Van de Uithoornse zielzorg
naar jungle in Oeganda
O
De „vogelkiller"
De man die soms hoopt
dat hij niet schiet
Zes weken op
P
Oostafrikaanse federatie van de baan
Ook in Kenya nog maar
één politieke partij
de onbetwiste leider
I
I
avontuur
Honorariumregeling
hét grote knelpunt
D
D
D
Hog ere produktie in
en schoenindustrie
Vergroting binnenlandse
omzet wordt moeilijker
wol-
1).
In 'n hutj<
Als ik pas bij het vijfde schot
raak schiet, schaam ik m'n
ogen uit m'n kop"
Afloop onzeker
Indonesiërs nu
ook weg uit
W. Nieuw Guinea
President Jomo Kenyat
Breda onderzoekt
oorzaak stank
Loonstrijd moet
vermeden worden
Kasiepo c.s. seint VN:
CUNARD BESTELT
NIEUWE „QUEEN
•"UJM
Middelen
Weinig begrip
grote vogelbibliotheekzijn geweren en zijn Duitse lang
haar ,J3onzo".
JOMO KENYATTA
fhiopië
111111 w
Soedan
'k ben geen schieter. Ik ben een
jager. Weidelijk en in de goede
betekenis van het woord." Nog
zou men dit alles in het figuurlijke
vlak kunnen trekken. Want de
man die ons deze uitspraak met de
hand op het hart gaf, is de 59-jari-
ge pastoor, J. N. van de Brink,
aan het hoofd van de 3400 zielen
tellende Sint Jansparochie rond de
Uithoornse Schans. Maar aan ziel
tjes jagen hoefden wij niet te den
ken, toen pastoor van de Brink
met een snelle, geroutineerde be
weging zijn „dubbelloops" schou
derde, 't bruine oog wijd openge
sperd achter het glas van de kij
ker, die op het geweer zat gemon
teerd. En een blik op de vele tro-
feëen in zijn kamer maakte al met
een duidelijk dat de rijzige man
voor ons zijn soutane wel eens ver
wisselt voor het groene jagerspak.
Binnenkort zelfs voor ongeveer
zes weken, want dan vertrekt pas
toor Van de Brink naar de jungle
van Oeganda om er met zijn broer
en een Amsterdamse preparateur
te jagen op bijzondere vogels. Dat
is althans de opdracht, die de pas
toor van professor dr K. H. Voous
van het Zoologisch museum mee
krijgt.
astoor Van de Brink maakt
zich op voor het grote avon
tuur van Oeganda. Met be
hulp van geweldige boeken over
de vogelkunde heeft hij zijn kennis
van de Afrikaanse vogels opge
haald. Met de twee geweren zal
dan ook zijn sterke kijker meerei
zen. En deze zal meer in gebruik
zijn, dan de twee wapens, waar
voor pastoor Van de- Brink aan
een eindeloze reeks formaliteiten
heeft moeten voldoen om ze straks
in Oeganda te mogen invoeren: Ik
heb zo in mijn hoofd om straks in
de jungle een fijn hutje te bouwen
en vandaar uit op mijn gemak de
vogels te bekijken. Rustig en stil,
want dan zie je ze, zoals ze wer
kelijk zijn. En helemaal in de rol,
zoals die voor hun in God's vrije
natuur is bepaald."
Als linkshandige schutter op de
loer in een greppel.
(V«
L-^er
PASTOOR VAN DE BRINK OP SAFARI
MET EEN BIJZONDERE OPDRACHT
de regels zoals die voor de goede,
verantwoorde jacht gelden.
p het thema van de goede Jacht-
regels is pastoor Van de Brink
uitvoerig ingegaan. Hij vertelde
ons onomwonden dat als hij een
dier dubbel mis schiet, hij het verder
zijn gang laat gaan. ,,Ik zou mijn ogen
uit mijn hoofd schamen als ik het bij
voorbeeld bij het vijfde schot zou neer
leggen. In de goede regels van de jacht
zit namelijk opgesloten dat het dier al
tijd een kans moet hebben. Daarom heb
ik persoonlijk ook het grootste bezwaar
tegen de zg. automatische geweren. Dat
vind ik maar ondingen en het gebruik
daarvan in de jacht heeft niets met
sport te maken. Overigens wil ik u wel
zeggen dat de natuur zelf voor mij
het grootste plezier van het jagen be
tekent. Het hele decor daarvan kan mij
soms zo zeer boeien, dat ik het hele
maal niet erg vind als ik op zo'n dag
niets schiet.
