si jfrcssies van een staatshoofd z 1 RIJ Hls HUISWERK Regels voor fuifjes van jongelui Goede raad Niet meer zo lief Tandjes krijj I f» Ef Opvoeding Weet-je-mode weetje simtzn i WOLLEN SHIFT w nieuwe dagblad ZATERDAG 9 JANUARI 1965 PAGINA 1 K GlJ5 (Door H. J. NEUMAN) L en van de treffendste pas- sages uit het boek van Carl eiia )Veiss, „Soekarno's duizend ïHiïfn" Saat over de Van n' ^ie ^et middelpunt is step'e Indonesische bijeenkom- Voor de omgang met de Paboon bestaat een zeer be- a^n gedragslijn. Zodra men oe beurt is om te spreken èni°Pt men met moeizame tred, ^^szins gebogen en met een iL tragische gelaatsuitdruk- OjJ» naar de microfoon. Men Het niet geoefende vingers de W n standaard en trekt die Sc,c haar zich toe. Met de stel- ,j. r°ef verschuift men deskun- en tegelijk nonchalant de (W ofoon naar boven of bene- deq tot hij zich ter hoogte van Sew blindt. Daarna is het p^ghst om peinzend nog een w" rukjes aan de stang te ge- ijj Vervolgens wordt tegen het ^mbraan geklopt. Bij geoefen- sprekers gaan deze handelin- ta-j soepel in elkaar over. Ter- ejjj hien reeds, schijnbaar nog sszins afwezig, de eerste van m 3 V iJ?i lange reeks begroetingsfor- ger mompelt, glijden de vin- s nog een keer mechanisch V 8s het apparaat om de ont vangstinstallatie nog wat te oor veren". Mmmm «Bli# - Als de vakanties voorbij zijn komt men in veel gezin nen weer te staan voor het huiswerkprobleem. Bijna iedere school geeft de leerlin gen werk mee naar huis om in de avonduren te maken of te bestuderen. Hierbij rijzen ver schillende vragen. De deskun digen zijn het er wel over eens, dat het voortgezet onderwijs niet zonder huiswerk kan, wil men het leerprogramma op tijd afwerken. We kunnen ons dan ook geen gymnasium, h.b.s. of u.l.o. voorstellen zonder huis werk. De leerlingen zitten vaak uren te zwoegen, en men vraagt zich wel eens af, of dat allemaal nodig is. U wilt een jurkje, dat u bij elke gelegenheid kunt dragen? Zo een dat u mee kunt meenemen, als u een paar dagen weg gaat en dat u kunt dragen naar de schouwburg, de bioscoop of ge woon thuis als er iemand voor het diner komt. En het moet bovendien een jurkje zijn, dat u en anderen niet gauw ver veelt? Maakt, of koopt u dan eens zo'n wollen shift zoals op deze foto staat. Met een kort mouwtje of mouwloos is zo'n jurkje in een neutrale kleur, bijvoorbeeld crème zo lang en zo vaak draagbaar dat het waarschijnlijk een kledingstuk wordt, waar u een beetje aan gehecht zult raken. soekarno en de microfoon Houden Indonesië bijeen Bod$ aerstr f jtreW HaaS'jf ig- gr. :eld et-j} STS, d toiiay ijs Wj .rdai». 17205. V kt W* )00 slaapt' 00 K »HoeveIen jnif» fi' ieïe°,teF\ aanV[ sen ur daf een t te die de ch' ie vrijheid niet gesmaakt Zaagsel in ie mond?" techniek, die elke functionaris land reeds op jeugdige leeftijd si(j "t na te bootsen, is door de pre tij11 ontwikkeld tot een onmisken- ■K kunstvorm, hwrjuin Olivier, zoon van een ver- er "*rd Brits toneelkunstenaar, geeft Wdi een ander boek (2) een eer- Jej, §e beschrijving van. Tijdens een °°r Zuidoost-Aziö was hij in het 'aeka-paleis in Djakarta getuige toespraak, die president Soe- 0 kie'd voor meer dan duizend den ten: kvi-B^dereen stond op, toen hij blnnen- (W®1.. met de maarschalksbaton on- g6Zljn arm, en het volkslied werd <er!« Nadat enkele andere spre- Vï. Motorische pogingen hadden ge- Vcy.d. stapte hij naar voren en ging eer, de microfoons staan. Er heerste hk Volmaakte stilte. Langzaam tikte San Sen de microfoons, bedachtzaam, k>ürt Voor een, en luisterend of de S„, Peakers het deden. Wij wachtten. a.udara saudara... h" S >V- .