egboekb laden in de jungle
vonden
oerwoud
S
,.r w
Miljoenste Miniop komst
B
mM
Indirect licht op Autobahn
V
Mexicaanse
Borgward
produktie
BORDJES-TAAL
y.w:
Te nietig
J
Bijna 1.500.000
Speciaal boek
over een
snelle carrière
s in één
jaar
J»
Nozems
Het einde
K>d.
Glazen vitrine
te.
m
m
Ü£T
^uwe dagblad
ZATERDAG 30 JANUARI 1965
PAGINA 9
Ji lelijk,
na honderden kilo-
N* veters rijden over de brede
p Weg dwars door de
v' het *n Brazilië zagen
£r°te fazenda-huis in een
v gr 2e vlakte, met in de verte
J;ae rand van de jungle.
W-Uw en waren dood-
r)^e If bikten moeilijk, omdat
a vo^ met st0^ zaten'
^aSenlang als een reus-
Nt v,. r°de wolk had begeleid.
brandend warm. We
r i"ee.rden en op onze be-
.!°h v|e2ichten hechtte het stof
4 Ifidf Z0(lat we eruit zagen
v 1 0fr|aneri. Mijn laarzen knel-
v^tiJ^n voeten, die opge
ld teP„ ren en daar waar mijn
kwStte> was op mijn hemd
k°tl\y ®natte plek te zien. Mijn
jo&t ij, met gesloten ogen
kei) e' *e moe °m nog iets te
liet
was een ervaring
rÜden
vNich !)f: Tegenliggers meïd-
ifoWefeJr Jn de verte door rode,
stofwolken en op het
Sep ze ]e Passeerden,
hand meer voor ogen.
feyuld waren met heel
as als de schok door
licuf8011' maar ook door je
V 3e h„am dreunde en je soms
tegen het dak van
k ivee °eg, wist je dat je ook
bad gehad en wachtte
j AUij>> en op de volgende
S2 4e
nog tien meter startbaan
r°'nd- is een
Ik liet me in
innenkort zal de miljoenste
„Mini" van de band lopen,
het kleine, kwieke Engelse
wagentje, dat in ons land als
Austin Seven en Morris carrière
maakte. De Mini werd vijf jaar
geleden geïntroduceerd en werd
vooral in Engeland zo populair,
dat het de uitgave van een spe
ciaal boek rechtvaardigde: „The
Mini Story", geschreven door
Laurence Pomeray en uitgege
ven bij Temple Press Books in
Londen.
1 'x
L. S
's Avonds geven deze lampen
op het proeftraject indirect
licht, hetgeen kalmerend
lijkt te werken.
en bleef langzaam achter ons
rijden
^IJN ZOONS: de grootste
deugnieten van de streek
:feff
matig hetoarwoud verkennen. Zijn ogen
hadden de ernst van iemand, die vaak
alleen is. Van de man ging een bijna
dwingende kracht uit, maar tevenr ietis
zó zwaarmoedigs, dat ik me ongemak
kelijk begon te voelen. Ik keek steels
naar mijn vrouw en kreeg de indruk
dat zjj er precies zo over dacht en
zich, evenals ik, afvroeg waarom een
vriend ons enige weken geleden een
uitnodiging voor een bezoek van een
week aan deze fazenda namens de
eigenaar had overgebracht. „Je zult
het wel zien", had hp gezegd en on
danks het feit, dat ik op nadere in
lichtingen had aangedrongen, wilde hij
verder niets zeggen.
rii11 zitting van voor"
li Z\ L
Nadat we gebaad en andere kleren
hadden aangetrokken, vonden wij onze
gastheer huiten, waar hjj op ons zat te
wachten. Opnieuw schonk hij in en wat
mij opviel was de doodse stilte in en
om de fazenda. De bediende die ons de
kamers gewezen had, was op geen van
mijn vragen ingegaan.
Don Carlos de Oliveira, zoals onze
gastheer heette, vroeg naar onze er
varingen, informeerde naar Holland,
hoe we daar woonden, hoe groot
Amsterdam was. In het bijzonder ging
zijn belangstelling uit naar de jeugd.
