LORENZO PEROSI:
afscheid
in de
Kerk,
welkom
in de
huis
kamer
„Pontificalis" en „Eucharistie^
op de plaat te beluisteren
Op de plaat
Favoriet
Wereldfaam
Ernstig
betalen
immi
19 FEBRUARI 1965 -J
PLUS
w. helverst£iJ
De ontsnapping van een aristocraat
AO i
mmmm
cpSES^r- ffrcal
Zij breken
graag een
lans voor
hun
vaderland
EEN groep Engelse ex-cavaleristen,
in deze dynamische eeuw inclu
sief H-bom nog heilig gelovend
in een gevecht met lans en zwaard,
houdt zich al jaren strijdvaardig om
tezamen vrijwillig het gezag en de
grenzen van Groot Brittannië te ver
dedigen. Zij worden de „Mounties van
Hertfordshire" genoemd, hebben hun
eigen officieren en zijn georganiseerd
zoals de politie en het leger. Hun kle
ding bestaat uit een mengelmoes van
padvindershoed, afgedankte politie-
uniformen en tweedehands rijlaarzen.
Het „hoofdkwartier" van de enkele
tientallen leden tellende groep is ge
vestigd in een oude boerderij ergens
in het graafschap Hertfordshire,waar
de 60-jarige ex-cavalerieofficier
George Broo. ihead de orders uitdeelt.
Keurig in het gelid, gekleed in ma
rineblauwe uniformen met epauletten,
omgord met stoere leren riemen, waar
aan sabel en lans hangen, breedge
rande hoeden en glimmende laarzen,
wachten de mannen iedere dag de
bevelen af. Deze privé-cavalerie, 55
jaar geleden opgericht door een voor
malig politieman, is het eerst in actie
getreden tijdens de wereldoorlog van
19141918. Ook in de tweede wereld
oorlog boden zij hun diensten aan,
maar de militaire autoriteiten vonden
het toen beter, dat ze werden inge
deeld bij het gewone leger. Een be
slissing die voor de Mounties van
Hertfordshire nu niet bepaald aan
genaam was.
Kapitein Broomhead zegt over zijn
kleine legertje: „Wij vatten onze taak
als cavalerist heel ernstig op. Het is
onjuist ons te beschouwen als een
stelletje ouderwetse soldaten te
paard, dat feitelijk niet meer in onze
huidige maatschappij thuishoort. Wan
neer het er nog eens van komt dat
er in de heuvels gevochten moet wor
den, begint het grote gemechaniseer
de leger niets, terwijl wij met onze
paarden letterlijk goed uit de voeten
kunnen. Het is zelfs de vraag of de
strijdkrachten in geval van oorlog wel
dienstbaar zijn, gezien het ingeluide
tijdperk van de atoombom".
De rijschool, die onherroepelijk aan
dit werk verbonden moet zijn, telt
momenteel vijf paarden en is eigen
dom van de kapitein. Een klein deel
van deze ambitieuze grensverdedigers
kan er dus maar te paard op uittrek
ken, de overigen moeten het doen als
„ridder te voet". Het tekort aan
paarden vormt een groot probleem
voor kapitein Broomhead. „Ik hoop
iedereen in het zadel te hebben te
gen de tijd dat er serieuze moeilijk
heden gaan rijzen.
De manschappen moeten het paard
rijden zelf betalen en ook het leger
(tje) financieel op de been helpen
houden. Dit betekent o.a. ook dat ze
zelf voor de kleding dienen te zor
gen. (wat komt op zo'n 130, tweede
hands wel te verstaan). Het enige,
dat daarbij niet hoort, zijn de zwaar
den en lansen, deze komen voor re
kening van de kapitein. Onder de le
den van de troep zijn vogels van al
lerlei pluimage. Zo is er een student,
een busconducteur, een vrachtwagen
chauffeur, een mijnwerker en een
dakbedekker, die vroeger echter een
Royal Horse Guard is geweest. In
Hertfordshire zijn ook geïnteresseer
den welkom, die nog nooit op de rug
van een paard hebben gezeten. „Dat
leren ze gauw genoeg", zegt kapitein
Broomhead, „alles is voor een inten
sieve training aanwezig".
