Oplossing op politiek niveau
Waar om
geven wij
niet het
voorbeeld?
Ontwikkelingshulp
EEN NIEUW HOOFDSTUK IN
GESCHIEDENIS DER MENSEN
BOMEN EN
STRUIKEN
Van ons
Bodemloze put
Kleine kogel
Kale kennis
Zieltjeswinnerij
Belasting
Waarheid
Canadese bergen
bossen, prairies
HET NIEUWE DAGBLAD
"0EM.QG 'RW-
Wij ontmoetten een Neder
landse missionaris die, na zes
jaar Afrika, momenteel een
maand of zes „vakantie" houdt
in het vaderland. „Vakantie".
Dit betekent voor hem: een half
jaar lang door Europa reizen,
alle mogelijke instanties bezoe
ken, gesprekken met journalis
ten voeren, met industriëlen pra
ten, preken voor parochies, pra
ten voor organisaties en mensen
met geld „bewerken". Deze va-
kantieis niet om te rusten, maar
om financiële middelen te ver
zamelen om het werk te kunnen
voortzetten en uitbreiden. Hij is
geneesheer-directeur van een
ziekenhuis met 70 bedden, in
een gebied dat meer dan half zo
groot is als Nederland. Het zie
kenhuis heeft vier buitenposten,
die geregeld bezocht moeten
worden, en een melaatsenkolonie
met 150 melaatse families.
Straatcollecteniet om schuld
af te kopen.
Een kliniek in Noord-Oost Brazilië
trekt dagelijks grote aantallen
patiënten.
Grote projecten aZs de Assuandam
in Egypte vragen zoveel geld
mede om Farao-beelden uit het
stuwmeer in veiligheid te bren
gen dat missiezending of vak
bond ze niet kunnen uitvoeren.
Hoe dan ookmeeneer de
Europeaan, maar u bent ook niet altijd een heer in het verkeer
geweest
hHEmM
llftWANii
BELASTING VOOR HULP
ONTWIKKELINGSLANDEN
Deze missionaris-dokter wordt ge
assisteerd door nog een priester,
twee broeder-missionarissen en vier
gediplomeerde religieuze verpleegsters,
allen Nederlanders. De ziekenhuis
staf telt verder vier Afrikanen en men
beschikt over twintig niet-gediplomeer-
de Afrikaanse medewerk(st)ers.
Door de week verkondigt deze mis
sionaris de Blijde Boodschap in de
kliniek en aan de operatietafel, met
stethoscoop en scalpel (operatiemes),
's zondags staat hy op de preekstoel
en dient hij sacramenten toe.
Nu, in Europa, leurt deze beroeps
ontwikkelingshelper, die onontkoom
baar levenslang voor dit werk geroe
pen werd en genoeg capacitei
ten heeft voor een lucratieve medi
sche carrière in de beschaafde we
reld", nu leurt hij met een plan
dat in 1965 starten moet.
Er moet een nieuw ziekenhuis ge
sticht worden in een gebied met veel
toekomst omdat de regering van dat
land daar een groot en belangrijk in
dustrieel project zal uitvoeren. Die
regering staat momenteel bijzonder
open voor samenwerking met de mis
sie, waar het gaat in het kader
van haar vijfjarenplan over hospita
len, scholen en zelfs (soms) kerken.
Zij, (de regering), weet wel dat de
moderne missionaris echt niet meer
er op uit Is „zieltjes te bekeren"
maar dat het ons gaat, zeker in de
Islam-gebieden om de „pre-evan
gelisatie", wat in de praktijk niets
anders is dan het goede uit onze chris
telijke cultuur verantwoord, aangepast
en vakkundig naar hier over te bren
gen.
Een feit is ook, dat men hier dit
werk b.v. in de missiehospitalen
van ons eerder accepteert dan
hulp die door andere instanties (via
UNESCO-lichamen b.v.) geboden
wordt.
Dit zijn in het kort de plannen:
verbetering, verbouwing en uitbreiding
van het bestaande ziekenhuis. Aan
schaffing van Röntgen-foto-apparatuur,
medische instrumenten en ander ma
teriaal.
Een polikliniek en een aantal ste
nen gebouwen voor de melaatsenko
lonie.
