AUTO'S BEOORDELEN
lco de Jong
„Autovisie"
Plezierige ervaring
met heel moeilijke
gevallen"
Han Hugenholtz
(„Wereldkroniek" en F.D.)
Fascinerende bezigheid
l
(tap Jongejans („De Auto"):
fe
H
een
oeilijk vak
Erik Bron „Auto-revue"
„IDEAAL NOG NIET
GEVONDEN"
C. WOLF
(„Autokampioen")
„Tweede road-test"
SMAKEN VERSCHILLEN'
J- v
Joop Overkamp
(„Arts en Auto"):
Personenauto's
tt><
Buitenlandse ervaringen ZOais het
Hartewens
E
V i
NICO DE JONG:
wweRfk
I Jongejans schrijft de
Vl "^uto-analyses" in het blad
Van de KNAC, „De Auto"
dit in samenwerkin8
jW Technische Dienst van de
V*. Ned. Automobiel Club. Hii
een kaard en is bedacht-
^ïLen mijmert: een auto kie-
Ukt een heel klein beetje op
S van een Pakje sigaret-
een flesje parfum. Hon-
ar?ma's, honderd geurtjes.
zen mees^e mensen
fw. r aarzelen hpt pakje siga-
Eaar hun smaak. De mees-
°U\ven kopen een parfum.
^Past bij haar type (en bud-
jOV
JAAP JONGEJANS
HUGENHOLTZ
DOOR VIC SNIEKERS
ONS LAND TELT een handjevol ervaren road-test-
schrijvers: dat zijn automobiel-kenners, die in de
autobladen en soms ook in andere periodieken hun
mening over een bepaalde auto weergeven. Zij proberen
dat zo objectief mogelijk te doen. Van „omkoperij" of zelfs
van pogingen daartoe is geen sprake. Gelukkig. Er zijn
landen, waarin men zich met een minder objectieve „auto
pers" tevreden moet stellen.
Het spreekt vanzelf, dat ook de fabrikanten gebaat zijn
bij een zo objectief mogelijke beoordeling. Het mag dan
soms wel eens hard zijn, als een „kritiek" voor een bepaald
type auto wat onfortuinlijk uitvalt: de ervaring heeft ge
leerd, dat de beoordelaars in de meeste gevallen gelijk heb
ben en maar heel zelden grijpt de fabrikant nijdig naar het
„wapen", dat hem ten dienste staat, het opzeggen van zijn
advertentie-contract.
„geval" met Volkswagen en het Duitse consumen
tenblad D.M. hebben geleerd, hoe een conflict
tussen een blad en een autofabriek zich kan toespitsen. Het
blad publiceerde een test van de Volkswagen 1500 en de
fabriek was het daar helemaal niet mee eens en eiste een
omvangrijke schadevergoeding. In ons land bestaat op der
gelijke botsingen weinig kans: voor een deel is dit te
danken aan de grote mate van objectiviteit, welke de road-
test-schrijvers in hun stukken proberen te bewaren.
Wie zijn de auteurs van deze road-tests? Enkelen zullen
wij op deze pagina voor het voetlicht halen.
ERIK BRON
BETER LATER
JAMMER
ZELF KOPEN
VERANDERING
C. WOLF
1
JOOP OVERKAMP
Alles
over
auto s
DE JONG schrijft de uitvoe-
in het weekblad
Hij doet dat serieus en
vraag, of een persoonlijke voor-
',L. testrapporten
n„ ^°visie". Hij d
L Vraag, of eeii yc, »w,ihijhp vuu,-
lijj, hem nimmer parten speelt, zegt
lw "Een persoonlijke voorkeur is na-
L 'jh nóóit helemaal uit te scha
lt^ Maar ik probeer het uit alle
*>ij t te doen. En ik meen daarin
Roed te slagen. Het testen van
•li^ Mtto is verdraaid moeilijk. Je
V steeds weer proberen, fris en
W v°hroordeeld tegenover een wa-
te staan.
