Mislukt boek van jong schrijver Darwin Gezellen" Panorama der volken: uitermate boeiend Actueel thema gestrand in onvolwassenheid In onmetelijk gebied leven ruim 60.000 Eskimo's Toektoedjuakseokniakpoenga Ik zal een grote kariboe jagen Ontmoeting met blanken verre van voordelig Boeiend gegeven Toektoe Uit de grondl iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini PLUS 12 FEBRUARI 1965 UITGEVERIJ De Bezige Bij is een bedenkelijke weg ingesla gen, nu ze de waarde en be tekenis van een boek voornamelijk gaat uitmeten op het aantal exem plaren, dat in de circulatie is. Haar uitgangspunt is geworden: wat wil len de mensen lezen Het aanbod wordt hoe dan ook afgestemd op de behoefte. Toegegeven, een uit geverij is geen liefdadigheidsinstel ling, wel een bedrijf, dat ook zijn portie van de welvaartskoek wil veroveren. Niettemin loochent een uitgeverij als deze haar eerste en belangrijkste taak, wanneer ze een boek anders dan om zijn geestelijke en culturele kwaliteit bij de lezer aanprijst. EWALD VANVUGT vermoeiend boek Darwin gezellen" is tenslotte een vermoeiend boek. Het modernisme om met de ik-vorm (of welke hoofd figuur ook) te goochelen, is zeker geen bevestiging van schrijversta lent. De schrijver dient zich hier aan als puzzelontwerper. Hij ver geet, dat de lezer het verhaal dui- TOEKTOEDEJUAKSEOK- NIAKPONGA" is een Es kimo-woord en het betekent „Ik zal een grote kariboe jagen". „Es kimo" is geen Eskimowoord en het zijn dan ook alleen de blan ken die hen zo noemen. Dit woord betekent „rauw-vlees-eter" in de taal van de Indianen in de noorde lijke wouden rond de Hudsonbaai. Een Franse Jezuiet, die als mis sionaris bij deze Indianen werkte schreef er over in een van zijn rapporten en sindsdien maken wij gebruik van de benaming die de Indianen voor hun nog noordelij ker levende buren hadden. De Es kimo zelf noemt zich „Inoek", dat is „man" of „mens". delijk voor zich wil zien. Aan let terlijke herhalingen van fragmen ten, zoals in dit boek, heeft hij niets, Ze dragen nergens bij tot een af bakening van het verhaal. W. HELVERSTEIJN. EWALD VANVUGT: Het feit, dat duizenden mensen de boe ken van Ewald Vanvugt willen lezen, is voor mij geen bewijs, dat het lezens waardige boeken zijn. Toch wordt dat gesuggereerd op de omslag van Van- vugt's laatst verschenen boek „Darwin Gezellen", dat De Bezige Bij nog wel niet trots de lezers aanbiedt. Laat die omslag-tekst terwille van de reclame ge schreven zjjn de kritische lezer zal met pnige reserve aan het boek beginnen, als hij bovendien nog moet vernemen, dat het geschreven is door een „kontrover- sieel en geruchtmakend" schrijver. Dat riekt sterk naar sensatie, in dit geval naar speculeren op een ongezonde be langstelling. Nu is Vanvugt een schrijver, die min der gerucht maakt dan hem vermoede lijk zelf lief is En dat hij kontroversi- eel is (het woord bestaat niet, misschien wordt kontroversioneel bedoeld), ook dat is niet altijd een pluspunt. Het gaat er namelijk minder om, dat iemand tegen de traditionele stroom oproeit dan wel hóe hij dat doet. „Darwin Gezellen" ia wat mij be treft een boek, dat slechts weinigen kan Interesseren: hoogstens ls het voer voor psychologen en sexuologen. Het ls rotiduit een slecht boek, slecht in die zin, dat het vrijwel aan geen enkele voorwaarde voldoet om de belangstel ling van de lezer blijvend op te roepen. En die belangstelling zou men in dit geval zeker verwachten, omdat de schrijver een onderwerp aansnijdt, dat door wie of wat dan ook (laat het dr. Trimbos zijn of de Amsterdamse poli tie) de laatste tijd opvallend actueel is geworden. Vanvugt hij schreef het boek in 1963, toen hij 19 jaar oud was beschrijft de intieme verhouding tussen een jongen en een oudere man. De verhouding dus van twee homofielen. Wanneer de jongen een meisje leert kennen en op zijn manier andere leefmogelijkheden ontdekt, ver koelt althans van zijn kant de vriend schap. De relatie brokkelt af. De oudere man vindt tenslotte de dood in zijn des illusie, die hem langzaam maar zeker heeft gesloopt. De schrijver laat dat pro ces verlopen op een wrede en onmense- lijke manier. Van hogere waarde schijnt hij geen