FELICITATIEKUS VAN EEN MINISTER
rr
1
Ik dacht dat ik het nooit zou halen
Bella
ORANJES ZWEMFORMATIE HAD MINSTE BEGELEIDERS
TITEL EN RECORD OP WISSELSLAG
I
i
Dolman: „Ceetie
is klasser
JALOEZIE
SPORTDOKTERS
NIEUWE DAG
MAANDAG 29 AUGUSTUS 1966
Eef Dolman bereikt een jaren gekoesterde droom: wereldkampioen
op de weg bij de amateurs. Hier het moment in beeld, waarop de
Rotterdammer over de finish stoof.
NÜRBURGRING, 29 aug. Het
heeft er, tot ruim zes kilometer
vóór de finish, naar uitgezien, dat
de strijd om de wereldtitel voor de
profs een waardig antwoord zou
zijn op de felle beschuldigingen,
die de laatste maanden aan het
adres van de wielersport zijn ge
uit. In de adembenemende finale
bleven, na een helse afvalslag op
de Nürburgring, inderdaad de
sterksten over: de Italianen Zilioli,
Motta en Gimondi, de Fransen
Poulidor, Anquetil en Stablinsky
en de Belgen Merckx en Vanden-
bossche.
MAARTEN DE VOS
NÜRBURGRING, 29 aug.
Liefdevol bekeek Wout Verhoeven
het blauwe fietsje, dat wereldkam
pioen Eef Dolman (20) hem in
handen had gespeeld. Terwijl Dol
man het stralende middelpunt
vormde van een op de Nürburg
ring zelden vertoond enthousias
me, slikte de ontroerde Verhoeven
zijn emoties weg. Zijn handen
streelden het zadel van zijn schep
ping, Dolmans fiets, die zo'n be
langrijke rol speelde in de magis
traal geslaagde machtsgreep naar
de regenboogtrui.
Favoriet
l§y
Minister Maarten Vrolijk geeft Europees kampioene Bettie Heukels de welverdiende felicitatiekus.
Zij sloot de tij van Europese kampioenen tijdens de strijd om de Europese zwemtitels.
pi
FRANS NYPÏ^
ï- - -«•- '"f
y -mmkgffiMnKMS^ragsss -
Dolmans wereldtitel:
triomf van wilskracht
.-.,-w
Altig steunt
op verraad
(Van onze speciale verslaggever)
Eén man ontbrak tussen deze azen:
Duitslands favoriet nummer één Rudy
Altig. Hij maakte deel uit van een ach
tervolgend pelotonnetje, waarin slechts
Tourwinnaar Aimar indruk maakte.
Nog bij de voorlaatste doorkomst jouw
den de toeschouwers de tot dan onop
vallend en lusteloos tussen de wielen
fietsende Altig uit. Plotseling echter
liep de snelheid van de leiders met
sprongen terug. De jagers, bij wie zich
ook Jo de Roo bevond, kwamen op
vijftig meter. De uitgeruste Altig sprong
als eerste. Met succes. Dat was na
267 kilometer. Op dit moment voerden
.Motta en Anquetil het tempo weer in
drukwekkend op. De afstand tussen bei
de groepen groeide met elke pedaal-
slag. Nauwelijks tien minuten later was
Rudy Altig wereldkampioen. Omdat het
zo moést.
Toen Altig eenmaal bij de leiders
was, twijfelde niemand meer aan zijn
triomf. Als op commando zette zich An
quetil aan de leiding. Zó snel ging de
Normandiër, dat ploegmakker Jean
Stablinsky moest afhaken. Altig liet
zich „meezuigen". Hij koos het wiel
van Motta, zijn stalgenoot bij Molteni.
Waar de leiders elkaar nauwelijks daar
voor nog vragend hadden aangekeken,
vóór elkaar weigerend de kop te ne
men, werkten Motta en Anquetil op
eens eendrachtig samen. Op de laatste
helling werd de show perfect afgeslo
ten. De op kop rijdende Motta liet een
gat vallen: Altig demarreerde uit alle
macht en verraste de overigen. Met
zes, zeven meter voorsprong begon de
Duitser aan het laatste rechte stuk.
Tientallen meter vóór de „meet" hief
de omkijkende Altig de armen hoog.
Hij wist dat de achter hem rijdende
Anquetil geen bedreiging meer zou
kunnen vormen.
Er zijn opnieuw twijfels gerezen rond
de sportieve waarde van een overwin
ning in een belangrijke wielerwedstrijd.
Dat Motta Altig tot steun zou zijn kan
nog enigszins verklaard worden, ai
pleegde de blonde Giro-winnaar in feite
verraad aan de sterke Italiaanse squa-
dra. Altig tekende immers vorige week
opnieuw, voor twee jaar, bij Molteni.