Bouw van een nieuwe polikliniek
en een personeelsverbiy f in het nieu
we industriegebied van het land.
Piannen op langere termijn: Uitbrei
ding van de laatste polikliniek tot een
groot ziekenhuis, zodra het industrie
project van de regering op gang kdmt.
Story's als deze, met Nederlandse
ontwikkelingshelpers in de dienende,
niet verdienende hoofdrollen, kunnen
zonder moeite enkele duizenden keren
opnieuw worden verteld. Want er wer
ken bijna tienduizend katholieke man
nen en vrouwen als priesters, broe
ders en zusters in alle oorden van de
wereld. De reformatorische zending
heeft honderden mensen aan het werk.
Missie en zending besschikken over
zeer langdurige ervaring en grote ken
nis van volken, talen en culturen.
Missionarissen en zendelingen heb
ben een boodschap en een ideaal, om
mee te bouwen aan een menswaar
dige universele samenleving, op een
veilige bewoonbare wereld. Veelal
spenderen zjj aan dit ideaal él hun
mogelijkheden, héél hun leven en
soms, tot op de dag van vandaag
toe, het leven zélf.
Deze mannen en vrouwen maken
deel uit van een grote internationale
groep, die onvergelijkelijk veel meer
saamhorigheid en onbaatzuchtigheid
toont, dan b.v. de door politici tot
stand gebrachte Verenigde Naties en
de daaruit ontstane hulporganisaties.
Zi) zijn de avant-garde van de mens
heid. Hun vermogen om Javaan met
Javanen, Indiër met Indiërs of Afri
kaan met Afrikanen te worden, is
nog niet overtroffen.
Het zijn onwetenden of kwaadden
kenden die over „religieus imperia
lisme" spreken en menen, of voorge
ven te menen, dat missie en zending
het volschrijven van de doopregisters
van hun kerken, als eerste en laatste
doel nastreven. Het overgrote deel van
missie- en zendingsarbeid bestaat in
de concrete en praktische navolging
van Christus, „Die al weldoende rond
ging", onderwijzend, zieken genezend,
helpend, troostend en brood uitreikend
aan de hongerigen.
begin zijn, kan men zich over dit
bedrag, ondanks de geringheid, op
recht verheugen. Hoewel, 5 miljoen
is voor ontwikkelingshulp niet veel.
Dit leren- ons b.v. de budgetten van
de nationale en internationale hulpor
ganisaties op regeringsniveau al reeds.
Het heeft ons verwonderd dat door
deze som op andere posten bezuinigd
moet worden, aangezien enige tiental
len voor ontwikkelingshulp in 1964
bestemde miljoenen, merkwaardiger-
deling der beschikbare middelen aan d
orde. Het leeuwendeel moet zonder
twijfel besteed worden aan grote eco
nomische basisprojecten. Deze liggen
op het terrein van de regeringen en
de grote financiële en technische on
dernemingen. Missie, zending of vak
bond kunnen geen Assuandam bou
wen of een moderne zeehaven aan
leggen.
Maar toch hebben missie, zending
en andere ideële organismen taken te
vervullen, waarmee honderden miljoe
nen guldens gemoeid zijn, en die be
slissend zijn, voor de goede resulta
ten, die bereikt moeten worden met
de miljarden die de regeringen, ban
ken en industrieën inzetten. Elk bouw
sel dat niet hecht gefundeerd is, is
gedoemd tot instorten.
Christenen moeten méér dan ande
ren bereid zijn, zich in te zetten voor
ontwikkelingshulp. Zij moeten goed
verstaan, dat het niet gaat om harte
loos geld, maar om een deel van de
vruchten van hun arbeid, in welke
vorm ook cristenen zijn méér dan
anderen verplicht tot medewerking aan
iedere vorm van zinvolle hulp. Zij
zijn ertoe verplicht op grond van hun
naam, krachtens hun overtuiging en
de in deze overtuiging vervatte op
dracht.
Een z.g. christen, die de economie
van cle gemeenschap schaadt, door uit
luiheid, onverschilligheid of egoïsme
een wanprestatie te leveren, of die zich
in alle mogelijke bochten wringt om
te ontsnappen aan zijn persoonlijke
verplichtingen, geeft voet aan het „niet
haalbaar" der politici, en maakt zich
mede-schuldig aan de nood van de
mensheid. Deze schuld kan niet wor
den afgekocht met een gift aan een
charitatieve instelling.
