ALS U HET VRAAGT HET VALSE HOOFD PROBLEEM IN AERDENBERG Winterjongen bieden niet altijd voordelen SPORTFLITS Alfredo I 6 5 P HET VERWENSTE LAND Pelsjagers van Rio Pecoi w POSTDUIVENSPORT WBÈÈÈmÊÊiÈIÊÊÊM MéÊIèé* De Wadders HET GROENE LUIPAARD HET HlüiU vvE DAGBLAD ZATERDAG 23 JANUARI 1965 pagiag m Lezers schrijven de krant ogen voor blinden Egyptische honden in levensgevaar Voor gepensioneerden Arbeidsprestatie Jongerenwerk Goecs' julug 0e/v hcusm**r JSr sseeM Se PoSTGPJ Cauto! hgt se/s uuseS?te. door OLAF J. DE LANDELL PAUL VLAANDEREN caMM'Ssa/E/s use met de huto veeDe/zGtjGts, lopen use HEM Mts. net is NOG </oo MSTeG TOT GGfft uer stht/onL. use DGcere/j tetse oe se /soot r meeg GeoT* smugf! TSfzua re, W Hoe SMtSG.Fr DE Moot- u Her? JxsresMoGF van mnn de neer cei/e/s! J care/s use Gee is t/jd tseGt/sze/s! use moeten u/eg re momgn! csom! Tusar eeN [FaNOOGNUJK To/seed /k \Soec MEGCf/7 ue&f pjqs OPf f2ec*/T&- t/LUCrf "S hi! m KARL MAY m met VIER MENSENOGEN, verpakt in twee met ijs gekoelde flessen, zijn per vliegtuig uit New York in Bombay aangekomen. De ogen zijn bestemd voor trans plantaties om het gezichtsvermogen van blinde patiënten van een christe lijk ziekenhuis te herstellen. De ogen zijn het ziekenhuis geschon ken door bemiddeling van een radio amateur in Detroit en van een arts, die op het ogenblik in het ziekenhuis werkt. DE BOUW VAN DE ASWANDAM IN EGYPTE en de daaruit voortko mende bevloeiingswerken betekenen waarschijnlijk de grootste ramp in de wereldfederatie voor dierenbe scherming te Zürich. De bond heeft in een telegram aan de Egyptische regering geprotesteerd tegen de regeringsorder om alle hon den in het gebied, dat spoedig over spoeld zal worden, achter te laten. „Bij de Aswandam eten duizenden honden elkaar op om zich in leven te houden" aldus de dierenbescher ming. De honden werden achtergela ten toen hun eigenaars werden geëva cueerd en de dieren zwerven in wan hoop door het gebied. Volgens de die renbescherming hebben de autoritei ten, die de evacuatie van de bevol king per boot hadden geregeld, de bewoners verboden hun honden mee te nemen, omdat er geen ruimte voor de dieren zou zijn. NA DE BIJZONDERE REGEN- GARANTIEACTIE in het voorseizoen van '64 heeft de vereniging voor vreemdelingenverkeer van Schiermon- nkoog een neuw idee ontwikkeld. In de maanden mei en juni van dit jaar zullen alle gepensioneerden van 65 jaar en ouder met hun echtgenoten in een groot aantal hotels en pensions een korting van 25 procent krijgen op de normale prijzen. De gepensioneer den zullen ook een reductie krijgen (eveneens 25 procent) op de scheeps- tarieven van en naar het eiland en op de bustarieven op Schiermonnikoog. m Met verwondering heb ik in uw blad van dinsdag 12 januari j.l. het frontpa gina-artikel gelezen betreffende de prijs- j stijgingen in de bouw ten gevolge van de verminderde arbeidsprestatie van de! bouwvakker. Het enige in dit artikel, waar ik het mee eens ben. is, dat de heer Maaskant een zeer bekende architect is en mede hierdoor zeer gewaardeerd en gerespecteerd. Nu wil ik geenszins in twijfel trekken, dat de in uw artikel genoemde feiten door de heer Maaskant zijn gelanceerd. Wel dacht ik dat genoemde heer deze verklaring heeft afgelegd met een ande re bedoeling dan het maken van front pagina-nieuws. Mijns inziens