opZUJ paden „Als ik mijn vader was, moest mijn moeder thuis zijn.... Getrouwde vrouw kan niet zonder meer gaan werken „Sleutelkinderen" in Amerika en West-Duitsland De buren Economie Emoties opzij 31CIHC31 Heel gewoon 5 8 JANUARI 1965 Onlangs publiceerde een tijd schrift een aantal ontboeze mingen van kinderen naar aanleiding van de vraag: „Wat zou je doen, als je je vader was?" De volksmond wil, dat men de waarheid hoort uit de mond van kinderen en dronken mensen, maar natuurlijk ligt het er aan, welke waarheid men bedoelt. Het kind verklapt misschien wel, dat moe ders portemonnee leeg is, dat pap pie met zijn vuist op tafel heeft geslagen of dat het televisie-toestel op afbetaling is gekocht, maar ook zulke feiten zijn nog voor verschil lende uitleg vatbaar. Ik zou de va ders, die in deze kindergetuigenis sen over de hekel werden gehaald er was maar één jongetje, dat zijn vader prima referenties mee gaf dan ook niet al te hard wil len vallen. Ze doen het waar schijnlijk niet zo slecht als kinde ren soms denken. SCOTTISH TOFFEE „Als ik mijn vader was", schrijft een kleine jongen, ..zou lk niet willen dat mijn vrouw werkte. Een moeder moet thuis zijn bij haar kind." „Aha," zullen de tegenstanders van de arbeid buitens huis voor de gehuwde vrouw nu uit roepen, „zo zie je, hoe kinderen daar onder lijden!" Maar wie verzekert ons, dat ditzelfde kind zich niet zou beklagen over zijn te oude fiets of zijn saaie vakantie thuis, als moeder niet werkte? En wie zegt, dat hij ooit op het idee zou zijn geko men. het werk van zijn moeder als iets vijandigs te beschouwen, als zijzelf hem niet gezegd had dat ze moest werken, omdat vader niet genoeg verdiende, of als de buren niet zo meewarig ge daan hadden omdat hij altijd zo alleen was? Want juist bij de buren, in de omgeving ligt zo vaak het zwaartepunt. De maatschappij is niet ingesteld op een vrouw, die belangen buitenshuis heeft. De omgeving heeft al bij voorbaat medelijden met die arme, verwaarloos de kinderen, leveranciers zeggen krib big dat mevrouw altijd uit is, ouders van vriendjes en vriendinnetjes halen haar aan als voorbeeld hoe het niet moet. Natuurlijk kan een getrouwde vrouw niet zonder meer gaan werken. Ze moet haar maatregelen treffen en die maat regelen zijn van uiteenlopende aard. Ze moet zorgen, dat haar huishouding niet in het honderd loopt, dat haar man en (als ze nog thuis zijn) haar kinderen niet te kort komen, ze moet zich wape nen tegen kritiek van buitenaf en ze moet zich ook wapenen tegen zichzelf. Want er bestaat kans, dat ze op een goede dag medelijden met zichzelf krijgt omdat ze bijvoorbeeld zo hard moet rennen om alles op tijd te doen of om dat ze altijd aan twee dingen tegelijk moet denken. Of ze krijgt een aardig meerderwaardigheidscomplexje, omdat WET aantal buitenshuis wer kende gehuwde vrouwen in Nederland bedroeg in 1960 108.000. Dit cijfer neemt voort durend toe, zoals men conclu deert uit de aanvragen voor ar beidskaarten door werkgevers. Daarbij dient rekening te wor den gehouden met het feit, dat lang niet alle werkgevers zich storen aan de verplichting tot aanvrage hiervan. Het totaal aantal werkende vrouwen in ons land bedraagt (1960) 860.000. ze het toch maar voor elkaar krijgt. Het is ook mogelijk, dat ze het haar man heimelijk een beetje kwalijk gaat ne men. Er is volop keus in kousen „met 'n werkje", 't Meisje op de foto kon ken nelijk door die overvloed geen besluit nemen. De kous met het blokje Of die met de brede streep Welnee: allebei'. houdt en als er iemand is, die haar van tijd tot tijd vervangen kan, laten we dan eens de emoties opzij zetten en zeggen: „Ja, dan kan het!" En dat is dan geen Nu houdt het feit, dat iets grondig moet worden geregeld, voordat het be hoorlijk functioneert, geen veroordeling in. Er zijn mensen die, zodra men de mogelijkheid van arbeid buitenshuis voor de gehuwde vrouw noemt, roepen, dat dit een economische eis is en dat ze weigeren de absolute heerschappij van de economie te erkennen. Economie staat echter niet alleen. Mensen die de crisis van de vroege dertiger jaren hebben meegemaakt, zullen zich herinneren, hoe de ongunstige economische toestand overal doorwerkte, ook in het morele vlak, omdat er voor jonge mensen dje wilden trouwen geen mogelijkheden wa ren, omdat ouders bij de geboorte van een baby schulden moesten maken, om dat de slecht betaalde arbeid evenveel opbracht als de werklozensteun. Als we onze kinderen tegenwoordig langer willen laten leren, hangt dat ook met de economie samen, want daar moet geld voor