Van de Uithoornse zielzorg naar jungle in Oeganda O De „vogelkiller" De man die soms hoopt dat hij niet schiet Zes weken op P Oostafrikaanse federatie van de baan Ook in Kenya nog maar één politieke partij de onbetwiste leider I I avontuur Honorariumregeling hét grote knelpunt D D D Hog ere produktie in en schoenindustrie Vergroting binnenlandse omzet wordt moeilijker wol- 1). In 'n hutj< Als ik pas bij het vijfde schot raak schiet, schaam ik m'n ogen uit m'n kop" Afloop onzeker Indonesiërs nu ook weg uit W. Nieuw Guinea President Jomo Kenyat Breda onderzoekt oorzaak stank Loonstrijd moet vermeden worden Kasiepo c.s. seint VN: CUNARD BESTELT NIEUWE „QUEEN •"UJM Middelen Weinig begrip grote vogelbibliotheekzijn geweren en zijn Duitse lang haar ,J3onzo". JOMO KENYATTA fhiopië 111111 w Soedan 'k ben geen schieter. Ik ben een jager. Weidelijk en in de goede betekenis van het woord." Nog zou men dit alles in het figuurlijke vlak kunnen trekken. Want de man die ons deze uitspraak met de hand op het hart gaf, is de 59-jari- ge pastoor, J. N. van de Brink, aan het hoofd van de 3400 zielen tellende Sint Jansparochie rond de Uithoornse Schans. Maar aan ziel tjes jagen hoefden wij niet te den ken, toen pastoor van de Brink met een snelle, geroutineerde be weging zijn „dubbelloops" schou derde, 't bruine oog wijd openge sperd achter het glas van de kij ker, die op het geweer zat gemon teerd. En een blik op de vele tro- feëen in zijn kamer maakte al met een duidelijk dat de rijzige man voor ons zijn soutane wel eens ver wisselt voor het groene jagerspak. Binnenkort zelfs voor ongeveer zes weken, want dan vertrekt pas toor Van de Brink naar de jungle van Oeganda om er met zijn broer en een Amsterdamse preparateur te jagen op bijzondere vogels. Dat is althans de opdracht, die de pas toor van professor dr K. H. Voous van het Zoologisch museum mee krijgt. astoor Van de Brink maakt zich op voor het grote avon tuur van Oeganda. Met be hulp van geweldige boeken over de vogelkunde heeft hij zijn kennis van de Afrikaanse vogels opge haald. Met de twee geweren zal dan ook zijn sterke kijker meerei zen. En deze zal meer in gebruik zijn, dan de twee wapens, waar voor pastoor Van de- Brink aan een eindeloze reeks formaliteiten heeft moeten voldoen om ze straks in Oeganda te mogen invoeren: Ik heb zo in mijn hoofd om straks in de jungle een fijn hutje te bouwen en vandaar uit op mijn gemak de vogels te bekijken. Rustig en stil, want dan zie je ze, zoals ze wer kelijk zijn. En helemaal in de rol, zoals die voor hun in God's vrije natuur is bepaald." Als linkshandige schutter op de loer in een greppel. (V« L-^er PASTOOR VAN DE BRINK OP SAFARI MET EEN BIJZONDERE OPDRACHT de regels zoals die voor de goede, verantwoorde jacht gelden. p het thema van de goede Jacht- regels is pastoor Van de Brink uitvoerig ingegaan. Hij vertelde ons onomwonden dat als hij een dier dubbel mis schiet, hij het verder zijn gang laat gaan. ,,Ik zou mijn ogen uit mijn hoofd schamen als ik het bij voorbeeld bij het vijfde schot zou neer leggen. In de goede regels van de jacht zit namelijk opgesloten dat het dier al tijd een kans moet hebben. Daarom heb ik persoonlijk ook het grootste bezwaar tegen de zg. automatische geweren. Dat vind ik maar ondingen en het gebruik daarvan in de jacht heeft niets met sport te maken. Overigens wil ik u wel zeggen dat de natuur zelf voor mij het grootste plezier van het jagen be tekent. Het hele decor daarvan kan mij soms zo zeer boeien, dat ik het hele maal niet erg vind als ik op zo'n dag niets schiet. „Ik ben een geweldige natuurliefheb ber. En zal ook alles doen om in het voordeel van de natuur te werken. Een wilde kat bijvoorbeeld is een van de grootste vijanden in de natuur. Een „vogelkiller" van de eerste orde. Als zo'n dier bij een broedplaats opereert komt er niets van terecht. Zo'n dier moet dood, dat is duidelijk. En dan ben ik ook bereid om te schieten hoor, al krijg je dan meteen de dierenbe schermers op je dak. Ik heb vele van deze wilde katten neergelegd. Als ik ze hier allemaal in de kamer had liggen, kon ik er niet meer by. Voor het schie ten op dit soort katten is een reden. Zoals er ook een gegronde reden was voor de vogelbescherming om bijvoor beeld de enorme groei van zilver meeuwen aan banden te leggen en de zeer schadeiyke eksters en kraaien te lijf gaan. Het zou natuuriyk normaal zUn als de natuur dit zelf oploste, maar daarvoor is deze hier te zeer ver anderd. