jïLuehtmaefathoeclleji! zijn niet vals"
HERDERS EN BOUVIERS WAKEN
OVER MILITAIRE OBJECTEN |De Franse auto-industrie
wacht op betere tijden
Ideaal opleidingscentrum
in de Brabantse bossen
Toneelgroep Theater:
„De avonturen van de
brave soldaat Svejk
,Zo onderhoud
ïk mijn auto
Turbinewagens
jaar op de weg
91
Radiaal-band speciaal
voor snelle rijders
„De boer op
Hondeleven
MEMOIRES van
Amateurs voeren
„Carmen" op in
De Rijp
mu
Luchtmachtcertificaat
Cavalerie
Onderscheidingen
Afscheid
Renault
het nieuwe dagblad
JANUARI 1965
PAGINA
Pasfoto van een militaire hond.
De honden in actie tijdens de
training in de bosrijke omge
ving van het hondendepot te
Princébosch.
H Vm vjfi^ iali
De pakwerker (gehuld in een
Pak van dertig kilo) moet in
staat zijn zijn „hondje" te staan.
Bestuurders van de Franse
automobielfabrieken hebben
de laatste maanden aan
zienlijk meer vertrouwen gekre
gen in de ontwikkeling van hun
bedrijven. Volgens de laatste me
dedelingen is de situatie na de
bijzonder slechte resultaten vóór
de grote vakantie sterk verbeterd
en de verkopen tonen een duide
lijke tendens tot stijgen. In ver
schillende sectoren zijn de werk
tijden inmiddels weer verlengd.
Toch geven de cijfers van de ge
zamenlijke Franse bedrijven over
ENZO FERRARI
..monsterachtige beschuldigingen..
oktober een slechter beeld, dan de
bemoedigende mededelingen van
de bedrijven zouden doen vermoe
den. En men zou zich kunnen af
vragen of de juichtonen wel ge
grond zijn.
De Franse autofabriéken zijn de
laatste tijd sterk gemoderniseerd.
Dit is de nieuwe Citroënfabriek
in Rennes-la-Janais.
In het laboratorium van Good Year beschikt men over een grote
„martelaar": een vliegwiel, waarop dwarsribben kunnen worden ge
monteerd en met behulp waarvan op de „wreedste" manieren wordt
getracht de banden kapot te krijgen.
De koordlagen van de band lopen
van hiel tot hiel. De G 800 wordt
speciaal aanbevolen voor sportieve
rijders en kan worden gebruikt tot
snelheden van 180 kolometer per
uur.
Ver van het stadse gerucht mid
den in de Brabantse bossen blaf
ten en keffen Duitse en Belgi
sche herders, bouviers en hon-
eH Wier ouders een verschillend ras
Vertegenwoordigen. Het. geluid van
«poraringend geblaf blijft steken in de
"'elite dennebossen rondom het lucht-
^"■chtkamp Princébosch, dat nauw
£r<mst aan het militaire vliegveld Gil-
Z,e Rijen. Anders dan ieder ander hon-
j'eleven 'is dat van deze honden, die
«'er in de stilte van het Brabantse
'aM worden opgeleid tot bewakers
de westerse verdediging. Kamp
r'noeboseh is het opleidingskamp
Van de hondenbrigade van de Konink-
Uke Luchtmacht.
