Hele denken is veranderd Wij zijn geen broodjes halfom Leren leven met sexualiteit Voo Ï*EG Interlinie Generaal De Gaulle leidt 1965 met aanval op Amerika Vruchtbare liefde Strenge regels Veranderd Visie theologen Tussen kaarsen Foutief denken ^lver Kinderjaren V, J Liturgische week kalender VISSERS HOUDEN VAST AAN EISEN HET NIEUWE DAGBLAD ZATERDAG 2 JANUARI 1965 HET IN Er zijn veel mensen, die den ken dat de hele kwestie rond de huwelijksmoraal vooral draait om geboorteregeling, om het al dan niet geoorloofd zijn van voorbehoedsmiddelen, de „pil". Daarin zou het belangrijkste zijn gelegen van het nieuwe denken, dat zelfs op het concilie weer slag heeft gevonden. Men ver wacht dat de Kerk door de druk van die omstandigheden ofwel de voorbehoedsmiddelen geoor loofd zal verklaren, ofwel zal vinden dat „de pil" een geoor loofd voorbehoedsmiddel is. Of wel nog iets anders waardoor het probleem van de geboorte regeling opgelost kan worden. Het lijkt erop dat de Kerk tot nu toe ondanks zichzelf heeft moeten zeggen dat al die middelen ongeoorloofd waren. De Kerk vond het ook wel ver velend, maar ze kon niet anders. De Kerk had wel begrip voor de grote moeilijkheden van veel ge huwden en ook wel voor het vraagstuk van de overbevolking etc., maar ze kon een absolute natuurwet niet zelf afschaffen. Nu is er kans, dat de Kerk tot de ontdekking zal komen, dat de pil en. misschien ook nog wel andere middelen eigenlijk toch niet onder die absolute natuur wet vallen en dus geoorloofd zijn. Dat zal dan een grote op luchting zijn, want dan kan men dat obstakel als opgeruimd be schouwen en zijn mensen die die middelen gebruiken opeens geen zondaren meer. Volgens veel ouderen zou er dan weer een heleboel verslapt zijn in de Kerk en velen ook zullen met spijt of zelfs verbittering denken dat al hun inspanningen van vroeger voor niets geweest zijn. De Kerk is gewoon gemakkelijker gewor den. Zij hebben gewoon te vroeg geleefd. Liefdevolle overgave aan het gezin. Wanneer de onreine geest een mens verlaat, gaat hij rondzwerven in dorre stréken op zoek naar rust. Vindt hij die niet, dan zegt hij: Ik keer terug naar mijn huis, dat ik verlaten héb. Bij zijn komst vindt hij het schoongemaakt en op orde. Dan gaat hij zeven andere geesten er bij halen, nog slechter dan hijzelf; ze trékken er in en gaan daar wonen. Het laatste is voor die mens nog erger dan het eerste. LC. 11, 24-28. kliel |®schote Jederm; P^Us is Sit op esluit, Jatten k ^ek mi 6er dan Beleg modern beleg in Dez HUWELIJKSMORAAL draait niet vooral om GEBOORTEREGELING Voor iedereen die er langer over nadenkt zal het duidelijk zijn dat de zaak niet zo „eenvoudig" ligt. Het hele denken over de verhouding tussen de geestelijke en lichamelijke aspecten van het huwelijk is veran derd. Vroeger was er een tamelijk scherp onderscheid, zelfs een zekere afstand tussen die aspekten. Er werd door de Kerk wel veel gezegd over de onderlinge liefde van de echtgeno ten over hun zorg voor de kinderen, over de grote betekenis van een goed gezinsleven. En ik geloof dat daar heel veel goeds bij geweest is. Het heeft weinig zin nu maar alles van het verleden te veroordelen. Veel ele menten van een gelukkig familiele ven werden vroeger, misschien meer en beter dan nu, niet alleen gepreekt, maar in veel gezinnen ook gereali seerd. Daarin kon ook gezonde gods dienstzin, gelovige inspiratie ontstaan. Er is niet voor niets een hele gene ratie ouderen, die bij de erkenning van alle noodzaak tot vernieuwing toch een zeker heimwee heeft naar het goede, het „heilige vnn vroeger, dat met name in het gezinsleven tot rijping kwam. Ik heb er nog eens hoofdstukken uit „Terra Promissa" van Henri de Greve op na gelezen. Ik vind het ook in een gedicht van Wim Snitker „Lied om een goed te huis", dat veel katholieke gehuwden aan de muur van hun kamer hingen. De moeilijkheid zat altijd in