FELICITATIEKUS VAN EEN MINISTER rr 1 Ik dacht dat ik het nooit zou halen Bella ORANJES ZWEMFORMATIE HAD MINSTE BEGELEIDERS TITEL EN RECORD OP WISSELSLAG I i Dolman: „Ceetie is klasser JALOEZIE SPORTDOKTERS NIEUWE DAG MAANDAG 29 AUGUSTUS 1966 Eef Dolman bereikt een jaren gekoesterde droom: wereldkampioen op de weg bij de amateurs. Hier het moment in beeld, waarop de Rotterdammer over de finish stoof. NÜRBURGRING, 29 aug. Het heeft er, tot ruim zes kilometer vóór de finish, naar uitgezien, dat de strijd om de wereldtitel voor de profs een waardig antwoord zou zijn op de felle beschuldigingen, die de laatste maanden aan het adres van de wielersport zijn ge uit. In de adembenemende finale bleven, na een helse afvalslag op de Nürburgring, inderdaad de sterksten over: de Italianen Zilioli, Motta en Gimondi, de Fransen Poulidor, Anquetil en Stablinsky en de Belgen Merckx en Vanden- bossche. MAARTEN DE VOS NÜRBURGRING, 29 aug. Liefdevol bekeek Wout Verhoeven het blauwe fietsje, dat wereldkam pioen Eef Dolman (20) hem in handen had gespeeld. Terwijl Dol man het stralende middelpunt vormde van een op de Nürburg ring zelden vertoond enthousias me, slikte de ontroerde Verhoeven zijn emoties weg. Zijn handen streelden het zadel van zijn schep ping, Dolmans fiets, die zo'n be langrijke rol speelde in de magis traal geslaagde machtsgreep naar de regenboogtrui. Favoriet l§y Minister Maarten Vrolijk geeft Europees kampioene Bettie Heukels de welverdiende felicitatiekus. Zij sloot de tij van Europese kampioenen tijdens de strijd om de Europese zwemtitels. pi FRANS NYPÏ^ ï- - -«•- '"f y -mmkgffiMnKMS^ragsss - Dolmans wereldtitel: triomf van wilskracht .-.,-w Altig steunt op verraad (Van onze speciale verslaggever) Eén man ontbrak tussen deze azen: Duitslands favoriet nummer één Rudy Altig. Hij maakte deel uit van een ach tervolgend pelotonnetje, waarin slechts Tourwinnaar Aimar indruk maakte. Nog bij de voorlaatste doorkomst jouw den de toeschouwers de tot dan onop vallend en lusteloos tussen de wielen fietsende Altig uit. Plotseling echter liep de snelheid van de leiders met sprongen terug. De jagers, bij wie zich ook Jo de Roo bevond, kwamen op vijftig meter. De uitgeruste Altig sprong als eerste. Met succes. Dat was na 267 kilometer. Op dit moment voerden .Motta en Anquetil het tempo weer in drukwekkend op. De afstand tussen bei de groepen groeide met elke pedaal- slag. Nauwelijks tien minuten later was Rudy Altig wereldkampioen. Omdat het zo moést. Toen Altig eenmaal bij de leiders was, twijfelde niemand meer aan zijn triomf. Als op commando zette zich An quetil aan de leiding. Zó snel ging de Normandiër, dat ploegmakker Jean Stablinsky moest afhaken. Altig liet zich „meezuigen". Hij koos het wiel van Motta, zijn stalgenoot bij Molteni. Waar de leiders elkaar nauwelijks daar voor nog vragend hadden aangekeken, vóór elkaar weigerend de kop te ne men, werkten Motta en Anquetil op eens eendrachtig samen. Op de laatste helling werd de show perfect afgeslo ten. De op kop rijdende Motta liet een gat vallen: Altig demarreerde uit alle macht en verraste de overigen. Met zes, zeven meter voorsprong begon de Duitser aan het laatste rechte stuk. Tientallen meter vóór de „meet" hief de omkijkende Altig de armen hoog. Hij wist dat de achter hem rijdende Anquetil geen bedreiging meer zou kunnen vormen. Er zijn opnieuw twijfels gerezen rond de sportieve waarde van een overwin ning in een belangrijke wielerwedstrijd. Dat Motta Altig tot steun zou zijn kan nog enigszins verklaard worden, ai pleegde de blonde Giro-winnaar in feite verraad aan de sterke Italiaanse squa- dra. Altig tekende immers vorige week opnieuw, voor twee jaar, bij Molteni. Terwijl