Terwijl hij van Ton Visschers, de ma
nager van de Willem Il-formatie, enkele
dagen ervoor een financieel zeer aan
trekkelijk aanbod had gekregen. Altig
gaf zelf toe dat Visschers hem meer
wilde betalen dan Molteni ooit zou kun
nen. Niettemin gaf de Duitser opnieuw
de voorkeur aan Molteni. „Uit solidaire
overwegingen. Omdat ik me wat ver
plicht voel", zei Altig woensdag in
Turnhout. De diep teleurgestelde Vis
schers verklaarde toen wrang: „Zon
dag helpt Motta Altig aan de regen
boogtrui." Voor Motta is Altigs wereld
kampioenschap niet ongunstig. Zijn ri
vaal Gimondi werd het tenminste niet...
Hoe echter de houding van de impo
nerend fietsende Anquetil te verklaren?
Anquetil zou er alles aan gelegen zijn
de door vreemde Tour-mampulaties ge
schonden reputatie met een wereldkam
pioenschap op te vijzelen, zei men. Had
den hij en Poulidor niet voor éénmaal
een soort verdrag gesloten? Kon An
quetil niet rekenen op Ford-makkers
als Aimar, Stablinsky, Theilleires, Ji
menez en Denson? Anquetil leek lange
tijd inderdaad op weg naar de regen
boogtrui, de enige hem nog ontbreken
de trofee aan de ongeëvenaarde pal
mares. Met Motta, de sterke Zilioli en
de later terugvallende Merckx be
heerste de vijfvoudige Tourwinnaar de
koers. Achter hem stapten erkende ve
detten regelmatig ontmoedigd af, uit
geput door het tempo en de moeilijk
heden van het parcours. Met eerste lui
tenant Stablinsky in de nabijheid was
Anquetil, toen de kanshebbers de laat
ste ronde ingingen, favoriet. Tot zes
kilometer vóór de streep. Toen begon
Anquetil plotseling schuchter om zich
heen te kijken. Gebaarde hij anderen
de kop te nemen. Motta weigerde, Sta
blinsky eveneens. Achter hen sleurde
Aimar rappe wegsprinters als Rey-
broeck, De Roo en Altig naderbij. Het
leek de leiders niet te deren. Verspeel
den zij hun kansen?
Toen, op vijftig meter, kwam Altig.
Met hem keerde opeens de vaart terug.
Anquetil werd plotseling weer actief.
Honderden meters lang leidde hij, met
de concurrenten moeizaam volgend
aan het wiel, de dans. De overigen wa
ren op slag kansloos. Jo de Roo zei
na afloop: „Ik reed niet zo goed als
ik wel verwachtte. Toen ik Altig zag
gaan wilde ik wel mee# Maar ik had
geen macht meer. Ze waren ineens
w eg". Altig lukte het wel. Die kon niet
vermoeid zijn, hoe moeizaam hij ook
de venijnige stijgingen leek te beklim
men. De toeschouwers rond de Ring
vonden het prachtig. Hadden ze het
niet gezegd? Al duurde het wat lang,
ze vertrouwden dat Altig tóch zou ko
men. Die wachtte op zijn kans. Rudy
stelde de duizenden niet teleur. Na zijn
tw eede plaats van San Sebastian kreeg
hij nu de titel.
Er was óók de teleurstelling- Voor
Felice Gimondi, die een grandioze solo
te vroeg inzette en teruggehaald werd
door een groep, bij wie zijn 'aI}dgeno-
ten Motta (Molteni) en Dancell; (Mol
teni). Voor de scheidende titeldrager
Tom Simpson, die de macht eenvoudig
miste. Voor de Nederlanders, bU wie
zich Gerben Karstens uitputte in een
nutteloze vluchtpoging en alleen De
Roo een rol zou spelen. Voor de Bel
gen, die tenslotte tóch niemand voor
aan hadden. En zelfs voor Jacques An
quetil. Bjj de cérémonie protocolaire
ontbrak monsieur Jacques. Het treetje
voor de winnaar van de zilveren me
daille op het erepodium bleef onbezet.
Het leek alsof Anquetil ontevreden was.
Tóch kan het niet anders of de Frans
man moet Altig het succes gunnen. Don
derdag was Anquetil immers, samen
met Stablinsky, gezellig een dagje op
visite geweest bij de Duitser?
(Van onze speciale verslaggever)
„Ik kan nu met een gelukkig gevoel
stoppen," sprak de lange mecanicien.
„Mijn doel is bereikt." Verhoeven was
dankbaar. De door hem verafgode Dol
man had zijn waardering voor Verhoe-
vens inspanningen niet beter kunnen be
lonen dan hij deed, toen hjj zich na zijn
zegevierende sprint liet uitrijden naar
de Nederlandse verzorgers, naar Ver
hoeven, de enige man', waarin hij een
rotsvast vertrouwen stelt. De man ook
die hem jaren geleden in het hoofd
prentte dat hij wereldkampioen kon
worden.
De fiets waarop Dolman de wereld
titel wielrennen op de weg voor ama
teurs behaalde, is symbolisch voor de
instelling van de Rotterdammer. De
zelfde wilskracht, waarmee Dolman in
1964 Olympisch kampioen in de ploe
gentijdrit werd en twee maal de Ne
derlandse wegtitel veroverde. Naast on
miskenbare klasse is Dolmans onwrik
bare vastberadenheid de belangrijkste
pijler voor de successen, die voor een
sportman van pas twintig jaar onge
ëvenaarde proporties hebben aangeno
men. De wilskracht, die spreekt uit zijn
hoekige gezicht, stelt hem in staat om
zich op een wedstrijd voor te bereiden
met een zorgvuldigheid, die in de sport
welhaast uniek genoemd mag worden.
