TOM POES en de vuursalamander
alles tLkan met celaiiiw velpon
PROBLEEM IN
AERDENBERG
Bij na blinde
Arrow
Axworthy
verrassend
naar zege
Alfredo
I
HET VALSE HOOFD
0
v>
K
HET VERWENSTE LAND
1
B©INC^/
Pelsjagers van Rio Pecos
ALS U HET
VRAAGT
w/m/'/m!,
I
door
Marten
Toonder
HET GROENE LUIPAARD
Uitslag
Songfestival
WOENSDAG 17 FEBRUARI 1965
I
5379 Tom Poes had al een poosje niets van heer Ollie
gehoord en daarom besloof hij die morgen om hem eens
een bezoek te gaan brengen. Ver hoefde hij niet te lopen;
voordat hij de weg naar Bommelstein in kon slaan kreeg
hij de gestalte van zijn vriend reeds in het oog. Het was
duidelijk, dat heer Ollie in een uitstekend humeur ver
keerde, want hij stapte monter voort, terwijl hij losjes
met een brief zwaaide.
„Geheime krachten!" riep hij reeds van verre. #,Ik
heb altijd geweten, dat ik die in mij had. En nu zie je
maar eens".
„Ik zie niets", zei Tom Poes verbaasd. „Wat bedoelt
u?
Heer Bommel hield de pas in en verborg de enveloppe
haastig op zijn rug.
„Zie je niets?" vroeg hij. „Des te beter. Dit alles is
erg geheim en niet geschikt voor jeugdige lieden. Maar
als je het wist, zou je er van staan te kijken, hoor".
„Tjonge", zei Tom Poes. „Jammer, dat ik het niet we
ten mag. Maar als het zo geheim is, zal ik er niet verder
naar vragen".
„Het is wat moois," hernam heer Ollie betrekkend.
Stel je zó weinig belang in de dingen die mij bezighou
den? Ik krijg een brief van een verborgen genootschap
over mijn verstopte verogens en het kan jou niet sche^
lenl „Grote meester", staat er boven het schrijven en ze
nodigen me uit om vannacht bij het oude kerkhof te ko
men. Maar jij blijft er koud onder. Goed hoor, ik zal je
er niets over vertellen en de eenzame, grote weg van
heer gaan. Het is trouwens geheim!"
een
door OLAF J. DE LANDELL
Na deze woorden vervolgde hij zijn wandeling,
Poes verbaasd achterlatend.
Tom
„Ik begrijp er niet veel van", mompelde deze. „Ver
borgen genootschapHm! Het lijkt me toe, dat heer
Bommel weer bezig is zich moeilijkheden op de hals te
halen....
k ui
Hè//
euj
1/urG! GcS HU
/U oe AUTo
SPPlMGT, tS
ACCES
mislukt/ ac
ces JS M/S-
LUKT/
t/ftf HAft/Af kijk DAAtZ
eens/ gem opaak, dis
UJare/z spuwt; wat
agcacheu/jk/ ha!
ha! ha!
h/j u/er Mesp ae
Kijk c/e-
l/etz gems,
Suze!
Hup!
KARL MAY
De Wadders
Lezers schrijven de krant
Mte Dooe-
ZOEK?
VLAANDEREN
vvx-»::. y::;
Advartaou*
(Van onze paardesportmedewerker)
ver-
Cppyrigh» P. I. B. Boa 6 Copenhagen
MOCO
76.
Op den duur begon het me ontzettend te vervelen. Er bleef niemand komen.
De stemmen waren weggewandeld. Het was meer dan doodstil, en mijn rug
deed pijn van dat zinloze gebukt staan. M'n handen kleefden van het vet en
ik kreeg de stellige indruk, dat ik voor gek stond. Het is naar mijn mening
altijd vervelend, op een afspraakje te wachten, dat de tegenpartij blijkt te
vergeten.