hij van Ton Visschers, de ma nager van de Willem Il-formatie, enkele dagen ervoor een financieel zeer aan trekkelijk aanbod had gekregen. Altig gaf zelf toe dat Visschers hem meer wilde betalen dan Molteni ooit zou kun nen. Niettemin gaf de Duitser opnieuw de voorkeur aan Molteni. „Uit solidaire overwegingen. Omdat ik me wat ver plicht voel", zei Altig woensdag in Turnhout. De diep teleurgestelde Vis schers verklaarde toen wrang: „Zon dag helpt Motta Altig aan de regen boogtrui." Voor Motta is Altigs wereld kampioenschap niet ongunstig. Zijn ri vaal Gimondi werd het tenminste niet... Hoe echter de houding van de impo nerend fietsende Anquetil te verklaren? Anquetil zou er alles aan gelegen zijn de door vreemde Tour-mampulaties ge schonden reputatie met een wereldkam pioenschap op te vijzelen, zei men. Had den hij en Poulidor niet voor éénmaal een soort verdrag gesloten? Kon An quetil niet rekenen op Ford-makkers als Aimar, Stablinsky, Theilleires, Ji menez en Denson? Anquetil leek lange tijd inderdaad op weg naar de regen boogtrui, de enige hem nog ontbreken de trofee aan de ongeëvenaarde pal mares. Met Motta, de sterke Zilioli en de later terugvallende Merckx be heerste de vijfvoudige Tourwinnaar de koers. Achter hem stapten erkende ve detten regelmatig ontmoedigd af, uit geput door het tempo en de moeilijk heden van het parcours. Met eerste lui tenant Stablinsky in de nabijheid was Anquetil, toen de kanshebbers de laat ste ronde ingingen, favoriet. Tot zes kilometer vóór de streep. Toen begon Anquetil plotseling schuchter om zich heen te kijken. Gebaarde hij anderen de kop te nemen. Motta weigerde, Sta blinsky eveneens. Achter hen sleurde Aimar rappe wegsprinters als Rey- broeck, De Roo en Altig naderbij. Het leek de leiders niet te deren. Verspeel den zij hun kansen? Toen, op vijftig meter, kwam Altig. Met hem keerde opeens de vaart terug. Anquetil werd plotseling weer actief. Honderden meters lang leidde hij, met de concurrenten moeizaam volgend aan het wiel, de dans. De overigen wa ren op slag kansloos. Jo de Roo zei na afloop: „Ik reed niet zo goed als ik wel verwachtte. Toen ik Altig zag gaan wilde ik wel mee# Maar ik had geen macht meer. Ze waren ineens w eg". Altig lukte het wel. Die kon niet vermoeid zijn, hoe moeizaam hij ook de venijnige stijgingen leek te beklim men. De toeschouwers rond de Ring vonden het prachtig. Hadden ze het niet gezegd? Al duurde het wat lang, ze vertrouwden dat Altig tóch zou ko men. Die wachtte op zijn kans. Rudy stelde de duizenden niet teleur. Na zijn tw eede plaats van San Sebastian kreeg hij nu de titel. Er was óók de teleurstelling- Voor Felice Gimondi, die een grandioze solo te vroeg inzette en teruggehaald werd door een groep, bij wie zijn 'aI}dgeno- ten Motta (Molteni) en Dancell; (Mol teni). Voor de scheidende titeldrager Tom Simpson, die de macht eenvoudig miste. Voor de Nederlanders, bU wie zich Gerben Karstens uitputte in een nutteloze vluchtpoging en alleen De Roo een rol zou spelen. Voor de Bel gen, die tenslotte tóch niemand voor aan hadden. En zelfs voor Jacques An quetil. Bjj de cérémonie protocolaire ontbrak monsieur Jacques. Het treetje voor de winnaar van de zilveren me daille op het erepodium bleef onbezet. Het leek alsof Anquetil ontevreden was. Tóch kan het niet anders of de Frans man moet Altig het succes gunnen. Don derdag was Anquetil immers, samen met Stablinsky, gezellig een dagje op visite geweest bij de Duitser? (Van onze speciale verslaggever) „Ik kan nu met een gelukkig gevoel stoppen," sprak de lange mecanicien. „Mijn doel is bereikt." Verhoeven was dankbaar. De door hem verafgode Dol man had zijn waardering voor Verhoe- vens inspanningen niet