zijn. En als we meer vrij krijgen, kost dat ook weer meer, want een mens geeft het minste uit als hij werkt. Al die zaken zijn nog niet zo duidelijk zolang de conjunctuur ta melijk hoog blijft, maar mocht er een verandering optreden dan zullen we eerst goed gaan beseffen hoe diep de econo mie in ons leven ingrijpt. De fout bij het genoemde onderwerp is echter, dat we het al te emotioneel benaderen, boor devol regels en voorschriften en inzichten die we vergeten aan de praktijk te toet sen. „Het kind komt te kort", „de vrouw hoort thuis", „de man moet het gezin kunnen onderhouden." En als er nu eens een vrouw is, die haar gaven ook buitenshuis wil ont plooien en als haar kinderen groot zijn en bovendien opgevoed in het idee, dat moeder er niet altijd is maar als ze er is, |s ze er misschien heel intens en als haar man het prettig vindt, dat ze zich ook met andere dingen bezig HET Centrale Kantoor voor de Sta tistiek in Wiesbaden heeft in het kader van een onderzoek naar het aantal werkende vrouwen in Westduits- land getracht vast te stellen, hoeveel „sleutelkinderen" er zijn. Kinderen dus die de huissleutel aan een koord om de hals dragen omdat er niemand thuis is die hen open kan doen. Ze zijn de hele dag of bijna de hele dag zonder toezicht want vader en moeder werken of vader is dood en moeder moet voor de kost zorgen of moeder is er niet meer en va der is overdag op zijn werk. In 1962 bleken er rond de 200.000 sleutelkinderen in de Bondsrepubliek te zijn. Vermoedelijk echter is dit cijfer aan de lage kant. Het ligt namelijk voor de hand, dat vele moeders, die haar kinde ren zonder toezicht (moeten) laten, de enqueteurs van het C.K.S. niet de volle waarheid hebben verteld. De toename van het aantal werkende vrouwen in twaalf jaar tijds van 5.1 tot 7.7. miljoen is het sterkst geweest bij gehuwde vrouwen met kinderen beneden de 14 jaar. pleidooi om allemaal morgen buitens huis te gaan werken, maar alleen een aansporing niet net als het jongetje ca tegorisch te zeggen: „Als ik vader was, zou ik niet willen, dat mijn vrouw werk te." In de Verenigde staten is in de af gelopen tien jaren het aantal werkende vrouwen met bijna 75 procent vermeer derd tot negen miljoen driehonderddui zend. Het „sleutelkind" is daar een heel gewoon verschijnsel. Naar schatting zijn er in het land van Uncle Sam meer dan een half miljoen van deze „latchkey kids" van twaalf jaar of iets jonger. En dan is er naar schat ting nog eens ruim een half miljoen kin deren, die thuis een ouder broertje of zusje vinden, aan wier zorg ze worden toevertrouwd tot moeder of vader thuiskomt. Vaak worden die oudere zus jes of broertjes hiertoe van school thuis gehouden. Hierbij komen nog naar schat ting 450.000 kinderen op het platteland, die door hun ouders mee naar akker of tuin genomen worden of daar ergens in een loods „opgeborgen". Pogingen om dit probleem het hoofd te bieden boekten nog weinig, in elk ge val onvoldoende, resultaat. i VOOR EEN BOTERKOEKVORM VAN 20 X 30 CM 65 g (ruim 4 eetl.) boter of margarine. 150 g (1-1/2 ons) havermout 100 g (I ons) bruine basterdsuiker75 g keukenstroop fi theel. zout 1 pakje vanillesuiker, voor de garnering150 g (1-1/2 ons) bittere chocolade(repen), 35 g (3 eetl.) fijngehakte noten Breng een pan met water aan de kook en zet hierin een kom met de In stukjes gebroken repen. Laat deze hierin smelten en vooral niet te warm worden. Smelt intussen de boter of margarine, giet ze over de havermout en meng alles goed door elkaar. Roer de bruine basterdsuiker, de stroop, het zout en de vanillesuiker hierdoor. Beboter een koekvorm en verdeel het mengsel hier gelijkmatig over. Bak het geheel In 12 minuten gaar en lichtbruin van kleur. Laat het goed afkoelen. Maak de randen los en neem het baksel uit de vorm. Smeer nu de gesmolten chocolade over het baksel uit. Garneren met de fijngehakte noten. Goed koud laten worden en daarna In kleine vierkantjes snijden. Bewaren op een koele plaats (b.v. de koelkast). BAKTIJDEN; In de gasoven zonder thermostaat: verwarm de oven 10 minuten voor, 2et de koekvorm op het rooster middenin de oven, temper de vlammen tot klein en laat het geheel 12 minuten bakken, in de gasoven met thermostaat: op het rooster middenin de oven 12 minuten op cijfer 4 of 5. In de elektrische oven met 2 ovenschakelaars: op het rooster middenin de oven 12 minuten. B3-03, 3 5 minuten belde uit. in de elektrische oven met temperatuurregelaar: op het rooster middenin de oven 12 minuten op 200"C.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 17