wordt reeds door de kop van voornoemd artikel de bouwvakker in een kwaad daglicht ge steld, hetgeen voor zeer velen ten on rechte is. Het aantal van 300 steen verwerken per dag, hetgeen de heer Maaskant ver klaart te hebben laten nagaan op een van zijn objecten, stelt hij ten onrechte als normatief. Ik kan op dezelfde feiten gebaseerd 1200 tot 1500 stuks stellen, welke hoeveelheden ook voorkomen. Ik zal in het vervolg van dit artikel aantonen dat het aantal 300 volkometi uit de lucht is gegrepen. Volgens gege vens van het C.B.S. (Centraal Bureau Statistiek) werden per jaar geproduceerd jen in het binnenland verwerkt de vol gende hoeveelheden stenen. A. metsel- baksteen 1535.000.000 stuks en kalkzandsteen: 969.000.000 stuks, B. binnensteen 105.000.000 poriso steen 80.000.000; isolatiesteen 45.000.00; bouwblokken 340.000 kubieke meter, perforasteen 12999.000.000 stuks. Volgens het E.I.B. (Economisch Insti- tuur Bouwnijverheid) zijn in Nederland totaal 30.500 metselaars werkzaam. Volgens statistische gegevens is het aantal werkbare dagen voor de bouw nijverheid gemiddeld bijna 20 per jaar. De onder A, genoemde gegevens van het C.B.S. zijn de normale metselstenen. Indien alle metselaars enkel en alleen l hieraan zouden werken, krijgen we het volgende resultaat: 1535.000.000 plus r 9.000.000 is samen 2504.000.000 30.5 is 82.1 steen per man per jaar en 82.100 200 is ongeveer 400 steen per man per dag. Voor de onder B, genoemde aantallen heb ik via een vrij subjectieve bereke ning een vergelijkingsgetal ingevoerd met betrekking tot gewone metselsteen. De hoeveelheid is dan 934.000.000 Dit zijn 934.000.000 30.500 is ongeveer 30.600 steen per man per jaar en 30.600 200 is ongeveer 150 steen per man pe dag. Totaal zou dit geven 400 plus 150 samen 550 steen per dag. Los van de grote hoe veelheid andere werkzaamheden welke door de metselaars nog worden verricht. In de praktijk zal de dagproduktie nog aanzienlijk hoger liggen. GOUDA, H. J. M. Verkaaik. Geachte heer van der Heijdon, Ik heb voor het eerst in m'n leven, besloten om te reageren, temeer daar Uw artikel „Nationaal Jongeren werk in impasse" getuigt van een zodanige on kunde en zulke ongeargumenteerde be schuldigingen uit aan het adres van K.J.M. de verantwoordelijkheid voor juw artikel wil en kan dragen. Mag ik even? Wel, volgens u verkeert het georganiseerde jongerenwerk in een impasse. Het duidelijkst blijkt dit uit de koortsachtige activiteiten van de lande lijke en diocesane staven van de jonge- i renorganisaties. Welke koortsachtige activiteiten be doelt u? Hetgeen u hier beweert, impliceert dat er ook een koortsachtige sfeer zou heer sen op de landelijke en diocesane secre tariaten. Wilt u dit voor wat betreft de K.A.J. even waar maken? Mag ik u er dan ook nog even op wijzen, dat de K.W.J. zoals u die noemt, ,nog niet bestaat. De K.A.J. en V.K.A.J. zijn nog steeds niet gefuseerd U zou er goed aan doen uw informatiebronnen eens na te kijken Voorts stelt u, dat een ieder die een beetje thuis is in het jongerenwerk uit eigen ervaring weet dat de K.A.J.,steeds meer het karakter krijgt van een junio renvakbond, als gevolg van de inspraak van de zijde van 't N.K.V. in de -top van de K.A.J. In dit, het dik gedrukte deel van uw artikel, doelt u duidelijk op een mo gelijke structuurwijziging