- WMm begon hij der» een zachte, rijke stem Broe- ïH,. en zustersEr zat ritme in wJpespraak, een vlotte stroom van CartT~en> een geleidelijk opgebouwde *er een soms wat voller en he- *ae+i* orden van zijn stem en dan het «en wegsterven. Soms sprak hij Ui» zin lettergreep voor lettergreep het een andere keer kon hij het, met Semak en de zekerheid van een demagoog, uitgillen. Hij was het ene ogenblik indrukwekkend en sober, en dan weer bedaard of indringend. Al lerlei woorden spuwde hij als het wa re uit: ,,Schumpeter, John Maynard Keynes, Hegel en MarxTextbook- mindedness". Van de gezichten van de studenten viel de vervoering af te lezen. Hij gaf hun kennelijk het ge voel, dat zij beter waren dan zij be seft hadden, dat de hoop in hun le ven onbeperkt kon zijn, dat Indonesië zelf teerde op eindeloze roem. Zijn stem vibreerde rond een hypnotische grondtoon, vol latente kracht, fluwe lig en warm. Zijn gebaren waren con- cies en beslistDe pure kracht van zijn stemgeluid vulde de gehoor zaal, steeds rijker en intenser, tot zij leek op te springen in elektrische von ken, heen en weer kaatsend van vo ren naar achteren, uitbarstend in een stortvloed van scheldwoorden en te rugspringend van iedere muur. Plot seling stopte hij. Hij fluisterde een paar lettergrepen in de microfoon en pauzeerde. Hi) stond onbeweeglijk en er heerste een diepe stilte. Toen schreeuwde hij tot mijn diepe verba zing: „Retool!" en nog eens „Re tool!" in het Engels blijkbaar een aansporing om de Indonesische revo lutie te versterken." Ik heb zelf geluisterd naar een van Soekarno's recente redevoeringen, een vol uur lang. Dat was op 6 oktober, in de grote gehoorzaal van de Universiteit van Caïro, daags na de opening van de topconferentie van niet-gebonden landen. De president sprak in het Engels dus niet in de „behasa Indonesia", waarin hij het effectiefst is. Ook kan men niet beweren, dat de inhoud van zijn rede („The era of confrontation") bepalend is geweest voor het verdere verloop van de conferentie. Toch haalde hij met gemak de erepalm weg voor de beste voordracht en de fraaiste show. Monotone dreuners als Nasser en Tito liet hij met gemak achter zich. De herhaling, het stac cato, de zingzang en de Ironie waren magistraal gedoseerd, evenals de ge speelde ontgoocheling en de vurigheid van het slotappèl: „Ever onward. Never retreat". Goed gekozen was ook de besnorde adjudant-van-dienst, die zestig minu ten lang onbeweeglijk links achter het spreekgestoelte stond. Toen de president onder daverend applaus terugkeerde naar zijn zit plaats, droeg hij een eindweegs zelf de kostbare leren map met de tekst van zijn rede. Eensklaps bedacht hij zich en stelde het ding met een reu zenzwaai zijn adjudant ter hand. Ik geloof niet, dat het een rede was, die zich bewoog op hetzelfde ni veau als de drie redevoeringen, die Paul van 't Veer in zijn recente bio grafie van Soekarno terecht een uit voerige bespreking waardig keurt (3). Maar als middel om de openbare fi guur van de Indonesische president wat naderbij te komen was zij zo goed als elke andere: „Deze bijeenkomst van staats- of regeringshoofden spreekt met het ge zag van zevenenvijftig verschillende naties, naties die in Afrika wonen, naties die in Azië wonen, naties die in Europa wonen, naties die in La tijns Amerika