beter kunnen be lonen dan hij deed, toen hjj zich na zijn zegevierende sprint liet uitrijden naar de Nederlandse verzorgers, naar Ver hoeven, de enige man', waarin hij een rotsvast vertrouwen stelt. De man ook die hem jaren geleden in het hoofd prentte dat hij wereldkampioen kon worden. De fiets waarop Dolman de wereld titel wielrennen op de weg voor ama teurs behaalde, is symbolisch voor de instelling van de Rotterdammer. De zelfde wilskracht, waarmee Dolman in 1964 Olympisch kampioen in de ploe gentijdrit werd en twee maal de Ne derlandse wegtitel veroverde. Naast on miskenbare klasse is Dolmans onwrik bare vastberadenheid de belangrijkste pijler voor de successen, die voor een sportman van pas twintig jaar onge ëvenaarde proporties hebben aangeno men. De wilskracht, die spreekt uit zijn hoekige gezicht, stelt hem in staat om zich op een wedstrijd voor te bereiden met een zorgvuldigheid, die in de sport welhaast uniek genoemd mag worden. Zijn voorbereiding op deze fel begeer de regenboogtrui begon vorig jaar met een verzoek aan de Koninklijke Neder landse Wielren Unie om te mogen wor den opgenomen in de ploeg, die ons land zou vertegenwoordigen in de Ron de van Duitsland. Dolman wilde die zware ronde niet winnen, maar hij wist dat er één etappe op de Nürburg ring zou worden gereden. Dat gaf hem de unieke kans om het parcours te verkennen, om de mogelijkheden voor het gebruik van de versnellingen te be studeren. Hij won die rit met over macht. Vanaf dat moment noemde hij zich bij vrienden de nieuwe wereld kampioen. Terug in Nederland was Dolmans eerste gang, als zo vaak in die jaren ervoor, naar Wout Verhoeven, zijn ont dekker. zijn leidsman vanaf het mo ment dat hij op 13-jarige leeftijd als aspirantje begon. Verhoeven bracht dit talent met tactische en technische raad gevingen tot rijpheid. Verhoeven bouw de de fiets waarop Dolman Olympisch kampioen werd. Die, later als „Tokio- fiets" bekend geworden schepping, dien de als basis voor Dolmans voorgeno men „operatie-Nürburgring". Voor Dol man en Verhoeven stond het vast: de fiets moest lichter worden. Het leren zadel werd vervangen door een plastic met leren omhulsel; ijzeren moertjes maakten plaats voor plastic materiaal; de banden, het frame, op elk onder deel werd gewicht gewonnen. Het re sultaat mocht er zijn: de fiets waarop Dolman wereldkampioen werd weegt 8 kilo, die van de concurrenten zeker twee kilo meer. Verhoeven gaf toe dat men daarmee risico's neemt, omdat het materiaal kwetsbaarder is. Maar er zijn tevens meerm ogelijk.hed.en. Voor eert renner die erin gelóóft. Die niet wil denken aan de tegenslag. Dolman is er zo een. Zijn zelfvertrouwen is onbegrensd. La ter zei hij: „Ze vroegen wel eens aan me: Evert, ben je nou niet bang dat je met dit superlichte fietsje pech krijgt? Dan zei ik dat ik geen pech zóu krijgen. Of ze vroegen: Waarom zet je geen valhelm op, dat beschermt je toch tegen een eventuele val? Dan zei ik dat ik heus niet zou vallen. Je moet er toch niet van uitgaan dat je pech krijgt of een val maakt? Je komt naar een koers om te winnen en dat maak je zelf uit." Die woorden krijgen betekenis wanneer men weet dat Dol man enkele meters na de finish een lekke band kreeg Zó stapte Dolman op de Nürburgring hypernerveus („Er hangt zo vreselijk veel van af"), maar vol zelfvertrouwen. In het Limburgs trainingskamp had Dolman zich laten onvallen: „Ik weet niet wie me zaterdag zou moeten klop pen." Dat was géén grootspraak. Dol man is er te nuchter voor. Donderdag, bij de training, bleek dat al snel. De vijf oefenrondjes maakten diepe indruk op de Nederlanders. Oók op ploeggeno ten Eddy Beugels, Harry Steevens, Rini Wagtmans, Jan van der Horst en Wim