TOM POES en de vuursalamander
Tomatensoep moet van
B
PROBLEEM li\
AERDENBERG
ALS U HET
VRAAGT
Alfredo
3
HET VALSE HOOFD
Pelsjagers van Rio Pecos
HET VERWENSTE LAND
i
zijn
door
Marten
Toonder
rc
HET GROENE LUIPAARD
Uitslagen indoor-
wedstrijden in
Zuid-Laren
W erel dkampioeiv
schap voor
wegrenners in 1966
eventueel in
Heerlen
Klap
Tennis
HET NIEUWE DAGBLAD
door OLAF J. DE LANDELL
5388. Er brak nu een drukke dag aan voor heer Bom
mel. Hij had alle twijfel opzij gezet om zich geheel te
kunnen wijden aan het opwekken van zijn verborgen
krachten.
„Zo'n oud boek kan niet liegen", sprak hij, een ketel
water te vuur zettend. „Eens kijken Breng de drake-
staart al roerend aan de kook, staat hier. Waar is die
staart, Joost?"
„Voorzichtig, h-heer Olivier", stamelde de bediende, die
betrekkend het besmeuren van zijn keuken gadesloeg.;
„Uw soep kookt over en de dampen zullen op de le
vensmiddelen slaan".
„Aan uw rechterhand, heer Olivier", zei de trouwe
knecht. „Die schoenzool, als ik mij zo mag uitdrukken.
En deze gedroogde mest heeft men mij als een snuifje
Hysop verkocht, met uw goedvinden
„Stil!" riep heer Bommel uit. „Daar ben ik nog niet.
Eerst de stinkende gouwe.... eh dat moet dit zijn,
als je begrijpt wat ik bedoel. Nu volgt.... ach wat, zo
komen we er niet. Hier moet krachtig worden aangepakt.
Alles moet het water in, dat is duidelijk. Als er maar
krachtig geroerd wordt. Ga opzij, Joost!"
De magister was nu echter niet meer te houden. Temid-
gende knecht wendde trok er een zenuwtrek om zijn oog-i
hoek.
„Ga weg!" riep hij met rauwe stem. „Je stoort mifn
losrakende krachten. Laat me alleen!"
Joost gehoorzaamde. In gebogen houding slofte hij naar
de gang waar hij naast Tom Poes de zwarte walm die uit
de kookruimte ontsnapte, naoogde.
„Waar moet dit heen, jongeheer?" vroeg hij dof.
„Ik weet het niet", zei Tom Poes. „Maar ik heb een
akelig voorgevoel. Hier kan niets dan narigheid uit voort
komen".
KARL MAY
m aaz
e/z misscaiem isl
De Wadders
/vwa/, p/e/zeco/er,
a/f<sve toer d/e staf.
O/ba/g
£IMDE
PAUL
VLAANDEREN
Advertentie
5388
„Tja. We wisten daar niet veel op te zeggen. Er heerste enkele
ogenblikken een verlegen zwijgen, waaraan mr. Burgheem een einde maakte
door te vragen: „Kun je het uithouden, Henri? Of word je vermoeid?"
„Een beetje," zei de zieke. En zich tot Terry wendend: „Als u nog veel te
vragen hebt, zou ik het prettig vinden, als u het nu maar achter elkaar af
handelde."
„Graag," antwoordde Terry, en vervolgde meteen: „Hebt u ook iets bemerkt
van een verschil van mening, dat uw broer op de bewuste middag gehad
heeft met Gert?"
„Nee," ontkende Henri verbaasd. „Daar wist ik niets van.'
Dit leek me nu ook wel een beetje dom van Terry, daar we al hadden T.nrPnm Pfrnci
uitgemaakt, dat deze ruzie had plaatsgevonden tijdens zijn afwezigheid c'
Maar als keurige secretaris hield ik me natuurlijk stil.
Hij moet buitengewoon geïrriteerd geweest zijn," ging Terry door. „Ik heb
Lezers schrijven de krant
Copyrigh^pTrBTew*6iLopenhageh
«r
MOCO
_1 ..1 tl im Tl. I *»"jy WMXH.U5V. «vuuil gcjiiAiicciu gcwccoi XCI1V UUUI'. „IK IieD
den van verstikkende rookwolken roerde hij met zijn staf. gezocht naar een reden daarvoor, en heb die nog niet kunnen vinden. Had u
in de borrelende massa en toen hij zich tot ziin kla- wel'icht ook,een kleine woordenwisseling met hem gehad?"
