 ONTWIKKELINGSHULP verdwaalt in een woud van I acties en initiatieven werken, gezondheidsdiensten, land bouw en in sloppenwijken. Een Amerikaans vrijwilliger doet twee jaar dienst. I-, kost zijn land 9.000 dollar. Hij ontvangt zeil een maan delijkse vergoeding van 75 tot 120dol- lar. De vrijwilligers hebben niet uit sluitend lof geoogst. Ze zijn „cowboy imperialisten" genoemd, „neo-kolonia- listen" en „zwarte handelaars". Men heeft hen er van beschuldigd de Afri kaanse onafhankelijkheid te- willen be lemmeren, godsdienst te willen verkon digen en meisjes lastig te vallen. Zélf erkent het Vredes Corps dat er veel fouten gemaakt werden. Can- didaten werden uitgekozen voor werk, dat zij tenslotte niet gingen doen. De training is vaak te theoretisch, het taai-onderricht te gering. De samen werking met de plaatselijke bevolking is vaak niet zo intens als wenselijk. On danks de beschuldigingen, tekortko mingen en verdachtmakingen heb ben echter alle landen die het Vredes- korps leerden kennen, gevraagd nieuwe en méér vrijwilligers te sturen. paraat dat in alle mogelijke vormen informatie kan geven die de moeite van de kennisname wéard is, die het pu bliek opvoedt tot naastenliefde in ver houding tot de nood, die een gefundeer de opinie vormt die meer vruchten zal opleveren dan shocks en stunts waar men nu mee „werkt"? Doch wij zouden niet onvoorwaarde lijk voor concentraties, grote organi saties en grote apparaten willen plei ten. Op ideëel gebied kan men het zelfde waarnemen als menigmaal op n.l. dat naarmate Het Amerikaanse voorbeeld heeft in verschillende landen navolging gevon den. Duitsland richtte de Entwicke- lungsdienst op. De Japanse Liberaal Democratische Partij formeerde een vredeskorps. Noord-Rhodesia, Noorwe gen, Denemarken, Frankrijk en Zwit serland en Israël schaarden zich ook in de rij die stellig nog langer is en zal worden. Voor Nederland was de idee van uit zending van jonge mensen naar ont wikkelingslanden volstrekt niet nieuw. De Bouworde en de Kajotters waren er reeds jaren geleden mee begonnen geholpen door zuiver particuliere financiële middelen. De mogelijkheid voor dit ontwikkelingswerk, via de overheid, steun van de belastingbeta lers te verkrijgen, was voor Nederland wél nieuw. Alle betrokkenen en geïn teresseerden begonnen binnen de Ne derlandse Jeugd Gemeenschap aan een gesprek, waaraan ook de NOVIB deel nam. De Ministeries van Buitenlandse Zaken, Onderwijs en Maatschappelijk werk waren vertegenwoordigd door een ambtelijke waarnemer. Uit deze besprekingen werd in novem ber 1962 het Nederlandse Jongeren Vrijwilligers Corps geboren, een par ticuliere, algemene organisatie met een Raad van Bijstand, waarin heel de va derlandse samenleving vertegenwoor digd is. Als eerste in de rij van doel stellingen van dit JVC vinden wij ver meld: „de uitzending van jongere vrij willigers naar ontwikkelingslanden." Hoewel de Raad van Bijstand op 1 au gustus 1963 geformeerd was door 28 organisaties, (waaronder 8 katholieke) is ons niet bekend dat het JVC daad werkelijk tot uitzending is overgegaan. Tot dusver schijnt het JVC zich te heu- ben moeten beperken tot coördineren, adviseren en dergelijke secundaire ac tiviteiten. Wij kunnen met de heste wil van de wereld niet getuigen dat dit commercieel gebied „„uiinui JVC de indruk maakt een vitale, daad krachtige moderne hulporganisatie het „bedryf" groter wordt, het indivi duele idealisme en de persoonlijke «ver slinken. De leiders van zulke organist ties moeten sterke benen hebben om onbaatzuchtig t© blijven, niet te bezwij ken voor de verleiding van de macht en de verlokking van de persoonlijke eer, die hun vaak ten deel valt. Menige idealistische onderneming is groeiend en groter wordend, door menselijke kleinheden van deze aard, tenslotte harteloos en corrupt geworden. Een nieuw, belangrijk en opvallend hoofdstuk in de geschiedenis van het ontwikkelingswerk, is de internationale en massale deelname van de jeugd en de steun daaraan van de regeringen. Wjj achten dit in beginsel een groot goed. Eeuwenlang stuurden de volke ren de jeugd naar de slagvelden om te strpden en te sterven voor de tegen gestelde belangen der naties. Astrono mische bedragen zpn hieraan besteed. Doch als de tekenen ons niet bedriegen loopt het tydperk der oorlogen ten ein de. Weliswaar zpn de spanningen mis schien groter dan ooit te voren, maar ook het vredesverlangen was nimmer zo intens en zó wereldomspannend ais in onze dagen. Ja, zelfs de dreigende aanwezigheid der onvoorstelbare ver nietigingswapens is een stuwkracht tot vrede. te zjjn, De verklaring voor deze onderont wikkelde, particuliere koepelorganisatie voor ontwikkelingshulp, waarin thans ongeveer 60 organisaties vertegenwoor digd zijn, moet misschien gezocht wor den in he Jongeren Vrijwilligers Pro gramma, in februari 1963 plotseling gelanceerd door de Minister van Bui tenlandse Zaken en zonder oppositie door de Volksvertegenwoordiging aan vaard. Het JVP beschikte in 1963 over een budget van 800.000 gulden, in 1964 over 4 miljoen. In een brochure van het JVP lezen we dat „de regering groot belang hecht aan deze nieuwe vorm van technische hulp en dat zp de zich op dit gebied bewegende particu liere organisaties in Nederland zoveel mogelpk bp het werk van het Jongeren Vrpwilligers Programma wil betrek ken" Dit is dan een veelbelovende democratische stellingname. Wij vre zen echter op grond van een klein aan tal feiten en een groot aantal vage ge ruchten, dat er van die samenwerking tussen overheid en particulieren tot nu toe weinig of niets reëels tot stand ge komen is. Op het moment dat wij dit schrijven schijnen de contacten tussen het Overheids JVP en het particuliere JVC wel erg minimaal te zijn. In de praktpk gaat de samenwerking dus kennelpk erg moeilijk. Wp zpn niet genoeg insider om dit met allerlei concrete gebeurtenissen en uitspra ken te illustreren. Een poging om deze op te sporen zal ook wel weinig zinvol zijn, omdat men in dit soort situaties door gaans stuit op de Gordiaans verknoopte waarheid en onwaarheid, op de respec tabele mening van de hoogst integere A die lpnrecht in tegenspraak is met de even respectabele overtuiging van de niet minder integere B. Veelbetekenend waren voor ons de namen 'an enkele idealistische én deskundige personen, die zich teleurgesteld uit de aktivitei- ten teruggetrokken zouden hebben. Het Nederlandse Jongeren Vrijwil ligers Programma is stellig niet wat het zou moeten zijn. Misschien is het slechts een steeds overtuigender bewps dat de overheidsorganisatie en begelei ding van wat primair een ideële onder neming is, voor Nederland niet ideaal is. Wij willen dit, als buitenstaander, verduidelpken met een aantal kritische vragen en kanttekeningen. Deze gaan dus nog niet over de jongelui die zpn uitgezonden en over hun opmerkelijke lotgevallen, maar over de basis en het vertrekpunt