De Nederlanders hebben in de we
reld de faam een christelijke natie te
vormen. Zij worden ook tolerant, hu
maan en democratisch genoemd. Wij
zouden aan deze vererende betitelin
gen een nieuwe grond kunnen geven,
(iiumimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiHHiiiiiniiiiiiiiiuiiiiiuiiiiiiiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiM
wijs niet besteed konden worden.
Merkwaardig, omdat alleen al by het I
Centraal Missie Commissariaat in
Een paar weken geleden is er van
uit Den Haag een (kleine) kogel door
de kerk gegaan. Ongeveer tegelijk
met de 7 miljoen gulden voor hoog
stens een paar honderd jeugdige ont
wikkelingshulp-amateurs van het Jon
geren Vrijwilligers Programma in
1965, kwam er van overheidswege
voor hetzelfde jaar 5 miljoen ter be
schikking voor niet-commerciële parti
culiere ontwikkelingshulp, hetgeen wil
zeggen: voor sociale en maatschappe
lijke aktiviteiten van missie en zen
ding.
Omdat er uitdrukkelijk bij vermeld
werd, dat deze 5 miljoen slechts een
wijs niet besteed konden worden
Merkwaardig, omdat alleen al bij
Centraal Missie Commissariaat
Den Haag voor minstens 70 miljoen
gulden aan aanvragen ligt.
Maar als eenmaal aan de Directie
Internationale Technische Hulp van
ons ministerie van Buitenlandse Za
ken een bureau voor de behandeling
van de aanvragen van particuliere or-
fanisaties zal zijn toegevoegd, kan
est alles veel logischer, simpeler,
sneller en efficiënter gaan.
In een Duits weekblad lazen wij
over de samenwerking tussen over
heid en particulieren inzake ontwik
kelingshulp: „Bei allen guten Absich-
ten kann man namlich jetzt in Bonn
schon bemerken, dasz die Frage der
Entwicklungshilfe von den Mühlsteinen
eines bürokratischen Apparates be-
droht wird."
Typisch Duits. In Den Haag behoe
ven we niet zulke dreigende molenste
nen te verwachten. Den Haag zal geen
tienduizenden en tonnen gaan beste
den aan studiereizen en rapporten, als
de aanvragers reeds bewezen hebben
deskundig en betrouwbaar te zijn.
Ontmoedigend was echter wel de
uitdrukkelijke mededeling van staats
secretaris Diepenhorst, „dat verhoging
van de ontwikkelingshulp met enkele
honderden miljoenen guldens (1965:
251 miljoen), in de komende jaren
niet haalbaar is." Een snelle sprong
van 5 miljoen naar b.v. 100 miljoen
voor ontwikkelingshulp via missie en
zendingsinstanties, is dus voorlopig een
ilussie.
Hier faalt dan tóch onze gemeen
schap!
Hier falen onze vele, vele particu
liere organisaties
Hier falen onze politici!
Hier faalt onze overheid!
Want ondanks alle bezwaren die
men kan aanvoeren tegen overheids
bemoeienis, is er slechts één reële
mogelijkheid, om de voorsprong van
de nood op de welvaart te verkleinen.
Eén enkele mogelijkheid en die ligt
op politiek niveau!
Particuliere inzamelingen en contri
buties kunnen zeer belangrijk en waar
devol zijn voor hulpverlening op be
perkte schaal, of ais aanvullende fi
nanciering van grote projecten, maar
als het hierbij moet blijven, dan zullen
we te laat komen.
De honderden miljoenen en miljar
den, die noodzakelijk zijn, kunnen al
léén maar worden opgebracht door
nationale en continentale gemeen
schappen. Dat kan ook zónder over
matige moeite, als er in deze gemeen
schappen naar vermogen gewerkt
wordt. Het is een kwestie van menta
liteitsvorming waaraan de kerken, de
politieke partijen, de organisaties en
de publiciteitsmedia een langdurige
taak en een zware verantwoordelijk
heid hebben. Er moet een eind komen
aan de zinloze verdeeldheid, aan de
verspillende verkruimeling en aan de
prestige- en competentiekwesties, die
over de noodlijdende mensen heen,
gevoelloos worden uitgevochten.
door ten aanschouwe van de mens
heid, op het terrein van de ontwikke
lingshulp, een voorbeeld te stellen,
dat van onvoorstelbaar groot belang
en van historische betekenis zou zijn.