J J »Ja>. z.ei de zieke, en ik zag aan zijn ogen, dat hij besloot iets te vertellen.
dat hij liever voor zich had gehouden. Hij richtte zich wat meer op in de
kussens, en er kwam een vale blos op zijn wangen. „Ik heb een verschrikke
lijke woordenwisseling met hem gehad," bevestigde hij nadrukkelijk.
Burgheem richtte zich plotseling op, met een uiterst verrast gezicht
Henri vervolgde: „Zoals ik al zei, kon Martijn niet verkroppen, dat ik van
Arlette hield, en dat was dan ook de aanleiding.
Ik zou naar de stad gaan, en vond toen in mijn geldkist niets anders dan
grootgeld, waarmee ik liefst niet uitga. Ik ben toen naar mijn broers kamer
gegaan, en heb gevraagd, of hij een briefje van honderd voor mij kon
wisselen. Hij was in een tamelijk goed humeur en vroeg, waar ik het geld
voor nodig had, met het oog op het wisselen, in tientjes of vijfentwintigjes.
Ik zei, dat ik liever tientjes had, daar ik ermee naar de stad moest om kleren
te huren voor het balmasqué. Hij telde het geld voor me uit en toen we
geruild hadden, zei hij, met een van die plotselinge overgangen: „Eigenlijk
hoefde ik het geld helemaal niet voor je wisselen, want je zult het gauw
genoeg klein krijgen, als je met die snol naar een fuifje gaat." Ik geloof niet,
dat ik nader behoef uit te leggen, wie hij bedoelde met die gemene be
naming. Zelfs nu nog was het Van Doff aan te zien, dat hij zijn broer
dit niet kon vergeven. De hand, die hij naar het verband bracht, sidderde
gewoonweg. Ik moest opeens weer denken aan het gezegde van dr. Gants,
over woorden, die zich invreten. „Ik kon het niet over mijn kant laten
gaan," vervolgde Henri bewogen. „En ik trachtte hem bij te brengen, dat
hij zich niet alleen vergiste, maar ook lichtvaardig oordeelde en mij en de
vrouw van wie ik houd, beledigde. Maar waarschijnlijk was het juist mijn
kalmte, die hem zo woest maakte. Hij werd bloedrood en schreeuwde
met vertrokken gezicht een serie woorden tegen me, zoals ik ze als jongen
alleen maar op schuttingen gelezen heb Dit bracht mij ertoe, te zeggen:
„Eigenlijk moest ik medelijden met je hebben, dat je in de loop van je leven
niets anders geleerd hebt dan vloeken en vuilbekken." En dit maakte hem zo
razend, dat hij plotseling een antieke pook greep, die in een standaard naast
de haard hing.
Terry knikte. Ik ook, van de weeromstuit.
„En daarmee sloeg hij naar mij, voltooide Van Doff zijn zin.
„Raakte hij u?" informeerde ik.
„Nee, antwoordde de man. Hij begon nu toch wel duidelijk tekenen van
opwinding en vermoeidheid te tonen, vond ik.
(Wordt vervolgd)
Met zekere weemoed zullen vele kerf5'
zangers reeds afscheid hebben genome"
van hun geliefde meerstemmige misser-
Missen van Hub. Cuypers, Philip Loo'-
Fr. Gruber, Refice, Jan Nieland ere
zuilen slechts in hun herinnering bl'J'
ven voortleven. Onder deze eminen^
kerkcomponisten nam Don Lorenzo Pe'.
rosi een belangrijke plaats in. Niet d3
hij op gebied van kerkmuziek baanbr6'
kend werk heeft verricht, maar zijn m"'
ziek is voor ieder begrijpelijk. Er gi"'
een devote stemming van uit. Wij zul"
len ze niet meer horen in onze kerke"-
Nu parochianen en koorzangers hien"
zullen moeten berusten, is het verhef'
gend dat „Missa Pontificalis" en Mis53
Eucharistica" op de plaat zijn vastge
legd. Ik betreur het ten zeerste, en ve
len met mij, dat tot nu toe geen aa"'
dacht is geschonken aan zijn machtig
„Te Deum". Dit is zo een graag ge'
zongen werk, dat het toch wel te be
treuren zou wezen wanneer dit indruk
wekkend werk niet meer ten gehor"
zou kunnen worden gebracht.
Na een vergeefse speurtocht bij haf-
delaren en andere instanties dit „T?