Ik rechtte mijn rug en leunde maar eens achterover, om m'n spieren te
restaureren. Gaapte eens. Keek naar de lucht, luisterde nadrukkelijk. Alles
zonder succes. Toen veegde ik mijn handen af aan een dot poetskatoen en
bekeek de omtrek met wat meer oprechtheid. Ja, het was stil en verlaten,
zonder mensen, zonder vogels of andere dieren, leek het wel. Nog nooit
heb ik een bos zo saai gevonden. De hemel was burgerlijk alledaags, zonder
iets bijzonders. De bomen stonden gewoon op hun plaats, er was niet het
minste opvallends te onderscheiden. Ten einde raad boog ik me maar weer
over de motor; onderzocht, of ik een goede daad had verricht met het losruk
ken van dat draadje en constateerde met voldoening dat de toeter niet meer
ging.
Ten slotte besloot ik, alle bougies op de tast vet te maken, want zou die
bedreiger van mijn leven ooit komen, dan mocht ik wel zorgen, ter ere van
Terry's roep van slimheid, dat ik een degelijk excuus had voor zo'n lang
oponthoud.
Toen ik er drie had bewerkt, schramde ik 'n vinger aan iets scherps, en
dat maakte me zo woest, dat ik hardop „stik" zei. En alsof op dit wachtwoord
een volgend tafereel moest volgen, tikte een harde zakelijke vinger op mijn
schouder. Ik schrok zo, van louter verwachting, dat ik met mijn beide benen
van de grond sprong.
Achter me stond een lange magere man, met een verfomfaaide hoed diep in
de ogen.
„Kapot?" informeerde hij.
'k Moest me beheersen, om niet te zeggen: „Je bent laat." In plaats daarvan
trachtte ik onbevangen te glimlachen en antwoordde: „Ja. Bougie vet, geloof
ik, en nog ietsSnap het niet
Hij zweeg even en bekeek me vanonder zijn vogelnesthoedje.
„Moest u nog ver?" vroeg hij voort, met een zware stem zonder veel uit
drukking.
Ik hoopte in stilte, dat ik nou maar niet aangeklampt was door een dood
gewoon dorpeling, zodat mijn aanvaller zou vluchten als hij zag, dat ik niet
alleen was.
„Och, een eindje nog.legde ik vaag uit.
Hij leunde tegen het spatbord van mijn linker achterwiel, en bevredigde
zijn nieuwsgierigheid nog vollediger: „Staat u al lang zo?"
„O, al een tijd," zuchtte ik. Begreep nu, half tot mijn teleurstelling en half
opgelucht, dat dit een gewone man was: zijn conversatie toonde die typische
opbouw van logische gevolgtrekkingen, welke het mogelijk maken, een half
uur te praten over een wolkje - dat - aan - de - hemel - zou - zweven, - als -
de - zon - niet - geschenen - had, - en - anders - zou - dat - wolkje -
geregend - hebben - en dat - zou - goed - voor - de - planten - geweest -
zijn, - maar - zon - is - ook - goed - voor - de - planten.
Vermoedelijk zou hij als volgende -vraag stellen, of er al die tijd niemand12, 29, 14, Cov 80, K 1Z7. ber,
langs was gekomen. En ik zou daar bevestigend op antwoorden. Ik besloot, ,Y r™20U?.?!&s'pl'terhof- 3 Bu^
daarna weer eens aan mijn bougies te morrelen, en de man te lozen, want horton W 59 PI 35 41 20 'cóv. 96 h
mijn aanrander moest langzamerhand toch wel op hete kolen zitten. 257 Trio 11978 «r
„En al die tijd niemand gezien?" vorste de man. Samospriis, 2040 m: 1. Barongale y
(Wordt vervolgd) j 319
HILVERSUM, 18 febr. Tranen
blijdschap kwamen pikeur Wim Had
in de ogen, toen hij gisteravond de Ja
ste ere-ronde mocht rijden. Met de
na blinde Arrow Axworthy had hij e.
rassend de finale van de Tokayerprijs 8
wonnen. Bij de tweede bocht had 331 f
cheflower de leiding overgenomen, J»
hij was rustig blijven volgen en kl°he.
haar in de eindsprint met halsleng
In de eerste serie had Arrow Ax<j
thy al voor een grote verrassing geZ°^
toen hij met een felle eindsprint tuS.,e,
Alex Norton en Adelaar S doorspur
De favoriete paarden Bea, Bergen
rie en Bea Princess waren al heel ga
van de kaart geweest
Er waren meer verrassingen. Zo w
Barongale T, die zondag jl. bij zijn
buut al een goede tweede plaats had b
lopen. Dat zijn aanhangers nu winn<-
18,10 uitbetaald kregen, zal hun
tegengevallen zijn. {i.