„Ik ben een geweldige natuurliefheb
ber. En zal ook alles doen om in het
voordeel van de natuur te werken. Een
wilde kat bijvoorbeeld is een van de
grootste vijanden in de natuur. Een
„vogelkiller" van de eerste orde. Als
zo'n dier bij een broedplaats opereert
komt er niets van terecht. Zo'n dier
moet dood, dat is duidelijk. En dan
ben ik ook bereid om te schieten hoor,
al krijg je dan meteen de dierenbe
schermers op je dak. Ik heb vele van
deze wilde katten neergelegd. Als ik ze
hier allemaal in de kamer had liggen,
kon ik er niet meer by. Voor het schie
ten op dit soort katten is een reden.
Zoals er ook een gegronde reden was
voor de vogelbescherming om bijvoor
beeld de enorme groei van zilver
meeuwen aan banden te leggen en de
zeer schadeiyke eksters en kraaien te
lijf gaan. Het zou natuuriyk normaal
zUn als de natuur dit zelf oploste, maar
daarvoor is deze hier te zeer ver
anderd.
(Van onze parlementaire redacteur)
DEN HAAG, 4 jan. Uit Delft, waar
het bureau van het Front Nasional Pa
poea is gevestigd, is zaterdag een tele
gram verzonden naar de secretaris-ge
neraal van de Verenigde Naties, de heer
Oe Thant, in New York. Het telegram is
ondertekend door de heer M. Kaisiepo.
Er wordt in verzocht om na het besluit
van Indonesië, om uit de Verenigde Na
ties te treden, dit land te ontheffen van
zijn bezetting over het voormalige
Nieuw-Guinea.
De heer Kaisiepo heelt ons medege
deeld, dat hij nog regelmatig correspon
dentie voert met de secretaris-generaal
van de Verenigde Naties. In oktober is
nog een protest-nota naar New York
verzonden. De heer Kaisiepo was des
tijds vice-voorzitter van de Nieuw-Gui-
nea-Raad.
Het F.N.P. heeft zich ook tot minister
Luns gewend en op korte termijn een
audiëntie gevraagd.
LONDEN, 4 jan. (Rtr.) De Schot
se scheepsbouwmaatschappij John
Brown's in Glasgow heeft van de Cu-
nard Steamship Co., opdracht gekre
gen voor de bouw van een passagier
schip voor transatlantisch vervoer. Het
schip van 58.000 ton, dat de tijdelijke
naam ,,Q 4" kreeg, zal in 1968 op
Noord-Amerika gaan varen. Voor de
kosten van 23 miljoen pond sterling zal
de Britse regering een lening van 17
miljard pond sterling verstrekken. De
werf heeft ook de Queen Elizabeth"
van 83.000 ton en de „Queen Mary"
van 81.000 ton gebouwd.
Het nieuwe schip zal ongeveer twee
duizend passagiers kunnen vervoeren en
een bemanning van duizend man krij
gen. Het zal 293 meter lang zijn, on
geveer 21 meter korter dan de bestaan
de Queen-schepen. De snelheid wordt
ongeveer 28'/i knoop. Door zijn geringe
diepgang (9,4 meter) zal het schip over
al in de wereld kunnen varen en zowel
van het Panama- als van het Suezka-
naal gebruik kunnen maken.
De sportkrant „1'Equipe" heeft wat
betreft de beste sportman/vrouw van
het jaar in Frankrijk haar keuze laten
vallen op de skizusjes Marielle en
Christine Goitschel, die ieder op de
Olympische winterspelen een gouden
medaille wonnen.