van de K.A.J. die in het verschiet ligt. N.a.v. dit stukje het volgende. Mag ik concluderen dat u in géén ge val thuis bent in het jongerenwerk en bovendien geen enkele ervaring hebt? Uw uitspraak omtrent een junioren vakbond zou ik graag omschreven zien; op de door u gestelde wijze is het voor geen mens verklaarbaar hoe u tot deze uitspraak gekomen bent. We gaan verder, mijnheer van der Heijden en wel met de alinea getiteld: „advies en werkcentrale". In hetgeen u zegt over het plan van de K.J.M. om te komen tot een advies- en werkcentrale stelt u het volgende: voor een groep jongeren, die weliswaar verdeeld over eon vijftal orga nisaties dezelfde eisen stelt, dezelfde ideeën heeft. Op de eerste plaats mag u niet spreken van een groep jongeren, maar van de jongeren. Tweedens is uw uitspraak onjuist. Alle jongeren stellen nL andere eisen en hebben andere idee- en. Volgens u was de K.A.J. minder blij over de door de K.J.M. voorgestelde nieuwe opzet. Bot hierbovenop zegt u iets omtrent hetgeen boze tongen bewe ren. Ik ben oprecht blij dat u hier spreekt van boze tongen, want dat zijn het in derdaad, indien het tenminste ooit be weerd werd. Ik hoop echter dat u niet tot deze boze tongen behoort, daar ik u anders zou moeten aanklagen wegens het werpen van een smet op mijn tot nog toe onbesmette naam. De samenwerking tussen bepaalde groepen zou al eerder zijn stuk gelopen op een bepaald punt en wel op de eigen j methodiek van de K.A.J. en haar sociaal gebonden zijn. Mag ik u verzoeken, al hoewel ik betwijfel of u dit ooit zult kunnen begrijpen, deze methodiek eens te bestuderen? Misschien zou het dan ook voor u aanvaardbaar kunnen worden dat een totaal opgaan van de K.A.J. binnen een federatie niet mogelijk is. De K.A.J. is echter wél vóór elke vorm van samenwerking. Tot slot dit. Indien u journalist bent, kijk dan beter uit, alvorens u iets gaat schrijven. Indien u lid bent van de K.J.M., hetgeen mij waarschijnlijker lijkt, dan zou ik u willen adviseren nooit mee-r dergelijke artikeltjes te schrijven, daar deze het aanzien van de K.J.M. on dermijnen. Wij hebben deze brief met het oog op de ruimte, die hij in zijn geheel zou innemen, enigszins ingekort. NICO VAN KIMMENADE VRIJ-GESTELD LEIDER K.A.J. HAARLEM. Naschrift. Uw brief, niet van de vakbondsdis cussietechniek ontbloot, past precies in die sfeer, die ik met een zucht tot zelfbehoud" heb willen omschrijven. Dat ik uw organisatie heb aange duid met K.W.J. is inderdaad niet juist. Hoewel er al jaar en dag over deze fusie gesproken wordt en sommi ge afdelingen vooruitlopend op het be sluit al vast var K.W.J. spreken zijn de voortvarende leidingen van de K.A.J. en de V.K.A.J. nog steeds niet tot deze „verschrikkelijke stap" kun nen komen. Wanneer ik over jongerenorgani saties spreek is het pertinent onjuist over de jongeren te spreken. Daar hebt u nog steeds te weinig leden en actieve leden voor. Dat de K.W.J. voor samenwerking is heb ik niet betwist, ik heb alleen aangegeven dat de ba sis vmarop samengewerkt zou kunnen worden vooralsnog niet zo best is. Tot ulot dit. Wanneer u een raad geeft doe dit dan zo, dat deze raad niet di rect terug te spelen is. ROTTERDAM. F. J. VAN DER HEIJDEN. Goto t/FJM O'» jCf Geleidelijk aan beginnen wij onze dui ven voor te bereiden op het normale