Deum" op de plaat te bemachtigen. h6"
ik mij gewend tot Prof. Dr. J. M. A
F. Smits van Waesberghe om inlichtin
gen, doch ook hij moet mij teleurstel
len. Dit was in 1962, Zou het nu to""
niet mogelijk zijn met hen, die de ver
zorging van de twee missen op zich na
men ook het „Te Deum" op dezelfd"
wijze aan de vergetelheid te onttrekken
Ik ben ervan overtuiged, dat zeer vele"
deze drie platen aan hun discotheek zul
len toevoegen, omdat volgens de hefr
Helversteyn Perosi toch onsterfelijk i5'
In afwachting,
HAARLEM, V. ANDRINö"
u
l«n'
6IMNSK) UJBfZUT
ZflWTflRO uooCTS-f
a OUTIGr
uer LAATST ZAL
"Im rr mitr O
O
UlflT
89. Het is, alsof de mens in een ogenblik, waar
zoveel afhangt van snelheid en behendigheid, een
extra dosis van deze eigenschappen ter beschikking
krijgt gesteld. Als een soort lawine raasden wij over
hen heen en bereikten de paarden. Met grote spron
gen kwam Winnetou aansnellen. Hij had zijn zil
verbuks in de vuist. Met één sprong zat hij op de
rug van zijn paard en galoppeerde weg, mij wen
kend hem te volgen. Behalve Swallow waren de an
dere paarden geschrokken weggerend, dus greep ik
Harry vast en trok hem voor mij op mijn paard.
Toen ging het razendsnel naar de uitgang. De kogels
floten ons om de oren. De dappere Winnetou baande
voor ons de weg. Links en rechts maaide hij de
Ponkas weg, die onze vlucht wilden verijdelen. Plot
seling voelde ik een schok en ik merkte, dat Harry
voor mij ineen zonk. Omkijkend zag ik Parranoh
op de bruine hengst vlak achter ons. Nog harder
joeg ik Swallow op. „Ben je erg gewond?" vroeg ik,
aldoor maar doorjagend. „Ik weet niet." „Kun je
het nog uithouden?" „Zal het proberen." Met Par
ranoh, die steeds meer op ons won, daar Swallow
te zwaar was belast, stormden wij de utnnel door.
LOTGIZ...
zo AJ/ET
OOO^CAAA/f HG3T
DFtAJfZ-
61. Terwijl Piet Loeris, Sientje en
inspecteur Parbleu uiterlijk rustig de
komende gebeurtenissen afwachtten,
heerste er een dodelijke stilte in het
weelderige vertrek, dat ze zojuist wa
ren binnengedrongen. Het hoeft echter
geen betoog, dat het magistrale brein
van de meesterspeurder gedurende die
tijd op volle toeren werkte. Hij dedu
ceerde en combineerde, dat het een lie
ve lust was en uiteindelijk sprak hij:
„Nee. Ik zie er geen gat in." Maar
de kleine Fransman dacht daar heel
anders over. „Ik zie er wél een gat
in, heer Loeris," grinnikte hij. Hij
wees naar een der wanden van de ka
mer en inderdaad bleek daar een
klein gaatje in te zitten. De detective
sloop er voorzichtig naar toe en onder
wierp het aan een grondige inspectie.
Toen hij terugkwam, kneep hij zijn
schriele collega waarderend in de
wang. „Goed werk, Parbleu", prees
hij hem zachtjes: „Ik zal de stokro-
zenhik krijgen als daar geen televisie
camera achter zit. De lens was duide
lijk te onderscheiden." „Dat moet dan
wel een verdraaid kleine camera zijn,
meneer Loeris," fluisterde Sientje, die
die haar beroemde meester maar half
geloofde. „De techniek staat voor
niets, Sientje," antwoordde deze.
„M'n oom Johan zei altijd: Ze maken
de auto's nog es zo klein, dat je ze
aan 't eind van iedere rit moet uit
trekken. En zo is het!" „Dit betekent
dus, dat we bespied worden door Hat
Si Kee!" De speurder knikte. „Daar
kun je stokvis op innemen, Sientje,"
zei hij ernstig: „Reken er maar op,
dat die kleine rolveger ons op ditzelf
de ogenblik zit te begluren!"