(Van. een redacteur)
n de zomer van 1963 hadden de re
geringen van Tanganjika, Oeganda
en Kenya enthousiaste plannen om
een Oostafrikaanse Federatie te
gaan vormen. President Nyerère,
premier Kenyatta, die bijeen waren in
Nairobi, maakten officieel bekend dat
zq streefden naar de totstandkoming
van zo'n federatie „tegen het einde van
liet jaar". De waarde van samenwer
king, zeiden zij, is reeds aangetoond
door de (nog uit de koloniale tyd stam
mende) „East African Common Servi
ces Organization", een overkoepelende
organisatie voor allerlei publieke dien
sten, en door de Oostafrikaanse ge-
meenschappeiyke markt, die inderdaad
voor de drie betrokken landen van veel
belang is.
Van de fraaie plannen uit 1963 is
tot op heden niets terechtgekomen en
het ziet er niet naar uit dat dit spoe
dig zal gebeuren. In augustus van
hetzelfde jaar liep het voortgezette
overleg tijdelijk vast, o.a. door toe
doen van Oeganda, dat aandrong op
een korte tijd van uitstel. Als belang
rijkste argument daarvoor werd
aangevoerd dat Kenya nog niet een
zelfstandig land was. Hierop hoefde
echter niet lang te worden gewacht.
Op 12 december 1963 werd Kenya on
afhankelijk, al bleef koninging Eliza
beth van Engeland voorlopig nog
staatshoofd. Niets stond nu nog de
vorming van een Oostafrikaanse Fe
deratie in de weg, zo zou men kun
nen denken, de zaak bleef echter sle
pen en kreeg een onverwachte ont
knoping, nogal spectaculair, op 2
augustus 1964. Op die dag onthulde
premier Kenyatta in het parlement
in Nairobi dat, wat hem betreft, het
hele plan voor een federatie „alleen
maar een list was geweest om van
Engeland vervroegde onafhankelijk
heid voor Kenya te verkrijgen".
Deze gang van zaken is een fraaie il
lustratie van de geslepenheid van
„Brandende Speer" Jomo Kenyatta, die
naar algemeen wordt aangenomen
destijds de leider was van de ge
vreesde Mau Mau. Hy is een van de
vele Afrikaanse leiders, die eens door
de Britten in de gevangenis werden ge
gooid om luttele jaren later, tijdens een
groots onafhankelykheidsfeest, als pre-
NEGELLI
RUDOLF.
kunyoeki Kenya
VENA A
MALINül
VICTORIA
MEER
Kitimanjar
LU I
LUSMOT
A Nd tBAR
"Z.KOLA
A FR/KA
De reis naar Oeganda stond al lang
op het programma. „Ik heb namelijk
de uitnodigingen om er op verschillen
de plaatsen de gast te zyn van mis
sionarissen, die ik goed ken. Nu heb
ik al zo'n jaar of drie geen vakantie
gehad en vooral ook omdat ik het na
een hartinfact kalm aan moet doen, be
sloot ik de uitnodigingen te aanvaarden.
Nu ben ik behalve jager ook ornitholoog,
vandaar mjjn relaties in de kring van
vogelkenners. Daarin zit natuurlijk ook
professor dr. .Voous en toen die van
mjjn reisplannen hoorde, had hij met
een de grootste interesse. Je kunt my
prachtig helpen, zei hy, want in Oegan
da bevinden zich soorten uilen, nacht
zwaluwen en zg. „steltlopers", waar
(Van onze correspondent)
BREDA, 4 jan. Naar aanleiding
van klachten uit de burgery zal het ge
meentebestuur van Breda een onder
zoek laten instellen naar de luchtveront
reiniging in Breda. De stankhinder
wordt vooral veroorzaakt door indus
trieën, vooral in het noorden van de
stad, en door vuilnisbelten. In het oos
ten van de stad ligt vlak naast de be
bouwde kom een vuilnisstortplaats.