Nu tien jaar geleden greep de Ko-
nir>klyke Luchtmacht naar het
y°orbeeld van het Engelse en Ameri
kaanse leger en gedreven ook door
Sebrek aan voldoende bewakingsperso
neel naar de hond als middel om
vliegvelden en andere militaire objec-
feh te bewaken. In de Oude Frederiks-
kazerne in het centrum van Den Haag
barden destijds de eerste honden op-
Saieid voor een taak bij de bewaking
yan het militaire apparaat. Deze oude
,ahdmachtkazerne was niet lang het
3°micilie van de luchtmachthonden. In
"e omgeving van de kazerne begonnen
bewoners reeds dra te klagen over
het lawaai dat de honden voor dag
dauw maakten. Al om vijf uur 's
Morgens werden de in de buurt wo-
leniie Hagenaars wakker geblaft als
fle kok het licht ontstak om het honden-
ontbüt klaar te maken. De verhuizing
daarna naar de Nieuwe Frederikska-
"zerne vlakbij de Waalsdorpervlakte
Was evenmin een oplossing. Het oplei
dingscentrum van de iuohtmachthon-
dert was te veraf gelegen en het mili
taire personeel moest te grote afstan
den afleggen om bij het Gepot te ko-
?en. Een voordeel was dat de nieuwe
behuizing een betere accommodatie
?ad dan de Oude Frederikskazerne. In
de boxen van de voormalige cavallerie,
daarin vroeger de paarden gehuisvest
v^aren, hadden nu de luchtmachthonden
®en comfortabel onderdak. Maar ïde-
,a?l was deze inwoning bp de konink-
'iike landmacht niet. Na veel prakti-
s°he en administratieve problemen
vond de hondenbrigade tenslotte een
definitief domicilie in luchtmachtkamp
j rincebosch. Een idealer terrein voor
ds opleiding en training van de hon-
?eh is in ons land nauwelyks denk
bar, is het oordeel van sergeant
jbajoor instructeur A. D. van Baaien,
die een paar maanden na de opncn-
ting van de brigade toen nog dienst
plichtig sergeant bij de hondenbri
gade kwam.
graag bij de cavalerie heeft gewild.
,,Als ze morgen met paarden begin
nen, stap ik er zo naar toe." Zo goed
als ieder ander weet majoor Van
Baaien, dat er in de moderne oorlog
van cavalerie nooit meer sprake zal
zijn. En daarom is hy zich men
zou haast kunnen zeggen als com
pensatie voor het gemis aan paarden
in het leger gaan bezig houden met
honden. ,,Een paard heeft vier voe-
ten en een hond vier poten en dus
dacht ik dat zit altijd goed." En er
is geen twijfel aan. De majoor is
even gehecht aan zijn hondenbrigade
als hij zou zijn geweest aan de caval
lerie. Wellicht kan men daarom bij
niemand anders beter terecht om te
weten te komen wat de luchtmacht
hondenbrigade precies is en wat de
honden na hun opleiding in het mili
taire apparaat betekenen. Majoor
Van Baaien doet zijn verhaal militai-
rement alsof hij een opleidingsklas
instrueert. Maar hij is niet zoveel
militair dat hij elk gevoel voor gees
tigheid heeft verloren. Zijn verhalen
zijn doorweven met vele vleugjes
Britse humor.
en een kaart waarop zijn hele hon
denleven is vastgelegd met alle bij
zonderheden die er bij horen. Voorzo
ver mogelijk houdt de hond de naam,
die hij bij zijn vroegere eigenaar had.
Is dat niet mogelijk, dan krijgt hij een
andere naam, maar majoor Van Baa
ien probeert zoveel mogelijk de eind-
uitgang van de vroegere naam te
handhaven om de hond in zijn nieu
we bestaan niet al te zeer in verwar
ring te brengen. Af en toe veroorlooft
de majoor zich een grapje. Zo heeft
hij een hond de naam TJNO gegeven
en een ander NATO. Beide honden
wandelen nu met hun geleider langs
de afrastering van objecten voor ge
leide wapens in West-Duitsland.
Het leven van een hand bij de hon
denbrigade van de luchtmacht is haast
als dat van de soldaat. Zieke honden
kunnen 's morgens als de geleider dat
nodig vindt terecht op het zieken
rapport bjj de dierenarts. Voor het ove
rige heeft hij dienst zoals zijn baas, de
geleider. De slogan „dienst is dienst"
wil echter niet zeggen dat de honden
van de luchtmacht hondenbrigade een
slecht leven zouden hebben. Natuurlijk
wordt er het een en ander van hen
gevraagd, maar zij krijgen in ruil daar
voor een verzorging waarop andere
niet-militaire honden jaloers zouden
zijn. Alleen al de maaltijden zijn am
honds jaloers op te worden. Een spe
ciaal daarvoor aangestelde kok ver
werkt in de keuken van de hondenbri
gade in kamp Princébosch per week
125 kilo vlees bij een minimale hon
denbezetting. Het lichte ontbijt waar-
mee de honden de dag beginnen liegt
er trouwens ook niet om: 200 gram
vlees, 100 gram oud bruin brood, 75
gram bladgroenten en 75 gram keuken
afval. Ook het avondmaal is zeker
voor een hond aantrekkelijk: 300 gram
vlees, 150 gram oud bruin brood, 75
gram bladgroenten, 5 gram mineralen-
mengsel en verder nog het een en
ander aan vitaminen rijke stoffen. Het
maal wordt verder smakelijker door
vermenging met tomaten-, groente of
andere aromatische soepen.