wonen. Wij komen van de vier hoeken van de wereld, en wat ons bezig houdt, is het welzijn van de mensheid". Ook in deze rede ontbrak niet het laatdunkend gebruik van het woord text-book thinkers". Het kwam in een pleidooi ten gunste van zo pas on afhankelijk geworden landen, die er van afgezien hadden „copy nations" te worden en alles net zo in te rich ten, als de Europese heersers van weleer of hun theoretici het voor schreven. Vroeger was dat anders: „Hoeveel landen hebben vóór onze dag decaden, eeuwen geleden niet de nationale bevrijding verwor ven en haar ervaren als zaagsel in de mond?" Telkens hebben de vroe gere heersers, aldus Soekarno, gepro beerd hun oude macht indirect te be waren: „Daarom zeg ik, dat het kolonialis me stervende is maar nog niet dood. Ja! Het kolonialisme is stervende maar nog niet dood. Kijk naar onze eigen ervaringen, zuster en broeders staats- of regeringsleiders! Is ons niet gezegd ja, zijn wij niet geïndoctri neerd in het geloof, dat wij, zodra wij onafhankelijk waren, slechts hetzelfde democratische patroon van de metro- politaine mogendheden behoefden over te nemen en onze technische be kwaamheid onder hun leiding te ver beteren, en alles zou met ons in de haak zijn? onze vooruitgang zou snel zijn, in een oogwenk, zeiden zij, zouden wij het stadium bereiken van de zichzelf voortstuwende economi sche groei! Wat hebben zij ons een schitterend beeld geschilderd, zuster en broeders maar het was een sprookje voor kleine kinderen, een niemendalletje, een stuk speelgoed, een zeepbel die al bij de eerste adem tocht van de ervaring uiteenspatte! U weet, dat wij naar hen geluisterd heb ben. Het prachtige verhaaltje was aantrekkelijk. Soms geloofden wij hen. En onze ervaring was daarna zeer bitter. Iedere poging, die wij deden om via hun type democratie en hun patroon van technische bekwaamheid tot vooruitgang te komen, was ver geefs. Door manipulaties, door inmen ging, door omverwerping, door inter ventie hebben de oude imperialisti sche krachten hun doeleinden nage streefd, niet de onze zij hebben gewerkt voor het behoud van hun po sitie, zij werkten voor de bescherming van hun belangen. Van de zichzelf voortstuwende groei is niets terecht gekomen. Inplaats daarvan werd het duidelijk, dat hun vermogen om zich te mengen in onze politieke, econo mische en militaire zaken groter was dan alle nationale krachten, die wij konden mobiliseren om dat tegen te gaan. Natuurlijk verkeerden zij in het voordeel, want aanvankelijk waren wij ons niet bewust van de transfor matie, die had plaats gehad, en wij beseften niet, dat de oude taktieken van het imperialisme slechts waren vervangen door nieuwe. Dat het open lijke imperialisme, het openlijke kolo nialisme, plaats hadden gemaakt voor imperialisme in een nieuwe vermom ming, kolonialisme onder een nieuwe dekmantel." De geesten van Imogiri Ee volgende middag, in het Nile Hil ton Hotel, maakte de Ind. pre sident een minder strijdbare, ook een minder geconcentreerde indruk. Op een tafeltje stonden de restanten van een luxueuze hors d'oeuvre, driehoekjes goudgele aspic op een dikke glasplaat, die uitliep in een sierlijke zwanehals. Buiten op het balcon van de presidentiële suite wa ren drie vazen neergezet met rode rozen, die snel verwelkten in de warme woestijnwind. Soekarno adem de zwaar en maakte een vermoeide indruk. Ik begreep opeens, dat hij onderhevig kon zijn aan stemmingen, niet alleen aan extatische