flauwe notie te hebben. HET gegeven is op zichzelf boeiend genoeg om een fascinerend verhaal te schrijven. Vanvugt is daarin niet1 helemaal, of beter: helemaal niet, ge slaagd. Wie alle smakeloze franje, waar- in sex en drank als zoete koek gepresen teerd worden, schrapt, houdt een bloed- arme geschiedenis over. Behoudens enke le fragmenten, waarin Vanvugt tenmin ste bewijst, dat hij schrijven en goed schrijven kan, is er niets, waarmee hij de aandacht van zijn lezers terecht kan vasthouden. Wel wordt dan duidelijk, dat Ewald Vanvugt met het thema geen raad weet. Hij praat om de zaak heen, pro beert met zogenaamde openhartigheid zijn onmacht te versluieren, kortom, voor de prijs van vijf gulden per boek be wijst hij zijn onvolwassenheid. Nu kan hij met zijn tekst en uitleg twee kanten uit. Hij past een literair maniertje toe, namelijk, dat het ver haal is geschreven aan de hand van kriptische notities van een zekere Tho mas Verdun, die niet met Ewald Vanvugt vereenzelvigd mag worden Aldus opge zet zou „Darwin Gezellen" een. ver slag, zo men wil een documentaire, kun nen zijn. Maar dan heeft het al heel wei nig te betekenen. Het is een aaneenscha keling van strikt particuliere belevenis sen van meneer Verdun, die mij even weinig Interesseren als die van mijn buurman. Wie het boek wil onderkennen als een roman, waarin een algemeen of bijzon der menselijk gegeven een bepaalde dra matische vorm krijgt, komt al evenzeer bedrogen uit. Zo'n drama vraagt span ning, dat wil zeggen: door het overschrij den van algemeen aanvaarde normen komt er kortsluiting. Die normen, al of niet aanwezig, bepalen de hoogspanning, In „Darwin Gezellen" zijn geen nor men te vinden: er is geen spanning, de lezer verveelt zich na tien bladzijden. Het meest illustratief daarvoor is misschien wel het feit, dat ln het boek geen spran keitje humor te vinden ls. Humor en ernst ze maken elkaar volledig bepalqn de kracht van het drama. Er zijn momenteel, schrijft dr. G. van den Steenhoven in het hoofdstuk De Eskimo van het boek „Panorama der volken" ruim zestigduizend Eskimo's in het totale Eskimo-gebied van Canada, Alaska, de Aleoeten en Groenland. Dit ge bied is van een enorme uitgestrektheid. De Eskimo's leven aan weerszijden van de poolcirkel, van de Aziatische Bering- straat oostwaarts tot over Groenland, langs onmetelijke kusten en in Cana da op de toendra diep het binnenland in. Het is een eindeloos land, met onaf zienbare sneeuw- en ijsvlakten de zo- mer is maar zeer kort en sneeuw stormen die zelfs de Eskimo's dwingen soms enige dagen binnen te blijven. De sneeuw, aldus dr. Van den Steen- hoven, is een zeer constructief element in het Eskimo-bestaan". Tegelijk met de sneeuw valt ook althans in. een groot deel van Canada de gehele win- terwaning van de Eskomo on aarde. Met het lange sneeuwmes worden grote blok ken uitgesneden die spiraalsgewijs de woning gaan vormen en waarvan het sluitstuk, de top, de gehele structuur stevig overeind houdt Spleten en voe gen worden met sneeuw gestopt, de wan den worden buiten met sneeuw bedol ven, de sneeuwgang waardoor men bin nenkomt, wordt aangelegd en binnen wordt de achterste helft van de vloer met sneeuw opgehoogd tot er een plat form ontstaat dat als zitplaats en bed kan dienen. De werkplaats voor de vrouw, de staanplaats voor de traanlamp, de plaats voor het te ontdooien voedsel, al les wordt van sneeuw gebouwd. Als de vloer na enige tijd door de bewoning smerig is geworden gaat er een verse laag sneeuw overheen, lekkende plek ken in het dak worden met sneeuw Twee Netsilck-vrouwen, kauwend op een stuk zoolleer tot dit soepel is ge worden. gedicht, sneeuw wordt bij gebrek aan ijs ontdooid tot drinkwater, en het vuil van de baby-luiers wordt met sneeuw geabsorbeerd". Er zijn diverse groepen Eskimo's die onder eigen namen bekend staan, meest al afgeleid van de plaats waar zii wo nen. In zijn bijdrage heeft dr. Van den Steenhoven voornamelijk twee groepen, genomen als uitgangspunt voor zijn be schrijving van het volk, de Netsilik- en de Kariboe-Eskimo's, die beiden leven ten westen van de Hudsonbaai. noorde lijk van de Canadese provincies Ma nitoba en