Ik beantwoordde al zijn vragen zo goed
mogelijk en na enige tijd stond hij op
en vroeg of wij hem wilden volgen. Hij
ging ons voor naar het meest rechtse
gedeelte van het fazenda-huis en opende
een deur, die toegang gaf tot een
kamer. Tot mijn verbazing zag ik
echter dat een gedeelte van een tus
senmuur was weggebroken en hier
door kwaimen we in een tweede ver
trek. Beide kamers zagen eruit alsof
er nog mensen in woonden. Hier en
daar lagen wat kledingstukken. Op een
stoel zag ik een rijzweep en in de
andere kamer rijlaarzen, een paar
opengeslagen boeken en hier en daar
wat tijdschriften over filmsterren. Het
gezicht van de oude man stond grim
mig. „Hier woonden mijn twee zoons
Carlos en Juan. Het waren de twee
grootste deugnieten van de streek, over
het paard getilde nozems, die er geen
been inzagen iedereen diie hun ook maar
één strobreed in de weg legde met
hun rijzweep af te ranselen."
„Ze hadden elk een eigen wagen.
VWar- 'uul een eigen paard en een eigen knecht.
St1 tfjp n diepe kuilen in de Ze beschikten over een één-motorig
s. biet tp 7ipn wavpn nrrl. vliegtuig, waarmee ze overal naar toe
lij - Waren, om vloeren. Miin fozendo. is ivao.rschiinlnk
h ZaSen we het fazenda-
«•Nih'de'rr,?6 grote boerderij in de
tatwal.® is hetgeen de letterlijke
tiS 6 Pont'an hlato Grosso. Voor
Vt>tn^öschri,0ns' waarop met zwarte
V as" stond „Fazenda Tres
Xèe 77- e 'h op mijn claxon
LX hreed hunuten zagen we hoe
uderde man de op-
■\i - hol? met achter hem een
^l>S'ver>Ihbrepienhe- Hij droeg een
een een gordel met een
SiZyn geruit overhemd en een
Kh*1 Illeficl Jfoeten waren gestoken
jij Vh aren ®?®Poetste laarzen en zijn
tW.die n,?S en krom, zoals bij
SSjnJX6 ee„ ?d te paard zitten.
S In W de Tr,i?nge» zwarte sigaar
llViii leef aan de zware poort
NSah staan" het midden Va"
bia?en en stapte uit
NS ik'khiaar Sn' kwam niet naar
hl too me ernstig op,
j'4f 0f)uerr!oet liep. Maar toen
ait de wagen kwam,
t M^lko'hoiirtp^ad hem een duwtje
Li\Sii?ari H;? We even later tegen-
ri schudde ons zonder
KSkhhuis ,hand en zeh "Be"
be»,,.., als het uwe. Ik weet
nt van harte wei-
nam achter
vlogen. Mijn fazenda is waarschijnlijk
even groot als meerdere provincies in
uw land en regelmatige controle is
nodig. Ik ben rijker, veel rijker dan
u denkt Hij zweeg en keek rond
alsof hij iets zocht. Ik durfde hem niet
in de rede te vallen. Daarom liep ik
naar het raam en staarde naar buiten.
Hij kwam naast me staan.
„Alles wat u ziet, tot aan de verre
horizon, is van mij, de mato, de dorpen
de bossen, de plantages en zelfs een
deel van de jungle, alles En toch
heb ik niets meer niets en
zoek ik als een gek naar mensen, die
een paar dagen de vervloekte eenzaam
heid op deze fazenda met mij willen
delen." Hij haalde de schouders
op en zweeg een tijdlang. Daarna liep
hij de kamer weer in en zonder recht
streeks het woord tot een van ons te
richten, ging hij verder: „O, ja ik had
het over Carlos en Juan. Op een dag
ranselden ze samen een man af, juist
op het moment dat ik eraan kwam.