Het onderzoek zal geschieden door de
afdeling buitenlucht van het instituut
voor gezondheidstechniek TNO te Den
Haag. Eerst zullen oriënterende metin
gen worden verricht naar het voorko
men van zwaveldioxyde, zwavelkoolstof
en zwavelwaterstof in de buitenlucht.
Daarna kan een onderzoekprogramma
worden opgesteld en aan de hand van
de resultaten van dat onderzoek zal de
gemeente de nodige maatregelen ne
men om de luchtverontreiniging op te
heffen of in voldoende mate te beper
ken. Voor het vooronderzoek is aan de
gemeenteraad een krediet van 3.500 gul
den gevraagd.
De Fransman Pierre Darmon is de
enige buitenlander die de halve finales
van het toernooi om de tenniskampi
oenschappen van Zuid-Australië heeft
bereikt.
het museum de grootste belangstelling
voor heeft". Nou en toen zyn wy samen
gaan praten met als resultaat dat een
preparateur van het museum de reis
zal meemaken.
Eind januari hoopt pastoor Van
de Brink te vertrekken. Samen
met zijn broer en de prepara
teur. In maart zal hij weer naar
Uithoorn terugkeren. Met of zonder
resultaten van betekenis. Want over
de afloop van dit grote avontuur valt
niets met zekerheid te zeggen. En dat
heeft de aard van de reis wel een beet
je veranderd. „Aanvankelijk kwam
het er namelijk helemaal niet op aan
of ik wel vat of helemaal niets zou
schieten. Voor mij stond de tocht naar
Oeganda als „reis" helemaal vast.
Wat ik er zou beleven, zou altijd
geweldig zijn. znu wordt er iets van
me verwacht en daar ben ik natuur
lijk wel een beetje bezorgd om. Maar
laten we er het beste van hopen."
noegen in de voltreffers vinden, je kan
ook je grootste plezier beleven in de
kennis van de natuur, die je als goed
jager moet bezitten.
Het zijn de woorden van een man
die als vogelkenner zijn grote hobby
heeft. Misschien nog wel meer als
het a montuur van de jacht, waarvoor
hij de liefde van huis heeft meege
kregen. Want vader Van de Brink was
een verwoed jager en hij kreeg zijn
zonen in deze liefhebberij volledig
mee. Nu kun je als jager je ge
noegen in de kennis van de natuur,
die je als goed jager moet bezitten.
Dan heb je meteen ook een verweer
tegen al de mensen, die in de jager
een soort „schiet-maar-raak-boeman"
zien. Een man, die dood en verderf
zaait in de vrije natuur. En dat is
wat ons betreft klinkklare onzin. Als
we nu bijvoorbeeld Nederland nemen,
dan zjjn hier verschillende jachtge
bieden. Je kunt terecht op de Veluwe,
in het Flevoland, op en bij het Naar-
dermeer of in de Biesbosch, om maar
enkele voorbeelden te noemen. De
dieren hebben daar een bepaalde
stand en die moet op peil gehouden
worden. En wel door de jager. Want
de dagen dat wij daar in Nederland
nog de roofdieren verzorgden zijn
voorbij. Neem nu de reeën. Die leven
in roedels. En daarin is een bepaalde
eenheid en samenstelling noodzakelijk
om deze wildstand op peil te houden.
Anders krijg je door verregaande in
teelt ziekte in zo'n kudde. Nu gaat
het er maar om dat de jager weet
wat hij schiet. Namelijk het dier dat
een gevaar voor een goede stand in
houdt. Dat verstaan wy ook onder
weidelijk jagen, dus helemaal binnen
Westduit se artsen
zijn niet tevreden
(Van onze correspondent in Bonn)
eze maand willen de West-
duitse artsen op een buiten
gewoon congres beslissen,
welke maatregelen zij zullen
nemen om de door hen ge-
eiste honorarium-verhoging door
te zetten. Het presidium van de
artsenbonden heeft de door de
Westduitse regering ontworpen
nieuwe honorarium-regeling van
de hand gewezen. Het ministerie
van volksgezondheid had daarin
de artsen-honoraria met 28 pro
cent verhoogd. De artsen hadden
een verhoging van 42 procent ge-
eist.