Saskatschewan. Dit is geen be zwaar, zegt hij, omdat het traditionele denken en leven van alle Eskimo's on geveer gelijk is. De Netsilik-Eskhno's wonen in het uiterst onherbergzame gebied van de magnetische pool. Netsilik betekent „waar zeehonden zijn". Deze Eskimo's worden door hun buren gevreesd om hun moordlust. De Kariboe-Eskimo's leiden een geheel binnenlands leven, dat vol komen afhankelijk is van de kariboe, het wilde rendier van de toendra. Zij ge bruiken niet, zoals de andere Eskimo's^ zeehondentraan voor kook- of verwar mingsdoeleinden. Hoewel hun winter een van de strengste is van het noorden, kennen zij geen enkel stookmiddel. Hoezeer het leven van deze Eskimo's wordt beinvloed door de kariboe blijkt uit hun kalender. Enkele namen van de ze kalender zijn: Toekiliarvlk „Als de eerste in be weging komen". Dat is in de loop van april, wanneer de kariboe (Toektoe) uit het zuiden naar het noorden trekt Atervik „Als ze komen". Dit is be gin mei. De eerste kudden, met kalf- dragende wijfjes verschijnen. Kanralek „De twee sporten huid". De dikke lichte wintervacht van de toektoe valt uit en maakt plaats voor de fijne bruine zomervacht Dat is in be gin ]uli. Amerajarvik „Wanneer do gewei en hun vilt verliezen". Het is eind sep tember. Katagarigvlk „Wanneer ze hun ge weien verliezen". Begin december. Zo is er het hele jaar door de tijdsaan duiding via de toektoe. de kariboe. Zij jagen op het land achter de kariboe aan, met het geweer, en in rivieren en r-eren, gezeten in hun kajak, die be spannen is me<t kariboehuid. Dat is de manier van jagen die het meest eervol is. De jagers wachten soms dagenlang bij de oversteekplaats en als de kudden dan verschijnen peddelen ze in volle vaart .er op af. Hoe roemvol dat is zegt dr. Van den Steenhoven, blijkt uit de vele liederen, die er aan gewijd zijn, zoals het volgende van een oude man: Aja i-ja ajaja Het gelukkigst ben ik bij het terugdenken aan de jacht in de kajak. Bij de jacht te land was ik nooit zo'n beroemdheid temidden van Toektoe'» kudden. En een oud man die kracht zoekt in zijn jougd wil liefst maar denken aan de daden waarmee hij eens roem oogstte. Aja i-ja ajaja De Netsilik Eskimo's hebben een gro te faam op het gebied van de zeehon den jacht. De honderd kilo zware „netjerk" en de baardrob, die drie maal zo zwaar kan worden, komen het meest voor. Ze krabben, als 's winters de zee bevriest een gat om te kunnen ademen, want langer dan 20 minuten kunnen ze niet onder water blijven.' Ze komen voortdu rend bij het zelfde gat terug en als ten slotte het ijs een paar meter dik is heeft het ademgat de vorm gekregen van een pijp open water, zo diep als het ijs dik is en zo wijd als een zeehond. Daar elk dier meerdere ademgaten heeft moeten zoveel mogelijk gaten in het jachtveld elk door een jager bezet zijn. Het ja6 gaat dan als volgt: „Vroeg in do morgen gaan de uit het kamp, elk met zijn hond die Bjf traind is om ademgaten op te sP°re?j Zodra er een is gevonden, verwijdert O jager de kleine sueeuwkoepel boven luchtpijp en breekt het dunne laagje aan de oppervlakte weg, waarna hij P1?. een lange benen staf de ligging van waterpijp aftast. Want het is mogeWJr dat die pijp enigszins scheef ligt en he is straks bij de harpoenstoot noodz»* kelijk om zekerheid te hebben omtxe?e do ligging van het gat Nu wordt 0 sueeuwkoepel erboven weer geresta" reerd. Tenslotte hangt de jager in een <>P®' ningetje een „meter", heteij een dun ne benen pin, die in het water van u gat steekt, hetzij een stukje zwanedon dat op een stukje robbenvlees ós g5*®! ken. Nu kan het wachten beginnen, d» uren of zelfs een dag kan duren. Zodr» de opwaartse druk van het water waa'I ln de zeehond opkomt de „meter" do" bewegen, neemt de jager zijn harp"®" op en wanneer hij het snorkende adel" geluid hoort stoot hij toe en treft rw* doel, zonder de zeehond zelf te kunne zien. In de Eskimowereld spelen geesten zeer grote rol, er zijn talloze taboes vrees voor de kwaadwillende geesten- R oorsprong daarvan is volgens een silik-vrouw: „Vroeger groeiden de fcu deren op uit de grond, als bloemen. A les groeide uit de grond en de raens leefden van de grond. Er waren