Dat was me teveel. Ik heb ze met mijn
zweep afgetuigd, zo hard, dat ik dacht,
dat ze eraan zouden sterven. Sindsdien
sarden ze me elke dag. Ze hadden
daarvoor alleen mij maar, want hun
moeder was al tien jaar geleden ge
storven. Ze lieten me hun lidtekens
zien als ik gasten had. Ze trokken er
soms samen op uit en bleven dan
wekenlang weg. Aan de fazenda deden
ze niets meer. In deze kamers hielden
ze bachanalen met hun vriendinnetjes
en ze sloten de deur als ik me ermee
wilde bemoeien. En toen kwam geluk
kig heteindie!
Ik keek onze gastheer aan en zag tot
mijn stomme verbazing hoe plotseling
zijn gezicht veranderd was. Er lag een
glans van blljdeid op. De ommekeer
was zó plotseling dat ik ervan schrok.
Was de man krankzinnig? Waren wij
te gast bij iemand, die teveel had
meegemaakt en dat niet had kunnen
verwerken? Hij draaide zich om. „Kom
dat gaan we vieren?" zei hij. Zorg-
vulde de glazen en hief het zijne op.
tot de twee kamers gaf en met veer
krachtige tred liep hy terug. Hp ging
weer in zyn stoel in de tuin zitten,
vulde de glaztn en hiet het zqne op.
Wy dronken.
„Op een dag," ging hy nu volkomen
ontspannen vertier, „vertrokken ze sa
men met het vliegtuig. Het enige wat
ze zeiden was, dat ze een jungle
vliegtocht gingen maken. Ze wilden wel
eens wat anders zien dan een stel
stomme landarbeiders, boiadeiro's, die
het vee hoeden en een saaie fazenda,
waarop niets te beleven viel. Ze
vroegen geen toestemming, neen, zij
stegen gewoon op. De laatste woorden,
die ze tegen me zeiden, waren: „Mis
schien had je toch gelijk, toen je
ons aftuigde". Soms denk ik dat ze
op dat moment al voelden wat er
later gebeuren zou. Het was de laatste
keer, dat ik ze levend heb gezien.
Vreemd, er was nog steeds die by'na
gelukkige glimlach op het gezicht van
onze gastheer, alsof hy ergens heime
lijk biy over was. „Toen ik," vertelde
hy verder, „na drie weken nog niets
van hen gehoord had, werd ik ongerust.
Er zou iets gebeurd kunnen zy'n. Ik
vloog naar myn vriend, generaal De
Pereira en stelde hem van myn onge
rustheid in kennis. Hy liet enkele
vliegtuigen laag over het oerwoud
vliegen en na vier dagen intensief
zoeken, vonden ze uit wat er gebeurd
was. Het kleine sportvliegtuig was
waarschynlpk te laag over de jungle
gevlogen, in een boom terecht geko
men en er daarna op een of andere wijze
weer uitgehaald. Ik stelde de generaal
voor om zelf met een watervliegtuig
mee te gaan, in de buuirt te landen en
te voet het oerwoud in te trekken om
zo de plek waar myn zoons waren te
recht gekomen, te bereiken. Hy stemde
toe. Het vliegen duurde maar kort;
,oc'^ do°.^ de jungle vier dagen.
We hadden uitermate bekwame gidsen
bd °7f. e? toe" we eindeiyk doodmoe
de plek bereikten, zag ik myn twee
zoons dood naast het vliegtuig, dat
fan2eg n?? in g°ede staat ver-
de zakken van hun kleren
vond ik hun portefeuilles en daarin van
elk een aantal dagboekbladen,die ze
tot de laatste dag hadden bygehouden.