Begin juli j.I. was de situatie tussen
de artsenbonden en de regering al zeer
gespannen. De artsen wilden toen ech
ter nog geen „stryd-maatregelen" ne
men en gaven de regering de gelegen
heid harerzyds een nieuwe honorarium-
regeling voor te leggen. Een actiepro
gramma ligt echter klaar. Vermoede
lijk zal het in januari worden uitge
voerd.
De tandartsen hebben de voor hen
ontworpen nieuwe honorariumregeling
ondanks „ernstige bezwaren" reeds
aangenomen.
De inhoud van het actie-programma
der artsenbonden is geheim. Vanzelf
sprekend vraagt men zich in Westduits-
land af, of het nu ook in dit land zal
komen tot een artsenstaking, zoals Bel
gië, die in het afgelopen jaar heeft be
leefd, ofschoon men zich nauwelijks
kan voorstellen, dat de Westduitse art
sen tot een dergelijke nogal onverant
woordelijke maatregel hun toevlucht
zullen nemen, om hun honorarium-ei
sen door te zetten.
aarvoor bestaan, ook zonder
een algemene staking, nog ver
schillende andere middelen. Zy
kunnen b.v. weigeren om pa
tiënten te behandelen, die zijn aange
sloten by ziekenfondsen welke vol
gens de ambtelijke regeling honore
ren. Zy kunnen weigeren om voor de
staat (en haar justitionele organen)
als deskundigen op te treden, waar
door een aantal processen in het hon
derd zouden lopen. Zy kunnen verder
de contracten opzeggen, die zy heb
ben gesloten met de ministeries van
Binnenlandse Zaken en Defensie voor
de behandeling van officieren en man
schappen van de grenswacht en de
Bundeswehr (die beide niet voldoen
de militaire artsen hebben en derhal
ve zyn aangewezen op de hulp van
particuliere artsen.)
Natuuriyk zouden dergelyke acties
weer tegenacties van de zyde dei- rege
ring uitlokken en zy zouden derhalve
de algemene situatie niet verbeteren of
een oplossing van het honorariumge
schil vergemakkelyken. De artsen
schynen evenwel vastbesloten te zyn op
de barricaden te klimmen. Wat de art
sen de regering vooral kwalyk nemen
is, dat zy al twee jaren geleden hun
verzoek om verhoging van de honora
ria hebben ingediend en dat er al die
tyd mets is geschied. Nu er tenslotte
iets wordt gedaan om de tarieven voor
de artsen te verhogen, is datgene wat
wordt geboden onvoldoende (zeggen de
artsen)
De artsenstand dient zich natuuriyk
wel te realiseren dat hy zich in een
conflict van een zeer byzondere aard
begeeft, wanneer er naar „afweer-
maatregelen" wordt gegrepen.
De artsen zullen met de maatregelen
een goed deel van hun traditionele nim
bus verliezen. Zij geven daarmede open-
P toe, dat hun beroep reeds zeer
sterk is gecommercialiseerd.
e goegemeente heeft over het al
gemeen weinig begrip voor de
honorarium-eisen der artsen. Zy
ziet, dat het de artsen financi
eel zeer goed gaat. Zij bouwen grote
villas en rijden in dure auto's rond.
Zy verdienen, ook zonder hogere hono
raria, al veel meer dan vroeger, om
dat de mensen veel eerder dan vroe
ger naar de dokter lopen en tachtig
procent van de patiënten dit zeer ge
makkelijk kan doen, omdat „het zie
kenfonds tóch betaalt".
De artsen kunnen het werk piet meer
aan. Aan het einde van de maand heb
ben ze nauwelyks tyd meer oan de re
keningen weg te sturen. Zyn dus de ho-
noramum-eisen der artsen over het al
gemeen al niet populair, nog onpopu
lairder zullen strydmaatregelen zyn.