du Bois. Zij wisten dat Dolman in vorm was. In de laatste wedstrijden, in Bel gië, bleek dat nog weer eens duidelijk. Insiders wezen ook op Dolmans mees terlijke instelling voor die grote, een daagse wedstrijden. Middelink zei het nog aan de vooravond: „Ze hebben al lemaal een kans, maar Dolman is fa voriet." De avond voor de alles vergende, ruim 280 kilometer lange wedstrijd, kwamen de zes bij elkaar. Méér nog dan in voorgaande jaren, toen de Oran- jeploeg de toon bij de amateurs aan gaf, was men er van overtuigd, dat de wereldtitel Nederland moeilijk zou kun nen ontgaan. Dan moest echter aan één belangrijke voorwaarde worden vol daan: Er moest, voor alles, eendrach tig worden samengewerkt. Die regeling kwam er. Dolman (Televizier), Beu gels (Mercier), Van der Horst en Stee vens (beiden Caballero), stappen vol gend jaar naar de beroepsrenners over. Zij leven nü in feite al van de wieler sport. Er werd een financiële regeling overeengekomen, waarbij anderen, die de uiteindelijke wereldkampioen zou den steunen, later mochten profiteren van de financieel aantrekkelijke aan biedingen. De dag na de verovering van het wereldkampioenschap al ont ving Dolman een invitatie voor een wedstrijd in Zürich. Beugels zal hem deze eerste keer vergezellen Er stond, voor Dolman, zoals hij zelf zei, nog meer op het spel. Hoewel hij al een contract bq Televizier heeft ge tekend, liet hij een clausule opnemen voor het geval hij wereldkampioen zou worden. Het daarmee gemoeide bedrag is niet bekend. Kees Pellenaars zei wel: „Het scheelt aanzienlijk". Intussen kreeg Dolman van zijn toekomstige broodheren een premie van duizend gulden. Dolman heeft in zijn triomfale wed strijd, waarbij hij 148 van de 182 kilo meter aan de leiding heeft gereden, bo vendien blijk gegeven van een helder doorzicht in het ingewikkelde koersver loop. Toen hij al in de tweede ronde ontsnapte, realiseerde Dolman zich dat anderen hem, in dat vroege stadium, rustig zouden laten begaan. Hij kreeg drie man aan zijn wiel, de Fransman Guyot, de passieve Italiaan Benfatto en Lesley West. In die eerste krachtsex plosie leverde hem dat na vier ronden een voorsprong van vier minuten op. Veel later, toen bij het ingaan van de laatste ronde de in het Brabantse Vlij men gewoond hebbende West sterk de marreerde, toonde Dolman opnieuw in telligentie. „Ik voelde er niets voor om die Benfatto naar West te sleuren. Daarom keek ik achterom en vroeg of hij kop wilde nemen. Dat deed-ie, maar hij zat maar naar me te gluren, want hij dacht natuurlijk dat ik zou demar reren en hem dan zou losrijden. Ik deed echter niets en nam gewoon over. Dat stelde Benfatto kennelijk gerust. De tweede keer nam hij veel langer over en toen was ik ineens bij hem vandaan. In de slotfase kreeg Dolman het zwaar. Hij wist dat hij in de sprint West wel de baas kon, maar dan moest hij op de laatste helling aan het wiel van de Engelsman bovenkomen en ge lanceerd de eindsprint ingaan. Dolman: „Zo'n spelletje kan tijd kosten, waar door die achtervolgende groep nog bij ons had kunnen komen. Daarom heb ik een kilometer of twee daarvoor nog op kop gezeten, zodat ik niet bang hoefde te zijn dal we ingehaald zouden wor den. Je hebt het gezien: de opzet luk te." MAARTEN DE VOS (Van onze speciale verslaggever) KEULEN, 29 »ug. De nieuwe we reldkampioen Eef Dolman zei over Cee- tie Hage: „Ik weet als renner wat „af zien" is. Dit meisje heeft een volle ron de alleen op wilskracht gereden. En dan, tussen vier vroegere wereldkam pioenen in, nog tweede te worden, dat is klasse." Dolman gaf met deze woorden uiting aan bewondering, die al om bestond voor de prestatie van het vorige week zondag pas zeventien geworden Zeeuwse meisje. Op