van het JVP hier in Neder land. De inspiratie tot de oprichting van het JVP is van Amerikaanse her komst. Daar is geen enkel bezwaar tegen. Ook Amerikanen hebben ide alen en goede ideeën, maar heel de wereld weet hoe vaak en fataal het Amerikaanse idealisme in de prak tijk tot niet-bedoelde resultaten leidt. De voorbeelden zpn zo groot als con tinenten. Zuid-Amerika en Afrika bpvoorbeeld. Waarom moesten wp zo haastig de Amerikanen imiteren? Heeft Neder land dan niet een indrukwekkend le ger van wetenschaps- en ervarings mensen uit de Indiëperiode, mis sionarissen 'en zendelingen die zich al met ontwikkelingshulp bezig hiel den eer het woord bekendheid kreeg? Was en is er in de vele levensbeschou- welpke organisaties, minstens by de leidende figuren, niet een sterke be langstelling groeiend voor mondiale problemen? Wp zeiden reeds, dat het goed is de jeugd aktief te confronteren met de we reld waarin wy leven. Maar waarom kwamen we voor deze confrontatie niet tot een oorspronkelpke, karakteris tiek Nederlandse vorm en methode? Wp menen, dat de overheid hier geen weerstand heeft kunnen bieden aan de verleiding haar dienende taak te over- schryden door het initiatief niet aan te moedigen maar het aan zich te trekken en in eigen beheer te houden. Wp zou den hier nog geen bezwaar tegen aan voeren, als er overwegend economische algemene belangen in het geding zouden zpn. Maar de betekenis van deze vorm van ontwikkelingshulp is economisch zeer gering. De werkelijke waarde is van ideële en pedagogische aard en, zeggen sommigen, óók van politiek be lang. Omdat het JVP een onderneming in overheidsregie is, zpn de kansen tot verwezeniyking van de ideële en peda gogische mogelpkheden om het zwak te zeggen, nogal schraal. Wp zijn ervan overtuigd, dat het Jongeren Vrpwilligers Corps, de par ticuliere opzet dus, met de diensten en geldelpke middelen die de Overheid nu ter beschikking stelt van het JVP, tot aanmerkelpk vruchtbaarder akti- viteiten zou zpn gekomen. De Overheid zou dan ook in de positie zpn geweest om voortdurend zeer kritisch toe te zien op de aanwending en besteding van de middelen Het JVP kon in 1963 en 1964 beschik ken over in totaal 4,8 miljoen gulden Dit bedrag dient nog aanzienlijk te wor den verhoogd met de kosten van de door verschillende overheidsinstanties gratis verrichte diensten. (Ryks Psy chologische Dienst en Geneeskundige Dienst b.v.) Door de onttrekking van jonge arbeidskrachten aan het produc- V -tV, F 1 - jc J2 - -' V"- f. -f V/Tf 31 i nationale inkomen een zeker bedrag, dat dubbel geteld moet worden voor zover buitenlandse arbeidskrachten de open plaatsen innemen en hun arbeids inkomen exporteren. Globaal kost deze ideële ontwikkelingshulp de gemeen schap dus een aanzienlijke som. De vraag (lie we ons nu in alle openbaar heid moeten stellen is: Zijn de baten de kosten waard? Gedurende de drie maanden oplei- dingstpd krpgt de Nederlandse vrpwil- liger een zakgeld van 75.- per maand. Voor werkkleding ontvangt hp 50.- en, bp vertrek naar een werkgebied, voor zpn uitrusting 750.—. Eenmaal op zpn bestemming krpgt hy een ba sis-maandsalaris van 150.— plus een dagtoelage, die samenhangt met de levensstandaard in het betreffende land. Elke maand wordt er in Neder land voor de vrpwilliger ƒ100.- ge spaard. Hp is verzekerd voor 25 mille bp overlpden en voor een ton bp levens lange invaliditeit. Het dienstverband van de vrpwilliger duurt 2 jaar. Volgens een grove berekening kost de vrpwilliger dus aan bovengenoemde vergoedingen ongeveer 7.000.