Wanneer de nood aan de man komt
zullen deze bereden soldaten of wei
de „Mounties van Hertfordshire" met
middeleeuws wapengekletter en over
tuigd van hun waarde een lans bre
ken voor de verdediging van hun land.
DE jonge kapelaan, die in de jaren dertig vanaf de preekstoel
aankondigde, dat het zangkoor de volgende week zondag
de Missa Pontificalia van Perosi zou zingen, is nu al heel wat jaar
tjes pastoor van een uitgebreide parochie. Hij herdert zelfstandig
en met gezag. Enkele weken geleden stond hij achter de microfoon
op het priesterkoor wie gebruikt er nog een preekstoel Breek
af dat ding en deelde zijn beminde gelovigen mee, dat het met
de meerstemmige missen gedaan zou zijn. Bij een allerplechtigste
plechtigheid zou misschien een uitzondering gemaakt worden,
maar daarmee basta. In het vervolg een hoogmis-nieuwe-stijl. Mo
derne liturgie.
geïnspireerd op het prachtige gregoria*®!
se Alleluia uit -de Paasliturgie Vv'
als het ware een herkenningsmelodie-
Deze formulering alleen al duldt
een ongekende populariteit, die door P
tere kerkmusici wel eens van bede®*^
HJke kanttekeningen werd voorzien.
de schuld bij Perosi lag? Beslist
Veeleer bij de kerkzangers zelf. die
rosi" gemakkelijk en vooral lekker
den zingen. Bij „Perosi" kwam het
tijd wel op z'n pootjes terecht. De f*
rleuze kerkzanger en de artistiek gevof
de dirigent wisten wel beter.
Intussen is Perosi, en met hem
andere kerkmuzikanten. van de zangz0'
der verdwenen, of staat hem in de
bije toekomst de afvaart te wach%j
Geen jubelende melodieën meer, die 3
wierookgolven omhoog kringen, geen dr3'
matisch requiem over de baar van "ft
(welgestelde) overledene. En zeker h'f.
meer de beroemde „drie-stemmige",.^
bij plechtige „trouwtjes" een gevrtr
nummer was.
BIJ dit afscheid in de kerk sta*'
gelukkig een welkom in de yj.
kamer. De grammofoonplat®)
maatschappij „Artone" te Haarl®'
had geen succesvoller ogenblik kuB®®",
uitkiezen om de twee bekendste
meest gezongen missen van Perosi,
Dnn tif ionll'c" nn A n fiinVinnioftlsa'1
ER ging een schok door de paro
chie. Niet dat alle parochianen
zulke trouwe hoogmis-bezoekers
waren, maar toch. In vele parochies
is die schok gevoeld. Het meest op de
zangzolders. Weg repertoire van vele Ja
ren, weg reputatie van vele generaties.
De pro-ecclesiasten (veertig, vijftig, en
soms nog meer jaren trouwe dienst als
kerkzanger) poetsten thuis nog eens
hun gouden pauselijk ere-kruls op. Hei
doodvonnis is getekend Gruber, Halier
en YVitt, kerkmuzikanten uit 'n heel ou
de tijd, zijn definitief begraven. In het
barokke mausoleum zijn zonder veel eer
betoon Perosi, Cuypers, Nieland en Loos
bijgezet, en zelfs onze moderne compo
nisten zijn niet aan dat lot ontkomen.
Een verdrietig heimwee heeft zich in
het hart van vele kerkzangers vastgezet.
Bij de een vreet het diep door, bij de
ander, die zich wat gemakkelijker aan
past, zal het een feestelijke herinnering
zijn. De muzikant, die het meest in onze
kerken gemist zal worden, is zonder
twijfel Perosi. Don Lorenzo Perosi, de
Tientallen missen en een veelvoud van
andere kerkelijke muziek verschenen er
van zijn hand. Hij was zeker geen ver
nieuwer, in muzikale zin heeft hij geen
baanbrekend werk verricht. Wel heeft
hij de melodieuze kerkzang terugge
bracht: eenvoudige, gemakkelijk aan
sprekende muziek, welluidende melodie-
en, die het zingende en biddende kerk
volk inspireerden.