het weliswaar gemakkelijker, maar voor vrouwen eveneens moorden de zuidelijk parcours van de Nürburg ring had Ceetie Hage, dit seizoen be gonnen met fietsen, achter de drievou dige Belgische wereldkampioene Yvon ne Reynders, een schitterende tweede plaats bereikt. Vóór vrouwelijke ve dettes als de Luxemburgse Elsy Jacobs en de Engelse Beryl Burton. Kittige Ceetie riep, toen zij na drie van de vier ronden langs de Nederland se pits kwam :„Ik kan niet meer." Een kilometer voor de streep moest zjj inderdaad lossen. Maar zij kwam vechtend met een ongelooflijk élan, op nieuw terug. Sterker: zij demarreerde meteen. Hoewel de dames Burton, Reynders, Jacobs en de Russin Pour- ronen de rebellerende Oranjetrui terug haalden, had Ceetie niettemin nog re serves genoeg om in een spannende spurt de tweede plaats, vlak achter de ongenaakbare Reynders, te grijpen. Betty Heukels eindelijk aan Europese top UTRECHT, 29 aug. Tenslotte werd ook Betty Heukels (24) een met goud gekroonde vedette. Op het laatste num mer van het Utrechts zwemtoernooi (rad de Eindhovense wisselslagspecia liste eindelijk op de voorgrond. Einde lijk ja, want na jaren van teleurstel lingen rekende Betty Heukels in Utrecht af met het verleden. Zij zwom in de series brutaalweg het vier jaar oude Nederlands record van Adrie Lasterie (5.27.8) met 1.5 sec. aan brokken. In de finale bekroonde zij haar ambitieuze voornemens. Betty Heukels werd Euro pees kampioene; haar eerste grote in ternationale triomf na elf jaar zwem men. Zij legde de 490 meter bovendien in een tijd, die haar tot Europa's „sterkste" zwemster aller tijden maak te: 0.6 seconde sneller dan de Oost- duitse Veronika Holletz, tot nog toe re cordhoudster op dit onderdeel. Eindelijk dus sportroem voor Betty Heukels, de gymnastieklerares uit Eind hoven, werkzaam in Den Bosch. „Die laatste meters," vertelde zij later. „Ik dacht dat ik de finish nooit haalde." Zó verwerkt Betty Heukels de geweldi ge spanning, die zij doormaakte, toen zij haar laatste slagen deed. „Ik adem de naar rechts en ik keek onder mijn arm door naar links." Naar de Oost- duitse Heidi Pechstein, vier jaar gele den in Leipzig Europees sprintkam pioene op de vrije slag. De kleine, don kere secretaresse explodeerde enorm op de afmattende 100 meter vrije slag; haar specialiteit én het laatste onder deel van het zwaarste nummer, dat de zwemsport voor dames kent. De Oost- duitse kwam bijna elke slag dichter bij Betty Heukels. „Ik schrok eerst gewel dig," bekende zij eerlijk. Nu of nooit, dreunde het door haar hoofd. Het werd nü. Betty Heukels tikte precies één se conde eerder aan dan Heidi Pechstein. Na het enerverende gevecht is het moei lijk in te denken, dat de Amerikaanse Donna de Varona, de wereldrecord houdster, toch altijd méér dan tien se conden sneller heeft gezwommen (5.14.9). Betty Heukels, wat onwennig spelend met haar eerste gouden medaille, die door mr. M. Vrolijk, minister van Cul tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, rond haar hals was gehangen, was de „heldin" van het slotfestijn om de Europese zwemtitels. De heldin van de verrassing, noemde iemand haar. Iet Koster-van Feggelen was het daar mee eens. „We hoopten op brons. Maar goud, neen dat nooit." Zwemcoach Rob Kerkhoven, die de laatste tijd met de dag opgewekter door „Den Hommel" liep, vond de prestatie van Betty Heukels „bijna on gelooflijk". Het vergat het onlangs hoog opgelaaide meningsverschil met Betty Heukels. Zij was niet tevreden, omdat Rob Kerkhoven haar niet had opgesteld voor de 400 meter vrije slag. „Ik ben toch sneller dan Bep Weete ling," verweet zij hem boos. Nü ver klaarde zij: „Ik beschouwde het num mer als een nuttige voorbereiding