Majoor Van Baaien wil af van de
indruk, die buitenstaanders vein de
luchtmachthonden hebben. Veel
mensen denken, dat wij met valse
honden werken. „Wij moeten hele
maal geen valse honden hebben,
maar handen met moed en coura
ge", verweert zich majoor Van Baa
ien tegen de slechte indruk. De hon
den zijn ook niet vals. Het ligt echter
voor de hand dat de voor bewaking
van militaire objecten opgeleide die
ren geen poezen zijn om zonder hand
schoenen aan te pakken. Het zijn
geen schoothondjes. Bij het minste
gerucht of bij een beweging van een
outsider zijn zij op hun qui vive. Was
dat niet het geval, het dier zou nooit
bij de luchtmacht gekomen zijn. Ma
joor Van Baaien weet nu na tien jaar
ervaring wel wat hij niet en wel kan
kopen. Majoor Van Baaien wijst nog
op een misverstand dat bij het pu
bliek bestaat. De honden van de bri
gade zijn geen waakhonden. Hun
taak is uitsluitend te waken over mi
litaire objecten maar dan in preven
tieve zin. Een hond van de brigade
zal dus nooit eigener beweging
iemand aanvallen. Hij zal dit alleen
doen als hij daartoe instructies van
zijn geleider krijgt.
Een belangrijke figuur bij de briga
de is de dierenarts. Op het ogenblik
is dat de dienstplichtige eerste luite
nant dierenarts W. E. H. van Herten.
In februari of maart van het volgend
jaar gaat dokter Van Herten weg en
wordt zjjn plaats ingenomen door een
andere dierenarts. Dokter Van Her
ten is de zevende dierenarts in succes
sie na de oprichting van de honden
brigade. Hij is officier, maar de eerste
dierenarts die de belangen van de
honden tien jaar geleden behartigde
was geen officier maar dienstplichtig
soldaat. De dierenarts heeft aan de
hondenbrigade een behoorlijke dag
taak. Hjj heeft de gehele zorg voor
het lichamelijk welzijn van de dieren.
Bovendien is hij lid van de aankoop-
commissie van de honden. Hij moet
er verder voor zorgen dat iedere hond,
die bij de brigade wordt ingelijfd zijn
cocktail krijgt tegen infectie- en virus
ziekten.
De koninklijke luchtmacht heeft op
het ogenblik tegen de tweehonderd
honden in dienst verspreid over Ne
derlandse ein West-Duitse bases. Daar
naast zijn er nog ongeveer vijftig hon
den, die dienst verrichten bü objecten
zoals munitie-opslagplaatsen van de
koninklijke landmacht. In de afgelo
pen tien jaar van het bestaan van de
hondenbrigade zijn de honden geble
ken een behoorlijke besparing te zyn
van personeel. Men rekent, dat één
hond zeven man bewakingspersoneel
vervangt. Tweehonderd honden bete
kent dus voor de luchtmacht een be
zuiniging van ongeveer veertienhon
derd man. De luchtmacht is er goed
en de hond best mee.