kweekseizoen. maar een vorige maal had den wij het al eens over de winterkweek, waarvan de produkten nu al diverse hok ken bevolken. Onlangs sprak ik nog iemand, die al 50 winterjongen had. De doffers hiervan zullen in mei-jnni gepaard worden met oude vliegduiven, die op de fondvluchten zullen worden ingezet. Zitten die vluchten erop, dan gaan de jonge doffertjes op weduwschap om op de jonge duivenvluch. ten de kansen van hun baas te verdedi gen. Onze en ook uw voorjaarsjongen zul len het tegen deze „jonge duif weduw naars" op moeten nemen. Uit ervaring weten wij echter dat onze jongen, die dus zo ongeveer drie maanden jonger zijn, bij voorbaat nog niet zijn geklopt op de concoursen. De bewijzen hiervan zijn legio. Misschien is het mogelijk, dat er een enkele doffer bij is die zeer regelmatig kop vliegt in deze weduwschap positie. Voor de baas is dit dan een inkomsten bronnetje. dat zekerder is dan bij dege nen die voorjaarsjongen heeft. Die zullen wispelturiger zijn in hun verrichtingen en dus minder betrouwbaar om er op te poulen. Ondanks het feit dat dus een win- terjong wel eens een spaarpotje kan zijn, kunnen we toch ook wel nadelen noemen, die aan deze winterjongen moeten wor de toegerekend. De kwekers dienen een extra verzor ging te hebben en moeten over prima hokken beschikken. Niet iedereen heeft tijd om in de korte dagen van de winter de kwekers die beste verzorging te ge ven. Evenmin beschikt iedere liefhebber over de juiste hokken. Bovendien vragen de winterjongen drie maanden langer voer, wat voor vele liefhebbers een be zwaar zal zijn. Worden er ook nog normaal voorjaars jongen gekweekt, dan is het toch beter om winter- en voorjaarsjongen van el kaar te scheiden. Hiervoor is een hok méér nodig en wie heeft hier zo een, twee drie de beschikking over? Zeer zeker de klein behuisden niet. Dientengevolge zal winterkweek wel nooit algemeen wor den. Bij de aanhef hadden wij het over de voorbereiding van onze duiven voor de voorjaarskweek. Enkele weken geleden ben ik hier be gonnen om de tien beste jonge doffers van 1964 uit te zoeken en op het we- duwschap-hok te zetten. Zij konden daar ieder voor zich een van de tien broed- hokken uitzoeken en hebben dit ook ge daan. Iedere avond zitten zij steevast in hetzelfde broedhok. Dit is bij het kop- Ïielen van groot gemak, het zal dan al- een de duivin zijn die haar broedhoek moet leren vinden. Zetten wij hen te gen de avond stuk voor stuk bij de hun toegedachte doffer en laten we ze de vol gende dag om twaalf uur vrij, dan moet u eens opletten. De meeste duivinnen weten al waar hun plaats is. Het beste is dan om de doffer nog vast te houden in de ene helft van het broedhok, zodat de duivin de gelegenheid krijgt het alle maal rustig te bekijken. Wij liefhebbers doen er het beste aan om maar niet op het hok te blijven, ergeren is er dan niet bij. Later blijkt toch weer dat die drom melse duiven intelligenter zijn, dan dat we van hen dachten. Natuurlijk zal onze hulp hier en daar wel eens nodig zijn, maar naarmate we zelf rustiger zijn, hoe beter zal het kop pelen verlopen. Óp vrijdagavond koppe len is het beste, omdat we dan zater dag en zondag bij de duiven kunnen zijn, als dit nodig is. Wilt u er wel aan denken, dat u de sa menstelling van uw voeder aan de eis van deze tijd laat