Komt u mee dan zal ik ze u laten
Hij bracht ons naar de grote zit
kamer, onstak alle lichten en ging ons
voor naar de hoek van de kamer waar
een kleine, glazen vitrine stond. In de
vitrine, die in tweeën gedeeld was.
stond aan elke zyde een foto van een
jonge man. Ze hadden knappe, brutale
gezichten. Vóór elke foto lagen een
aantal kleine velletjes papier. Onze
gastheer maakte de vitrine open en
haalde de velletjes papier eruit
„Leest u ze," zei hij. „Lees ze goed
en dan pas zult u weten waarom ik
gelukkig was, toen ik ze vond. Leest
u eerst die van Carlos en dan die van
Juan."
Ik nam de blaadjes van Carlos en las:
7 januari: „We zyn met ons sport
vliegtuig in de bomen van het oer
woud terecht gekomen en proberen
het er samen uit te krygen. Het
zal niet meevallen."
8 januari: „Het is ons gelukt. Het
vliegtuigje staat onbeschadigd op de
grond. Ons grote probleem is de
honger".
9 januari: „We hebben e ensoort bos
bessen ontdekt. We persen ze uit,
zodat we ook wat te drinken hebben."
10 januari: „Juan heeft voorgesteld een
startbaan te maken. We hebben ge
lukkig twee byien in ons vliegtuig."
11 januari: „De startbaan vordert goed
We vinden geen bosbessen meer."
12 januari: „Als we nog tien meter
startbaan gereed kunnen krijgen,
dan komen we eruit. Ons grote pro
bleem is honger en dorst."
13 januari: „De startbaan is klaar. We
hebben alles uit het vliegtuig gesloopt
wat het te zwaar zou maken. Morgen
proberen we op te stygen. Ik ben
ziek van honger en dorst."
14 januari: „We hebben het geprobeerd.
Voor twee man is de startbaan te
kort, het vliegtuig is te zwaar en
komt niet van de grond. Ik zal Juan
voorstellen op te stygen en alleen
hulp te halen. Ik heb met hem ge
praat. Hij weigert. Hij zegt, dat hij me
nooit zal kunnen terugvinden in dit
dichte oerwoud en als hy me wel
terugvindt, dat ik dan al lang de
püp uit ben. Ik heb hem gezegd.dat
me dat geen donder kan schelen. Hij
is meer waard voor de fazenda dan
ik."
15 januari: „Ik heb geen knaohten
meer om Juan het vliegtuig in te
slaan anders deed ik het. Hy is al
tijd een eigenwijs jongetje geweest."
16 januari: „De ouwe zal wel niet
naar ons komen zoeken. Hij is ge
woon eraan gewend, dat we hem
laten barsten. Hy zal ons wel dood
wanen en het zal hem een zorg zijn.
We waren toch een stel god verg
Hierop na mik de vuile dagboekblaadjes
van Juan. Ik las:
7 januari: „We waren alle twee be
zopen en daarom vlogen we te laag.
Ons vliegtuigje hangt in de bomen
van het oerwoud."
8 januari: „We hebben het er nog
uitgekregen. Het staat weer op de
grond en er is geen noemenswaar
dige schade. De motor doet het nog.
Ik barst van de hoofdpijn." 1>'
9 januari: „We eten bosbessen. Mees-, j
tal zoekt Carlos ze. "3
10 januari: „Carlos heeft voorgesteld
een startbaan te maken. We hebben
twee byien, maar hy doet het werk
vrywel helemaal alleen. Ik jank de
hele dag als een klein kind."
11 januari: „Carlos werkt als een
een paard. Ik tracht ook mee te
doen, maar myn hoofd stampt als
een machine. Er zyn vrywel geen
bosbessen meer."
12 januari: „Nog tien meter startbaan.
Carlos werkt als een gek. Ik heb nog
bosbessen gevonden en ze allemaal
aan Carlos gegeven met het smoesje
dat ik er al een hoop op heb. Hy
werkt van ons tweeën het hardste
en heeft ze verdiend."
13 januari: „De startbaan is klaar.
Myn tong is van leer en myn hoofd
brandt. Carlos heeft alles uit het
vliegtuig gesloopt om het zo licht
mogeiyk te maken."