Voor wie mocht denken dat in het
leger een hond een hond is, vergist
zich. Er zijn rangen en standen al ko
men er geen sterren en strepen aan te
pas. Wat het laatste betreft zyn de
mogelijkheden voor de hond m het le
ger beperkt. De hond die bij de brigade
wordt ingelijfd kan men beschouwen
als een recruut. Na ongeveer drie
maanden heeft hjj zijn eerste elemen
taire opleiding achter de rug. De oplei
ding is pas voltooid als hij na een jaar
training en tests het luchtmachtcertifi
caat heeft en de lichtgevende rode
halsband en sliplijn mag dragen. Dan
pas speelt de hond een volwaardige
rol in het militaire apparaat van de
Westerse defensie. KOENE
Het opmerkelijke is, dat majoor
Van Baaien wat men zou verwach
ten, vroeger nauwelijks iets met hon
den te maken heeft gehad. Bij hem
thuis hadden ze vroeger een hond,
maar daarmee is alles gezegd. De
enige aanwijzing van zijn belangstel-
bng voor dieren is dat hjj altijd erg
- JM
De honden die in het hondendepot
bij majoor Van Baaien binnenkomen
zijn niet de eersten de besten. Met de
militaire dierenarts en een zogeheten
pakwerker gaat de majoor geregeld
,,de boer op" om honden van speciale
klasse aan te kopen. Bij voorkeur gaat
hjj op zaterdag op stap, want ook
hier heeft de vijfdaagse werkweek zijn
invloed. Als de majoor en de dieren
arts menen, dat een hond geschikt is
voor de brigade, bekijkt de arts het
dier medisch op zijn merites. Na een
behoorlijke medische keuring hangt
het van de dokter af of de hond ver
der getest wordt. „Geen bezwaar"
van de arts betekent dat wordt on
derzocht of de hond bang is voor een
stokslag. Daarna wordt nagegaan of
het dier het geluid van een geweer- of
nistoolschot kan verdragen en tenslot
te of hij (er worden alleen mannelijke
honden gekocht) werpvast is. y°ldo®*
de hond aan de eisen dan wordt in
het algemeen voor bedragen varierenu
tussen 150 en 200 gulden - de koop
gesloten.
In kamp Princébosch gaat ^nieu
we „dienstplichtige" hond daarna drie
weken in quarantaine. Na dezei incu
batie-periode krijgt de hond een vas
te geleider. Veelal zijn de hondengeiei
ders van de luchtmacht tegenwoordig
beroepsmilitairen van de sinds kort ge
heten Luchtmachtbeveiligingseenheden
(vroeger het Luchtmacht Bewakings
Korns) maar soms ook ziin het dienst
plichtigen, die zich vrijwillig voor de
hondenbrigade hebben aangemeld. Ie
dere geleider kiest zijn eigen hond is de
vaste stelregel van majoor Van Baa
ien. In 85 procent van de gevallen
blijkt, zo zijn de ervaringen van ma
joor Van Baaien, het kiezen van zijn
eigen hond een succes te zijn. Een
enkele keer moet later wel eens een
hond van geleider verwisselen vanwe
ge karakter- of andere moeilijkheden,
maar dat komt toch vrij zelden voor.
De majoor staat er op dat iedere ge
leider zijn hond kiest. Een hond is
een levend wezen en geen dienstfiets.
Tenslotte kiest de geleider de hond
niet voor een paar dagen maar in het
algemeen voor een lange tijd. Hond
en geleider zijn altijd bij elkaar. Als
de hond ziek is, wordt de geleider ook
als ziek beschouwd. Is de geleider
ziek, dan is ook de hond uitgeschakeld.
Vakantie voor de geleider betekent
vakantie voor de hond. Alleen als de
geleider bijvoorbeeld lange tijd ziek
is of de dienst uitgaat krijgt de hond
een nieuwe geleider.
ARNHEM, 2 jan. Toneelgroep
Theater opende het nieuwe jaar te
Arnhem met een geheel nieuwe bewer
king van het boek van Jaroslav Hasek:
De avonturen van de brave soldaat
Svejk. Hans Croiset heeft het aange
durfd om in 26 taferelen het bewogen
verhaal over de zinloosheid van de
oorlog 1914-1918 opnieuw; gestalte te ge
ven. Zijn versie verschilt van die van
Max Brod of John Littlewood en de dy
namiek wist hjj te fixeren via een groot
draaitoneel, flitsende dia's en bewegen
de decors.
Daarin speelt Bernard Droog de
De militaire hond heeft veel gemeen
met zijn militaire geleider. Hij heeft
een pasfoto, een registratienummer
DEN HAAG, 2 jan. Bij KB is be-
ncemd tot officier in de orde van Oranje-
Nassau mr R. WARMOLTZ, dirigerend
officier der Rjjks-politie 2e klasse, hoofd
van de onderafdeling gebouwen en ma
terieel van de directie politie van het
ministerie van Justitie, wonend te Was
senaar.
DEN HAAG, 2 jan. Aan W. VAS-
BINDER zal op zjjn verzoek met in
gang van 1 februari 1965 eervol ont
slag worden verleend als burgemees
ter van de gemeente Bellingwolde;
aan A G. M. PANIS is op zjjn ver
zoek met ingang van 1 februari 1965
eervol ontslag verleend als burgemees
ter van de gemeente Berkel-Enschot;
aan M P VAN DER WEIJDEN is op
zijn verzoek met ingang van 1 februari
1965 eervol ontslag verleend als burge
meester van de gemeente Nieuwkoop;
aan mr. J. W. PEEK is op zyn ver-
zoek met ingang van 31 december
eervol ontslag verleend als burgemees-
ter van de gemeente Schiedam.