voldoen. F. A. v. STAALDUINEN. Zondag 31 januari wordt in Leeu warden het Nederlands kampioenschap A-teams gehouden. De huidige titeldrager is Kodokan Dojo uit Utrecht getraind door Anton Geesink, die zelf ook aan deze wedstrijden zal deenemen. De teams die zich in de districten heb ben geplaatst voor dit kampioenschap zijn. noord: sportschool Hilberdink; oost: sportschool Wolfs, midden: Kodokan Do jo; zuid: sportschool Janssens, Zuid-Hol land: Dordrecht, Noord-Holland: Tung Yen. 55. „Dan mag je vanmiddag mee naar de bioscoop," beloofde Terry zoetsappig En voor ik iets zeggen kon, ging hij voort: „Vertel me nou eens jouw lezing over dat spook." Ik stond stil en nam de achterkant van het huis aandachtig op. De ramen van de kamers stonden open om te luchten. Er was volgens mijn mening geen kans, van die hoogte te ontsnappen, zonder ten minste een touwladder Dit zei ik dus. „Juist," prees Terry. „Je gaat vooruit, mijn waar- ehHan „Maar wie dat spook ook was," zei ik, „hij is ontsnapt, en het lijkt me niet van erg veel belang, hóé „Ook juist," bevestigde Terry. „Daarom dacht ik er ook niet over." Hij scheen er een intens genot in te vinden, me voor gek te zetten, zo gauw ik probeerde, ook eens iets scherpzinnigs te debiteren. „Maar zeg me nou es, Han, wie die geest geweest kan zijn." Hij had mijn genoegen in serieus-raden grondig vergald. Ik zei spits: „Dat was madame Enbourg. Ze wou natuurlijk naar dat vod van 'n piano, in Henri's kamer." Tot mijn niet te beschrijven verbazing bleek Terry enthousiast, wat ik eerst voor huichelarij hield. „Keurig!" riep hij uit. „Als je zo doorgaat, kunnen we samen een zaakje beginnen, binnen niet te lange tijd." „Ik dacht, dat we dat zaakje al begonnen waren," herinnerde ik hem. „Maar niet op fifty-fifty basis," corrigeerde hij. „Dit is een reuze zet van je, kerel! Ik denk namelijk in alle ernst, dat je, wat je noemt: „warm" bent, als je zegt, dat madame Enbourg erbij betrokken is." „Hoezo?" informeerde ik verder. „Er is iets in die kamer," legde hij me volmaakt ernstig uit, „wat zowel madame Enbourg als juffrouw Booner weten, en wat ze allebei proberen te bemachtigen. Noem 't een bewijs van schuld vaniemand. Iemand, die ze allebei kennen, en redden willen." „Dus verdenk je Henri toch," zei ik. „En denk je nog altijd ,dat ze beiden met hem „Nee," verbeterde Terry. „Ik denk niets. Het zou kunnen zijn dat ze allebei op hem verkikkerd zijn de éne met meer succes dan de andere en dat ze allebei proberen, het bewijs van zijn schuld weg te moffelen. Juffrouw Booner ruimt in het wilde weg de kamer op, en moét er zijn, om stof af te nemen en een glas om te spoelen, wat ze in werkelijkheid niet gedaan heeft!" „Stop," zei ik. „Nou maak je een fout, Terry. Want de huishoudster ruimde de kamer op, toen ze nog niet wist, dat Martijn dood was. Ze vond hem, tijdens het opruimen van de kamer." „En wie zegt jou, dat ze dat niet wist?" sneed Terry me de pas af. „Ze kon die vent daar toch niet laten liggen? Ze móésten hem toch wel ontdekken?Of dacht je, dat iemand als juffrouw Booner hem zou ver donkeremanen? „Met behulp van Gert," trachtte ik me eruit te redden. „Om dan zodoende aan Gert te verraden, dat ze van Henri hield? Daar zat ik weer. „Tja „Die twee dames wisten het allebei," fantaseerde Terry. „En ze mogen mekaar niet lijden, wat