Hele denken is veranderd
Wij zijn
geen
broodjes
halfom
Leren leven
met
sexualiteit
Voo
Ï*EG
Interlinie
Generaal De Gaulle
leidt 1965 met
aanval op Amerika
Vruchtbare liefde
Strenge regels
Veranderd
Visie theologen
Tussen kaarsen
Foutief denken
^lver
Kinderjaren
V,
J
Liturgische week
kalender
VISSERS HOUDEN
VAST AAN EISEN
HET NIEUWE DAGBLAD
ZATERDAG 2 JANUARI 1965
HET IN
Er zijn veel mensen, die den
ken dat de hele kwestie rond
de huwelijksmoraal vooral draait
om geboorteregeling, om het al
dan niet geoorloofd zijn van
voorbehoedsmiddelen, de „pil".
Daarin zou het belangrijkste zijn
gelegen van het nieuwe denken,
dat zelfs op het concilie weer
slag heeft gevonden. Men ver
wacht dat de Kerk door de druk
van die omstandigheden ofwel
de voorbehoedsmiddelen geoor
loofd zal verklaren, ofwel zal
vinden dat „de pil" een geoor
loofd voorbehoedsmiddel is. Of
wel nog iets anders waardoor
het probleem van de geboorte
regeling opgelost kan worden.
Het lijkt erop dat de Kerk tot
nu toe ondanks zichzelf
heeft moeten zeggen dat al die
middelen ongeoorloofd waren.
De Kerk vond het ook wel ver
velend, maar ze kon niet anders.
De Kerk had wel begrip voor de
grote moeilijkheden van veel ge
huwden en ook wel voor het
vraagstuk van de overbevolking
etc., maar ze kon een absolute
natuurwet niet zelf afschaffen.
Nu is er kans, dat de Kerk tot
de ontdekking zal komen, dat de
pil en. misschien ook nog wel
andere middelen eigenlijk toch
niet onder die absolute natuur
wet vallen en dus geoorloofd
zijn. Dat zal dan een grote op
luchting zijn, want dan kan men
dat obstakel als opgeruimd be
schouwen en zijn mensen die die
middelen gebruiken opeens geen
zondaren meer. Volgens veel
ouderen zou er dan weer een
heleboel verslapt zijn in de Kerk
en velen ook zullen met spijt of
zelfs verbittering denken dat al
hun inspanningen van vroeger
voor niets geweest zijn. De Kerk
is gewoon gemakkelijker gewor
den. Zij hebben gewoon te vroeg
geleefd.
Liefdevolle overgave aan het
gezin.
Wanneer de onreine geest een mens verlaat,
gaat hij rondzwerven in dorre stréken op zoek
naar rust. Vindt hij die niet, dan zegt hij: Ik
keer terug naar mijn huis, dat ik verlaten héb.
Bij zijn komst vindt hij het schoongemaakt en
op orde. Dan gaat hij zeven andere geesten er
bij halen, nog slechter dan hijzelf; ze trékken
er in en gaan daar wonen. Het laatste is voor
die mens nog erger dan het eerste.
LC. 11, 24-28.
kliel
|®schote
Jederm;
P^Us is
Sit op
esluit,
Jatten k
^ek mi
6er dan
Beleg modern
beleg in
Dez
HUWELIJKSMORAAL
draait niet vooral om
GEBOORTEREGELING
Voor iedereen die er langer over
nadenkt zal het duidelijk zijn dat de
zaak niet zo „eenvoudig" ligt.
Het hele denken over de verhouding
tussen de geestelijke en lichamelijke
aspecten van het huwelijk is veran
derd. Vroeger was er een tamelijk
scherp onderscheid, zelfs een zekere
afstand tussen die aspekten. Er werd
door de Kerk wel veel gezegd over
de onderlinge liefde van de echtgeno
ten over hun zorg voor de kinderen,
over de grote betekenis van een goed
gezinsleven. En ik geloof dat daar
heel veel goeds bij geweest is. Het
heeft weinig zin nu maar alles van
het verleden te veroordelen. Veel ele
menten van een gelukkig familiele
ven werden vroeger, misschien meer
en beter dan nu, niet alleen gepreekt,
maar in veel gezinnen ook gereali
seerd. Daarin kon ook gezonde gods
dienstzin, gelovige inspiratie ontstaan.