-. De totale kosten zpn per vrpwilliger na- tuurlpk veel hoger. De selectie, keuring opleiding, begeleiding, verzekering en reis zullen niet onaanzienlpke bedragen vergen. Op 13 december zijn de laatste 8 vrpwilligers van dit jaar naar het Mid den-Oosten vertrokken. Er zpn in to taal nu ongeveer 80 mensen ergens op de wereld ingezet. De staf van het JVP in Den Haag telt momenteel 13 functionarissen. Men mag natuurlpk niet stellen dat de ge voteerde 4,8 miljoen nodig zpn geweest om 80 ontwikkelingshelpers uit te zen den. Dat zou neerkomen op 60.000.- per mankracht, ongeacht de onzichtba re kosten. Maar het zou dan wel zeer interessant zpn te weten hoeveel één man in feite per jaar kost. Voor 1965 staan zeven miljoen gulden ter beschik king en de planning voor het eerste halfjaar voorziet in de uitzending van 94 vrpwilligers. Cpfers als deze geven aanleiding tot enkele Vergelpkende overwegingen. De Kajotters zenden jaarlijks 15 a 20 men sen uit, óók voor 2 jaar. Er werd of wordt gewerkt in Tanganyika, Noord Rhodesia, Haute Volta, Bolivia en Bra zilië. Er is een opmerkelpk verschil tussen de kosten en Svoorwaarden voor een Kajottervrijwilliger en een JVP- er. De Katholieke Arbeiders Jeugdbe weging moet de uitzending geheel uit eigen middelen financieren. Aangezien die middelen niet overvloedig zpn, moeten de uitgezonden Kajotters zich materieel een aanzienlijk bedrag ont zeggen. Bp terugkeer in het vaderland krpgen zp een paar honderd gulden voor nieuwe kleding en een paar weken loon, tot er weer een werkkring is ge vonden. Deze vrpwilligers kosten tot nu toe ongeveer 3.000.- per jaar, per man. Hoewel het idealisme groot moet zpn, is dit bedrag niet ideaal laag. Voor het transport, de verzekerings kosten, een spaar- en zakgeldregeling en voor een eventuele studiebeurs zou het wenselpk zijn, de beschikbare mid delen te verruimen. Enige jaren geleden kwamen wij in contact met een Nederlandse religieuze .die twintig jaar in Centraal Afrika had ticprocps (lepft de jypfneenschan in het EPwprkt. ^ii wee een maand of acht met vacantie hier en besteedde deze rustperiode aan de gebruikelijke smeek- en bedeltournee waarmee al deze ont wikkelingswerkers tot heden toe hun Europese vakanties vullen. Zp liep stad en land af om geld te zoeken voor de bouw van een huishoud school in haar Afrikaanse land. Volgens haar was zo'n school een essentiële voorwaarde voor de maatschappelijke en sociale evolutie van de mensen, waarvoor zy haar leven lang werkte. Die school zou ongeveer een half mil joen gulden gaan kosten. Zp is ten slotte afgemat vertrokken met mis schien tienduizend gulden, een medi sche hqlp-autotje en een groot aantal vage toezeggingen. Als een Amerikaanse vrijwilliger 9.000 dollar kost, dat is 35.000 gulden, dan zou die school dus te bouwen zijn geweest voor de inzetkosten van 15 &SA-vrijwilligers. Vraag 1: Is het aannemelijk dat het ideële en materiële rendement van de inzet en de prestaties van 15 vrijwilli gers, dat van de bouw van zo'n huishoud school overtreft? Vraag 2: Voor de totale inzetkosten van hoeveel Nederlandse vrijwilligers kan men zo'n school financieren? Wp zpn ons ervan bewust dat we in deze gedachtegang opzettelpk verschil lende aspecten verwaarlozen en ons daardoor blootstellen aan schpnbaar zeer steekhoudende kritiek. Maar het faat ons slechts