14 januari: „We hebben het geprobeerd
maar voor twee man is de kist nog
te zwaar. Carlos heeft me voorgesteld
dat ik alleen op zou stygen om hulp
te halen. Hy heeft echter getoond nu
en in de toekomst meer waard te
zqn dan ik, dus moet hy gaan."
15 januari: „Carlos weigert om zonder
me te gaan. Hü zegt dat hy nooit
meer by vader zou durven terug
komen, als hy me hier in het oer
woud liet verrekken. Hy zegt by
herhaling dat ik moet gaan, maar
ik gebruik dezelfde argumenten als
hij. Als hij een beetje intelligenter
was, dan steeg hy op."
16 januari: „Vader zal ons niet mis
sen. Als hy dat wél deed dan zou
hij ons komen zoeken. Hij zou ons
dood vindien. Ons leven kunnen we
niet meer over doen. We waren tuig,
maar Carlos had kunnen opst
De oude man glimlachte toen hy de
blaadjes weer in de vitrine legde.
Hij liep naar z«n glas, gaf myn
vrouw en mü de onze hief het hoog
op en zei met krachtige stem: „OP
MIJN JONGENS!"
WIM HORNMAN.
nam achter )let
lk®voïLaéht<M?'agen Plaats en bleef
1 °ns rijden, alsof dit
2aa-L- ttiaul un
1 k^a-hi^; van d® wereld was.
kaïï eihv was groot en deSe-
Jl ns voor naar een
ht X nj terwyirfgemakkeliike stoe"
J, Xm'Xoor ans voor de koelte
iftih 1® vr>r>? gaat baden, zal ik
hjl'stu Waarmaken," zei
uitten n^e^ke stoelen zakken
h.fiL? ön insr.h "ÏÜH stoffige kleren,
klj Öy v/50n aam ik hem
S Êrazn® veel groter dan de
vfb 4ri'aaa en ook rustiger.
ai a8ers breed en plat. Hy
fjXe,? va£°Wn ennKeen Pianist z«n
(Na!! sen bovenarmen leken
V^Nzii8 zijn b°kser- Zijn haren
•5 !')a Wf,-„ ?®en bijna zwart.
a:®stig _7. 'k schatte hem
i| hjjbeet had hy de figuur
Ba611 biina glazen bracht, liep
*ien bh verende gang, die
v mannen die regel-
E WIE
„The Mini Story" is een boeiend
boekje voor wie belangstelling heeft
voor de Mini. Zelden immers krijgt
men de allereerste schetsen en werk
tekeningen van een auto onder ogen,
zelden ook is een constructeur (Alec
Issigonis) zó uitvoerig aan het woord
over de factoren, die hem tot de
bouw van een bepaald type auto in
spireerden.
In de loop der jaren zqn er vele
uitvoeringen gemaakt van de Mini:
een stationcar en een strandwagentje,
een sjieke Wolseley Hornet en een
ruige terreinwagen, al dan niet uitge
rust met twee motoren. Er waren
enthousiasten, die uit hun Mini de mo
tor sloopten eri er een andere voor
in de plaats stopten. Een Brit voor
zag zyn wagentje zo van een Buick
V 8 motor en zie, zyn Mini liep toen
een tóp van 202 kilometer per uur.
Een Nieuw-Zeelandse melkboer maak
te van zpn Mini bestelwagen een melk-
tanker en een Canadees bouwde zyn
Mini om tot een Weine beton-mixer.
-- -lo
Harold Radfort, een Engelsman,
maakte er écht serieus werk van.
Hy voorzag zyn wagentje van alle
denkbare instrumenten, beschilderde
de buitenzyde met zeven lagen cel-
lulose-lak, ïiet de grille opnieuw ont
werpen en verving de bekleding van
de stoeltjes door echt leder. Hy legde
nylon karpetten in zyn auto en mon
teerde vensters, die elektrisch konden
worden bediend en die geheel in de
deuren konden verdwenen. Nu bezit
hy de Radfort Mini de Ville: de
méést kostbare Mini ter wereld.