Met neutralistische ontwikkelingsihulp
is het westen bezig zijn middelen in
een bodemloze put te storten.
Waarom zouden wij, Nederlanders,
dit ziende, niet een eerste krachtige
stoot geven aan hulp, die herkenbaar
geïnspireerd wordt door een idee?
Overal ter wereld staan mensen ter
beschikking, die hunkeren naar hulp
en samenwerking. Wij bedoelen niet
slechts de Nederlandse missionarissen
en zendelingen, maar ook de niet-
Nederlandse en niet-Europese chris
tenen. Samen met hen zouden wij de
vooruitgang van de mensheid zicht
baar kunnen bevorderen.
Via hen zouden wij de mensen een
bemoedigend teken van verbondenheid
en éénheid kunnen geven, dat berust
op een universele Verlossingsbood
schap.
„Het christendom is geen export
artikel", hoort men soms zeggen. Wij
geloven echter, dat het christendom
het meest waardevolle artikel is dat
wij de mensheid aan te bieden heb
ben, en dat wij hierin op haast ramp
zalige wijze te kort zijn geschoten.
Heel de uitzichtloze westerse politiek,
het wantrouwen, de blankenhaat, de
verforen miljarden, de in anarchie ont
aarde vrijheid in Afrika, de commu
nistische successen in China en Zuid-
Amerika, de opstanden en oorlogen
in Afrika en het Verre Oosten han
gen zeer nauw samen met het feit,
dat wij ais gemeenscap onmachtig
waren en zijn het „Gaat en onder
wijst alle volkeren" toereikend op te
volgen. Wij, christenen, hebben dit
niet aan anderen te verwijten. Wij fa
len zélf.
De mensheid hongert naar kennisT
en techniek, om voedsel, gezondheid
en geluk te veroveren. Maar zonder
orde, discipline en sociale solidariteit
en zonder voldoende besef van de waar
de en waardigheid van de mens, wor
den kennis en techniek wrede perfecte
middelen voor corruptie en machts
misbruik.
De geestelijke waarden, die de
grondslag vormen van een menselijke
rechtvaardige samenleving, kan men
niet in het vage in een Handvest van
de Verenigde Naties proclameren. Die
kan men niet, als drukwerk per post
verzenden. Die kan men niet met
Amerikaanse of Verenigde Naties
soldaten opdwingen. Die waarden zijn
niet de automatische produkten van
de vrijheid en de dekolonisatie. Zij wor
den niet geleverd door General Mo
tors, Dupont, Elisabeth Arden, Phi
lips, Siemens, Krupp of de Zwitserse
horloge-industrie. Hollywood levert ze
niet en op de luxueus gestoffeerde
trottoirs van de Via Veneto in Rome,
worden ze niet verkondigd. Zelfs een
kernsplijtmachine richt in het hart
van de mensen niets uit.
Die waarden moeten verkondigd én
voorgeleefd worden. Zij moeten dóór
en in levende mensen worden geëx
porteerd, „all over the world", van
mens tot mens. Wie deze waarden
kent en zich bewust is van zijn rijk
dom, moet aan deze export deelne
men en meewerken.
De mensheid wacht vóór alles op
een reële Verlossingsboodschap. Als
het westen niets anders en niets méér
te bieden heeft dan dollars, ponden,
marken, guldens, wat kille machine
rieën en kale kennis, dan zullen Afri
ka, Azië en Latyns Amerika dit alles
aannemen zonder zelfs maar „dank u"
te zeggen, om vervolgens een andere
verlossingsboodschap te aanvaarden,
die met macht verkondigd wprdt
uit Moskou en Peking.
Willem Kreeftmeyer, de plaatsver
vangend secretaris-generaal van het
Internationaal Christelijk Vakverbond
sprak in de afgelopen zomer in Kö-
nigstein over „Amerikaanse en Euro
pese ondernemingen, die zich in hun
moederland tegenover de werknemers
fatsoenlijk gedragen, maar die in
Latijns Amerika voor hun arbeiders
oer-conserva/tieve, oer-kapitalistische
anti-sociale en anti-wettelijke werkge
vers zijn."