Er is niet voor niets een hele gene
ratie ouderen, die bij de erkenning
van alle noodzaak tot vernieuwing
toch een zeker heimwee heeft naar
het goede, het „heilige vnn vroeger,
dat met name in het gezinsleven tot
rijping kwam. Ik heb er nog eens
hoofdstukken uit „Terra Promissa"
van Henri de Greve op na gelezen.
Ik vind het ook in een gedicht van
Wim Snitker „Lied om een goed te
huis", dat veel katholieke gehuwden
aan de muur van hun kamer hingen.
De moeilijkheid zat altijd in de be
leving van het lichamelijk-sexuele in
in het huwelijk. De geslachtsgemeen
schap met alle elementen van licha
melijk liefdesuitingen daarom heen
had als het ware een heel eigen, apar
te plaats. En niet zo'n beste vaak. De
waardering ervoor was niet zo hoog.
En de geslachtsgemeenschap was in
gebed in strenge, vastomlijnde mo-
raalregels. Daar mocht niet van af
geweken worden. De „geslachtsdaad"
(een verschrikkelijk woord) mocht al
leen op de „natuurlijke" wijze ge
steld worden. Als er al heel belang
rijke redenen waren om het aantal
geboorten te beperken, dan was al
gehele of tijdelijke onthouding de eni
ge mogelijkheid.
De vreugde om de geslachtsge
meenschap en al het andere daar
omheen, was eigenlijk toch van
niet zo hoog gehalte. Het werd ge
accepteerd als dienend voor de
voortplanting en voor de „bedaring"
der hartstochten. Eigenlijk stonden
mensen die er vrijwillig van af kon
den zien toch wel wat hoger dan
gehuwden.
Twee zaken dus. die verwarring
stichtten in het verleden:
Het lichamelijke, dus ook het sexue-
W?
le siaat apart, los van het geestelij
ke. Je moet het weten te hanteren
als iets dat eigenlijk buiten jezelf om
gaat, het draagt niet direkt bij tot
de verrijking van je persoonlijkheid,
zelfs niet tot de verhouding met el
kaar. Het is een genieting, die geen
effect sorteert in het menselijke, net
als andere zinnelijke genietingen.
Het is van minder waarde dan al
het andere: het geestelijke, het cul
turele. De mens is een samenstel van
ziel en lichaam, maar het gaat om
de ziel. Het lichaam is „slechts" een
tijdelijk omhulsel. En te grote aan
dacht voor het lichamelijke vernedert
de mens. Hij verlaagt zich daardoor
tot het dierlijke. Het godsdienstige
heeft direkt ook alleen maar wat met
de ziel te maken. Met het lichaam
slechts indirekt, inzover we het licha
melijke in dienst van de ziel kunnen
stellen, en inzover we moeten zorgen
dat we met het lichaam niet zondigen
tegen ons zieleheil.
Op deze punten nu is het denken
van de laatste jaren heel sterk ver
anderd. Wij zjjn geen „broodjes half
om"; een lichaam en een ziel als
twee losstaande elementen. Wij zijn in
alles geestelijk én lichamelijk. Het is
een eenheid. Onze lichamelijkheid
wordt bepaald door onze geestelijk
heid. Ons denken en liefhebben vindt
uiting en uitdrukking in allerlei licha
melijke „verwoordingen".
Daarom is het lichamelijke van
een mens ook wezenlijk anders dan
van een dier. Ook het sexuele. Je
kunt de geslachtsgemeenschap van
mensen niet als een lichamelijke
gebeurtenis op zichzelf beschouwen,
waar je dan van buiten af gedrags
regels voor zou kunnen opstellen.
De „natuurlijk" zelfde geslachts
daad kan de ene keer een heel an
dere betekenis hebben dan de an
dere keer. Hij kan praktisch niets
betekenen in het verkeer tussen een
man en een vrouw, die alleen licha
melijke behoeftebevrediging zoeken.