voor de wisselslag." Betty Heukels was in Utrecht de oudste van de Nederlandse zwemploeg. Zij maakte in 1958 bij de strijd om de Nederlandse kampioenschappen haat- debuut. Zij was toen nog lid van Aegir. Maar met de toenmalige wereldrecord houdster Ada den Haan werd zij in 1961 lid van PSV. Betty veroverde in datzelfde jaar de Nederlandse titel op de schoolslag. Een jaar later werd zij in Leipzig vierde, achter Klenie Bimolt die het zilver greep. De gymnastiek lerares schakelde toen over op de wis selslag. Zij bereikte er in Tokio een zesde plaats mee. De laatste plaats, die recht, gaf op een Olympisch getuig' schrift. Daarna werd zij in Nederland niet meer verslagen. ADVERTENTIE I Achter ,oude top' gaapt enorme leegte EUROPEES ZWEMTOERNOOI SPRINGPLANK VOOR MEXICO (Van onze speciale verslaggever) UTRECHT, 29 aug. Er ontlaadde zich een orkaan van geestdrift toen de stralende Bettie Heukels zich tot Europees kampioene liet kronen. Haar gouden medaille, behaald op het zwaarste aller zwemnummers, de 400 meter wisselslag, Oranjes der de gouden plak was meer dan een moeizaam veroverde overwin ning. Het was een symbool. Symbool van een enorme wilskracht. Zinne beeld van een mentaliteit, waarop Oranjes in Utrecht veroverde goud steunde. En hopelijk de vonk, waar mee zwemcoach Rob Kerkhoven de langzaam dovende fakkel de naar internationale maatstaven gemeten gedegradeerde Nederlandse zwemtop nieuwe impulsen kan geven. Men kon, een week dwalend door Den Hommels labyrint, veel beluisteren. Kritiek vooral. Genadeloze kritiek over de wijze waarop de Nederland se zwemwereld zich haar positie aan de top had laten afsnoepen. Kritiek uit Nederlands sprekende monden. Van trainers, die in Nederland meestal met een ClOS-certificaat op zak geen voet aan de grond konden krijgen, maar die buiten onze lands grenzen een bijzonder dankbaar werk terrein vonden. Wij noemen hun na men: Cees Oudegeest en Jan Freese (Spanje), Niels Bouws, op doorreis naar Zuid-Afrika na een vier maanden durende stage te hebben gekregen bij de befaamde Amerikaanse coach Don Gambrill, Bert Sitters (volgende maand ook al verhuizend naar het toekomstig zwemmekka Spanje) en de wegens zijn oorlogsverleden naar Ost-Duitsland gevluchte ex-Haarlem mer Johan van Hems bergen (48). 2ij bleken unaniem van mening dat Ne derland een voor zwemmen bq Ujt_ stek geschikt land is. Zil Prezen de mentaliteit van Ada Kok en Bettie Heukels, zij brachten lof aan de ken nis van zwemcoach Rob Kerkhoven, maar zij beklaagden zich bitter over het gebrek aan medewerking dat de Nederlandse zwemtop kreeg om zich goed te ontwikkelen. Zij prikkelden de reeds opgelaaide ja loezie. Zjj brachten Oranjes zwem- kamp bovendien in een ontmoedigen de stemming. Vooral toen zij de roos kleurige positie, waarin zich het zwemmen in het buitenland bevindt, afschilderden. Zo kon men beluiste ren, dat de Spaanse regering onme telijke sommen gelds in de zwemsport stopt. Dat de zwemsport in Oostduits- land dertig baden ter beschikking staan om talenten in die meedogenlo ze strijd om de hegemonie zorgvuldig te cultiveren. Dat de clubcoaches in hetzelfde Oost-Duitsland uit de staats- pot betaald, mogelijkheden ter be schikking staan waar men in Neder land nog slechts vaag van droomt. Als men dit alles hoort, dan is het begrijpelijk, dat een Nederlandse of ficial kan opmerken, dat hij tevreden is dat Oranje zich min of meer heeft kunnen handhaven. Het is tenslotte die man niet kwalij'k te nemen als hij bovendien opmerkt, dat, gezien de mogelijkheden, Oranjes zwemtop zich maar tevreden moet stellen met een natuurtalent als Ada Kok of met de in de persoon van Bettie Heukels ge symboliseerde karaktervastheid. Het blijft