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG, 4 jan. Uit Delft, waar het bureau van het Front Nasional Pa poea is gevestigd, is zaterdag een tele gram verzonden naar de secretaris-ge neraal van de Verenigde Naties, de heer Oe Thant, in New York. Het telegram is ondertekend door de heer M. Kaisiepo. Er wordt in verzocht om na het besluit van Indonesië, om uit de Verenigde Na ties te treden, dit land te ontheffen van zijn bezetting over het voormalige Nieuw-Guinea. De heer Kaisiepo heelt ons medege deeld, dat hij nog regelmatig correspon dentie voert met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. In oktober is nog een protest-nota naar New York verzonden. De heer Kaisiepo was des tijds vice-voorzitter van de Nieuw-Gui- nea-Raad. Het F.N.P. heeft zich ook tot minister Luns gewend en op korte termijn een audiëntie gevraagd. LONDEN, 4 jan. (Rtr.) De Schot se scheepsbouwmaatschappij John Brown's in Glasgow heeft van de Cu- nard Steamship Co., opdracht gekre gen voor de bouw van een passagier schip voor transatlantisch vervoer. Het schip van 58.000 ton, dat de tijdelijke naam ,,Q 4" kreeg, zal in 1968 op Noord-Amerika gaan varen. Voor de kosten van 23 miljoen pond sterling zal de Britse regering een lening van 17 miljard pond sterling verstrekken. De werf heeft ook de Queen Elizabeth" van 83.000 ton en de „Queen Mary" van 81.000 ton gebouwd. Het nieuwe schip zal ongeveer twee duizend passagiers kunnen vervoeren en een bemanning van duizend man krij gen. Het zal 293 meter lang zijn, on geveer 21 meter korter dan de bestaan de Queen-schepen. De snelheid wordt ongeveer 28'/i knoop. Door zijn geringe diepgang (9,4 meter) zal het schip over al in de wereld kunnen varen en zowel van het Panama- als van het Suezka- naal gebruik kunnen maken. De sportkrant „1'Equipe" heeft wat betreft de beste sportman/vrouw van het jaar in Frankrijk haar keuze laten vallen op de skizusjes Marielle en Christine Goitschel, die ieder op de Olympische winterspelen een gouden medaille wonnen. (Van. een redacteur) n de zomer van 1963 hadden de re geringen van Tanganjika, Oeganda en Kenya enthousiaste plannen om een Oostafrikaanse Federatie te gaan vormen. President Nyerère, premier Kenyatta, die bijeen waren in Nairobi, maakten officieel bekend dat zq streefden naar de totstandkoming van zo'n federatie „tegen het einde van liet jaar". De waarde van samenwer king, zeiden zij, is reeds aangetoond door de (nog uit de koloniale tyd stam mende) „East African Common Servi ces Organization", een overkoepelende organisatie voor allerlei publieke dien sten, en door de Oostafrikaanse ge- meenschappeiyke markt, die inderdaad voor de drie betrokken landen van veel belang is. Van de fraaie plannen uit 1963 is tot op heden niets terechtgekomen en het ziet er niet naar uit dat dit spoe dig zal gebeuren. In augustus van hetzelfde jaar liep het voortgezette overleg tijdelijk vast, o.a. door toe doen van Oeganda, dat aandrong op een korte tijd van uitstel. Als belang rijkste argument daarvoor werd aangevoerd dat Kenya nog niet een zelfstandig land was. Hierop hoefde echter niet lang te worden gewacht. Op 12 december 1963 werd Kenya on afhankelijk, al bleef koninging Eliza beth van Engeland voorlopig nog staatshoofd. Niets stond nu nog de vorming van een Oostafrikaanse Fe deratie in de weg, zo zou men kun nen denken, de zaak