de be leving van het lichamelijk-sexuele in in het huwelijk. De geslachtsgemeen schap met alle elementen van licha melijk liefdesuitingen daarom heen had als het ware een heel eigen, apar te plaats. En niet zo'n beste vaak. De waardering ervoor was niet zo hoog. En de geslachtsgemeenschap was in gebed in strenge, vastomlijnde mo- raalregels. Daar mocht niet van af geweken worden. De „geslachtsdaad" (een verschrikkelijk woord) mocht al leen op de „natuurlijke" wijze ge steld worden. Als er al heel belang rijke redenen waren om het aantal geboorten te beperken, dan was al gehele of tijdelijke onthouding de eni ge mogelijkheid. De vreugde om de geslachtsge meenschap en al het andere daar omheen, was eigenlijk toch van niet zo hoog gehalte. Het werd ge accepteerd als dienend voor de voortplanting en voor de „bedaring" der hartstochten. Eigenlijk stonden mensen die er vrijwillig van af kon den zien toch wel wat hoger dan gehuwden. Twee zaken dus. die verwarring stichtten in het verleden: Het lichamelijke, dus ook het sexue- W? le siaat apart, los van het geestelij ke. Je moet het weten te hanteren als iets dat eigenlijk buiten jezelf om gaat, het draagt niet direkt bij tot de verrijking van je persoonlijkheid, zelfs niet tot de verhouding met el kaar. Het is een genieting, die geen effect sorteert in het menselijke, net als andere zinnelijke genietingen. Het is van minder waarde dan al het andere: het geestelijke, het cul turele. De mens is een samenstel van ziel en lichaam, maar het gaat om de ziel. Het lichaam is „slechts" een tijdelijk omhulsel. En te grote aan dacht voor het lichamelijke vernedert de mens. Hij verlaagt zich daardoor tot het dierlijke. Het godsdienstige heeft direkt ook alleen maar wat met de ziel te maken. Met het lichaam slechts indirekt, inzover we het licha melijke in dienst van de ziel kunnen stellen, en inzover we moeten zorgen dat we met het lichaam niet zondigen tegen ons zieleheil. Op deze punten nu is het denken van de laatste jaren heel sterk ver anderd. Wij zjjn geen „broodjes half om"; een lichaam en een ziel als twee losstaande elementen. Wij zijn in alles geestelijk én lichamelijk. Het is een eenheid. Onze lichamelijkheid wordt bepaald door onze geestelijk heid. Ons denken en liefhebben vindt uiting en uitdrukking in allerlei licha melijke „verwoordingen". Daarom is het lichamelijke van een mens ook wezenlijk anders dan van een dier. Ook het sexuele. Je kunt de geslachtsgemeenschap van mensen niet als een lichamelijke gebeurtenis op zichzelf beschouwen, waar je dan van buiten af gedrags regels voor zou kunnen opstellen. De „natuurlijk" zelfde geslachts daad kan de ene keer een heel an dere betekenis hebben dan de an dere keer. Hij kan praktisch niets betekenen in het verkeer tussen een man en een vrouw, die alleen licha melijke behoeftebevrediging zoeken. Hij kan alles aan overgave, teder heid, trouw, troost, aanhankelijk heid betekenen in een gelukkig hu welijk. En daar tussen in zjjn er eindeloze variaties. Omdat we de zaken vroeger zo uit elkaar haalden, kon je de meest merkwaardige toestanden krijgen. Goed was alleen de huwelijksdaad, die volgens de natuur geschiedde, dus zonder enige ingreep van buiten af. Slecht was altijd al het andere Er werd niet beoordeeld naar het geheel van wat er eigenlijk gebeurde, maar het louter lichamelijk gebeuren werd op zich, los van het andere, beoor deeld. Zo kon het voorkomen dat een man, die correct „de geslachtsdaad had gesteld", maar daarbij alleen aan zichzelf gedacht had, zich helemaal niet schuldig voelde; terwijl een echtpaar, dat in alles attent, zorg zaam en liefdevol ten aanzien van elkaar leefde, doch mede om die liefde de gedragsregels van periodieke onthouding (die no dig was) overschreed, zich zo schul dig voelde dat het zich uitgesloten achtte van het ontvangen van de sakramenten. Het is duidelijk