echter de zielige mening van een niet meer in zichzelf gelovende amateur, die vlucht voor een bik kelharde waarheid voor een realiteit, die zijn denken niet meer begrijpt. Ada Kok en Bettie Heukels zijn er niet voor niets. Zij vormen met hun waardevolle goud de uitdaging. Een uitdaging die hopelijk niet voor niets is getoond. In Oost-Duitsland kent men dus dertig sportbaden. Bemand door dertig tech nisch uitstekend voor hun taak bere kende coaches. Men kijkt er niet naar Amerika om te weten dat jeugdzwem- men belangrijk is. Men ziet de sport daar in de eerste plaats als politieke propaganda, zoals in nabuurland Rus land. Deze opvatting is in het vrije westen dikwijls aan de kaak gesteld, maar naarmate de jaren verstrijken begint men een logische lijn in die theorie te ontdekken. Een wereldre cord, en dan is de politieke waarde ge heel buitengesloten, een Europees kam pioen dwingt duizenden tot zwem men. Dat is belangrijk. Die duizenden, dat begrijpt iedereen hoeven echt niet allemaal topatleten te worden. Men zou ze niet eens kunnen opvan gen. Maar die duizenden doen wél aan sport, de meest gezonde vorm van ontspanning, die de wereld kent. Het Europese zwemfeest is dus voor bij. Oranje vergaarde buiten ver wachting drie gouden, één zilveren en één bronzen medaille. Het brons was aan twijfels onderhevig, omdat de Nederlandse vrije-slagploeg Toos Beumer, Bep Weeteling, Mirjam van Hemert en Lydia Schaap) één ver keerde wissel telde. Driemaal goud (Ada Kok en Bettie Heukels vormden de ruggegraat) en eenmaal zilver (behaald door Ada Kok). De jonge ren in de ploeg, de nieuwe elementen stelden om wat voor reden ook teleur. Een trieste balans, gezien de enorme verdieping van andere in Utrecht ver tegenwoordigde de naties. Naties die Utrecht niet meer dan een spring plank voor de komende Olympische Spelen in Mexico noemden... Hun woordvoerders kwalificeerden Utrecht als een troosttoernooi. Zjj zagen het als een tussenstation op weg naar hogei roem, naar Olympisch goud. He' is de vraag of Kerkhoven vóór Mexi co een verjonging kan doorvoeren, die rendement oplevert. Wjj weten dat hi) nog steeds met een gefrustreerde we' dische opvatting moet leven, die pres taties van onze dames op bepaalde momenten onmogelijk maken. Wij we ten, dat het jeugdzwemmen een langzame ontwikkeling doormaakt om dat het in Nederland onontgonnen ter rein nog niet door daartoe bevoegde artsen is verkend. Of dit spoedig we zal gebeuren is opnieuw aan twijfej. onderhevig. Kerkhovens hartekreey „Waar zijn de Nederlandse sportaT sen?" geeft juist de speelruimte tot d>i twijfels. Hij drukte zich zaterdagavoW-" pluimen plaatsend op de hoeden v* de clubtrainers, die 65 moesten talen om een passe-partout te verki'b gen, maar die zich daarbij geen PA, poort tot de trainingsbassins koc.j tent!), zeer pessimistisch over °,s probleem uit." De Nederlandse ar is géén sportfysioloog. Dat komt on.g dat de sport te weinig betrokken bjj de wetenschap. Of anders gezeg -t Omdat de sport op de univers'j - maar weinig in de belangstel' staat". Hij hoopte, dat door de noeming van prof. J. Biersteker m in spoedig verbetering zou komen. r Kerkhoven roerde nog een kwetso sunt aan. Hij heeft ontdekt, aatege- lerlands zwemformatie minder Dtyjr aidinw hnrl rl Q n nnrloro nlf)ë26n. leiding had dan andere ploegen.'1^ was geen geld voor". Hij had kj^js- op de organisatie wat. betreft.de "^et vesting- en de voedingsregelmg. r, verstoorde de concentratie te ,:„g merkte hij op. zich voor zijn k oe verontschuldigend, omdat hu wis hard er achter de schermen t» werkt, dat wij in ver van olKue legen delen van Utrecht moesten en slapen. eK

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 12