revolutie zucht, maar ook aan neerslachtigheid en moedeloosheid. Paul van 't Veer beschrijft, hoe Soekarno in augustus 1933 door de Nederlands-Indische regering voor de tweede maal werd aangehouden en hoe hij vier maanden later, nog in voorlopige hechtenis verkerend, in een uitermate kort briefje zijn lid maatschap van de Partindo opzegde. Ter verklaring citeert Van 't Veer uit een interview, dat de Indonesische auteur (destijds onderwijzer) Sanusi Pane het Maleise blad „Bintang Ti- mur" heeft toegestaan. Pane vertel de, dat Soekarno al vóór zijn arres tatie aan een morele depressie ten prooi was geweest. Hij had gezegd: „Welke grootse werken hebben wij (Indonesiërs) tot stand gebracht? Waar zijn onze reusachtige Boeddha beelden, onze Ankor Vats, onze Ma- habharata's, onze Homerussen, onze Dantes, onze kathedralen, onze Pe- king-tempels? Wij waren en zijn een zwak volk De Voor-Indische, Chinese en Westerse culturen zijn drie-dimensionaal, de onze is twee dimensionaal. We doen niet anders dan copiëren, tot originele dingen zijn we niet in staat. Het zal nog lang du ren eer de nationale beweging wat be tekent, eer wij de vrijheid waard zijn". Volgens Sanusi Pane verkeerde Soe karno bij zijn tweede arrestatie ken nelijk nog in deze depressie-periode en had hij zich onder invloed daar van van de gehele nationale bewe ging willen losmaken. Dergelijke in zinkingen zijn ook in het latere leven van de president wel voorgekomen en dan moest hij telkens rust nemen om ze te overwinnen. Vaak begonnen ze als buien en stemmingen, waarin Soekarno zijn bonhommie en humor verloor en behoefte voelde aan „bo vennatuurlijke" leiding. Meestal, schrijft Van 't Veer, wordt zijn hang naar mystiek in zijn latere levensja ren als een moederlijk, Balinees, erf deel gezien, maar ook op Java zijn magie en mystiek nooit ver te zoe ken. Bezoeken aan astrologen waren in dergelijke stemmingen niet zeld zaam. Tarquin Olivier maakt melding van een gesprek, dat hij heeft gevoerd met een zekere Harjono, „van be roep mysticus". Deze Harjono wist dan te vertellen, dat de president van tijd tot tijd guru's stuurt naar de Koninklijke Graven van Imogiri, iets ten zuiden van Djokja, waar zij moe ten proberen de geesten te raadple gen. In 1955 bijvoorbeeld was er zo'n depressie van Soekarno. Er kwam een regering tot stand, die zijn in stemming niet had. In militaire kring was verzet gerezen en hij was dit maal niet bij machte er iets aan te doen. Op het hoogtepunt van de cri sis trok hij voor een pelgrimstocht naar Mekka en bij zijn terugkeer in Djakarta kondigde hij aan langdurig vakantie te zullen nemen. Na de mislukte aanslag op zijn le ven, op 30 november 1957, was hij zo diep geschokt, dat hij zich tijdelijk uit het openbare leven terugtrok. Hij vertrok voor een rustkuur naar het buitenland, terwijl in Indonesië zelf de politiek van „totale confrontatie" tegen Nederland op volle toeren kwam. Uit alle drie de genoemde boeken krijgt men een indruk van de betekenis, die Soekarno en het Soekarno-isme voor Indonesië hebben gehad. De president is erin geslaagd, bin nen zijn filosofische en temperaments beperkingen, een van huis uit weinig tot fanatisme geneigd volk in een si tuatie te brengen en geruime tijd te houden, waarin het zich niet op een andere dan zijn eigen verantwoorde lijkheid kan beroepen. Of de Indone siërs nu modderen of niet, zij doen het in ieder geval niet als namaak-Ne- derlanders. Vervolgens heeft