dat een dergelijke beoordeling niet houd baar is en tekort doet, zowel aan de eenheid van menselijke liefde in geestelijk en lichamelijk opzicht, als ook aan de waardering van het lichamelijk-sexuele. Als we nu die lichamelijke natuur wet, als hoogste en enige norm voor de beoordeling laten vallen, komen we dan in het drijfzand van vaagheid en normloosheid? Velen zjjn daar bang voor. Velen vrezen ook dat door bandeloosheid en ongeremdheid juist de echtelijke liefde en trouw in groot gevaar zullen komen. Voor hen is het belangrijk te weten, dat het daarom zo goed is dat de Kerk niet zomaar de oude normen afschaft of door nieuwe vervangt, die op hetzelfde vlak liggen. Als dat wel gebeurd was op het concilie, zou dat een heel slecht teken zijn. Een teken dat er in de Kerk niet genoeg over deze samenhang tussen geestelijke en licha melijke liefde was nagedacht. Wat hen in eerste instantie als een slechte zaak zou kunnen voorkomen: dat de kerk geen duidelijke uitspraak doet, is het juist niet. Er moet over dit alles nog heel veel gedacht, gestudeerd worden. Niet al leen door vakmensen, psychologen, maar door ons allen. Dat is de eigen lijke betekenis van wat kardinaal Al- frink daarover zei op het Concilie. En in die „onduidelijke" overgangsperio de is juist het samen nadenken een ge meenschap geeft wel degelijk houvast: van eigen situatie in het huwelijksle ven zal tegen deze achtergrond tel kens met zorg en serieuse aandacht moeten geschieden. Dat is war Mgr. Bekkers bedoelde meo zijn nichtma kend televisiepraatje. Iedereen zal in zien dat het geen kwestie is van slap per worden of gemakkelijker. Het is niet moeilijker of gemakkelijker, het is gewoon helemaal anders. Twee katholieke theologen hebben de laatste weken over deze zaak en kele dingen gezegd die weer nieuwe verheldering geven: prof. dr. van der Marok o.p. en prof. A. Hulsbosch o.s.a De oude natuurwet moet niet worden losgelaten, zeggen zij. De natuurlijke geaardheid van de geslachtsge meenschap geeft wel degelijk houvast het samenzijn lichamelijk van man en vrouw op de natuurlijke wijze duidt op onvoorwaardelijke overgave, met de mogelijkheid dat uit dat samenzijn een kind kan voortkomen. Als er geen moeilijkheden zijn duidt dat ook op het hoogste geluk dat tussen twee mensen mogelijk is. Daarom kan het niet goed, moet het zondig zijn als er zonder reden van die natuurlijke gang van zaken wordt afgeweken. Wanneer echter juist datgene waarop het lichamelijke duidt: de liefdevolle overgave van man en vrouw aan el kaar en de liefdevolle overgave van hen beiden aan hun gezin, in gevaar zouden komen door de noodzaak tot geboortebeperking of anderzins, dan is er iets van hogere orde aan de hand. Dan mag het lichamelijke geen spel breker zijn. Dan zou door het correct handhaven van de lichamelijke natuur wet een hogere wet geschaad kunnen worden: de wet van de menselijke liefde als geheel. De absolute lichame lijke natuurwet moet dan wijken voor een hogere „psychische" natuurwet. Hij is dan niet absoluut meer. En mis schien is er dan reden om in de na tuurlijke gang van zaken in te grijpen, door bepaalde methoden. Het is een zienswijze die correspon deert aan de veranderingen in het den ken. De concrete toepassingen worden niet gegeven. Misschien gebeurt dat wel niet. Misschien zal juist in de toe komst dat het grote verschil zijn, dat veel meer en veel duidelijker de denk wijze wordt verkondigd, waartegen ie dereen zijn eigen verantwoordelijkheid in concreto moet vinden. Dit is maar een korte weergave, een korte beschouwing. Het is voor iedereen goed zich in nadere ge sprekken of door lectuur te verdie pen in deze zaak. Omdat het een zaak voor ons allen is. De gehuwden zelf zullen hierin het grootste aan deel moeten hebben. Hun nood heeft tot nu toe reeds al dit veranderde denken teweeg gebracht. Ze zullen moeten doorzoeken naar