SovjetrUnie. De prijzen van anti
biotica, vitaminen en andere medicij
nen in de Sovjet-Unie zullen per 1 ja
nuari met een percentage van 21 tot
64 dalen, zo heeft de Russische vice-
minister van gezondheid, Gusenko, be
kendgemaakt. (Rtr)
(Van een financiële medewerker
in Parijs)
hoofdrol van de eeuwig kletsende en
pratende soldaat Svejk, de goedmoedi
ge Tsjech die altijd de dupe is van zyn
eerlijkheid, zijn onbenulligheid en zyn
kinderlijk ongeveinsde kritiek. Hy is vol
grappen en grollen, vol cynisme en tege
lijkertijd vol venijnige analyse omtrent
de kranzinnige situaties welke de oor
log kan veroorzaken. Die rol schynt
Droog op het lijf geschreven te zyn.
De politieke consequenties voor de
Tsjechen, die gedwongen waren voor
de Donau-monarchie tegen Slavische
broedervolkeren te vechten, duiken tel
kens in het stuk op, zonder dat zy te
veel de ongeveinsde naïeve held bena
drukken. Het stuk blijft wat te veel aan
de kant van de klucht, de wezenlyke
dramatiek komt er nauwelijks doorheen.
Toch is de vertolking van dit drama
groots opgezet en gaaf tot uitwerking
gekomen in de vele bijrollen, waarin
vooral die van Jan Gorissen opviel. Dat
kluchtige karakter maakt de zaak dik
wijls weinig fijnzinnig maar die gedach
te heeft bij de schrijver dan ook niet
voorgezeten. Hij heeft zelfs zeker aan de
dramatiek van een Remarque byvoor
beeld willen ontkomen. De regie was in
eigen bewerking voortreffelijk gestalte
gaf. De goede en bescheiden decors wa
ren van Niels Hamel.
Na afloop was er een nieuwjaarswens
van Dolf Verspoor, wiens tekst in snel
treinvaart geschreven en ingestudeerd
moest worden nadat die van Sieto
Hoving te elfder ure was afgewezen.
Verspoor had zich na deze ontwikkeling
zeker niet tam van de zaak afgemaakt
en het geheel was fel, geestig en cynisch
soms. M>
DE RIJP, 2 jan. In het voorjaar
van 1965 zullen in het noordhollandse
dorp De Rijp, volgens de organisatoren
voor het eerst in Europa, amateurs een
achttal opvoeringen geven van de opera
„Carmen" van George Bizet.
De première is vastgesteld 7 maart
1965. Aan de opera zal worden meege
werkt door 75 personen. Het orkest is
het „Zaans Operetteorkest", versterkt
met leden van het Amsterdamse „In
termezzo". De r.k. zang- en operette
vereniging „Arti et religiani" in De Rijp
heeft „Carmen" veertien maanden in
gestudeerd.
Ferrari is een klinkende naam in
de geschiedenis van de automo
biel. Enzo Ferrari is zesenzestig
jaar nu en heeft een groot deel
van de ontwikkeling van de automobiel
„actief" meegemaakt. Thans heeft de
Italiaanse constructeur zijn memoires
geschreven: „Enzo Ferrari, mijn me
moires", die als pocket in een verta
ling van E. Winkler zijn verschenen bij
de drukkerij „Helmond" in Helmond.
Het zijn typisch Italiaanse memoires,
gevoelig, hier en daar zelfs melodra
matisch, maar zéér menselijk en in
teressant voor ieder, die belangstelling
heeft voor de ontwikkeling van de auto.