Zulke ondernemingen zijn dan met
al hun „Know-how" en met al hun
kapitaal profiteurs van de nood, uit
buiters van de armen, wegbereiders
van het communisme en de doodgra
vers van de „heerlijke, neutrale"
westerse vrijheid. Als dit kan gebeuren
zonder dat men er hiér tegien in op
stand komt, dan pleiten wij, zonder
enige terughoudendheid, voor maxima
le ontwikkelingshulp via missie, zen
ding, ideële en sociale vakbewegingen
en via de capabele particuliere or
ganisaties.
Christenen kunnen in een democra
tische samenleving op goede gronden
eisen, dat de door hun verdiende hulp
middelen worden geïnvesteerd op een
wijze, die strookt met hun over
tuiging, en die strekt tot verwezelij-
king van het beoogde doel.
Christenen moeten niet bang zijn
voor het verwijt „verzuilde" ontwik
kelingshulp te willen bedrijven. Met
dit schrikwoord wil men hen misschien
een minderwaardigheidscomplex bezor
gen zoals imen dit ook met enig succes,
met het woord „zieltjeswinnerij" doet.
Nog altijd moet ieder, die het ware
welzijn van zijn medemensen nastreeft,
beledigingen en verdachtmakingen
trotseren. Tenslotte zal de mensheid
meer gebaat zijn met op een idee
gebaseerde hulp, dan met neutrale
machteloosheid en onverzuilde corrup
tie.
Christenen moeten zich meer bewust
worden van hun plicht tot aktieve
deelname aan de aktiviteiten der ge
meenschap, óók op politiek terrein
In het KVP-verkiezi ngsmanif e st
„voor iedereen die vooruit wil zien",
staat onder „Wereld zonder nood"
als eerste programmapunt: „De KVP
wil een doelmatige en grotere bijdra
ge aan de hulp voor de ontwikke
lingslanden. Zij moeten zich kunnen
ontplooien tot gelijkwaardige partners.
Ook kerkelijke en particuliere instel
lingen, die op dit terrein werkzaam
zijn, hebben recht op steun van de
overheid."
Deze christelijke stellingname is
voor de gemeenschap van oneindig
veel meer betekenis, dan de houding
van de KVP inzake de REM en
VERONICA. Wat het zwaarst is, moet
ook het zwaarst wegen. Het is voor
een moderne bewuste christen onwaar
dig obligaat een stembiljet in te vullen,
en het feitelijke werk ongeïnteresseerd
aan anderen over te laten.
Christelijke politici, die hun taak
op juiste wijze opvatten en uitvoeren,
moeten zich daarin aktief gesteund
weten door de gemeenschap die hun
afvaardigde.
De regering beschikt stellig over vol
doende gegevens om de hulpmidde
len volgens een democratische formule
te verdelen. Als de mensen er niet
uitkomen, kan het bepalen van deze
formule worden toevertrouwd aan een
rekenmachine. Dit technische product
van de wetenschap is neutraal en ob
jectief.
De voor ons meest ideale vorm
van ontwikkelingshulp is waarschijn
lijk een onvervulbare droom. Wp
zouden onverminderd voortgaan met
alles waarmee wij bezig zijn. Maar
daarnaast zouden we een ontwikke
lingsland adopteren als tweelingbroer.
Het zou onze krachten niet te boven
moeten gaan. De jeugd van dat land
zou aan ónzo scholen kunnen stude
ren. Onze jonge mensen zouden in dat
land kunnen werken aan de opbouw
van een moderne sociale gemeenschap.
Wij zouden onze wetenschap, techniek,
industrie en landbouw delen met de
mensen van dat land. Wij zouden met
liefdevolle zorg waken tegen ons zelf
voor hun vrijheid. Maar hoe vertaal
je zo'n droom voor economen en
diplomaten?