Met enige verbazing heb ik in Vf
blad gelezen dat een pastoor een meisj"
van 13 jaar zodanig had toegetakel"
dat zij er een hersenschudding van over
gehouden heeft. Ik heb zelf ook kinde
ren op school gehad en heb ook in die
geest iets met mijn oudste zoon meege
maakt. Doch ik ben niet direct naar d"
politie gelopen en heb er evenmin ee"
pastoor, het schoolbestuur en de hoofd
onderwijzer bijgehaald. Na mijn lich'
te hebben opgestoken bij zijn medescho
lieren, wat zeer goed overeenkwam me*
zijn eigen lezing, ben ik naar dé be>
trokken onderwijzer gegaan, om het
rustig te bespreken. Ik gaf die man een
zeer goede raad:Wilt U in het vervolg
Uw gezag gehandhaafd zien, dan nooit
je handen gebruiken, doch je ogen. Me'
je ogen de kinderen je wil opleggen. Wa'
isgebeurd in die meisjesklas, kan ik
me best voorstellen. Het onderwerp trekt
niet zo- Godsdienstles. Vanzelf gaan z«
kletsen, enz. En als dan zoals er ston"
de pastoor enigszins overspannen is, we
gens zijn vele werk. dan kan ik me in
denken, dat je bloed weieens karnemelk
wordt.
Spaarnewoude, A. Joh. Buij5'
DAN MOETEN^
WE EE VOLLE
KRACHT
IIC KAN NOS EÉN DUIK NEMEN,
VOOE ZE HIER Z'JN
GA J'J MET DE BOOT
.1 DAAR ACHTER DE
ROTSEN. IK KOM ER
OOK HEEM.
ER KRUIST EEN BOOT
IS DE 'SflNTfl
MOM/CR
KLIM. ER MAAR
UIT, PAUL.
WE Z'JN TE
LAAT
a
ZUIDLAREN, 27 febr. Het interna
tionale indoor-tennistoernooi in Zuidla'
ren is vrijdag voortgezet met de partij6"
voor de kwartfinales van het dames e'
heren enkelspel.
De uitslagen luiden: h
Heren: Bobby Wilson (GB) versl.
Howe (Austr) 64, 62; Tom Okk6"
(Ned) versl. Jaroslav Drobny (GB) 6
64; Allan Mills (GB) versl. Jan Ha)6»
(Ned) 6—2, 1—6, 7—5; Roger Tayl°'
(GB) versl. Jim Morre (Austr) 4—
6—2, 6—4.
Dames: Ann Jones Haydon (GB) vers'-
Lydia Jansen-Venneboer (Ned) 6-~?|
6—2; Virginia Wade (GB) versl. Kirst6"
Seelbach (Did) 6-4, 4—6, 6—2; Jen®
Ridderhof (Ned) verloor van Pat Mccl6'
naghan (Austr) 64, 63; Fay Toy"
(Austr) versl. Els Spruyt (Ned) 6-""
68.
Herendubbelspel: kwartfinales: Dro^
ny/Van Eysden (GB/Ned) versl. Krei"'
berg/Fassbender (Did) 86, 61; W'»
son/Taylor (GB) versl. Arends/B6"'
kers (Ned) 6—0, 60; Mills/Howe (GW
Austr) versl. Knol/v d Broek (N6",
64, 62; Okker/Hajer (Ned) vet"
Moore/Baulch (Austr) 64, 64.
Dames dubbelspel: kwartfinales:
Spruyt/Lydia Jansen-Venneboer (Ne"'
versl. Koosje De Jongh/Joyce Sluyte
(Ned) 7—5, 6—2.
Kwartfinales gemengd dubbel: A"1;
Jones/Drobny (GB) versl. Els Spruy»'
Knol (Ned) 63, 61; Pat Mcclenaghajj'
Howe (GB) versl. Jenny Ridderhof/M1'/
(Ned-GB) 4—6, 6—2, 10—8; Fay Toy"e',
Moore (Austr) versl. Lydia Jansen-V6"'
neboer/Okker (Ned) 7—5, 6—2.
ROTTERDAM, 27 febr Wanneer
organisatie van de wereldkampioen
schappen wielrennen 1966 Inderdaad
Nederland wordt toegewezen de k&",
daarop is zeer groot zal de titelstry?
op de weg worden gehouden op een 1»'
km lang circuit hij Heerlen, dat
geaccidenteerd karakter heeft met
hoogteverschil van ongeveer 90 moivj
Voor de ploegentijdrit zal eventueel
autoroute Heerlen Geleen worden
bruikt. die een lengte heeft van 32 K"
en drie keer zal moeten worden o'Kwj
legd. Wie de kampioenschappen van 1'"L
zal mogen organiseren wordt beslist
of
het op 6 maart in Genève te
voorjaarscongres van de U.C.I.
hoviet>