Hij kan alles aan overgave, teder
heid, trouw, troost, aanhankelijk
heid betekenen in een gelukkig hu
welijk. En daar tussen in zjjn er
eindeloze variaties.
Omdat we de zaken vroeger zo uit
elkaar haalden, kon je de meest
merkwaardige toestanden krijgen.
Goed was alleen de huwelijksdaad,
die volgens de natuur geschiedde, dus
zonder enige ingreep van buiten af.
Slecht was altijd al het andere Er
werd niet beoordeeld naar het geheel
van wat er eigenlijk gebeurde, maar
het louter lichamelijk gebeuren werd
op zich, los van het andere, beoor
deeld.
Zo kon het voorkomen dat een man,
die correct „de geslachtsdaad had
gesteld", maar daarbij alleen aan
zichzelf gedacht had, zich helemaal
niet schuldig voelde; terwijl een
echtpaar, dat in alles attent, zorg
zaam en liefdevol ten aanzien van
elkaar leefde, doch mede om
die liefde de gedragsregels
van periodieke onthouding (die no
dig was) overschreed, zich zo schul
dig voelde dat het zich uitgesloten
achtte van het ontvangen van de
sakramenten. Het is duidelijk dat
een dergelijke beoordeling niet houd
baar is en tekort doet, zowel aan
de eenheid van menselijke liefde in
geestelijk en lichamelijk opzicht,
als ook aan de waardering van het
lichamelijk-sexuele.
Als we nu die lichamelijke natuur
wet, als hoogste en enige norm voor
de beoordeling laten vallen, komen
we dan in het drijfzand van vaagheid
en normloosheid? Velen zjjn daar
bang voor. Velen vrezen ook dat door
bandeloosheid en ongeremdheid juist
de echtelijke liefde en trouw in groot
gevaar zullen komen. Voor hen is het
belangrijk te weten, dat het daarom
zo goed is dat de Kerk niet zomaar
de oude normen afschaft of door
nieuwe vervangt, die op hetzelfde
vlak liggen. Als dat wel gebeurd was
op het concilie, zou dat een heel
slecht teken zijn. Een teken dat er
in de Kerk niet genoeg over deze
samenhang tussen geestelijke en licha
melijke liefde was nagedacht. Wat
hen in eerste instantie als een slechte
zaak zou kunnen voorkomen: dat de
kerk geen duidelijke uitspraak doet,
is het juist niet.
Er moet over dit alles nog heel veel
gedacht, gestudeerd worden. Niet al
leen door vakmensen, psychologen,
maar door ons allen. Dat is de eigen
lijke betekenis van wat kardinaal Al-
frink daarover zei op het Concilie. En
in die „onduidelijke" overgangsperio
de is juist het samen nadenken een ge
meenschap geeft wel degelijk houvast:
van eigen situatie in het huwelijksle
ven zal tegen deze achtergrond tel
kens met zorg en serieuse aandacht
moeten geschieden. Dat is war Mgr.
Bekkers bedoelde meo zijn nichtma
kend televisiepraatje. Iedereen zal in
zien dat het geen kwestie is van slap
per worden of gemakkelijker. Het is
niet moeilijker of gemakkelijker, het
is gewoon helemaal anders.
Twee katholieke theologen hebben
de laatste weken over deze zaak en
kele dingen gezegd die weer nieuwe
verheldering geven: prof. dr. van der
Marok o.p. en prof. A. Hulsbosch o.s.a
De oude natuurwet moet niet worden
losgelaten, zeggen zij. De natuurlijke
geaardheid van de geslachtsge
meenschap geeft wel degelijk houvast
het samenzijn lichamelijk van man en
vrouw op de natuurlijke wijze duidt op
onvoorwaardelijke overgave, met de
mogelijkheid dat uit dat samenzijn een
kind kan voortkomen.
Als er geen moeilijkheden zijn duidt
dat ook op het hoogste geluk dat tussen
twee mensen mogelijk is. Daarom kan
het niet goed, moet het zondig zijn als
er zonder reden van die natuurlijke
gang van zaken wordt afgeweken.