De mensheid is onderweg. Zij wordt
geteisterd door twijfel. Uit het ver
leden klinken nog oude, beproefde,
zekere waarheden. Uit de toekomst
echoën stemmen, dat het verleden liegt
Alleen de overheid kan de beschik
bare en benodigde middelen effectief
incasseren, n-L via de fiscus. Alleen
langs deze weg is het mogelijk van
elke burger een rechtvaardige bijdra
ge te vorderen. Belastingen zijn met
populair en zullen dat nooit worden.
Toch zullen de politieke partijen en
de leiders daarvan, in het bewustzijn
van hun ongehoorde verantwoordelijk
heid, niet mogen aarzelen, in het be
lang van de gemeenschap, die zij poli
tiek willen dienen, het volk oog in
oog te stellen met hetgeen noodzake
lijk moét gebeuren.
Gewetensvolle politici mogen zich
niet laten leiden door wat „haalbaar'
schijnt, maar zij moeten zich geheel
inzetten voor wat noodzakelijk is. Zij
mogen zich nie' door nationaal-poli-
tieke ijverzucht laten verlei-den tot
kleinzielige oppositie waar zulke gro
te belangen op het spel staan.
Dan komt het probleem van de ver-
Voor velen is de waarheid als de
zon, die onderging en nog niet ot>
kwam. De nacht duurt zo lang. Zij
worden te moe om wakend te blijven
verlangen en uitzien naar Licht. In het
donker houden zij, met bevende han
den, hun schamele bagage vast. Zij
weten niet meer, dat zij zélf kost
bare, levende have zijn van de tijd,
dat zij Thuis komen in de eeuwigheid.
Doch sommigen geroepenen, be
lasten blijven de vraag herhalen
die twintig eeuwen geleden werd ge
steld door een politicus en beantwoord
in een Kribbe en aan een Kruis: „Wat
is de Waarheid?" Het uur van de
Waarheid komt. Voor de mensheid:
Of zij éénheid zoekt. Voor de volkeren:
Of zij vrede willen. Voor de klassen:
Of zi) rechtvaardigheid zoeken. Voor
de rassen: Of zij elkaar als mensen
erkennen. Voor de gelovigen: Of zij
Gods Naam heiligen. Voor de christe
nen: Of zij liefhebben..:.
CEES GRIFFIOEN
BOMEN en struiken in bos en veld",
dat de uitgeverij Moussault in zijn
serie Natuurgidsen heeft gepubli
ceerd, is een werk dat de lief
hebber met genoegen ter hand neemt
Het is namelijk typografisch een mooi
stuk werk, waaraan veel zorg is be
steed. De toelichtingen zijn goed ge
detailleerd en de afbeeldingen (foto's
en tekeningen) uitstekend. Een bij
zonderheid is dat men van de bomen
en struiken ook het wintersilhouet af
beeldt. De gids is een bewerking van
een Deense uitgave. Het nadeel is dat
men daardoor enige in Nederland be
kende bomen en struiken mist
Dick Dekker „Bergen, bossen, prai
ries". De Spaarnestad, Haarlem.
Canada heeft nog uitgestrekte ruim
ten waar de natuur niet is terug
gedrongen in een paar schamele
reservaten. Daar leven nog talrij
ke zee- en steenarenden, die buizerds
slechts als onbelangrijke lastposten be
schouwen en waarbij torenvalkjes lach
wekkende peuters zijn. Men kan er
stroompjes passeren over beverdam-
men, ontmoetingen hebben met beren en
luisteren naar het gehuil van de wol
ven. Vóór Dekker aan het laatste toe
was, heeft Hij zich overigens wel wat
inspanningen moeten getroosten, zoals
kampeerpartijen in de openlucht bij
temperaturen van min 30 graden Cel
sius. De schrijver schrikt daar niet voor
terug. Hij is zelfs niet te beroerd om bij
een slachthuis een dood schaap in te la
den en het drie kilometer lang aan een
touw over de besneeuwde prairie te sle
pen, om het als aas te laten dienen voor
de arenden die hij vanuit een schuilhut
wil fotograferen. Het boek geeft be
halve enthousiaste beschrijvingen van dit
soort barre excursies en van hetgeen
de schrijver daarbij geobserveerd heeft
ook een beeld van de nogal treurige
jachttoestanden in het land. Het is ge-
illustreerd met goede foto's en nogal
krasserige tekeningen van de schrijver
zelf.
V.L