H
5e(. "e objectiviteit altijd kan wor-
^handhaafd? Dat zou kunnen, als
Vasten niet door mensen maar
'ill-. c°mputers werd gedaan. Natuur-
'h heb er een gewoonte van ge-
een testwagen óók door an-
Personen te laten berijden. Per-
ViH 1 die in geen geval tè trouw aan
%.(j ®igen merk mogen zijn. Hun
geeft geen doorslag, maar kan
Waardevolle gezichtspunten op-
Of de autofabrieken altijd voldoen
de meewerken? Dat is niet in het al
gemeen te beantwoorden. Sommige
voorbeeldig, andere maar héél moei
lijk. Er zijn bepaalde automobielen in
Nederland, waarvan de importeurs
eenvoudig niet kunnen meewerken, om
de eenvoudige reden, dat er zo ver
schrikkelijk weinig wagens worden
verkocht, dat een demonstratiewagen
in de meeste gevallen niet aanwezig
is. Toch heb ik zelf juist in derge
lijke „moeilijke gevallen" de meest
plezierige ervaringen gehad en wer
den mfl soms privé-wagens van direc
teuren e.d. uitgeleend."
De heer De Jong is zijn leven lang
al auto-enthousiast geweest, heeft mas
sa's verschillende auto's bezeten, werkt
sinds 1 januari 1962 bij „Autovisie"
als technisch adviseur en bezit zelf
een Austin Glider. „Dat zegt weinig"
vindt hij, «want ik ben op het gebied
van auto's ontzettend wispelturig. Ver
ander in hóóg tempo. Ik heb de bes
te, zéér tedere herinneringen aan
het Austin Coopertje, dat aan deze
Glider voorafging. Eigenlijk is dat
m n auto!
HAN HTJGENHOLTZ is directeur
van het circuit van Zandvoort
cn een bekend auteur van road-
tests. Hij heeft in totaal nu al
826 wagens getest en daarbij 257.714
kilometer test-kilometers afgelegd. Zijn
publikaties verschijnen op het ogen
blik in de Wereldkroniek en in het Fi
nancieel Dagblad. Zelf zegt hij er dit
van:
Het testen van auto's ls een fasci-
Alleen maar leidraad"
kA ó6i?s5?rtiment heeft de autowe-
"^Tussen do 8500 en de 35.000
WU een verkeerd pakje siga-
lhissen de 2- en 8-persoons,
St' Al»6, 8.5 en de 295 kilometer per
,VÏ®h Wü een verkeerd pakje siga-
%'ig ^®Pcn, hebben wij een-vpf-en-
®cw®rspeeld. Bij een auto gaat
V *0ri5 °m duizenden guldens. Daar-
!V' wij raad. Bij familiele-
|'h ®)th«l2ea'8. Wttertafelvrienden, bij
Vk, van KNAC of ANWB of
Naschrift. Om zekerheid te
de vraag: is-ie-wel-goed.
ka^est- aldus de heer Jonge-
s Öhi DUt ,tt>o o r» t -rr\ nr» ifAlln.
geven. Het is een test op
'Jk' Zó')?1®* een jarenlange gebruiks
ei test zegt iets over het ge-
auto. Het verbruik van
maar niet over de duur-
VHm' De topsnelheid kan geme-
d6en> maar niet de levensduur
«„.huw Waterpomp. De „woon-
Wordt beoordeeld, maar
aantal kilometers, dat de
hrv* Kuometers, aai ue
Uithouden. Er kan daar-
n oordeel worden gegeven
U» e ensduur. Technische Dien
ars.9 verkeersorganisaties heb-
°ver wel informatie.
et kost overigens grote moeite,
om een werkelijk slechte auto
te vinden. Het kost geen enkele
moeite, om een auto te vinden,
die voor u allerminst geschikt is, het
geen de verkoper overigens wellicht
minder snel geneigd zal zijn toe te
geven.
En hier toont de road-test zijn nut.
De auto wordt bekeken op alle punten,
die de toekomstige bezitter aange
naam ot onaangenaam kunnen zijn.