een bteeds vollere en rijkere zicht op de waar de, ook de religieuze waarde van het huwelijk, in al zijn aspecten. Al leen dan kan de oude wet vervol maakt worden door een nieuwe van grotere menselijkheid en liefde. LIEFDE EN VRUCHTBAARHEID. Ac- Beste Fred, Het spijt me, maar ik kan het niet helemaal met je eens zijn. Natuurlijk vind ik het ook fijn dat Hofstee weer gewoon thuis is en niet meer bij die vrouw in Den Haag komt. Voor zijn vrouw en voor zijn kinderen is dat fijn. En waarschijnlijk ook wei voor hem zelf, want ik denk toch wel dat hij zich in z'n eigen familie nog het beste thuis voelt: z'n zoons en z'n kennissen en z'n zaak en alle dingen die hij gewoon van ieder een thuis mag doen: z'n krant le zen, z'n grammofoonplaten ver zorgen, met de hond gaan wan delen, een glaasje wijn drinken. Maar je moet me nu niet met de vrome verzuchting aankomen dat hier toch het gebed van zijn vrouw en de sakramentele gena de van het huwelijk duidelijk ge werkt hebben. Ik zal niet zeggen, dat ik daarin niet geloof, daar voor ken je me wel beter. Maar ik protesteer er tegen, dat je de hele problematiek nu maar rus tig naar deze, voor mijn gevoel, „deus-ex-machina's" verwijst. Toen ik je brief gelezen had moest ik denken aan een verhaal uit „Dorp aan de rivier" van An ton Coolen. De dokter had bij een vrouw al een keer of drie een hele moeilijke bevalling „ge daan". Hij werkte er zich voor in de zenuwen en de transpiratie. Maar ais het dan toch weer ge lukt was, moest hij toe zien hoe de brave Brabantse boerenfami lie, in plaats van hem te bedan ken, twee kaarsjes aanstak aan weerszijden van het Antonius- beeldje op het dressoir. Hij had het liefst tegen de man willen zeggen dat ie moest zorgen dat het nu afgelopen was met die krankzinnige risico's. Maar dat kon hij niet verantwoorden. Ze zouden het trouwens niet eens begrepen hebben. Toen het een vierde keer toch wéér gebeurde dat keer moeilijker dan ooit kon hij zich na afloop niet meer bedwingen. Hij vloekte eens flink, nam het Antoniusbeeldje weg en ging zelf tussen de twee brandende kaarsen op het dres soir zitten. Ik weet niet of ik het verhaal helemaal goed weergeef, maar waar het op neerkomt intrigeert mij toch wel bijzonder, al jaren. Ik kan me niet aan de Indruk ont trekken, dat er in het geval Hof stee ook zoiets aan de hand is. Ik denk dat jouw bemoeienissen met de familie, evenals de mijne, toen ik voor ze moest zorgen, in zekere zin succes hebben gehad juist omdat we niet met onze priesterlijke morele en theologi sche uitrusting het „geval" te lijf gingen, maar gewoon als mens. Ik vind het best als wij nu ge woon als mensen tussen de kaars jes gaan zitten. Maar ik zou zeg gen, laten we dan toch ook naast ons een plaats inruimen voor de zenuwarts, waar we Hofstee sa men naar toe hebben gekregen. En alsjeblieft een ruime plaats, want vergeleken bij hem zijn wij toch maar kleine protserige ama teurtjes geweest. Waarbij ik je er dan toch ook nog aan moet her inneren als bijzonder pikante bijzonderheid dat onze zenuw arts, net als de dokter uit „Dorp aan de rivier", helemaal niet ka tholiek is. Juist omdat jouw „vrome ver zuchtingen" (je weet dat ik je he lemaal niet wil kwetsen) zo eer lijk bedoeld zijn, heb ik mij er zo over opgewonden. Al ben je vijf jaar jonger dan ik, je weet blik sems goed dat „gevallen" als die van Hofstee met tallozen kunnen worden vermenigvuldigd. Onze pastoraal en onze moraal hebben op het punt van de sexualiteit heel vaak verschrikkelijk gefaald. Ik ken een vrouw van over de vijftig, wier hele leven vergald is omdat ze toen ze vijftien was (ja, ja, vijftien!) iets verkeerds heeft gedaan met een jongen van ze ventien. Van al haar biechtva ders moest ze sindsdien haar slechte neigingen onderdrukken, zodat ze nooit meer aan iets an ders toe gekomen is... Ik ken een frater, die bijna gek geworden is, omdat