Er dient werkeiyk alles te worden ge
daan om te verhinderen, dat de artsen
zich verlagen tot het niveau van de ge
wone loonstryd. Dit laat de beroeps
ethiek en de beroepsstand toch eigen-
ïyk niet toe.
mier of president de hand te drukken
van een vooraanstaand lid van de Brit
se koninklyke familie. Op 12 december
1963 werd Kenyatta premier. Precies
een jaar later, op 12 december 1964,
werd Kenia een republiek binnen het
Gemenebest met Kenyatta als presi
dent.
In dat ene jaar is er in Kenya heel
wat gebeurd. De „loyale oppositie" in
de 129 leden tellende Kamer van Af
gevaardigden werd, langs de weg van
overreding (een unicum in Afrika), er
van overtuigd dat zy er goed aan zou
doen zichzelf op te heffen. Op die ma
nier verdween de Kenya African Demo
cratie Union (KADU) van het politie
ke toneel, of beter gezegd: zy loste
ziieh op in Kenyatta's party, de Kenya
African National Union (KANU). Odk
in Kenya bestaat dus nog maar één
politieke party, zoals in zovele Afri
kaanse landen. Afgewacht moet wor
den of het beleid van „Brandende
Speer", die nu president, regeringslei
der én partyleider is, zich binnen af
zienbare tyd zal ontwikkelen in dicta
toriale richting, compleet met perscen-
suur, onderdrukking van de rechteriy-
ke macht, arrestaties van politieke te
genstanders, enzovoorts, naar het kwa-
lyke voorbeeld van Kwame Nkroemah
in Ghana.
Een belangryke ontwikkeling is ook
dat de in eerste instantie geplande fe
derale opzet van Kenya (er zyn zeven
provincies) volledig om hals is ge
bracht ten behoeve van de macht van
de centrale regering in Nairobi. De
KADU, die werd geleid door Royald
Ngala, is altyd voorstander geweest van
het toekennen van grote bevoegdheden
aan de zeven provincie- of districtsbe-
sturen, maar toen Kenyatta op 14
augustus van dit jaar in de Kamer
meedeelde, dat Kenya op 12 december
een republiek zou worden, maakte hy
tevens bekend dat Kenya een centraal
geregeerde eenheidsstaat zou worden,
wat waarschyniyk ook wel het ver
standigste is. „Een ernstige en destruc
tieve verklaring", zei oppositieleider
Ngala tydens het hierop volgende de
bat. Korte tyd later was zyn hele KADU
er niet meer. C'est la vie Africaine.
De vraag ol Kenya een goede toe
komst tegemoet gaat laat zich op het
ogenblik nog niet beantwoorden. Keny
atta, de onbetwiste leider van het land
weet zelf niet precies hoe oud hy is,
maar is in ieder geval al 74 en dan
dringt de kwestie van de opvolging zich
automatisch op. De 50.000 Europeanen
en 180.000 Aziaten in het land kijken met
bevreesde oogopslag naar vice-presi
dent Oginga Odinga („Mr. Double O"),
die men ervan verdenkt een op Peking
georiënteerde communist te zijn. Meer
dan zesduizend blanken hebben reeds
het zekere voor het onzekere gekozen
en hebben het land verlaten. Afrikanen
wonen nu in hun huizen en boerderyen.
De niet-Afrikanen hebben, als er over
de opvolging wordt gepraat, meer ver
trouwen in minister van justitie Tom
Mboya, een intelligent en gematigd
•oliticus, die achter de schermen een
elangryke rol heeft gespeeld by de
onderhandelingen over het opgaan van
de KADU in de KANU en by het tot
standkomen van de eenheidsstaat. Maar
de kansen van Qdinga om eens Kenyat
ta's opvolger te worden schynen op het
ogenblik toch wel wat beter te liggen
dan die van Mboya.