Of die punten inderdaad voor u be
langrijk zijn, is iets, dat uzelf dieni
na te gaan.
Een goedé roadtest geeft een aspi
rant-koper een wapen in handen.
O Die en die punten kunnen las
tig of extra plezierig zijn. Daar ga
ik tijdens de proefrit op letten.
O Misschien vind ik het niet zo
erg, dat de motor bij hoge toeren
tallen lawaai maakt zover kom ik
niet. Misschien zitten de stoelen voor
iedereen ellendig, maar juist voor
mij goed...
O Misschien vind ik het wel pret
tig, dat het stuur zwaar gaat Dit be
tekent, dat een roadtest nooit een
voor iedereen geldend oordeel kan
geven. Het is meer een beoordelings
leidraad.
Daarbij gaan wjj er bij een bepaal
de auto van uit, dat althans de klasse
door de autokoper wordt aanvaard.
U begrijpt, het heeft geen zin om als
er een Amerikaanse auto van vijf en
een halve meter aan bod is, te schrij
ven, dat parkeren moeilijker gaat dan
met een Mini.
Men kan hoogstens zeggen, dat de
betreffende auto in zijn klasse opvalt
door goede of slechte manoeuvreer
baarheid.
vraagt, of er geen risico be
staat, dat de persoonlijke smaak
van de tester een ro! gaat spe
len. Wel, juist omdat men steeds
in de huid kruipt van de automobi
lisme), die belangstelling heeft voor
een bepaald type auto, is dit risico
gering. Het gaat niet om de keuze
tussen een Fiat 500 en een Ferrari.
Om alle punten aan de orde te bren
gen, worden de auto's, die door „De
Auto" worden getest, door meer dan
een man gereden. Door samenwer
king van ae Technische Dienst van
de KNAC beschikken wij over de er
varing van minstens vijf experts, die
ieder onafhankelijk van elkaar een
rapport inleveren. De punten, waar
over men het eens is, zijn zonder
meer plus of min punten. Vervolgens
komen er een paar discutabele punten
aan de orde alsmede een reeks, die
niet naar de goede of slechte kant
uitsteken.
Aan de hand van deze rapporten
wordt de road-test („auto-analyse"
noemt „De Auto" dit) geschreven.
De gebruikseigenschappen vau de ge
analyseerde auto komen op deze wij
ze zo objectief mogelijk naar voren.
Als steun voor de aspirant-koper en
niet als een oordeel „aanbevelens
waardig" of „niet aanbevelenswaar
dig". Omdat er weinig slechte maar
veel ongeschikte auto's bestaan.
nerende bezigheid. Maar het vereist
natuurlijk óók een langdurige erva
ring met autorijden en een grote dosis
technische kennis en feeling. Boven
dien moet een goede tester voortdu
rend van allerlei nieuwe constructies
op de hoogte blijven en technische te
keningen kunnen „lezen". Ik ben gaan
autorijden in 1935 en pas in 1954 ben
ik voorzichtig begonnen met testen.
De medewerking van de zijde van de
importeurs en de fabrieken is bijzon
der groot en men getroost zich veel
moeite de testwagen in goede staat
voor de proef af te leveren. Alleen
de bandenspanning klopt zelden
Ik geloof wel, dat ik meestal objec
tief ben, al zullen natuurlijk persoon
lijke voorkeuren wel een rol spelen.
Zo houd ik beslist niet van voorwiel
aandrijving. Het is echter zelden no
dig bepaald Iets slechts van een wa
gen te schrijven, oandat men geen
echt slechte auto's meer-bouwt (maar
slechts héél enkele echt goede!). In
het algemeen kan men slechte eigen
schappen voldoende uit de cijfers van
de metingen halen. Ik probeer mij in
een testwagen altijd te verplaatsen in
de gevoelens van de man, die net
een auto heeft gekocht. Ik laat mij
niet beïnvloeden door incidentele fou
ten als slechte afstelling van remmen
of carburatie, doch probeer zoveel mo
gelijk een eerlijke beoordeling van de
wagen als typerend voor zijn serie te
geven.