geen al ren om op te jagen. En men wisti n niets van alle strikte taboes die wU |L in acht moeten nemen. Want er dre den geen gevaren. Maar ook kende ra niet de genieting, die wij na een ^jgt dagtaak kennen. Toen gebeurde het u een weesmeisje in zee werd gewort^ toen mensen in aaneengesloten het fjord overstaken. Niemand trok z* iets van haar aan en ze werd in het t ter geduwd, toen zij probeerde ongera^ met de anderen op het kajak-vlot te men. Maar die slechtheid van and®1 deed haar veranderen in een maCÖ ^je geest, de grootste van alle geesten e wij hier vrezen. Zji werd Noeliajoek, de dieren maakte die wij nu jagen-,je5 zo nam zij wraak, want nu komt van haar alles wat wij vrezen en minnen voedsel en kleding, honge p slechte jacht, overvloed en gebrek gp kariboes, zeehonden, vlees en ®Pelc'toeP terwille van haar hebben de mensen alle taboes moeten bedenken, die ^eï(jeU ven zo moeilijk maken. Want nu vau zij niet langer van de grond maar schuw levend wild". De ontmoeting met de blanken 'jet- de Eskimo's, zoals voor zoveel p ge- blanke volken, verre van voordelig weestu Integendeel, men mag gerust „fataal" spreken. De GroenlanderS er onder Deens bestuur beter van a komen, dan de Eskimo's in het C'aua .^ji gebied. In het door de Verenigde pje* van Rusland gekochte Alaska zo best gesteld. Het officiële bele«* de V.S. stuurt recht op de ameriJt^jJisU' tie van de Eskimo's aan en negeert e jjei cultuur, taal en levenswaarden. clieeU' Is een cultuur, zegt dr. Van den hoven, die op het eerste gezicht s' j,e- gericht is op behoud van het naakt®jef staan, maar die over een rijk P° van diep menselijke expressie beS Dit rouwlied van een jager or".ziji>' zoon_ mag daar een voorbeeld v ,-teeïu Een man ging op weg, hij ging Hij liep in de kou, hij liep in de Hij ging naar de Heuvel. In de sneeuw zag hij iets liggen. gefP Het was geen haas. het wa ,h sneeuwn Iets kouds eu Handen staken omhoog uit de Voeten staken omhoog uit de ,s j0of De handen waren aangeknaagd De voeten waren geknaagd door wo"r De vader keek, keek zonder een -geji, w 1 te - en. Hij sloeg de sneeuw van die kt®r jé Hij blies op de ogen, hij blies op o Hij legde zijn hart er op, Zijn hart tegen het andere aar Maar de zoon bleef koud, bleei als een Onbeweeglijk als üs En drie nachten lang Kon de vader niet meer denkfu^gjt® Hij raakte de weg kwijt, Hij had geen licht meer, Geen licht meer in zijn hooiu- Nu, nu zingt de vader, Hij zingt met de anderen. En zij allen zingen: Zij zingen om de zoon. Kariboe-Eskimo's in Canada tijdens een zang- en dansavond. (Foto F. W, Goro, Life Magazine) „Panorama der volken" zal in drie de len een beeld geven van volken en cultu ren op deze wereld, van niet-westierse volken met name. Geen inventarisatie, geen encyclopedie, maar echt een pano rama van volken. Zo wordt in het voor woord op deze uitgave (Romen en zonen te Roermond) gezegd door dr. P. van Ernst, wetenschappelijk hoofdmedewer ker aan de Rijksuniversiteit van Gronin gen. Hij en zeven andere deskundige medewerkers geven in het onlangs ver schenen eerste deel een overzicht van volken in Amerika en Oceanië. Dit eerste deel is uitermate boeiend. Eskimo's, Indianen, Negers, Papoea's en anderen verschijnen in woord en beeld in hun politiek, religie, geschiedenis, cul tuur, kunst, economie, liefde en alle an dere aspecten die hun leven vormen. Het boek is bestemd voor vakman, stu dent, leraar en onderwijzer, zegt dr. Van Ernst, maar vooral voor een iedei* die meer wil weten van de vele anderen, waarmee hij samen op een wereld woont. Met dit laatste kunnen we het -olledig eons zijn. Wie zich interesseert voor die verre, reemde volken, die tegenwoor dig steeds nee- in de belangstelling ko men, heeft te- „Panorama der -olken" een kostbaar -«zit. In bijgaand verhaal -s een (kleine) greep gedaan uit het interessante hoofd stuk dat dr. G. van den Steenhoven, lec tor aan de universiteit te Nijmegen, I schreef over de Eskimo's. Elk van de drie delen kost 35 gulden. Bij inschrijving op alle drie ls de prijs 32 gulden per deel. Deel 2 en 3 zullen dit jaar verschijnen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1965 | | pagina 18