hij kans gezien de middelpuntvliedende krachten in In donesië tijdens dat hele proces de baas te blijven. Zijn uitvinding van de figuur „Marhaen" en van het „marhaenisme" heeft ertoe geleid, dat ook de belangrijke groep van klei ne boeren met de revolutie verbon den is gebleven. Het ontwikkelen van de vijf beginselen voor de Indonesi sche staatsconstructie, de „Pantja Sila", is, zoal geen wijsgerige titanen arbeid, dan toch een deugdelijk mid del geweest om mohammedanen en christenen, Javanen en Sumatranen, rechtse officieren en communisten bij een te houden. De tekortkomingen van het Soekar no-isme zijn niet gering. Daar is in de eerste plaats de minachting voor zakelijke details. Carl Weiss schrijft: als iemand „kunstmest" of „deviezen- controle" zegt, dan antwoordt Soekar no „geest van samenwerking" of „revolutie". De vlucht In de politieke leuzen en, sterker nog, in de afkorting van po litieke leuzen (Manipol, Usdek, Nasa- kom en Resopim) zijn vaak in hoge mate irritant. Ten aanzien van de kwestie-Malei- sië kan men zich afvragen, of er voor Indonesië (afgezien van het Indonesi sche leger, dat zijn gezwollen begro tingen niet gaarne opgeeft, en van de communistische partij, die bij con troverse en strijd floreert,) wel zoveel vitale belangen bij op het spel staan Soekarno zegt zijn bewind van „ge leide democratie" te baseren op een loyale coalitie tussen nationalisten, religieus getinte groeperingen en com munisten (Nasional, Agama en Ko- munis, samengetrokken tot Nasakom) Gelukkig komt er in de praktijk nog een vierde factor bij, die van het le ger. Als er sprake zou moeten zijn van een opvolger voor Soekarno (die overigens president voor het leven is) dan zou die ongetwijfeld voortkomen uit een van de groepen, die samen de invloed van het communisme in toom trachten te houden. En dan hoort men de namen van dr. Soebandrio minister Chairul Saleh en generaal Abdul Haris Nasution. Als Soekarno er niet meer is om In donesië te leiden, zal de retoriek min der en de economie meer aan haar trekken komen. De bezieler en de be speler van het revolutionaire senti ment zal er niet meer zijn, maar de formules, die hij in een veelbewogen politieke carrière heeft ontwikkeld om het hele volk bijeen te houden, zullen nog lange tijd in ere blyven. (1) Carl Weiss „Soekarno's duizend eilanden" (A. W. Bruna en Zoon, Utrecht, 1964). J (2) Tarquin Olivier „Eye of the day' (Heinemartn, Londen, 1964). (3) Paul van 't Veer „Soekarno" (Kopstukken uit de twintigste eeuw, Kruseman, Den Haag, 1964). Naar onze mening mag het niet langer dan twee uur per dag zijn. De leiding van de school moet daar voor zorgen. Het komt ook voor, dat er huiswerk wordt opgegeven, dat in het geheel niet is uitgelegd of besproken. Hoe moet een kind dat dan maken? Vader, moeder of een grote broer moet dan hulp ver schaffen. Dat kan wel eens aanlei ding geven tot drama's. Want u bent niet altijd in de gelegenheid om te helpen. Bovendien bent u veel ver geten van uw Frans, Duits, Engels, algebra, meetkunde, boekhouden, of u hebt dat nooit geleerd. Uw hulp moest eigenlijk helemaal niet nodig zijn. Huiswerk moet zo voorbereid zijn, dat de kinderen het alleen kun nen maken. Uitzonderingen natuur lijk daargelaten. Het kan zijn, dat uw zoon of dochter heeft zitten suf fen in school tijdens de uitleg; het is ook mogelijk, dat de school te zwaar is voor hem of haar. In dat geval moet u eens met de leraren gaan overleggen, of het