om het antwoord op e vraag, of de overheid de belasting gelden op de best mogelpke wpze aan ontwikkelingshulp besteedt, of dat er een ethisch Indianenspe! mee gespeeld wordt, met meer lawaai dan wol. Wat blijft er over en bestaan als de jonge vrpwilligers zpn vertrokken? Misschien zal men dan het wezenlpke resultaat vooral willen zoeken en zien op ide- eel niveau. Daarom willen wy in een volgend artikel de vraag behandelen in welke mate het JVP gunstige voor waarden biedt voor de verwezenlijking van ideële doeleinden, die hun materi ele prps waard zpn. Cees Griffioen. DEN HAAG. 2 jan. De Centrale Raad voor de Volksgezondheid het col lege waarin alle Instanties, die maar iets met ziekte en patiënten te maken hebben, de regering van advies dienen over deze onderwerpen, heeft minister Veldkamp een advies uitgebracht over zpn plannen om te komen tot een volks verzekering tegen zware geneeskundige risico's. De raad wil deze volksverzekering voor andere doeleinden laten dienen, dan het plan van de minister is. In verband daamee is de raad ook tegen de naam „zware geneeskundige risico's", al geeft hij niet aan welke naam dan wél de voorkeur verdient. Het was minister Veldkamps plan de volksverzekering tegen zware genees kundige risico's op 1 januari 1967 in te laten gaan. De raad heeft vooral bezwaar tegen de bedoeling van minster Veldkamp, de ze volksverzekering de kosten te laten dekken, die ontstaan na het eerste jaar van ziek zijn, en waarin deze niet meer worden gedekt door de ziekenfondsen. De raad is van menmg dat dit in de praktijk grote moeilijkheden met zich mee zal brengen. Zij beveelt de minis ter aan een ander onderscheid te gaan maken, namelijk naar de aard van de ziekte. De ziekenfondsen zouden aan de verplicht verzekerden voor onbepaalde tijd opnamen moeten gaan verstrekken in ziekenhuizen, sanatoria en revalida- tie-inrichtingen. De volksverzekering zou eveneens voor onbepaalde tijd opnamen moeten gaan verstrekken in verpleeg- instituten voor doven en blinden. Voor de psychiatrische inrichtingen zou onder scheid moeten worden gemaakt tussen tehuizen, zwakzinnigeninrichtingen en observatie en opname. Over de zware geneeskundige risi co's moet ook de Sociaal Economische Raad nog zijn advies uitbrengen. Wij vernamen daar, dat dit advies in een vergevorderd stadium is. ROTTERDAM, 2 jan. De borgstel lingsfondsen te Delft, Den Haag, Vlaar- dingen en Leiden verkeren tn een on gunstige financiële positie in tegenstelling tot die In Dordrecht, Gouda en Rotter dam, (zij het dat het borgstellingsfonds te Gouda alleen met extra bijdragen van de gemeenten en de Kamer van Koop handel de exploitatierekening sluitend kan maken). Zij hebben nu verhoging van de bijdragen van de provincie, de gemeenten en de Kamers van Koophan del gevraagd. Ged- Staten van Zuid-Holland stellen Provinciale Staten voor de provinciale bijdrage te verhogen mits de gemeen/ten en de Kamers van Koophandel ook zulks doen. Maar Ged. Staten willen die ver hoging tot drie jaar beperken omdat een op instignatie van de vereniging van borgstellirigsfondsen ingestelde commis sie op korte termijn met een rapport zal komen over de taak, de structuur en de eventuele herziening van de gebieds indeling van de borgstellingsfondsen. Daarbij zal ook de gebiedsindeling van de Zuidhollandse fondsen aan de orde worden gesteld waarbij gezocht wordt naar een zodanige indeling dat eenheden ontstaan, die tot