Wanneer echter juist datgene waarop
het lichamelijke duidt: de liefdevolle
overgave van man en vrouw aan el
kaar en de liefdevolle overgave van
hen beiden aan hun gezin, in gevaar
zouden komen door de noodzaak tot
geboortebeperking of anderzins, dan
is er iets van hogere orde aan de hand.
Dan mag het lichamelijke geen spel
breker zijn. Dan zou door het correct
handhaven van de lichamelijke natuur
wet een hogere wet geschaad kunnen
worden: de wet van de menselijke
liefde als geheel. De absolute lichame
lijke natuurwet moet dan wijken voor
een hogere „psychische" natuurwet.
Hij is dan niet absoluut meer. En mis
schien is er dan reden om in de na
tuurlijke gang van zaken in te grijpen,
door bepaalde methoden.
Het is een zienswijze die correspon
deert aan de veranderingen in het den
ken. De concrete toepassingen worden
niet gegeven. Misschien gebeurt dat
wel niet. Misschien zal juist in de toe
komst dat het grote verschil zijn, dat
veel meer en veel duidelijker de denk
wijze wordt verkondigd, waartegen ie
dereen zijn eigen verantwoordelijkheid
in concreto moet vinden.
Dit is maar een korte weergave,
een korte beschouwing. Het is voor
iedereen goed zich in nadere ge
sprekken of door lectuur te verdie
pen in deze zaak. Omdat het een
zaak voor ons allen is. De gehuwden
zelf zullen hierin het grootste aan
deel moeten hebben. Hun nood heeft
tot nu toe reeds al dit veranderde
denken teweeg gebracht. Ze zullen
moeten doorzoeken naar een bteeds
vollere en rijkere zicht op de waar
de, ook de religieuze waarde van
het huwelijk, in al zijn aspecten. Al
leen dan kan de oude wet vervol
maakt worden door een nieuwe van
grotere menselijkheid en liefde.
LIEFDE EN VRUCHTBAARHEID. Ac-
Beste Fred,
Het spijt me, maar ik kan het
niet helemaal met je eens zijn.
Natuurlijk vind ik het ook fijn dat
Hofstee weer gewoon thuis is en
niet meer bij die vrouw in Den
Haag komt. Voor zijn vrouw en
voor zijn kinderen is dat fijn. En
waarschijnlijk ook wei voor hem
zelf, want ik denk toch wel dat hij
zich in z'n eigen familie nog het
beste thuis voelt: z'n zoons en
z'n kennissen en z'n zaak en alle
dingen die hij gewoon van ieder
een thuis mag doen: z'n krant le
zen, z'n grammofoonplaten ver
zorgen, met de hond gaan wan
delen, een glaasje wijn drinken.
Maar je moet me nu niet met
de vrome verzuchting aankomen
dat hier toch het gebed van zijn
vrouw en de sakramentele gena
de van het huwelijk duidelijk ge
werkt hebben. Ik zal niet zeggen,
dat ik daarin niet geloof, daar
voor ken je me wel beter. Maar
ik protesteer er tegen, dat je de
hele problematiek nu maar rus
tig naar deze, voor mijn gevoel,
„deus-ex-machina's" verwijst.
Toen ik je brief gelezen had
moest ik denken aan een verhaal
uit „Dorp aan de rivier" van An
ton Coolen. De dokter had bij
een vrouw al een keer of drie een
hele moeilijke bevalling „ge
daan". Hij werkte er zich voor in
de zenuwen en de transpiratie.
Maar ais het dan toch weer ge
lukt was, moest hij toe zien hoe
de brave Brabantse boerenfami
lie, in plaats van hem te bedan
ken, twee kaarsjes aanstak aan
weerszijden van het Antonius-
beeldje op het dressoir. Hij had
het liefst tegen de man willen
zeggen dat ie moest zorgen dat
het nu afgelopen was met die
krankzinnige risico's. Maar
dat kon hij niet verantwoorden.
Ze zouden het trouwens niet eens
begrepen hebben. Toen het een
vierde keer toch wéér gebeurde
dat keer moeilijker dan ooit
kon hij zich na afloop niet meer
bedwingen. Hij vloekte eens
flink, nam het Antoniusbeeldje
weg en ging zelf tussen de twee
brandende kaarsen op het dres
soir zitten.
