ROBBIE DE BEER EK
springende mannetjes
D'
D
R
D
D
1
F*.
S
i
m
lui
Se
PLUS
29 JANUARI 1965
K
kE CHINESE POP buigt en glimlacht en vraagt:
„Jouw vliend, hem weggelopen. Waalom, wat
is met hem? Hij mij soms niet leuk vinden?"
„Trek je van hem maar niks aan", zegt Robbie.
„Hij is een konijn, en konijnen zijn nu eenmaal ze
nuwachtig. Je hebt hem waarschijnlijk laten schrik
ken door zomaar door die muur heen te komen.
Zeg, hoe heb je dat eigenlijk voor elkaar gekregen?'
Hij draait zich om, om de muur te onderzoeken,
maar nu is er niets meer te zien van de plek, waar
het luik kort geleden nog was. En de pop blijft
maar buigen en glimlachen.
E CHINESE POP graait nog steeds, vriendelijk
glimlachend, de stok weer terug. „Zeg, leg het
me nou eens uit!" zegt Robbie. „Wat heeft die
maatstok nou te maken met het halmaspel dat ik
moet kopen En waarom„Niet vlagen meel
onderbreekt de pop hem. „Geen tijd! Mij alleen op
vloege sluitingsdag vlij zijn. Jij een heleboel doen
moeten. Dus niet wachten. Jij mij volgen, vlug!"
Hij loopt op het struikgewas af, dat zich voor hem
schijnt te openen, en hij loopt er zo maar dwars,
doorheen, alsof het niks is
ALS ROBBIE DICHTER bij de muur van domi
no-stenen komt, begint er aan de andere kant
x van de poort ineens een licht te schijnen, en
hij krijgt aan alle kanten jeuk. „Dat juist goed is.
Twee minuten stil staan. Ja, ja, zo goed" De Chine
se pop glimlacht. „Alles heel aaldig gaat. Jij nu
gauw dool poolt heen kan". Robbie draait zich om.
„Hela, wat is er NOU gebeurd?!" hijgt hij. „Hoe
ben jij ineens zo gróót geworden? Je was tamelijk
klein. En nou ben jij enorm!" „Nee, nee, ik even
klein gebleven", grijnst de pop. „Jij velandeld zijn!
Jij nu klein genoeg zijn om door de poolt te kunnen
gaan!"
a
0 -W/
ROBBIE KRIJGT de knop met moeite omlaag en
hij opent de kleine poort. Onmiddellijk komen
een houten vogel en een houten slang hem te
gemoet. De slang sist naar hem. „O, zeg, is dit het
Spelletjesland?" vraagt Robbie zenuwachtig. „Ja
zeker, maar wie ben jij?" vraagt de vogel. „Ik ben
Robbie uit het Notenbos", zegt de kleine beer. „En
ik wil een doos halma voor mijn nichtje Loesje. De
winkels hebben er niet meer en„Zeg maar
niets meer, ga met ons mee", zegt de slang, en
samen met nog een slang glijdt hij weg.
OBBIE SNAPT ER helemaal niets meer van
en begint van alles te vragen, maar de Chine
se pop grijnst alleen maar eens. „Jij je niet
dluk maken, asjeblief", zegt hij, „niemand weet
wat wij uitspoken allemaal als winkel vloeg sluit.
Andele poppen aan de boemel gaan. Mij denken
mij jou helpen om halma-spel te klijgen. Dus niet
wachten meel nu. Kijk, mij uit winkel maatstok
meegenomen hebben. Jij nu vlug maat nemen,
kleine beel" Robbie begint er hoe langer hoe min
der van te begrijpen. Hij pakt de maatstok aan.
„Als ik rechtop sta komt hij net onder mijn kin",
zegt hij.
E STRUIKEN, DIE door een geheimzinnige to
verkracht voor de Chinese pop opzij zijn ge
gaan, sluiten zich weer achter hem, zodat
Robbie zich er langzaam doorheen moet worstelen.
Als hij er weer uit komt staat de pop ongeduldig te
wachten en te roepen. „Alles goed en wel" hijgt
Robbie, „Dit zijn dikke struiken. Waar zijn we nu?
Ik ken deze plek niet. En waar is die muur nou van
gemaakt, van domino-stenen? En die kleine poort?"
„Jij dool die poolt gaan. Hem naai het Spelletjes-
land leiden", zegt de pop. „Vlug, nou niet wach
ten!"
E CHINESE POP, die voor Robbie steeds gro
ter en groter schijnt te worden, trekt hem
weg van de prikkelende stralen van de lamp.
„Als je niet vlug weggaat jij te klein wolden en
helemaal niks meel van jou ovelblijven" zegt hij.
„Oooh, de muur van de dominostenen is ook ge
groeid!" zegt Robbie, en nu hij zo klein is heeft hij
ook een piepstemmetje gekregen. „Ik moet bijna
zo klein als een muis, geworden zijn!" Twee mi
nuten geleden dacht ik, dat ik nooit door die poort
kon.En nou moet ik op mijn tenen staan om bij
de knop te kunnen komen
<ww,
NADAT ZE LANGS een paar gekke gebouwtjes
zijn gekomen bevelen de slangen Robbie te
stoppen. „Vreemde en zorgelijke dingen zijn
hier gebeurd", zegt van een van hen. „Je kunt be
ter hier blijven, terwijl wij kijken of je naar de
fabriek mag gaan". Ze verdwijnen en bijna dade
lijk hoort Robbie iets achter zich. Geschrokken
draait hij zich om. Enkele zwarte en gele voorwer
pen springen op en neer en kijken hem onderzoe
kend aan. „Maar natuurlijk, jullie zijn HALMA-
pionnetjes", zegt hij. „Maar halma-pionnen zijn
klein en jullie zijn zo GROOT!"
8
WWWVJV
WWWAWW.V
,VWAM^
risrA'b ,1, (I,
Wi i
h
VAW.VAV.VVIAVMW.V.'AVAW.V.V.V.V.W.V.V.V.VAV.V.V.W.W.V.V.V.V.W.-.V.V.W.V'.WA-AVW