Speciaal over de autoraces, waar hij
veel mee te maken heeft gehad, lucht
Ferrari zijn hart. „Er zyn, naar aan
leiding van ongelukken, monsterachti
ge dingen over mij geschreven," aldus
Ferrari. Zo vergeleek de „Osservatore
Romano" hem eens met een industriële
Saturnus, die nog steeds zijn eigen zo
nen verzwelgt. Er zyn, aldus Ferrari,
vier redenen een technische, een
sportieve, een politieke en een morele
waarom het autoracen nog steeds
bestaat en waarom er nog steeds race
wagens gebouwd worden. Tal van ver
beteringen aan de auto zyn te danken
aan race-ervaring. Voor de toekomst
verwacht Ferrari voor de auto's geen
opzienbarende uitvindingen. Hjj gelooft,
in hetgeen professor Dante Giacosa
heeft gezegd, „dat de zuigermotor nog
vijftig jaar voor zich heeft." „In 1898,
het jaar, waarin ik geboren ben," al
dus Ferrari, „was er al een verbran
dingsmotor achterin een race-wagen:
tegenwoordig heeft vrijwel elke race
wagen de motor achterin. „Ik wilde,"
zo verzucht Ferrari heel menselijk aan
het slot van zyn memoires, „dat ik
in de toekomst kon kijken en de auto's
van over vijftig jaar kon zien." Het
beek is interessant geïllustreerd en
wordt ingeleid door Han Hugenholz, di
recteur van het circuit van Zandvoort.
Een handig, keurig uitgevoerd boek
je voor „gewone" automobilisten
is onder de titel „zo onderhoud
ik mijn auto" verschenen bjj de
uitgeverij Broekman en Meris N.V. in
Amsterdam (ƒ1.4,90). In klare taal ver
telt B. Heldt aan de niet-vakman hoe
in grote lijnen een auto in elkaar
zit en wat men dient te doen en te
laten, om die auto in een zo goed mo
gelijke conditie te houden. Geen uit
voerig reparatie-boek, maar wèl een
handig werkje met tips over allerlei
dagelijks voorkomende situaties.
De experimentele turbinewagens van
Chrysler zijn in Amerika nu een jaar
op de weg. Eind 1963 gaf Chrysler vijf
de wagen drie maanden beproeven en
delde automobilist, om er zodoende ach
ter te komen, wat de indrukken waren
over de wagen bij normaal huis-tuin-en-
keuken gebruik. De gebruikers mogen
de wagen drie maanden beproeven en ge
geven daarna hun oordeel.
Maar de ontwikkeling kan men niet
afleiden van de resultaten over een af
zonderlijke maand, aldus woordvoerders
van de automobielindustrie. Bovendien
krijgt men door de totaalcijfers een ver
tekend beeld. Immers, de slechte resul
taten van een enkel groot bedrijf kun
nen de cijfers van het geheel sterk be
ïnvloeden, ook als resultaten van de
andere maatschappijen vooruitgang ver
tonen. Dat neemt niet weg, dat een
groot aantal geïnteresseerden, die al
leen afgaan op de cijfers, toch minder
enthousiast zijn dan de industrie^ zelf.
Wanneer men bedenkt dat' juist in de
maand oktober de grote autotentoon
stelling Le Salon de Paris gehou
den is, dan kan men het pessimisme wel
enigszins begrijpen. Bij een gunstige
conjunctuur zou men immers een zo
grote invloed van de tentoonstelling
mogen verwachten dat de lagere cijfers
van enkele bedrijven door de betere re
sultaten van de andere, gecompenseerd
worden.
Een totale produktie van 133.602 auto
mobielen tegen 174.893 in oktober 1963,
geeft eigenlijk weinig reden tot juichen.
Het betekent tenslotte een achteruit
gang van bijna 24 pet. Aangezien ook
de verkopen in de automobielindustrie
onderhevig zijn aan seizoenfluctuaties
in de vakantiemaanden is de vraag
naar nieuwe wagens het grootst
is de vergelijking met dezelfde periode
van het voorafgaande het doeltref
fendst.
De oorzaak van de achteruitgang lag
geheel bij de verkoop van personenwa
gens; want de omzet in vracht- en be
stelwagens gaf nog een toename te
zien, en wel van 25.997 in oktober 1963
tot 26.290. Gedurende de eerste tien
maanden van het lopende jaar werden
1.135.666 personenwagens omgezet te-
§en 1.225.339 in 1963, hetgeen een da
ng betekent van 7,3 procent. In de
zelfde periode werden circa 10.000 be
stelwagens meer verkocht.
De export is teruggelopen met 45.000
automobielen, waaruit blijkt dat niet
alleen in het buitenland sprake is van
lagere omzetten.