hij op het pen sionaat, waar hij moest werken, dag in dag uit van zijn congrega tie en van zijn idealisme moest vechten tegen de neiging om de jongens leuk te vinden en op min stens één jongen per trimester verliefd te worden; hij wist niet wat hij moest doen...Ik ken... Laten we maar gewoon terugke- draaien, beste Fred. We kennen samen meer van dit soort verha len dan ons lief is. Laten we maar gewoon terugke ren tot het verhaal van Hofstee en zijn vrouw. Zij is zo preuts op gevoed dat ze waarschijnlijk nooit geweten heeft hoe ze voor hem een minnares moest zijn. Hij heeft op de kostschool van zijn jon gensjaren en daarna onder leiding van zijn biechtvader zo meedogen loos en zo keihard gevochten te gen de onreinheid, diat hij on danks zijn huwelijk zich gewoon geen raad wist met de krachten die er los kwamen toen hij hele maal moe-gevochten en al aan de drank was. En toch zijn ze des- weest. He ttfds heel gewoon verliefd ge weest. Heel gewoon twee goede mensen, die alle gewone verwach tingen hadden yan een huwelijk. Wie heeft ze dan toch zo ongeluk kig gemaakt? Het spreekt vanzelf dat je daar niet „iemand" voor aan kunt wij zen. Er is in de afgelopen jaren soort foutief denken over deze din- soorf foutief denken over deze din gen. Maai ik denk dat het tocli van belang zou zijn als we het bijna „demonische" van die oude denkwijze meer gingen on derkennen. We zijn er gelukkig al een heel eind van bevrijd. Maar toch blijft het naar mijn smaak nog steeds een hier en daar „wij zigen en afzwakken". Zelfs zo, dat tallozen denken dat we alleen maar sprake is van een verge makkelijking een verslapping van de oude normen. De reaktie van ouderen is daarom veelal kritiek op die verslapping ofwel verbittering om het nutteloze lijden dat zij om die denkwijze vroeger te verdu ren hebben gehad. In feite zou er alleen maar sprake moeten zijn van een andere manier van den ken, een hele andere benadering van alles rond de sexualiteit, die op zichzelf helemaal buiten die categorieën van al dan niet gemak kelijker of slapper valt. Ik denk dat die nieuwe benaderingswijze even moeilijk, misschien nog moeilijker is in het opzicht van geduld, attentie en inzicht. De algemene normen van rei- heid en onreinheid, ook zoals die door de Kerk worden verkondigd, blijven heus wel bestaan. Maar men kan ze niet meer rechtstreeks hanteren voor de beoordeling van allerlei concrete daden. Binnen die normen zal men moeten leren leven met de sexualiteit en daar bij zal men alle speelruimte moe ten kunnen hebben die voor dat Ieren nodig is. De liefde zal daar bij de oneindig genuanceerde, maar enige richtlijn moeten zijn. Reinheid op zich heeft geen enke le waarde. Reinheid is niet anders dan liefhebben onder het aspect van het lichamelijk sexuele. Allez, ik hoef voor jou daar geen beschouwingen over op touw te zetten. Alleen voor ons eigen ge weten weten wij hoe we in deze krankzinnige tijd moeizaam pro beren met mensen mee te denken, opdat ze in hun geweten vrij naar die ene maatstaf van de liefde kunnen blijven zoeken. Ik wilde je alleen maar zeggen dat we, naar mijn mening, de werking van de genade, die ons bevrijdt van het demonische in angst, onderdruk king, wantrouwen, ten aanzien van het sexuele, vooral niet, om het heel modern te zeggen, verti kaal moeten zoeken. Zo ooit dan heeft de genade nu gewerkt langs medemensen, zoals langs onze ze nuwarts en talloze anderen, dacht ik.... Ik denk dat Hofstee en al die an deren op de eerste plaats verdriet hebben gehad om hun onmacht. Ze zijn natuurlijk ook slecht ge weest tegenover elkaar. Koelheid en sarcasme, ontrouw en vernede ring zijn natuurlijk slechte dingen. Maar als ik me hun geschiedenis weer goed voor ogen stel, denk ik toch dat ze deze „slechte" dingen die hen door een afgrond van el lende hebben doen heengaan zelden of nooit bewust als zodanig geïntendeerd