Dat het boek in zéér enthousiaste
stijl is geschreven, is voor dit Engel
se boek van een Engelse auteur over
een Engelse auto begrijpeiyk: het zou
een wonder zqn geweest, als dit niet
het geval was. Met Engels gevoel
voor humor worden er ook grapjes
gemaakt. Mini-grapjes, vooral voor
mensen, die „Mini-minded" zyn.
eilige verlichting van de grote
autosnelwegen is een zaak, waar
over nog steeds diepe studies
worden gemaakt. Telkens op
nieuw wordt er met nieuwe vindin
gen geëxperimenteerd; zo is men by
Miinchen begonnen met het beproeven
van nieuwe lampen, die een indirect
licht op de weg werpen. Men ziet deze
lampen niet meer als een eindeloze
ketting van voorbijflitsende lichtbron
nen, hetgeen kalmerend lijkt te wer
ken. Het tegenverkeer kan niet wor
den verblind, omdat de lampen op
de middenstreep staan en maar naar
één kant licht uitstralen.
In ons land kent alleen de ryks-
weg 13 tussen Rotterdam en Den
Haag een doorlopende verlichting met
dertien meter hoge masten, die om
de 38 meter zyn geplaatst. Het circu
latie-plein by Breda is uitgerust met
een zeer hoge mast van 45 meter, die
het licht uitstraalt en waarschyniyk
zal een dergeiyke mast ook worden
opgericht by de nieuwe Van Brienen-
oordbrug in Rotterdam.
Dat er nog niet voldoende gegevens
bekend zyn over de noodzaak van ver
lichting op de autosnelwegen ten bate
van de verkeersveiligheid, stelt de di
recteur van de stichting Wetenschap-
peiyk onderzoek Verkeersveiligheid,
ir. E. Asmussen vast in een zojuist
in „Verkeerstechniek" verschenen Stu
die over de wegverlichting.
„In Nederland", zo zegt hy, „wordt
algemeen aangenomen, dat op auto
snelwegen met een verkeersintensi
teit van meer dan 30.000 motorvoertui
gen per etmaal de vermindering van
de schade de kosten van de verlichting
zal overtreffen. Persoonlijk ben ik
van oordeel, dat uit economisch oog
punt in de toekomst de aanleg van
openbare verlichting een zeer doel
matig wapen zal zqn in de strijd tegen
de verkeersonveiligheid."
Eindelijk zal de produktie gaan
beginnen van de Mexicaanse Iiorg-
ward. De „Impulsora Mexicana Auto-
motriz S.A." in Monterey, die al heel
wat moeiiykheden achter de rug heelt
sedert de resten van de vroegere Duit
se Borgward-fabriek werden opge
kocht, gaat de „Isabella" bouwen en
ook de vier-deurs grote Borgward, de
P-IOO. Aan de carrosserie van de „Isa
bella" zullen enige wüzigingen wor
den aangebracht.
Het Borgward-concern raakte eind
1960 door afzetmoeilükheden met de
Lloydauto's in een financiële impas
se. De regering van de stad-staat Bre
men zegde de toen nog levende
schepper en alleen-eigenaar van de
Borgward-fabrieken, dr. Carl Borg
ward, toe, hem met subsidies door
de winter heei^ te hefpen.
Eind februari 1961 echter trok de
senaat van de stad deze toezegging
in omdat men tot de ontdekking was
gekomen dat er toch geen redden meer
aan was. Op 28 juni 1961 meldde dr.
Borgward zyn faillissement aan. In
iEVi?* kofhtcn gbyolmacliügden van
ne i.RT.A. de frftMnWierecnten voor de
„Isabella", de ,,P. 100", alsmede de
nog resterende materialen en fabri-
kagebanden van de Borgward-fabriek.
Er ging 57 man Borgward-personeel
in dienst van de I.M.A. om te helpen
de nieuwe fabriek in Monterey op te
bouwen en het Mexicaanse personeel
te scholen.
I.M.A. legde er ongeveer 20 mil-
joen mark voor op tafel, met een kre
diet van de Mexicaanse staatsbank.
uas. echter al het geld op.