Ik weet niet of ik het verhaal
helemaal goed weergeef, maar
waar het op neerkomt intrigeert
mij toch wel bijzonder, al jaren.
Ik kan me niet aan de Indruk ont
trekken, dat er in het geval Hof
stee ook zoiets aan de hand is.
Ik denk dat jouw bemoeienissen
met de familie, evenals de mijne,
toen ik voor ze moest zorgen, in
zekere zin succes hebben gehad
juist omdat we niet met onze
priesterlijke morele en theologi
sche uitrusting het „geval" te lijf
gingen, maar gewoon als mens.
Ik vind het best als wij nu ge
woon als mensen tussen de kaars
jes gaan zitten. Maar ik zou zeg
gen, laten we dan toch ook naast
ons een plaats inruimen voor de
zenuwarts, waar we Hofstee sa
men naar toe hebben gekregen.
En alsjeblieft een ruime plaats,
want vergeleken bij hem zijn wij
toch maar kleine protserige ama
teurtjes geweest. Waarbij ik je
er dan toch ook nog aan moet her
inneren als bijzonder pikante
bijzonderheid dat onze zenuw
arts, net als de dokter uit „Dorp
aan de rivier", helemaal niet ka
tholiek is.
Juist omdat jouw „vrome ver
zuchtingen" (je weet dat ik je he
lemaal niet wil kwetsen) zo eer
lijk bedoeld zijn, heb ik mij er zo
over opgewonden. Al ben je vijf
jaar jonger dan ik, je weet blik
sems goed dat „gevallen" als die
van Hofstee met tallozen kunnen
worden vermenigvuldigd. Onze
pastoraal en onze moraal hebben
op het punt van de sexualiteit
heel vaak verschrikkelijk gefaald.
Ik ken een vrouw van over de
vijftig, wier hele leven vergald is
omdat ze toen ze vijftien was (ja,
ja, vijftien!) iets verkeerds heeft
gedaan met een jongen van ze
ventien. Van al haar biechtva
ders moest ze sindsdien haar
slechte neigingen onderdrukken,
zodat ze nooit meer aan iets an
ders toe gekomen is...
Ik ken een frater, die bijna gek
geworden is, omdat hij op het pen
sionaat, waar hij moest werken,
dag in dag uit van zijn congrega
tie en van zijn idealisme moest
vechten tegen de neiging om de
jongens leuk te vinden en op min
stens één jongen per trimester
verliefd te worden; hij wist niet
wat hij moest doen...Ik ken...
Laten we maar gewoon terugke-
draaien, beste Fred. We kennen
samen meer van dit soort verha
len dan ons lief is.
Laten we maar gewoon terugke
ren tot het verhaal van Hofstee
en zijn vrouw. Zij is zo preuts op
gevoed dat ze waarschijnlijk nooit
geweten heeft hoe ze voor hem
een minnares moest zijn. Hij
heeft op de kostschool van zijn jon
gensjaren en daarna onder leiding
van zijn biechtvader zo meedogen
loos en zo keihard gevochten te
gen de onreinheid, diat hij on
danks zijn huwelijk zich gewoon
geen raad wist met de krachten
die er los kwamen toen hij hele
maal moe-gevochten en al aan de
drank was. En toch zijn ze des-
weest. He
ttfds heel gewoon verliefd ge
weest. Heel gewoon twee goede
mensen, die alle gewone verwach
tingen hadden yan een huwelijk.
Wie heeft ze dan toch zo ongeluk
kig gemaakt?