bleef echter sle pen en kreeg een onverwachte ont knoping, nogal spectaculair, op 2 augustus 1964. Op die dag onthulde premier Kenyatta in het parlement in Nairobi dat, wat hem betreft, het hele plan voor een federatie „alleen maar een list was geweest om van Engeland vervroegde onafhankelijk heid voor Kenya te verkrijgen". Deze gang van zaken is een fraaie il lustratie van de geslepenheid van „Brandende Speer" Jomo Kenyatta, die naar algemeen wordt aangenomen destijds de leider was van de ge vreesde Mau Mau. Hy is een van de vele Afrikaanse leiders, die eens door de Britten in de gevangenis werden ge gooid om luttele jaren later, tijdens een groots onafhankelykheidsfeest, als pre- NEGELLI RUDOLF. kunyoeki Kenya VENA A MALINül VICTORIA MEER Kitimanjar LU I LUSMOT A Nd tBAR "Z.KOLA A FR/KA De reis naar Oeganda stond al lang op het programma. „Ik heb namelijk de uitnodigingen om er op verschillen de plaatsen de gast te zyn van mis sionarissen, die ik goed ken. Nu heb ik al zo'n jaar of drie geen vakantie gehad en vooral ook omdat ik het na een hartinfact kalm aan moet doen, be sloot ik de uitnodigingen te aanvaarden. Nu ben ik behalve jager ook ornitholoog, vandaar mjjn relaties in de kring van vogelkenners. Daarin zit natuurlijk ook professor dr. .Voous en toen die van mjjn reisplannen hoorde, had hij met een de grootste interesse. Je kunt my prachtig helpen, zei hy, want in Oegan da bevinden zich soorten uilen, nacht zwaluwen en zg. „steltlopers", waar (Van onze correspondent) BREDA, 4 jan. Naar aanleiding van klachten uit de burgery zal het ge meentebestuur van Breda een onder zoek laten instellen naar de luchtveront reiniging in Breda. De stankhinder wordt vooral veroorzaakt door indus trieën, vooral in het noorden van de stad, en door vuilnisbelten. In het oos ten van de stad ligt vlak naast de be bouwde kom een vuilnisstortplaats. Het onderzoek zal geschieden door de afdeling buitenlucht van het instituut voor gezondheidstechniek TNO te Den Haag. Eerst zullen oriënterende metin gen worden verricht naar het voorko men van zwaveldioxyde, zwavelkoolstof en zwavelwaterstof in de buitenlucht. Daarna kan een onderzoekprogramma worden opgesteld en aan de hand van de resultaten van dat onderzoek zal de gemeente de nodige maatregelen ne men om de luchtverontreiniging op te heffen of in voldoende mate te beper ken. Voor het vooronderzoek is aan de gemeenteraad een krediet van 3.500 gul den gevraagd. De Fransman Pierre Darmon is de enige buitenlander die de halve finales van het toernooi om de tenniskampi oenschappen van Zuid-Australië heeft bereikt. het museum de grootste belangstelling voor heeft". Nou en toen zyn wy samen gaan praten met als resultaat dat een preparateur van het museum de reis zal meemaken. Eind januari hoopt pastoor Van de Brink te vertrekken. Samen met zijn broer en de prepara teur. In maart zal hij weer naar Uithoorn terugkeren. Met of zonder resultaten van betekenis. Want over de afloop van dit grote avontuur valt niets met zekerheid te zeggen. En dat heeft de aard van de reis wel een beet je veranderd. „Aanvankelijk kwam het er namelijk helemaal niet op aan of ik wel vat of helemaal niets zou schieten. Voor mij stond de tocht naar Oeganda als „reis" helemaal vast. Wat ik er zou beleven, zou altijd geweldig zijn. znu wordt er iets van me verwacht en daar ben ik natuur lijk wel een beetje bezorgd om. Maar laten we er het beste van hopen." noegen in de voltreffers vinden, je kan ook je grootste plezier beleven in de kennis van de natuur, die je als goed jager moet bezitten. Het zijn de woorden van een man die als vogelkenner zijn grote hobby heeft. Misschien nog wel meer als het a montuur van de jacht, waarvoor hij de liefde van huis heeft meege kregen. Want vader Van de Brink was een verwoed jager en hij kreeg zijn zonen in deze liefhebberij volledig mee. Nu kun je als jager je ge noegen in de kennis van de natuur, die