meer voorkomt, bij rivalen, dus werken ze niet samen. Mogelijk is de huishoudster vannacht werkelijk zo geschrokken en misschien heeft ze alleen maar geprobeerd, Arlette „het" afhandig te maken, en is neergeslagen door deze." Wordt vervolgd) MARK W'J OEIEëM WERDEN BE-^ DWELMD. EN MEVR. GKDCH0IS OPGESLOTEN» GN JE DAGBOfc/ KEN GE5T0LEN. JE i HEBT GEEN KGOS^ ~RLS M'JU STIEFZOON EK B'J BETROKKEN IS.KRU IK GEEN PUBLIEK SCHAN- DAflL MRKEW IN DE HEBT. 0 GE- KIEN, WIE U HEEFT 0PGES10- «S WE MOETEN DE P0- LJTIB WAARSCHU WEM.CLREIBE NEE, MENEER... ZE GOOIDEN IETS OVER M'JU HOOFD, DROEGEN MEHIER HEEN EN BLOTEN DE PEUR V J fre&Dt JTW.-vV 'C aa MM i/a/j HCS/J ZUfSf TlMGsgM GG/Q/QN DGNUGN H/GG MoNUCF 59. Dicht genoeg bij hem gekomen, trok ik heel voorzichtig zijn geweer naar mij toe. Pas door het geluid van het spannen van de haan merkte hij, dat hij niet alleen was. Toen hij zich omdraaide en daar in de loop van zqn eigen geweer keek, ver scheen er tussen het haar in de omgeving van zijn neus een gat, dat maar steeds groter scheen te worden. „Sam Hawkins", fluisterde ik „als je niet gauw die grote mond dicht doet, schuif ik al de be- vervellen erin". „Lieve tijd, wat heb je me laten schrikken, als ik me niet vergis". Ik vertelde hem over de Ponkas. „Dat zal kruit kosten. Veel kruit als ik me niet vergis. Ik kwam met mijn.va lopen, toen ik eensklaps twee van die roje ^jJ voor mij zag staan. Nu, ik heb mij natuurye(jer verstopt en ik kon niet net zien, hoe zij pi andere kant uitgingen. Nu zit ik hier tot ze terugkomen, om hun dan te vra6e"' A voor moois hebben gezien, als ik me r\e v 11' Maar ga nu Harry halen en stel je aan f, jjj kant op dan krijgen wij ze tussen ons in P snel terug en waarschuwde Harry met woorden. Even later zaten wij op de terug de roodhuiden te wachten. 316 Enkele seconden, nadat Hat Si Kee de zak met kopspijkers op de weg had gekwakt, reed inspecteur Parbleu er met volle vaart overheen. Terwijl de banden van het racemon ster in flarden gingen en de kleine politiebeambte wanhopige pogingen deed om het stuur in handen te hou den, verdween de gewetenloze gang ster gillend van het lachen uit het gezicht in de richting van Parijs. „Niet remmen!" brulde Piet Loeris: „Laat 'm uitlopen, anders gaan we de prak in!" Gelukkig volgde Par bleu dit advies ogenblikkelijk op en enige ogenblikken later kwam de wa gen hobbelend en schuddend tot stil stand. Het eerste wat de detective deed, toen hij het deerlijk gehandi capte voertuig verlaten had, was het tot kalmte brengen van zijn geschokte assistente. „Niet huilen, Sientje. Als we over de kop waren gegaan, waren we er veel erger aan toe geweest!" En zich tot de eveneens geschrokken Parbleu wendend: „Goed werk, broer! Je hebt je hersens uitstekend bij me kaar gehouden! We moeten nu zo vlug mogelijk een garage zien te vinden, want ik ben niet van P e\ t, jacht op die kleine Pa(^ e„„de geven." Nadat ze met veref.„p de ten de auto naar de kant eepi gf hadden geduwd, keken z v0of j-e' zich heen om te zien in geving ze zich bevonden- _9r Af geluk te hebben, want ee ,ep derd meter verder lag er If. p' „Dat's alweer meegenom^ te de speurder: „M'n oom J° 0oit eef tijd: Een mens hoeft zic/l. noê laten te voelen, zolang stulpje ziet! En zo is be

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 2