Zoon van Kievit kwam in het h°"
nummer als een soort deus ex mach
de strijd beslechten, die Zeeadelaar
Xanthos Narciso en Zee allang voer a
Op de laatste meters werd Zeeadelaar
uitgeschakeld, terwijl Zee zich aan t#
galoppades schuldig maakte in zijn U
om voorbij Xanthos Narciso te koh>
Dat kostte hem ook de derde prija.
Xenocraat dankbaar kwam innen.
De uitslagen zijn (toto per tien eenhe
den)«r-
Tokayerprijs, 2000 m, le serie: 1
row Axworthy, 1.29.2; 2. Adelaar S,
Alex Norton. W. 200, PI. 73, 143, Cov.
|K 2017. 2e serie: 1. Blanchefloor, U"-,
12. Zele Toreador; 3. Caroline. W 19.
2. Belona F; 3. Comeback
WflMMeee dui-cie
"SPEoeTje SM Dfi
eeFGeNflMSM.i op
"De oicTflToe 6nj
De PADDeSToeu,
GecezsM HeSBeM,
Kewesi Jüt-L.ie de
ze DB06V1G6
PfCUUR..
reetJ.~ js e/z\
ZGUE/Z VAM, DAT
U «IJ?');.4 li
SWAN RATINES SYNDICA Tl
A
dra. W 181, PI 28, 16, 28, Cov. 57, K 8
Xeresprijs, 2000 m, le afd.: 1. AP°
H, 1.25.9; 2. Zoranus Axkit: 3. Y Y B®
over. W 50 PI 18, 20, 49, Cov. 44, K
Sberryprqs, 2020 m: 1. Zoon van
vit, 1.25; 2. Xanthos Narciso; 3. Xenocra
W 15, PI 13, 14, 29, Cov. 31, K 29, Trio 7^;
Xeresprijs, 2e afd.: L Adios K, W'pj
2. Amad Kinley; 3. Art Erebus. W 47,
21, 22, Cov. 50, K 138.
Finale Tokayerprijs: 1. Arrow AxTOK
.thy, 1.27.1; 2. Ëlanchefloor; 3. Zele Tof,
ador. W 119, PI 18, 14, 14, Cov. 63, K
80 In een wolk van stof en gruis rolde ik de steil
te af en kletste half verdoofd naast het rotsblok
neer, dat gelukkig naast mij de berg af was gerold,
anders had ik het niet naverteld. Het duurde enige
ogenblikken, eer ik mijn bezinning terug had. Toen
waren de Ponkas nog maar enkele passen van mij
verwijderd. Ik sprong overeind, schoot mijn revol
ver af en wierp mij op Swallows rug. De indianen
stormden, onder het uitstoten van woeste kreten,
achter mij aan. Bij het vuur trof ik geen enkele ja
ger meer aan, maar toen ik doorreed naar de in
gang, kwamen zij mij tegemoet. „De Ponkas ko
men! In de holen!" riep ik. Dit toch was de enige
mogelijkheid om tegen een dergelijke overmacht
nog een kans te maken. In de rotsholen kon men
ons niet overvallen en bovendien konde» wij van
hieruit het hele dal beschieten, zodat wij dan nog
een kans hadden het dal van indianen te zuiveren,
door eenvoudig alles weg te schieten. Ik stormde,
onder herhaling van mijn kreet, reeds in de rich
ting van het hol dat mij tot slaapplaats had gediend.
Maar het was al te laat. Ik had mij wel in veilig
heid kunnen brengen, maar ik zag Old Firehand,
Harry, Will en Dick door een groot aantal vijan
den omgeven. Ik snelde hen te hulp.