hebben. Ik zeg dit niet als goedmoedig, gemakkelijk excuus, maar wel ter onderschei ding van de echte slechtheid, die uit de onderdrukking van het se xuele ook voort kan komen en in de kerk ook voortgekomen is. In de kerk als geheel: een collectie ve slechtheid, doordat zoveel men sen ongelukkig werden gemaakt. En ook persoonlijke slechtheid bij mensen, die zich een waardigheid opeisten uit het feit dat ze de se xualiteit uit hun leven konden iso leren, als zijnde iets minderwaar digs en van daaruit heel vaak slecht waren in het beoordelen van anderen, die dat niet konden. Ik hóór nu al weer allerlei men sen zeggen: is dan soms de ont waarding van de sexualiteit, de volslagen normloosheid niet de monisch? Ik zou best met klem van argumenten kunnen uitschreeu wen, dat dat ook waar Is. Maar ik heb er gewoon geen zin in. Men zou kunnen denken, dat we via een achterdeur toch de oude succes-donderpreken weer wilden binnenhalen. En als we het heel goed en heel genuanceerd zouden doen zou men kunnen zeggen dat we er veel te veel ongezonde aan dacht voor hebben. Ik wil liever dat we in eigen „huis" schoon schip maken. Maar dan tegelijk alles opnieuw vrijmoedig en zonder angst vanuit de evangelische lief de, doordenken. Velen van ons zjjn daar al intens mee bezig. Het zal hopelijk niet te lang meer duren voor het in begrijpelijke taal ook de „gewone mensen" zal bereiken. Nee, ik ben niet zo onder de indruk van jouw enthousiasme over dat bidden en over die sakramentele genade van het huwelijk. Zoals je het schrijft doet het me denken aan de ver halen uit onze kinderjaren over medailles en elke avond drie weesgegroeten, waardoor alles toch nog goed is gekomen. Begrijp me goed: ik heb er geen oordeel over. Ik zeg niet dat het niet waar kan zijn. Bovendien ken jij de vrouw van Hofstee beter dan ik. Ik zeg alleen maar dat ik niet kan beoordelen. En onder de in druk ben ik veel meer van de manier, waarop Hofstee door al die afschuwelijke jaren heen, elke zaterdag (hun trouwdag) helemaal persoonlijk gezorgd heeft, dat er telkens weer andere bloemen waren voor zijn vrouw. Jij weet dat even goed als ik. Over zoiets menselijks kan ik wél oordelen. Ik ben ervan overtuigd dat daar geen enkele demon tegen opgewassen is. DICK tuele vragen over geboorteregeling, door dr. W. H. M. van der Marok OP. Uitgave J. J. Romen Zonen, RoermondMaas eik, 1964. DE ETHISCHE NORMEN VAN HET HUWELIJKSLEVEN. Historische aanteke ningen en theoretische suggesties; een artikel van prof. A. Hulsbosch O.S.A. in „DO-C no. 160", Documentatie Centrum Concilie, „de Hoostlrik", Amersfoort. HECTOR D. COPPES (Advertentie) N.V. Internationale Beleggings Unie „Interunie", Postbus 617. Den Haag Zondag 3 januari: feest v. d. Allerheiligste Naam Jesus; eigen mis; credo; pref. v. d. Geboorte des Heren -wit- Maandag: mis v .h. oktaaf v. d. Geboorte des Heren; mis als op i jan.; pref. v. d. Geboorte des Heren -wit- Dinsdag; mis v. h. oktaaf v. d. Geboorte des Heren; mis als op 1 jan.; 2e geb. H. Te- lesphorus -wit- Roermond: H. Gerlachus, belijder; mis Os Justi; 2e geb. H. Teles- phorus -wit- Woensdag: Verschijning des Heren; eigen mis; credo; eigen pref. -wlt- Donderdag: mis v.d. Verschijning des He ren; pref. N.d. Verschijning des Heren -wit- Rotterdam: H. Hungerus, bisschop en belijder; mis Statuit -wit- Vrijdag: mis v.d. Verschijning des Heren; pref. v.d. Verschijning des Heren -wlt- Zaterdag: mis v.d. H. Maagd Maria op za terdag; pref. v.d. H. Maagd Maria -wlt- Zondag 10 Januari: feest v.d. H. Familie; eigen mis; credo; pref. v.d. Verschijning des Heren -wit- SCHEVENINGEN, 2 jan. Ongeveer 150 vissers hebben donderdagmorgen een vergadering bezocht van de Bond van Zeevarenden, een niet-georgani- seerde onderafdeling van de OVB, om te spreken over de looneisen die ze voor het komende jaar gaan stellen. De voorzitter, de heer J. de Koning, stelde voor te blijven vasthouden aan de eis van 400.