I..Y1.A. kwam in financiële moeiiykhe-
"Yd j" september van het
vorig jaar tenslotte opgekocht door de
Mexicaanse grootindustriëlen Rami-
rez William Kane en de gebroeders
Larios en Jorge Maldonado. Thans,
een jaar later dan aanvankelijk de
bedoeling is geweest, zal de Mexieaan-
ga:ui Vard eindeliik in produktie
FLAT zag onder invloed van anti-
conjuncturele maatregelen vorig jaar
q?g ,P/c°dVk,tie iets teruglopenvan
956.468 stuks in 1963 tot 943.500 stuks
in 1964. Byna 300.000 auto's werden
geexporteerd. Fiat verwacht in de ko
mende maanden een stügende auto
mobielverkoop op de Italiaanse markt,
ondanks het feit, dat de Italiaanse
economie nog ïydt van de psycholo
gische gevolgen van de bestedingsbe
perking.
De Volkswagenfabrieken hebben
het vorig jaar de produktie van
1963 r.iet circa 200.000 wagens
overtroffen en kwamen daar
mee op een totale jaarproduktie van
1.410.000 automobielen. Er lopen op
het ogenblik 6.100 Volkswagens per
ddg van de band; dit aantal zal nog
dit jaar sterk worden opgevoerd.
Van de produktie in 1964 werden
in Duitsland 520.000 automobielen ver
kocht. De export naar Noord-Amerika
nam toe; er werden daar het vorig
jaar 325.000 VW's verkocht. Zweden,
dat het vorig jaar door Italië van
zyn tweede plaats werd verdrongen,
werd in 1964 weer het op een na
sterkste importland van Volkswagen.
In ons land werden in 1964 by'na
50.000 Volkswagens verkocht (in 1964
40.000 stuks). Intussen is de nieuwe
VW-fabriek in Emden in gebruik ge
nomen. Nu werken daar circa dui
zend man personeel; het is de bedoe
ling, dat dit tot vierduizend zal wor
den opgevoerd. Alle onderdelen van
de VW 1200 komen hier by elkaar;
de motoren uit Hannover, de carros
serieën uit Wolfsburg, de chassis en
koppelingen uit Kassei en de voor
assen uit Brunswök. Emden heeft nu
het vqfde VW-bedryf in de Bondsre
publiek.
og steeds kan men op ons
Westeuropese wegennet vele
verschillende bordjes aantref
fen, die hetzelfde beduiden. Het
Franse autoblad „L'argus de l'auto-
mobile" heeft een aantal bordjes
verzameld om te pleiten voor één
uniforme aanduiding voor autowe
gen. Zo geeft men een autoweg aan
in (van links naar rechts); Frank
rijk, Nederland, België, Zwitserland,
Duitsland, Oostenrijk en Italië. Het
orgaan van de RAI, dat deze veel
zeggende parade overnam, gaf het
volgende commentaar: „Men behoeft
niet lang te zoeken, om het Neder
landse bord te vinden. Terwijl de
andere borden moderne auto's of
tekens te zien geven, staat op ons
bord een automobiel uit de dertiger
jaren. Tekenend voor ons nationale
wegenbeleid!"
Levensgevaariyke situaties ont
staan dagelijks op onze autowe
gen, omdat automobilisten niet
weten, of een inhaalverbod nog
geldt of al is opgeheven. Men weifelt...
een ander passeert onverwacht. En
dat komt dan, omdat wy ons nog
steeds bedienen van dat kleine, nie
tige, vaak zeer onopvallende vierkan
te bordje „Einde Inhaalverbod" (voor
buitenlanders bovendien dubbel-moei-
lt)k). In andere Europese landen is
een véél opvallender bord: „Inhaal
verbod opgeheven" te vinden, dat er
zie foto's „rond" voor uitkomt.
Men kan in de taal van de weg niet
duidjyk genoeg zijn. Onverstaanbaar
„gemompel kan mensenlevens kos-
ten.