je als goed jager moet bezitten. Dan heb je meteen ook een verweer tegen al de mensen, die in de jager een soort „schiet-maar-raak-boeman" zien. Een man, die dood en verderf zaait in de vrije natuur. En dat is wat ons betreft klinkklare onzin. Als we nu bijvoorbeeld Nederland nemen, dan zjjn hier verschillende jachtge bieden. Je kunt terecht op de Veluwe, in het Flevoland, op en bij het Naar- dermeer of in de Biesbosch, om maar enkele voorbeelden te noemen. De dieren hebben daar een bepaalde stand en die moet op peil gehouden worden. En wel door de jager. Want de dagen dat wij daar in Nederland nog de roofdieren verzorgden zijn voorbij. Neem nu de reeën. Die leven in roedels. En daarin is een bepaalde eenheid en samenstelling noodzakelijk om deze wildstand op peil te houden. Anders krijg je door verregaande in teelt ziekte in zo'n kudde. Nu gaat het er maar om dat de jager weet wat hij schiet. Namelijk het dier dat een gevaar voor een goede stand in houdt. Dat verstaan wy ook onder weidelijk jagen, dus helemaal binnen Westduit se artsen zijn niet tevreden (Van onze correspondent in Bonn) eze maand willen de West- duitse artsen op een buiten gewoon congres beslissen, welke maatregelen zij zullen nemen om de door hen ge- eiste honorarium-verhoging door te zetten. Het presidium van de artsenbonden heeft de door de Westduitse regering ontworpen nieuwe honorarium-regeling van de hand gewezen. Het ministerie van volksgezondheid had daarin de artsen-honoraria met 28 pro cent verhoogd. De artsen hadden een verhoging van 42 procent ge- eist. Begin juli j.I. was de situatie tussen de artsenbonden en de regering al zeer gespannen. De artsen wilden toen ech ter nog geen „stryd-maatregelen" ne men en gaven de regering de gelegen heid harerzyds een nieuwe honorarium- regeling voor te leggen. Een actiepro gramma ligt echter klaar. Vermoede lijk zal het in januari worden uitge voerd. De tandartsen hebben de voor hen ontworpen nieuwe honorariumregeling ondanks „ernstige bezwaren" reeds aangenomen. De inhoud van het actie-programma der artsenbonden is geheim. Vanzelf sprekend vraagt men zich in Westduits- land af, of het nu ook in dit land zal komen tot een artsenstaking, zoals Bel gië, die in het afgelopen jaar heeft be leefd, ofschoon men zich nauwelijks kan voorstellen, dat de Westduitse art sen tot een dergelijke nogal onverant woordelijke maatregel hun toevlucht zullen nemen, om hun honorarium-ei sen door te zetten. aarvoor bestaan, ook zonder een algemene staking, nog ver schillende andere middelen. Zy kunnen b.v. weigeren om pa tiënten te behandelen, die zijn aange sloten by ziekenfondsen welke vol gens de ambtelijke regeling honore ren. Zy kunnen weigeren om voor de staat (en haar justitionele organen) als deskundigen op te treden, waar door een aantal processen in het hon derd zouden lopen. Zy kunnen verder de contracten opzeggen, die zy heb ben gesloten met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie voor de behandeling van officieren en man schappen van de grenswacht en de Bundeswehr (die beide niet voldoen de militaire artsen hebben en derhal ve zyn aangewezen op de hulp van particuliere artsen.) Natuuriyk zouden dergelyke acties weer tegenacties van de zyde dei- rege ring uitlokken en zy zouden derhalve de algemene situatie niet verbeteren of een oplossing van het honorariumge schil vergemakkelyken. De artsen schynen evenwel vastbesloten te zyn op de barricaden te klimmen. Wat de art sen de regering vooral kwalyk nemen is, dat zy al twee jaren geleden hun verzoek om verhoging van de honora ria hebben ingediend en dat er al die tyd mets is geschied. Nu er tenslotte iets wordt gedaan om de tarieven voor de artsen te verhogen, is datgene wat wordt geboden onvoldoende (zeggen de artsen) De artsenstand dient zich natuuriyk wel te realiseren dat hy zich in een conflict van een zeer byzondere aard begeeft, wanneer er naar „afweer- maatregelen" wordt gegrepen. De artsen zullen met de maatregelen een goed deel van hun traditionele nim bus verliezen. Zij geven daarmede open- P toe, dat hun beroep reeds zeer sterk is gecommercialiseerd. e goegemeente heeft over het al gemeen weinig begrip voor de honorarium-eisen der artsen. Zy ziet, dat het de artsen financi eel zeer goed gaat. Zij bouwen grote villas en rijden in dure auto's rond. Zy verdienen, ook zonder hogere hono raria, al veel meer dan vroeger, om dat de mensen veel eerder dan vroe ger naar de dokter lopen en tachtig procent van de patiënten dit zeer ge makkelijk kan doen, omdat „het zie kenfonds tóch betaalt". De artsen kunnen het werk piet meer aan. Aan het einde van de maand heb ben ze nauwelyks tyd meer oan de re keningen weg te sturen. Zyn dus de ho- noramum-eisen der artsen over het al gemeen al niet populair, nog onpopu lairder zullen strydmaatregelen zyn. Er dient werkeiyk alles te worden ge daan om te verhinderen, dat de artsen zich verlagen tot het niveau van de ge wone loonstryd. Dit laat de beroeps ethiek en de beroepsstand toch eigen- ïyk niet toe. mier of president de hand te drukken van een vooraanstaand lid van de Brit se koninklyke familie. Op 12 december 1963 werd Kenyatta premier. Precies een jaar later, op 12 december 1964, werd Kenia een republiek binnen het Gemenebest met Kenyatta als presi dent. In dat ene jaar is er in Kenya heel wat gebeurd. De „loyale oppositie" in de 129 leden tellende Kamer van Af gevaardigden werd, langs de weg van overreding (een unicum in Afrika), er van overtuigd dat zy er goed aan zou doen zichzelf op te heffen. Op die ma nier verdween de Kenya African Demo cratie Union (KADU) van het politie ke toneel, of beter gezegd: zy loste ziieh op in Kenyatta's party, de Kenya African National Union (KANU). Odk in Kenya bestaat dus nog maar één politieke party, zoals in zovele Afri kaanse landen. Afgewacht moet wor den of het beleid van „Brandende Speer", die nu president, regeringslei der én partyleider is, zich binnen af zienbare tyd zal ontwikkelen in dicta toriale richting, compleet met perscen- suur, onderdrukking van de rechteriy- ke macht, arrestaties van politieke te genstanders, enzovoorts, naar het kwa- lyke voorbeeld van Kwame Nkroemah in Ghana. Een belangryke ontwikkeling is ook dat de in eerste instantie geplande fe derale opzet van Kenya (er zyn zeven provincies) volledig om hals is ge bracht ten behoeve van de macht van de centrale regering in Nairobi. De KADU, die werd geleid door Royald Ngala, is altyd voorstander geweest van het toekennen van grote bevoegdheden aan de zeven provincie- of districtsbe- sturen, maar toen Kenyatta op 14 augustus van dit jaar in de Kamer meedeelde, dat Kenya op 12 december een republiek zou worden, maakte hy tevens bekend dat Kenya een centraal geregeerde eenheidsstaat zou worden, wat waarschyniyk ook wel het ver standigste is. „Een ernstige en destruc tieve verklaring", zei oppositieleider Ngala tydens het hierop volgende de bat. Korte tyd later was zyn hele KADU er niet meer. C'est la vie Africaine. De vraag ol Kenya een goede toe komst tegemoet gaat laat zich op het ogenblik nog niet beantwoorden. Keny atta, de onbetwiste leider van het land weet zelf niet precies hoe oud hy is, maar is in ieder geval al 74 en dan dringt de kwestie van de opvolging zich automatisch op. De 50.000 Europeanen en 180.000 Aziaten in het land kijken met bevreesde oogopslag naar vice-presi dent Oginga Odinga („Mr. Double O"), die men ervan verdenkt een op Peking georiënteerde communist te zijn. Meer dan zesduizend blanken hebben reeds het zekere voor het onzekere gekozen en hebben het land verlaten. Afrikanen wonen nu in hun huizen en boerderyen. De niet-Afrikanen hebben, als er over de opvolging wordt gepraat, meer ver trouwen in minister van justitie Tom Mboya, een intelligent en gematigd •oliticus, die achter de schermen een