- gage per maand, met daar naast één procent van de besomming en 1,3 procent van de besomming zoute vis. Tevens stelde hij voor om nog niet over deze zaak te stemmen, omdat een aantal van 150 vissers te weinig is om te bepalen wat de wensen van alle Sche- veningse vissers zijn. Wel deed hij het voorstel nu per reis te monsteren en niet meer per seizoen. Hiermee ging de vergadering akkoord. De heer De Ko ning merkte op, dat men wel van goe den wille moest zijn en wel moest mon steren. PARIJS/LONDEN, 2 jan. (AFP, Reu ter, UPI) Ter gelegenheid van de jaarwisseling zijn isteren talloze toe spraken gehouden en boodschappen ver zonden. Hieronder volgt een kleine bloemlezing. President De Gaulle kwam voor de dag niemand had anders verwacht met fraaie volzinnen over „baas in eigen huis blijven", „Frankrijk dat zichzelf moet zijn", „heroriëntering van onszelf ten opzichte van de rest van de wereld", „samenwerking met iedereen" en onafhankelijkheid". De eveneens gebruikelijke aanval op de Verenigde Staten was ditmaal feller dan ooit. Frankrijk, zei De Gaulle, is niet bereid „de hegemonie die wij al len kennen" te aanvaarden, of die nu tot ons komt onder het mom van ,,su- pra-nationaliteit", „integratie" of „At- lantisme". De President noemde de V.S. niet met name, maar het was vol strekt duidelijk welk land hij bedoel de met „de hegemonie die wij allen kennen." Op een gegeven mo ment had hij het trouwens ook over de „druk van de Amerikaanse economi sche macht", die in Frankrijk voel baar is. Het grootste deel van zijn toe spraak was voorts gewijd ook dat kon worden voorspeld aan het prij zen van de economische en sociale prestaties die Frankrijk heeft, gele verd sinds Charles de Gaulle aan de macht is. Enkele uren voordat zijn op de band opgenomen toespraak door radio en TV werd uitgezonden had De Gaulle in een gesprek met een aantal journalisten verklaard, dat de NAVO in zijn huidige organisatievorm niet moet blijven voort bestaan. De V.S. en Frankrijk beston den al toen de NAVO er nog niet was. De onderlinge betrekkingen tussen bei de landen waren toen zo gek nog niet en misschien wel beter dan tegewoor- dig. Overigens, aldus De Gauile, moet het Atlantisch bondgenootschap niet worden verward met de huidige orga nisatievorm ervan. De president onder streepte op deze wijze de Franse poli tiek, die het Atlantisch Handvest wil handhaven, maar de NAVO, de mili taire organisatie dus die uit het Hand vest voortvloeit, wil opheffen of in ieder geval reorganiseren. De Gaulle verklaarde dat de presi dentsverkiezingen in december normaal doorgang zullen vinden, hoewel „nie mand iveet wat er kan gebeuren. Eén kogel kan veel veranderen, maar niet alle kogels treffen doel." In Rome sprak Paus Paulus een kor te Nieuwjaarswens uit voordat hij van uit het raam van zijn paleis, zoals ge bruikelijk, het gebed des Heren bad. De Paus bood de beste wensen voor het nieuwe jaar aan allen aan, „aan de ge lovigen van de katholieke Kerk en aan onze christen-broeders, die nog van ons gescheiden zijn". In het bijzonder wens te hij iedereen de vrede toe, „de vrede die zo kwetsbaar is en toch zo noodza kelijk en die wij allen wensen." v.Vele ht li et aant l«st de I ZOND2 «6hP We en ai %id st; a*h halv pieste. Heid v£ het s ?v°nd de Setoor", Kah twe a esonda: ?®ren on -Ven aa ,i Na het i.e deel ?et eerst «te zier verr mees ;elt ron, h6tl groc I e telev Aid een >d kaï ?i zuller hveede r ..Maan *'Itnavon ?'es uit ffoducei P6el oud fender *öcL "h 5e titel ?°g eer geleefd. 5aas in ,;hgelan< ?fn, dat Mezen Nste k< haal ov« DlNSl "CRV b hoe fat het is geval •Je univ Mag m< «n zini Ujn de fester, het Cha y-singe hen doe hown". he stijl DONI het eer! herland Januari he bede Gorging «at aai herwerj handele Men w he rest hat de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 6