U vraagt wat ik zelf rij? Wel, lk
heb een Ford Cortina met anderhalve
liter motor een auto die zich dank
zij wegligging, besturing en accelera
tie laat rijden als een sportwagen. De
bak schakelt licht, binnenruimte en
bagageruimte zijn bijzonder royaal en
ik vind het een veilige auto."
ERIK BRON is de „auto-tester"
van het blad „Auto-revue". Hp
is geboren in Haarlem en werk
te van 1948 tot en met 1962
in Zweden als automobieljournalist
voor vakbladen, dagbladen en week
bladen. Dankzij zjjn ervaringen in
Zweden maakt h|i graag vergelijkin
gen met de situaties in Nederland.
„Ginds", zegt hij, „vindt men auto
bladen met oplagen van 200.000 tot
400.000 stuks. Daar heeft men ook de
commerciële mogelijkheid om goede
tests te maken. Men ls er tronwens
toe gedwongen, want het Zweedse pu
bliek is erg kritisch en technisch zéér
geïnteresseerd."
„In Nederland vinden nog steeds
verschillende bladen het 't belang
rijkst. als éérste blad een nieuw
type wagen te testen. Persoonlek hecht
ik geen waarde aan dergelijke pri
meurs. Beter is het, enige maan
den later te komen en dan met een te
verantwoorden test van de betreffen
de wagen. Het ideaal voor een road
test in de Nederlandse vakbladen is
volgens my nog niet gevonden. Ik
weet echter, dat ook myn collega's
hun best doen, om volgens hun eer
lijke overtuiging het publiek zo goed
mogelijk in te lichten.
De moeiiykheid by vele Nederland
se vakbladen is echter de betrekkeiyk
kleine oplagen. Men is niet alleen af-
hankeiyk van de lezer, de abonnee,
maar ook van een bepaalde groep
adverteerders. Wij hebben verantwoor
ding tegenover onze lezers. Die ver
wachten in onze artikelen consumen
tenvoorlichting," aldus Bron.
Zo vindt hy het jammer, dat de
meeste importeurs in overleg met de
RAI hebben besloten, dat 4 k 5 dagen
ryden voor een automobieljournalist
meer dan voldoende ls, om zich een
objectieve mening over een auto te
vormen. (Enige Importeurs storen
zich daar niet aan, en geven de wa
gen tenminste een week). „De journa-
list-roadtester heeft zelden de ge
legenheid om elke dag voor z;jn test
te benutten. Hy moet ook nog achter
zpn schryfmachine zitten en wat an
dere karweitjes verrichten. Het ge
volg ls, dat hy zpn wagen misschien
slechts enige honderden kilometers of
hooguit duizend tot tweeduizend kilo
meter rydt en dan een oordeel moet
vellen."
„Het ideaal zou zyn," aldus Erie
Bron, „als wy meer wagens tot onze
beschikking zonden hebben. Deze zou
den dan ook door de ingenieur, de
huisvrouw, een monteur of mensen
uit andere beroepen moeten worden
gereden. Uit de verschillende rappor
ten zou men dan een objectieve be
oordeling kunnen samenstellen.
Het Duitse consumentenblad DM
byvoorbeeld kent deze „afhankeiyk-
heid" niet. Het blad koopt wagens
by een willekeurige dealer en rydt
deze dan zo'n 50.000 kilometer, ty-
dens welke periode steeds weer rap
porten worden geschreven. Men is niet
te technisch en schrijft vooi het bre
de publiek in begrijpelijke taai. Wan
neer dat Duitse blad zyn testen
maar niet tot journalistieke slagnum
mers had willen maken en de testwa
gens meer realistisch zou rijden, dan
was men daar op de goede weg Men
kan het daar ook doen, met een
voor Nederland ongekende oplage en
betrekkeiyk weinig adverteerders.
Jammer echter weer, dat die oplage
alleen groeit door de sensatie-honger
van het publiek.