een sluitende exploitatie kunnen komen. De vereniging van borgstellingsfondsen heeft verzocht ontheffing te verlenen van de verplichting voor de fondsen om drie procent rente jaarlijks aan de provincie te betalen voor het door de provincie beschikbaar gestelde stamkapitaal, maar Ged. Staten vinden geen aanleiding om op dit verzoek in te gaan. Voor de psychologie valt hier nog een onderzoek te doen naar het sinterklaas- complex, dat bevrediging zoekt in het „overhandigen" van gaven, die men zich eerst door anderen heeft laten ge ven. (Zie het lintje niet over het hoofd dat meestal ook wel volgt.) Dan is er het verschijnsel van de „oude" organi saties, die zichzelf overleefd hebben, omdat hun taak geheel of grotendeels is overgenomen door de overheid, bij voorbeeld krachtens de sociale wetge ving. Menige caritatiev- instelling ver vult zjjn taak voor het overgrote deel met overheidssubsidies. De efficiency van zulke „omwegsubsidies" moet soms betwijfeld worden. Dit soort oude in stellingen zoekt nieuwe taken en vindt deze, uiteraard, op het terrein van de ontwikkelingshulp. Maar waarom ei genlijk? Men ontmoet bij die Instellin gen vaak lieden, die op grond van hun mentaliteit, belangstelling en be kwaamheden het laatst geschikt lijken voor leiding aan de ontwikkelingshulp. Maar de regenten en bestuurders zien hierin hun kans de „goed-heilig-man" te blijven spelen; de employé's blijven in idealisme hun brood verdienen. Waarom fuseren en concentreren deze Instellingen niet? Zie naar de kinde ren der wereld, als we de grote ban kiers zo mogen noemen. Waarom, na likwidatie en afstoting van het over tollige geld en goed, de benodigde fi nanciële, administratieve en technische middelen niet samengevoegd tot één goed, effectief en goedkoop apparaat? Waarom niet een gemeenschappeiyk perfect propaganda^- en publiciteitsap- Om de vrede duurzaam te winnen kunnen de volkeren hun geld vrucht baarder, rendabeler investeren in onderlinge en wederzpdse hulp, dar in wapens. Zy kunnen hun jeugd be ter in staat stellen tot samen werkei en samen leven, dan haar de strü< en de dood in te zenden. Presiden John Kennedy, deze idealistische re alist die onbevreesd de oorlog vrees de heeft met de oprichting van he Amerikaanse Vredes Corps de jeugc van de wereld op een spoor naar vre de gezet. Hierdoor werden tallozt longeren geïnteresseerd voor de nood van de mensheid. Tienduizenden jon ge mensen kragen een kans deze nood met eigen ogen te zien en met eigen handen te helpen lenigen. De internationale en Interraciale ontmoeting, de relaties en vriend schappen die hier het gevolg van zyn hebben op den duur voor de vrede eei moeilijk te overschatten waarde. He is volkomen aanvaardbaar, dat er bi de praktische uitwerking van Kennt dy's idee fouten werden en worden ge maakt, dat er terecht of ten onrecht kritiek wordt gehoord, dat het ideae soms bedreigd wordt door domheid baatzucht en boosheid. Tot medk 1963 had het Amerikaanse Peace Corp; 3.000 manneiyke en 2.000 vrouweiykt vrijwilligers uitgezonden. De helft hun ner werkt in het onderwps, twintig procent aan landelijke gemeenschaps ontwikkeling. en de rest bij publieke C „wy (Van o-nze weerkundige medewerker) at het weer betreft zijn wij er in 1964, na vier zeer sombere en te natte jaren, weer een stap je op vooruitgegaan. Eindelijk sinds 1959 werd het normale aantal uren zonneschijn eens weer overschre den, al was het in De Bilt zeer be