kind beter een ander soort school kan bezoeken, die niet zo moeilijk is. Ook op de lagere school wordt huiswerk gegeven. Wij kunnen niet inzien, dat kinderen, die meer dan vijf uur per dag in de schoolbanken moeten stil zitten, ook nog 's avonds met schoolwerk belast zouden moe ten worden. Kinderen van zes tot twaalf jaar hebben grote behoefte aan vrijheid van beweging en spel. Dat hebben ze nodig voor hun nor male uitgroei. De z.g. opleidings scholen beginnen soms al in de derf de klas met huiswerk. Je ziet kin deren van een jaar of negen al met een boekentas naar school gaan! Ouders vinden dat soms zelfs prach tig! Dan hebben ze 's avonds wat te doen, de kleinen. We vinden het echter beter, dat ze knutselwerk of spelletjes doen, in ieder geval, dat ze vrjj bezig zijn. Het leerprogramma van de lagere school zou zo moeten zijn, dat de kinderen by het uitgaan van de school vrij zijn tot de volgende och tend. Men zou de toelatingsexamens in de tegenwoordige vorm moeten afschaffen. Deze zyn er vaak de oor zaak van, dat de leerprogramma's worden overladen tot schade van de kinderen. Samenvattend zouden we willen zeggen: beperkt huiswerk bij het voortgezet onderwijs, mits behoor lijk voorbereid, geen huiswerk voor de lagere school! U zit er echter voorlopig nog mee, en we steHen ons voor nog eens op de moeilijk heden, die het voor u geeft, terug te komen. AGNES VAN VESSEM By het kopen van badhanddoeken zoudt u de volgende raadgevingen ter harte kunnen nemen. Het mate riaal moet u op sterkte beoordelen. Daarbü moet u er op letten, dat de lussen niet rafelen. De badhanddoek met een stevig afgewerkte zelfkant houdt zich het beste in de was. Het dessin bepaalt tegenwoordig een groot deel van de prys. Fraai ingeweven rozen zyn duurder dan eenvoudige strepen. De prys is dus niet altyd een maatstaf voor de kwa liteit. De mode voor de volwassenen wordt steeds romantischer, met lange rokken, vele kettingen en tierelantijnen. Maar bij de kinderen worden vooral alle zoetige details achterwege gelaten. Misschien zyn er wel moeders, die dat niet zo leuk zullen vinden. De dessins van de jurkjes worden ongeveer als die van de garderobe van hun moeder. De modellen echter zijn nog wel heel leuk voor kleine-meisjes-jurken. Als er nu kant wordt gebruikt, dan is het niet ergens een heel klein popperig randje maar dan is het voor een rond plat kraagje, of voor de mouwen. Bovendien is het kant zelf grover en nooit wit. Donkere tinten zyn voor de kleine meisjes ook favo riet. Of anders precies het tegen overgestelde en dan lopen ze met felle geblokte kousjes. Veel babies hebben moeilykheden bij de eerste tandjes. Ze gaan ze veren en het gebeurt heel vaak, dat ze 's nachts wakker worden van de pyn en veel huilen. De bijt ring is altyd het meest geschikte in strument geweest om de verharding van het tandvlees te bevorderen. Nu is er in Amerika en het zal dus nog wel even duren voordat het hier komt een veiligheidsbijtring in de handel gebracht. Deze ring is ge maakt op de grootte van de mond holte van een baby van zes maan den en heeft een groter bytoppervlak- te dan de ronde bijtring. De vorm van de bytring doet meer aan een kunstgebit denken en is van plastic. Als de baby nu „last van zyn tand jes" heeft, kan de bytring in de ijs kast worden gelegd tot hy yskoud is. Als de baby nu op het koude bytin- strument kauwt, verdwynt de kies- pyn heel snel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 9