U vraagt my r.aar onze objecti
viteit. Natuuriyk proberen we
in het algemeen zo objectief mo
gelijk te zyn. Maar blazen we
de goede eigenschappen van een wa
gen wel eens niet te veel op en lopen
we niet tè gemakkeiyk langs minder
acceptabele details heen? Hechten we
niet een tè grote waarde aan byvoor
beeld tienden van seconden, wanneer
het om acceleratie gaat, of de inhoud
van een bagageruimte, en vergeten
we niet, dat het acceleratievermogen
van een auto zelden wordt uitgebuit
(ik denk alleen al aan de veel te la
ge passeersnelheden, waar je hier da
gelijks op de snelwegen mee wordt
geconfronteerd) en dat de bagageruim
te eigenlpk maar een enkele maal
per jaar ten volle wordt benut?
Dat is dan de hand in eigen boe
zem. Nog een algemene opmerking.
Slechte auto's worden praktisch niet
meer gemaakt. Wét een slechl exem
plaar. Met een auto koopt men ook
service. Daaraan ontbreekt het nog
wel eens. Het is daarom belangrijk
te onderzoeken, of de dealer van het
door u uitgekozen merk u ook de ser
vice kan geven, waar u recht op hebt.
Tot slot. Welke auto ik zelf ry?
Als „dienstwagen" by „Autorevue"
heb ik een Citroen ID 19, die ik als
een ideale wagen voor lange afstan
den voor myn gezin (vrouw en vier kin
deren) beschouw. Ik ben echter ook
een zeer grote Voivo-fan. Gedurende
myn jaren in het hoge noorden heb
ik honderdduizenden kilometers met
wagens van dit merk onder alle mo
gelijke en onmogeiyke omstandigheden
gereden.
Voivo is naar mijn mening kwali
tatief een van de beste wagens in
z(jn prijsklasse. Ja, en dan vind ik
het type stationcar van welk merk
dan oêk, nog altijd de beste gezins-
en allround wagen. Helaas deugt by
vele mensen dit type niet, vanwege
het status-symbool. Maar daar zal nog
wel eens verandering in komen...
De heer C. WOLF is de man,
die de testrapporten In „De
Autokampioen" van de
A.N.W.B. samenstelt. Hy
doet dit in nauwe samenwerking
met de redactie van „De Auto
kampioen": vorig jaar namen ze
samen zo 29 auto's onder de loupe
en het ziet er naar uit, dat het er
dit jaar nög meer zullen worden.
„Natuurlijk proberen we het alle-
caal zo objectief mogeiyk te
doen," vertelt hij. „We hebben een
auto gemiddeld tien dagen en
eigenlpk is die tijd nog te kort.
Eerst geven we de auto een vol
ledige techno-keuring. Dat is soms
wel nodig ook. Het klinkt gek,
maar het komt meer dan eens
voor, dat zo'n auto, die door een
fabrikant of importeur voor een
test wordt uitgeleend, niet eens be-
hoorlpk, volgens fabrieksvoorschrif-
ten, is afgesteld. Is dat eenmaal
gebeurd, dan gaan we met de auto
rijden. We proberen er in totaal
2.000 kilometer mee te rijden. Het
is onmogelpk, om in het westen
van het land nog behoorlijk metin
gen te doen. Daarvoor is het ver
keer veel te druk. Als je even
moet afremmen, byvoorbeeld voor
een inhalende voorligger, moet je
weer helemaal opnieuw beginnen.
Jammer, dat we hier geen specia
le testbaan hebben. In deze tests
gaac zeer veel tijd zitten. We me
ten alleen op droog wegdek het
mag dus niet regenen. En het mag
ook niet te hard waaien, want al
meten we wind-mee èn wind-tegen,
je krijgt dan toch geen zuiver
beeld, omdat wind-mee de handi
cap van wind-tegen niet volkomen
„goedmaakt"."