scheiden met zes uren en ook wias er in het grootste deel van ons land van een droger jaar dan normaal sprake. Gemid deld over het hele land 638 mm neer slag (normaal 744 mm). Alleen in het westen van ons land was vooral de zomer natter dan normaal. Drie maanden wa ren belangrijk kouder dan normaal in deze klimatologische zomer, berekend over de volle vier seizoenen (1 decem ber t/m 30 november). December, maart en oktober waren de veel te koude maanden, februari en mei warmer dan normaal. De winter van 1963-'64 heeft de ijs- liefhebbers niet teleurgesteld. Zowel december als januari brachten schaats- weer van betekenis maar februari deed een snelle stap naar de lente. Te snel misschien want op 25 februari werd in Brabant al 17 graden gemeten en prompt volgde er een veel te koude en sombere maart De tien met de griffel gaat dit jaar naar de meimaand die zich van de 12de af bijzonder warm, zonnig en groeizaam heeft gedragen. Dit gaf de eerste stoot tot een bij zonder groeizaam jaar. De zomer, in de oostehjke helft van ons land veel warmer en zonniger dan in het westen waar de kustprovincies te veel regen kregen, was ook weer iets beter dan de vorige vier jaar maar nog allerminst een topper. In De Bilt alle drie zomermaanden iets te koud met iets te weinig zon maar het weer (op tijd enige regen!) bleef groeizaam en de meeste vakantiegangers in ons land waren er best over te spreken. De troostprijs is voor september welke maand veel zon bracht en tal van mooie dagen. Oktober was na 1939 niet meer zo koud geweest. Daar vooral september en november droger dan normaal bleven was de herfst in zijn geheel gunstig te noemen. Een-jaar met alle vier seizoenen iets aan de koude kant, een zonnige winter en herfst, een voorjaar dat eerst in mei op gang kwam en een gematigde zomer die echter in de oostelijke helft van ons land de balans duidelijk naar de goede kant heeft doen uitslaan. Wanneer het jaar 1965 dit over het algemeen hoopgevende pad blijft volgen dan mag gesteld worden dat wjj de zeer natte en te koude periode (1960-1964) achter ons hebben liggen en waarbij wij 1965 zouden willen vragen nog iets meer aandacht (warmte en zon) aan liet voor jaar en de zomer te besteden. Wat ons betreft mag d-c winter en de herfst dan rustig een herhaling van 1964 worden. En.... een wat meer gematigd optreden van Pluvlus in de westelijke kustpro vincies. Van de belangrijkste weerelementen geven wy hier de cijfers van tempera tuur, zonneschijn en regenval. Tempe ratuur, gemiddelde maandelijkse etmaal- temperatuur, en de uren zonneschyn hebben betrekking op De Bilt met tus sen haakjes de afwyking ten opzichte van de normaalcyfers van die maand. De cyfers van de neerslag zijn het ge middelde van het hele land. temp. zonneschyn neerslag (mm) december 1.1C (—3.9) 75 3 uren) 29 januari 0.6 (—1.1) 45 normaal 20 februari 3.5 (+1.5) 73 4) 15 winter 1.0 1.2C) 193 38) 64 (—112) maart 2.7 (—2.3) 99 28) 36 april 8.7 (+0,2) 129 35) 51 mei 14.3 1.9) 237 26) 41 voorjaar 8.6 (—0.1) 465 37) 128 8) juni 15.3 0,2) 214 (—9) 89 juli 16.8 (—0.2) 188 11) 54 augustus 16.0 (—0.2) 182 (- 4) 72 zomer 16.0 (—0.2) 584 24) 215 2) september 14.1 (—0.2) 172 26) 61 oktober 7.9 (—2.1) 116 14) 108 november 6.3 (+0.4) 39 11) 38 herfst 9.4 (-0.6) 327 29) 207 8) I jaar 1964 8.7 (-0.7) 1569 6 uren) 614 130 mm) j jaar 1963 7.8 (—1.6) 1438 125 uren) "M-.v. hie de,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 12