De economie van Kenya is over het
algemeen gezond, maar de angst dat
het land in de toekomst steeds meer
naar links zal gaan leunen heeft een
kapitaalvlucht doen ontstaan, terwijl
de omvang van de buitenlandse inves
teringen is verminderd. Het aantal werk-
tozen bedraagt ruim 200.000. Erg nut
tig voor alle drie de partners is de
gemeenschappelyke markt van Kenya,
Oeganda en Tanganjika (slechts ten
aanzien van bepaalde goederen zyn in
voervergunningen vereist), maar zo
als gezegd het blijft de vraag of deze
economische samenwerking ooit een
politieke overkapping zal krijgen.
(Van onze correspondent)
TILBURG, 4 januari De Federatie
Nederlandse Wolindustrie en de Fede-
.atie van Nederlandse schoenfabrikan
ten hebben de voorlopige resultaten
va 1964 in de produktie, afzet, voor
raat"-, in- en uitvoersectoren bekend ge
maakt. De produktiestyging in de wol
industrie t.o.v. van 1963 bedroeg in to
taal ongeveer 7 procent. In de woning-
textielsector zyn over het algemeen
gunstige tot zeer gunstige resultaten
bereikt; in de kledingstofIcnjector
en vooral in de damesstoffensector
is de produktie daarentegen lager ge
weest dan in 1963. Ook in de handbrei-
garenindustrie bleef de produktie ach
ter by die van vorig jaar.
Globaal genomen liep de afzetont-
wikkeling by deze industrieën parallel
aan de produktiecyfers. In het alge
meen kan worden gesteld, dat de
winstmarges zyn gedaald, omdat de
loonkosten- en grondstoffenprysstygin
gen niet steeds in de pryzen, konden
worden doorberekend, terwyi ook niet
altyd compensatie kon worden gevon
den in de produktiviteitstoename of
omzetvergroting.
Wat de orderpositie betreft, kan wor
den gesteld, dat deze in de bedryven
die woningtextiel vervaardigen zich in
het algemeen gunstig heeft ontwikkeld.
In de kledingstoffensector vertoonde
deze echter een variërend beeld.
Gemiddeld lagen de voorraden op
een iets hoger peil dan een jaar gele
den. De personeelsomvang heeft een
lichte neiging tot dalen te zien gegeven.
Waarschyniyk zal zich ln 1965 een
voortzetting van de produktiestyging
van woningtextiel voordoen terwyl
de kledingstoffen wellicht nog verder
zullen dalen in produktleomvang.
De schoenindustrie heeft dit jaar
groeipercentages gekend, die niet veel
verschilden van die van het topjaar
1963. De produktie steeg met 8 pro
cent (9 procent) evenals de binnenland
se afzet, terwyl het totale consumen-
tenverliruik met 7 procent toenam (11
procent). Daarentegen nam de uitvoer
toe met 10 procent (4 procent) en de
Invoer daalde van 34 tot 30 procent.
De styging van het verbruik is dit
jaar niet zo hoog geweest als die in
het jaar 1963, omdat een deel van de
nominale koopkrachtstyging tenge
volge van de loonsverhogingen verlo
ren ging aan prysstygingen; de gemid
delde styging van de detailhandelpry-
zen van schoenen beliep 3-4 procent.
De situatie in de Nederlandse schoen
industrie zal naar verwacht wordt
voornameiyk in 1965 worden bepaald
door de komende loonstygingen, die
voor een groot deel de mate zullen
bepalen, waarin het binnenlands ver
bruik zal toenemen. De reële toename
van het verbruik zal niet veel hoger
liggen dan dit jaar het geval is ge
weest. Een mogelykheid tot expansie
van de schoenindustrie zal vooral moe
ten worden gezocht in de vergroting
van de buitenlandse afzet. De toename
in de export wordt voor 1965 geschat
op 15 procent.
Op het einde van het derde kwartaal
an dit jaar bedroeg het procentuele
arbeidstekort 14 procent tegen 12 pro
cent in 1963. Duideiyk biykt hieruit,
dat de arbeidsschaarste ook de schoen-
I industrie nog zwaarder heeft getroffen.
j !dsre