Omstreeks 1900 bracht Perosi een be
zoek aan ons land. In die dagen waren
onze kerkkoren sterk Duits georiënteerd.
De levenslustige, altijd zingende Italiaan
doorbrak dat monopolie Tientallen jaren
is Perosi favoriet geweest op onze kerk
koren. Vooral zijn „Pontificalis X"
hij schreef er twee en zijn „Eucha-
ristica" stonden hoog genoteerd. De
„Pontificalis" werd bij wijze van spre
ken volkszang. De slotmelodie van Gloria
en Credo een vierstemmige canon.
„Pontificalis" en de „Eucharistica'
een langspeelplaat uit te brengen. -,g
kerkzangers vooral, maar niet mi®"-
de andere beminde gelovigen, zyl'®.
i een glorieus verleden in hun' hufeefj,
mer levend kunnen houden. En i0\.
weer vaststellen, dat Perosi wel
i voudig, maar daarom niet gemakke11^
is. Onder de voortreffelijke leiding va„
André Rieu worden beide missen J?
zongen door het Aaehener Kirchchf
een boeiende en stijlvolle vertolki®5
waarbij de Haarlemse organist Alh®,,
de Klerk op bekwame wijze de orie
partij speelt.
hê
De plaat zij om meer dan historis®
waarde van harte aanbevolen. De ou°fe'
generatie zal er een brok kerkelijk
ven uit vroegere dagen aan bewaren, ,e
jongeren, die zich gemakkelijker i°
nieuwe stijl kunnen passen, zullen erg.V
toch de melodie uit de „goeie ouwe tu
in hun binnenste horen natrillen.
Afscheid of welkom. Het
er niet zoveel toe. Liever heriO"
ren wij nog aan de woorden
dr. A. Kat, de vroegere direct"1
van de Haarlemse Koorschool,
bij de dood van Perosi in 1956
de K.R.O.-microfoon zijn herdcI|
kingstoespraak besloot met de d
roep: Tot ziens Lorenzo Perosi-
de hemel gaan we weer rot1®1
maken".
Natuurlijk. Perosi is onsterf"'®
ii#
Italiaanse priester-musicus, die tiental
len jaren de steun en toeverlaat, van on
ze kerkzangers is geweest. Misschien zou
de vernieuwing juist voor hem, zo hij
nog geleefd had, het meest tragisch ge
weest zijn. Hij is de man geweest, die
rond de eeuwwisseling de kerkmuziek
van uitwassen heeft gezuiverd. Die de
bravour en de kunstgrepen van muzikale
stuntmakers de kerk uitsmeet.
Op de foto's: Degengevecht in ca-
valeriestijl (rechts hoven). Van
tijd tot tijd marcheert de groep
door Londen. Hier brengen zij op
Whitehall een groet aan de in de
eerste wereldoorlog gevallenen,
wier gedachtenis door een monu
ment ter plaatse (links) wordt le
vend gehouden. (Foto links boven)
Enkele leden maken zich gereed
voor een patrouilletocht te paard
(foto midden).
Een vredelievend ritje over de En
gelse vlakten. De man links is van
beroep vrachtwagenchauffeur, de
andere ruiter maakte tot voor kort
deel uit van de Royal Horse
Guards (Foto onder).
PEROSI, in 1872 te Tortona geboren,
was zo gelukkig, dat hij als kapel
meester aan de San Marco in
Venetië werd verbonden. Daar werd hij
de grote vriend van kardinaal Sarto, op
wiens aanbeveling hem de leiding van
de Sixtijnse kapel werd toevertrouwd.
Dit koor meer dan vijftig Jaar werd
het door Perosi geleid kreeg onder
zijn bezielende leiding een wereldfaam.
Rigoureus heeft Perosi huisgehouden in
wat toen voor kerkmuziek doorging. Hij
kreeg daarbij de grote steun van zijn
vriend Sarto, die hem spoedig naar Ro
me gevolgd was en als Pius X onder
meer bekendheid kreeg door zijn Motu
Proprio over de kerkmuziek. Twee mu
zikanten hadden elkaar gevonden.
De Invloed van Perosi reikte ver. Niet
alleen herstelde hij oude meestem als
Palestrlxra lm ere, hij schreef ook self.!