Hoewel de technische dienst
van de ANWB over zeer veel
apparaten beschikt, om de
auto's te testen, zegt de
heer Wolf: „Het is jammer, dat
er niet nog meer dingen zpn, die
met apparaten meetbaar zyn. Dat
zou de objectiviteit nog meer ten
goede kunnen komen. Nu moet je
vaak afgaan op een persoonlpke
indruk. We proberen ook op die
punten zo objectief mogelyk te
zpn door met verschillende men
sen de indrukken te bespreken en
er, als het nodig is, over te dis
cussiëren."
Zpn hartewens: de (meestal
praktisch nieuwe) auto's, die we
hier gehad hebben, na zo'n 30.000
éi 40.000 kilometer nog eens hier te
rug zien, nadat ze vakkundig zpn
bereden. En ze dan nog eens tes
ten.
O ja, uit de testrapporten, die
in „De Autokampioen" verschp-
nen, vloeien wei eens meningsver
schillen voort, bpvoorbeeld met
dealers. Dat risico loop je natuur
iyk maar we zpn ervan over
tuigd, dat we het allemaal zo ob
jectief mogelpk doen. Als privé-
auto houdt de heer Wolf er een
2 CV op na. Erg vaak zit hp daar
overigens niet in. Meestal „werkt"
hy achter het stuur van een road-
test-wagen.
JOOP OVERKAMP ls chef van de
technische dienst van de Vereni
ging van Artsen-Automobilisten en
beoordeelt de auto's in het blad
„Arts en Auto". Hp is theoretisch-
praktiscli geschoold in Apeldoorn
in 1924 reeds een voorloper van de
tegenwoordige autotechnische school
en zijn verdere autotechnische kennis
groeide via zelfstudie, open oog en
oor. Aan zpn oordeel over auto's
wordt door vele artsen in ons land
véél waarde toegekend. Vindt hp het
beoordelen van auto's moeilpk?
„Het beoordelen door iemand, die
praktisch van alle deugden en on
deugden van bestaande automobielen
op de hoogte is, is niet zo moeilpk,
wat de rp-eigenschappen betreft. Een
rognose stellen over de deugdzaam-
eid van een nieuw exemplaar is ech
ter een moeiiyke zaak," zegt hy. „Be-
langryk is daarby, voor wie een oor
deel bestemd is. De ene automobilist
heeft nu eenmaal andere noden en
verlangens dan de andere. Men kan
prestaties meten, eigenschappen aan
voelen en de afwerking van het in-
terieur bewonderen, maar geen enke
le beoordeling is los te maken van
het persooniyk Inzicht van de tester.
Om objectief te kunnen oordelen, mag
nimmer de kostprijs uit het oog wor
den verloren.
Gelegenheid tot het beproeven van
nieuwe modellen wordt door de fa
brieken ruimschoots gegeven, terwyi
importeurs ln het algemeen, ook wat
bestaande modellen betreft, geen en
kel verwyt gemaakt kan worden.
U vraagt of de objectiviteit altyd
kan worden gehandhaafd. Natuurlpk
kan dat, maar het is in grote mate
afhankelijk van bepaalde factoren.
Primair is de mentaliteit van de tes
ter. Mooi praten is veel gemakkelpker
dan op eerlpke en deskundige wpze
veroordelen. Verder speelt de positie
van degene, die een oordeel vormt,
een belangrijke rol. Staat hy vry ln
zpn oordeel? Zpn er geen nevenbelan-
gen? Zoals gezegd, is geen enkele be
oordeling los te maken van het per
soonlijk inzicht van de tester. Het
„smaken verschillen" geldt ook voor
deze lieden.
Persoonlijk rpd Ik de Volvo 122 S,
hoewel dit beslist niet de enige
wagen is, waarnaar mpn hart uit
gaat. De goede kwaliteit, goede
ry-eigenschappen en vooral de gro
te body-beveiliging door de bpzonder
stevige carrosserie, hebben mp doen
besluiten deze wagen te nemen. Als
voormalig Mercedes-enthousiast, mis
ik hier de soepele vering, maar heb
daarvoor een gemakkelpker parkeer»
mogelpkheiu terug.