Het heeft velen teleurgesteld dat van al
le grote bedrijven Renault het nog het
slechtst gedaan heeft, aanzienlijk zelfs
dan de binnenl. concurrenten. Daarom
vraagt men zich af of het beleid van
Renault, dat een staatsbedrijf is, wel
met evenveel zorgvuldigheid gevoerd
wordt als dat in de particuliere be
drijven. Enkele commentatoren zijn
de mening toegedaan, dat juist het
nationale karakter van het bedrijf de
belangrijkste oorzaak is van de gro
tere teruggang. Een particulier be
drijf kan volgens hen vlugger om
schakelen wanneer de conjunctuur
zich wijzigt.
Vooral de Renaultfabrieken hebben
in de afgelopen tien maanden te kam
pen gehad met teruglopende omzetcij
fers. Naast de achteruitgang in de ver-
koop van personenauto's met ruim 20
pet. van 492.423 tot 378.623 moest
men ook een daling van de omzet van
vrachtwagens registreren; van 65.455
tot 62.068.
Voor Citroen zijn de cijfers aanzien
lijk gunstiger. Het aantal afgeleverde
personenauto's kwam voor de periode
januari-oktober op 309.848 (dezelfde pe
riode 1963 294.571) en het aantal vracht
wagens op 75.407 (66.115). De andere
belangrijke merken kwamen tot de vol
gende resultaten: Simca 236.622 (v.j.
220.1040) personenwagens, vrachtwagens
nihil (30); Peugeot 213.998 (236.622)
personen- en 20.241 (18.981) vrachtwa
gens; Panhard 180 (194) personen- en
25.303 (26.915) vrachtwagens.
Wanneer men de verkopen van
oktober vergelijkt, dan komt men tot
de conclusie dat de situatie zich die
maand vooral voor Renault nog ver
slechterd heeft. Simca behaalde een to
ttóe omzet van 18.040 automobielen te»
gen een maandgemiddelde voor dit
jaar van 23.660. Gitroën, Peugeot en
Panhard konden echter meer produkten
aan de man brengen dan hun maand
gemiddelde; voor Peugeot bedroeg de
omzet 24.727 tegen een maandgemid
delde 23.414, voor Citroën 43.944 tegen
38.425 en voor Panhard 2.572 tegen
2.548.
Hier staat een omzet van 40.996 wa
gens voor Renault tegenover, bjj een
maandgemiddelde van 44.069. Vanaf het
begin van dit jaar is de produktie van
het bedrijf teruggelopen; behalve in ju
ni. In januari werden nog 57.454 auto's
gefabriceerd; sinds die maand is de
produktie dus met 27 pet. teruggelopen.
IN RUSLAND is zojuist de Mosk-
vich 408 in produktie genomen.
Deze vierdeurswagen met een
Fiat-uiterlijk heeft een 50 pk. mo
tor en weegt 900 kg. Over de prijs is
niets bekend.
De Good Yenr-fabrieken in Luxem
burg zyn begonnen met de pro
duktie van radiaal-banden, die
speciaal worden aanbevolen voor
automobilisten, die wat harder rijden
dan normaal. Het is de G 800, die ge
schikt is voor gebruik bij snelheden
tot 180 kilometer per uur. Een speciale
uitvoering van deze band, voor sport
wagens die nog harder rijden, zal bin
nenkort op de markt worden gebracht.
Een radiaal band heeft een karkas
waarvan de koordlagen niet gekruist
over elkaar liggen, doch loodrecht op
de rolrichting van de band zyn aange
bracht, dus raiiaal van hiel tot hiel
De nieuwe Good Year-band is geheel
opgebouwd uit textiel en rubber en
wordt door de fabrikant daarom geruis
lozer genoemd. Het 3-T textielkoorri
dat wordt gebruikt, is, aldus de fa
briek, sterker dan staal en dankzy eer.
extra breed ioopvlak en ror.de schou
ders van de band is de wegligging
ook by hoge snelheden, extra-stab
iel.
De G 800~wordt al in een aantal ma
ten gefabriceerd en dit aantal wordt
nog uitgebreid. De fabriek in Colmar-
Berg in Luxemburg levert op het ogen
blik circa 9500 banden per dag af en
kan de vraag nauwelijks aan. Op 6
januari a.s. zal in deze in 1951 gestich
te fabriek, de tienmiljoenste Good
Year-band worden gefabriceerd.