Het spreekt vanzelf dat je daar
niet „iemand" voor aan kunt wij
zen. Er is in de afgelopen jaren
soort foutief denken over deze din-
soorf foutief denken over deze din
gen. Maai ik denk dat het
tocli van belang zou zijn als we
het bijna „demonische" van die
oude denkwijze meer gingen on
derkennen. We zijn er gelukkig al
een heel eind van bevrijd. Maar
toch blijft het naar mijn smaak
nog steeds een hier en daar „wij
zigen en afzwakken". Zelfs zo,
dat tallozen denken dat we alleen
maar sprake is van een verge
makkelijking een verslapping van
de oude normen. De reaktie van
ouderen is daarom veelal kritiek op
die verslapping ofwel verbittering
om het nutteloze lijden dat zij om
die denkwijze vroeger te verdu
ren hebben gehad. In feite zou er
alleen maar sprake moeten zijn
van een andere manier van den
ken, een hele andere benadering
van alles rond de sexualiteit, die
op zichzelf helemaal buiten die
categorieën van al dan niet gemak
kelijker of slapper valt. Ik denk
dat die nieuwe benaderingswijze
even moeilijk, misschien nog
moeilijker is in het opzicht van
geduld, attentie en inzicht.
De algemene normen van rei-
heid en onreinheid, ook zoals die
door de Kerk worden verkondigd,
blijven heus wel bestaan. Maar
men kan ze niet meer rechtstreeks
hanteren voor de beoordeling van
allerlei concrete daden. Binnen
die normen zal men moeten leren
leven met de sexualiteit en daar
bij zal men alle speelruimte moe
ten kunnen hebben die voor dat
Ieren nodig is. De liefde zal daar
bij de oneindig genuanceerde,
maar enige richtlijn moeten zijn.
Reinheid op zich heeft geen enke
le waarde. Reinheid is niet anders
dan liefhebben onder het aspect
van het lichamelijk sexuele.
Allez, ik hoef voor jou daar geen
beschouwingen over op touw te
zetten. Alleen voor ons eigen ge
weten weten wij hoe we in deze
krankzinnige tijd moeizaam pro
beren met mensen mee te denken,
opdat ze in hun geweten vrij naar
die ene maatstaf van de liefde
kunnen blijven zoeken. Ik wilde je
alleen maar zeggen dat we, naar
mijn mening, de werking van de
genade, die ons bevrijdt van het
demonische in angst, onderdruk
king, wantrouwen, ten aanzien
van het sexuele, vooral niet, om
het heel modern te zeggen, verti
kaal moeten zoeken. Zo ooit dan
heeft de genade nu gewerkt langs
medemensen, zoals langs onze ze
nuwarts en talloze anderen, dacht
ik....
Ik denk dat Hofstee en al die an
deren op de eerste plaats verdriet
hebben gehad om hun onmacht.
Ze zijn natuurlijk ook slecht ge
weest tegenover elkaar. Koelheid
en sarcasme, ontrouw en vernede
ring zijn natuurlijk slechte dingen.
Maar als ik me hun geschiedenis
weer goed voor ogen stel, denk ik
toch dat ze deze „slechte" dingen
die hen door een afgrond van el
lende hebben doen heengaan
zelden of nooit bewust als zodanig
geïntendeerd hebben. Ik zeg dit
niet als goedmoedig, gemakkelijk
excuus, maar wel ter onderschei
ding van de echte slechtheid, die
uit de onderdrukking van het se
xuele ook voort kan komen en in
de kerk ook voortgekomen is. In
de kerk als geheel: een collectie
ve slechtheid, doordat zoveel men
sen ongelukkig werden gemaakt.
En ook persoonlijke slechtheid bij
mensen, die zich een waardigheid
opeisten uit het feit dat ze de se
xualiteit uit hun leven konden iso
leren, als zijnde iets minderwaar
digs en van daaruit heel vaak
slecht waren in het beoordelen
van anderen, die dat niet konden.
Ik hóór nu al weer allerlei men
sen zeggen: is dan soms de ont
waarding van de sexualiteit, de
volslagen normloosheid niet de
monisch? Ik zou best met klem
van argumenten kunnen uitschreeu
wen, dat dat ook waar Is. Maar
ik heb er gewoon geen zin in.
Men zou kunnen denken, dat we
via een achterdeur toch de oude
succes-donderpreken weer wilden
binnenhalen. En als we het heel
goed en heel genuanceerd zouden
doen zou men kunnen zeggen dat
we er veel te veel ongezonde aan
dacht voor hebben. Ik wil liever
dat we in eigen „huis" schoon
schip maken. Maar dan tegelijk
alles opnieuw vrijmoedig en zonder
angst vanuit de evangelische lief
de, doordenken. Velen van ons zjjn
daar al intens mee bezig. Het zal
hopelijk niet te lang meer duren
voor het in begrijpelijke taal ook
de „gewone mensen" zal bereiken.