elangryke rol heeft gespeeld by de onderhandelingen over het opgaan van de KADU in de KANU en by het tot standkomen van de eenheidsstaat. Maar de kansen van Qdinga om eens Kenyat ta's opvolger te worden schynen op het ogenblik toch wel wat beter te liggen dan die van Mboya. De economie van Kenya is over het algemeen gezond, maar de angst dat het land in de toekomst steeds meer naar links zal gaan leunen heeft een kapitaalvlucht doen ontstaan, terwijl de omvang van de buitenlandse inves teringen is verminderd. Het aantal werk- tozen bedraagt ruim 200.000. Erg nut tig voor alle drie de partners is de gemeenschappelyke markt van Kenya, Oeganda en Tanganjika (slechts ten aanzien van bepaalde goederen zyn in voervergunningen vereist), maar zo als gezegd het blijft de vraag of deze economische samenwerking ooit een politieke overkapping zal krijgen. (Van onze correspondent) TILBURG, 4 januari De Federatie Nederlandse Wolindustrie en de Fede- .atie van Nederlandse schoenfabrikan ten hebben de voorlopige resultaten va 1964 in de produktie, afzet, voor raat"-, in- en uitvoersectoren bekend ge maakt. De produktiestyging in de wol industrie t.o.v. van 1963 bedroeg in to taal ongeveer 7 procent. In de woning- textielsector zyn over het algemeen gunstige tot zeer gunstige resultaten bereikt; in de kledingstofIcnjector en vooral in de damesstoffensector is de produktie daarentegen lager ge weest dan in 1963. Ook in de handbrei- garenindustrie bleef de produktie ach ter by die van vorig jaar. Globaal genomen liep de afzetont- wikkeling by deze industrieën parallel aan de produktiecyfers. In het alge meen kan worden gesteld, dat de winstmarges zyn gedaald, omdat de loonkosten- en grondstoffenprysstygin gen niet steeds in de pryzen, konden worden doorberekend, terwyi ook niet altyd compensatie kon worden gevon den in de produktiviteitstoename of omzetvergroting. Wat de orderpositie betreft, kan wor den gesteld, dat deze in de bedryven die woningtextiel vervaardigen zich in het algemeen gunstig heeft ontwikkeld. In de kledingstoffensector vertoonde deze echter een variërend beeld. Gemiddeld lagen de voorraden op een iets hoger peil dan een jaar gele den. De personeelsomvang heeft een lichte neiging tot dalen te zien gegeven. Waarschyniyk zal zich ln 1965 een voortzetting van de produktiestyging van woningtextiel voordoen terwyl de kledingstoffen wellicht nog verder zullen dalen in produktleomvang. De schoenindustrie heeft dit jaar groeipercentages gekend, die niet veel verschilden van die van het topjaar 1963. De produktie steeg met 8 pro cent (9 procent) evenals de binnenland se afzet, terwyl het totale consumen- tenverliruik met 7 procent toenam (11 procent). Daarentegen nam de uitvoer toe met 10 procent (4 procent) en de Invoer daalde van 34 tot 30 procent. De styging van het verbruik is dit jaar niet zo hoog geweest als die in het jaar 1963, omdat een deel van de nominale koopkrachtstyging tenge volge van de loonsverhogingen verlo ren ging aan prysstygingen; de gemid delde styging van de detailhandelpry- zen van schoenen beliep 3-4 procent. De situatie in de Nederlandse schoen industrie zal naar verwacht wordt voornameiyk in 1965 worden bepaald door de komende loonstygingen, die voor een groot deel de mate zullen bepalen, waarin het binnenlands ver bruik zal toenemen. De reële toename van het verbruik zal niet veel hoger liggen dan dit jaar het geval is ge weest. Een mogelykheid tot expansie van de schoenindustrie zal vooral moe ten worden gezocht in de vergroting van de buitenlandse afzet. De toename in de export wordt voor 1965 geschat op 15 procent. Op het einde van het derde kwartaal an dit jaar bedroeg het procentuele arbeidstekort 14 procent tegen 12 pro cent in 1963. Duideiyk biykt hieruit, dat de arbeidsschaarste ook de schoen- I industrie nog zwaarder heeft getroffen. j !dsre

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 6