52 „Dit is dus het Haantjesplein,"
sprak Piet Loeris, toen hij met Sien-
tje en inspecteur Parbleu eindelijk
in het befaamde modecentrum van
Parijs was gearriveerd: „We zullen
ergens met onze speurtocht moeten
beginnen!" Hij wees naar een beval
lig gebouwtje, waar met sierlijke let
ters „Paultje Poularde, in dames
mode" op geschilderd stond: „Laten
we daar maar eens naar binnengaan".
,0, dolletjes!" juichte Sientje: „Mis
schien is er wel een modeshow aan
de gang! Dan moeten we zorgen, dat
we op de eerste rij komen te zitten,
meneer Loeris!" De detective keek
haar vermoeid aan. „Sientje, waar
zit je verstand? M'n oom Johan zei
altijd: Vrouwen kunnen méér beder
ven, dan een man kan verknoeien!
En zo is het! We moeten ons juist
heel onopvallend gedragen. Wanneer
snap je dat nou eindelijk?" Met een
verongelijkt gezicht stapte Sientje
achter hem aan het gebouwtje bin
nen. Dit bleek aanmerkelijk minder
eenvoudig te zijn, dan zo op het oog
leek. Net, toen ze de glazen deur wil
den doorgaan, die naar de bestibule
leidde, versperde een met gouddraad
bestikte proter hen de weg. „Hola, wat
mot dat?" snauwde hij: „Hebben jul
lie kaarten bij je?" „Hoe dat zo?"
schertste de speurder: „Had je een
potje willen klaverjassen, broer, sla-
vink?" Maar dit subtiele geestigheidje
ontging de man ten enenmale. „Ik
bedoel toegangskaarten, sukkel!"
gromde hij terwijl hij de detective
op ruwe wijze bij de zelfbinder vatte:
„Spionnen, hè? Jullie proberen de
ontwerpen van meneer Poularde te
jatten, hè? Maar dat zal je niet glad
zitten, schuimsnor!"
Alweer hebben wij een song-
achter de rug en als U het mi) v
weer op het verkeerde liedje Se' de
Gezien de prakijk en ervaring vy'
laatste 3 tot 4 jaar van de Eur.-s
tivalg kwamen daar de gedragen, (e-
warmte gezongen en uit het hart
kende liedjes als eerste uit üe n'!
Nu hebben wij een kans gehad rneiV)r
le en 5e liedje, maar de diverse 'of-
kozen weer dat harde met pathos in
gedragen en met molenwiekend zW,a0ra''
de armen gebrachte lied naar
Het was voor mij soms of de 8 njj
rillingen over mijn lijf liepen.
het mis hebben en voor Nederland
ik dat ook, maar ik geloof niet d jjod1
veel punten halen, als er een land
dat weer zo'n mooi. twinkelend g(d
brengt, maar als ik gelijk heb, dan ee
het zo langzamerhand tijd dat w*'t Ve'.
jury krijgen, die meer uit het
oordeelt, want een persman of zjjd'
Carnaval enz. kunnen heel ëoe%i) h
maar zij behoeven nog geen verst" ^0e
hebben van Song-festivals. Als ilc
naar Teddy Scholten heb gekekf j0iijs
geloofde zij er ook niet in. Een d»r r 0
Pedagogie kan heel nuttig zijn. h1
praktijk moet het bewijzen. a
M. L. HOGGED13
Delft
Advertentie
HEBT EE BKWRREtE
GEN.DRTIK ÜW KR-
TEEWUL J'J ZOEKT, 6IE0W
GR IKEEMSMET DAT
rOEGZRME KRMEE-
MEI3JE POTTEN.
15 WRRE.MEHEëK
IK HEB ME. BUENEV
SINDS GISTERAVOND
VEEZOEGD. HU
HEEFT. .EEN ZWF1EE EDO,
ZIET IK HEB HEW OM HET
UUKBETB GROG fiEBERCHT- H'J 13
Z'JH KtWEE WIET orr GEWEEST/
GEEN ENKEL, AGENT,
H0EWEL.U DflflETOE NIET
GEMACHTIGD bent.
RED BAND ROOS