Nee, ik ben niet zo onder de
indruk van jouw enthousiasme
over dat bidden en over die
sakramentele genade van het
huwelijk. Zoals je het schrijft
doet het me denken aan de ver
halen uit onze kinderjaren over
medailles en elke avond drie
weesgegroeten, waardoor alles
toch nog goed is gekomen. Begrijp
me goed: ik heb er geen oordeel
over. Ik zeg niet dat het niet
waar kan zijn. Bovendien ken jij
de vrouw van Hofstee beter dan
ik. Ik zeg alleen maar dat ik niet
kan beoordelen. En onder de in
druk ben ik veel meer van de
manier, waarop Hofstee door al
die afschuwelijke jaren heen, elke
zaterdag (hun trouwdag) helemaal
persoonlijk gezorgd heeft, dat er
telkens weer andere bloemen waren
voor zijn vrouw. Jij weet dat even
goed als ik. Over zoiets menselijks
kan ik wél oordelen. Ik ben ervan
overtuigd dat daar geen enkele
demon tegen opgewassen is.
DICK
tuele vragen over geboorteregeling, door
dr. W. H. M. van der Marok OP. Uitgave
J. J. Romen Zonen, RoermondMaas
eik, 1964.
DE ETHISCHE NORMEN VAN HET
HUWELIJKSLEVEN. Historische aanteke
ningen en theoretische suggesties; een
artikel van prof. A. Hulsbosch O.S.A. in
„DO-C no. 160", Documentatie Centrum
Concilie, „de Hoostlrik", Amersfoort.
HECTOR D. COPPES
(Advertentie)
N.V. Internationale Beleggings Unie „Interunie", Postbus 617. Den Haag
Zondag 3 januari: feest v. d. Allerheiligste
Naam Jesus; eigen mis; credo; pref. v. d.
Geboorte des Heren -wit-
Maandag: mis v .h. oktaaf v. d. Geboorte
des Heren; mis als op i jan.; pref. v. d.
Geboorte des Heren -wit-
Dinsdag; mis v. h. oktaaf v. d. Geboorte des
Heren; mis als op 1 jan.; 2e geb. H. Te-
lesphorus -wit- Roermond: H. Gerlachus,
belijder; mis Os Justi; 2e geb. H. Teles-
phorus -wit-
Woensdag: Verschijning des Heren; eigen
mis; credo; eigen pref. -wlt-
Donderdag: mis v.d. Verschijning des He
ren; pref. N.d. Verschijning des Heren
-wit- Rotterdam: H. Hungerus, bisschop
en belijder; mis Statuit -wit-
Vrijdag: mis v.d. Verschijning des Heren;
pref. v.d. Verschijning des Heren -wlt-
Zaterdag: mis v.d. H. Maagd Maria op za
terdag; pref. v.d. H. Maagd Maria -wlt-
Zondag 10 Januari: feest v.d. H. Familie;
eigen mis; credo; pref. v.d. Verschijning
des Heren -wit-
SCHEVENINGEN, 2 jan. Ongeveer
150 vissers hebben donderdagmorgen
een vergadering bezocht van de Bond
van Zeevarenden, een niet-georgani-
seerde onderafdeling van de OVB, om
te spreken over de looneisen die ze
voor het komende jaar gaan stellen.
De voorzitter, de heer J. de Koning,
stelde voor te blijven vasthouden aan de
eis van 400.- gage per maand, met daar
naast één procent van de besomming
en 1,3 procent van de besomming zoute
vis. Tevens stelde hij voor om nog niet
over deze zaak te stemmen, omdat een
aantal van 150 vissers te weinig is om
te bepalen wat de wensen van alle Sche-
veningse vissers zijn. Wel deed hij het
voorstel nu per reis te monsteren en
niet meer per seizoen. Hiermee ging de
vergadering akkoord. De heer De Ko
ning merkte op, dat men wel van goe
den wille moest zijn en wel moest mon
steren.
PARIJS/LONDEN, 2 jan. (AFP, Reu
ter, UPI) Ter gelegenheid van de
jaarwisseling zijn isteren talloze toe
spraken gehouden en boodschappen ver
zonden. Hieronder volgt een kleine
bloemlezing.
President De Gaulle kwam voor de
dag niemand had anders verwacht
met fraaie volzinnen over „baas in
eigen huis blijven", „Frankrijk dat
zichzelf moet zijn", „heroriëntering
van onszelf ten opzichte van de rest
van de wereld", „samenwerking met
iedereen" en onafhankelijkheid". De
eveneens gebruikelijke aanval op de
Verenigde Staten was ditmaal feller
dan ooit. Frankrijk, zei De Gaulle, is
niet bereid „de hegemonie die wij al
len kennen" te aanvaarden, of die nu
tot ons komt onder het mom van ,,su-
pra-nationaliteit", „integratie" of „At-
lantisme". De President noemde de
V.S. niet met name, maar het was vol
strekt duidelijk welk land hij bedoel
de met „de hegemonie die wij
allen kennen." Op een gegeven mo
ment had hij het trouwens ook over de
„druk van de Amerikaanse economi
sche macht", die in Frankrijk voel
baar is. Het grootste deel van zijn toe
spraak was voorts gewijd ook dat
kon worden voorspeld aan het prij
zen van de economische en sociale
prestaties die Frankrijk heeft, gele
verd sinds Charles de Gaulle aan de
macht is.
Enkele uren voordat zijn op de band
opgenomen toespraak door radio en TV
werd uitgezonden had De Gaulle in een
gesprek met een aantal journalisten
verklaard, dat de NAVO in zijn huidige
organisatievorm niet moet blijven voort
bestaan. De V.S. en Frankrijk beston
den al toen de NAVO er nog niet was.
De onderlinge betrekkingen tussen bei
de landen waren toen zo gek nog niet
en misschien wel beter dan tegewoor-
dig. Overigens, aldus De Gauile, moet
het Atlantisch bondgenootschap niet
worden verward met de huidige orga
nisatievorm ervan. De president onder
streepte op deze wijze de Franse poli
tiek, die het Atlantisch Handvest wil
handhaven, maar de NAVO, de mili
taire organisatie dus die uit het Hand
vest voortvloeit, wil opheffen of in ieder
geval reorganiseren.
De Gaulle verklaarde dat de presi
dentsverkiezingen in december normaal
doorgang zullen vinden, hoewel „nie
mand iveet wat er kan gebeuren. Eén
kogel kan veel veranderen, maar niet
alle kogels treffen doel."
In Rome sprak Paus Paulus een kor
te Nieuwjaarswens uit voordat hij van
uit het raam van zijn paleis, zoals ge
bruikelijk, het gebed des Heren bad. De
Paus bood de beste wensen voor het
nieuwe jaar aan allen aan, „aan de ge
lovigen van de katholieke Kerk en aan
onze christen-broeders, die nog van ons
gescheiden zijn". In het bijzonder wens
te hij iedereen de vrede toe, „de vrede
die zo kwetsbaar is en toch zo noodza
kelijk en die wij allen wensen."
v.Vele ht
li et aant
l«st de
I ZOND2
«6hP We
en ai
%id st;
a*h halv
pieste.
Heid v£
het s
?v°nd de
Setoor",
Kah twe
a esonda:
?®ren on
-Ven aa
,i Na het
i.e deel
?et eerst
«te zier
verr
mees
;elt ron,
h6tl groc
I e telev
Aid een
>d kaï
?i zuller
hveede r
..Maan
*'Itnavon
?'es uit
ffoducei
P6el oud
fender
*öcL "h
5e titel
?°g eer
geleefd.
5aas in
,;hgelan<
?fn, dat
Mezen
Nste k<
haal ov«
DlNSl
"CRV b
hoe
fat het
is geval
•Je univ
Mag m<
«n zini
Ujn de
fester,
het Cha
y-singe
hen doe
hown".
he stijl
DONI
het eer!
herland
Januari
he bede
Gorging
«at aai
herwerj
handele
Men w
he rest
hat de