Zijn voorbereiding op deze fel begeer
de regenboogtrui begon vorig jaar met
een verzoek aan de Koninklijke Neder
landse Wielren Unie om te mogen wor
den opgenomen in de ploeg, die ons
land zou vertegenwoordigen in de Ron
de van Duitsland. Dolman wilde die
zware ronde niet winnen, maar hij
wist dat er één etappe op de Nürburg
ring zou worden gereden. Dat gaf hem
de unieke kans om het parcours te
verkennen, om de mogelijkheden voor
het gebruik van de versnellingen te be
studeren. Hij won die rit met over
macht. Vanaf dat moment noemde hij
zich bij vrienden de nieuwe wereld
kampioen.
Terug in Nederland was Dolmans
eerste gang, als zo vaak in die jaren
ervoor, naar Wout Verhoeven, zijn ont
dekker. zijn leidsman vanaf het mo
ment dat hij op 13-jarige leeftijd als
aspirantje begon. Verhoeven bracht dit
talent met tactische en technische raad
gevingen tot rijpheid. Verhoeven bouw
de de fiets waarop Dolman Olympisch
kampioen werd. Die, later als „Tokio-
fiets" bekend geworden schepping, dien
de als basis voor Dolmans voorgeno
men „operatie-Nürburgring". Voor Dol
man en Verhoeven stond het vast: de
fiets moest lichter worden. Het leren
zadel werd vervangen door een plastic
met leren omhulsel; ijzeren moertjes
maakten plaats voor plastic materiaal;
de banden, het frame, op elk onder
deel werd gewicht gewonnen. Het re
sultaat mocht er zijn: de fiets waarop
Dolman wereldkampioen werd weegt
8 kilo, die van de concurrenten zeker
twee kilo meer.
Verhoeven gaf toe dat men daarmee
risico's neemt, omdat het materiaal
kwetsbaarder is. Maar er zijn tevens
meerm ogelijk.hed.en. Voor eert renner
die erin gelóóft. Die niet wil denken
aan de tegenslag. Dolman is er zo een.
Zijn zelfvertrouwen is onbegrensd. La
ter zei hij: „Ze vroegen wel eens aan
me: Evert, ben je nou niet bang dat
je met dit superlichte fietsje pech
krijgt? Dan zei ik dat ik geen pech
zóu krijgen. Of ze vroegen: Waarom
zet je geen valhelm op, dat beschermt
je toch tegen een eventuele val? Dan
zei ik dat ik heus niet zou vallen. Je
moet er toch niet van uitgaan dat je
pech krijgt of een val maakt? Je komt
naar een koers om te winnen en dat
maak je zelf uit." Die woorden krijgen
betekenis wanneer men weet dat Dol
man enkele meters na de finish een
lekke band kreeg
Zó stapte Dolman op de Nürburgring
hypernerveus („Er hangt zo vreselijk
veel van af"), maar vol zelfvertrouwen.
In het Limburgs trainingskamp had
Dolman zich laten onvallen: „Ik weet
niet wie me zaterdag zou moeten klop
pen." Dat was géén grootspraak. Dol
man is er te nuchter voor. Donderdag,
bij de training, bleek dat al snel. De
vijf oefenrondjes maakten diepe indruk
op de Nederlanders. Oók op ploeggeno
ten Eddy Beugels, Harry Steevens, Rini
Wagtmans, Jan van der Horst en Wim
du Bois. Zij wisten dat Dolman in vorm
was. In de laatste wedstrijden, in Bel
gië, bleek dat nog weer eens duidelijk.
Insiders wezen ook op Dolmans mees
terlijke instelling voor die grote, een
daagse wedstrijden. Middelink zei het
nog aan de vooravond: „Ze hebben al
lemaal een kans, maar Dolman is fa
voriet."
De avond voor de alles vergende,
ruim 280 kilometer lange wedstrijd,
kwamen de zes bij elkaar. Méér nog
dan in voorgaande jaren, toen de Oran-
jeploeg de toon bij de amateurs aan
gaf, was men er van overtuigd, dat de
wereldtitel Nederland moeilijk zou kun
nen ontgaan. Dan moest echter aan één
belangrijke voorwaarde worden vol
daan: Er moest, voor alles, eendrach
tig worden samengewerkt. Die regeling
kwam er. Dolman (Televizier), Beu
gels (Mercier), Van der Horst en Stee
vens (beiden Caballero), stappen vol
gend jaar naar de beroepsrenners over.
Zij leven nü in feite al van de wieler
sport. Er werd een financiële regeling
overeengekomen, waarbij anderen, die
de uiteindelijke wereldkampioen zou
den steunen, later mochten profiteren
van de financieel aantrekkelijke aan
biedingen. De dag na de verovering
van het wereldkampioenschap al ont
ving Dolman een invitatie voor een
wedstrijd in Zürich. Beugels zal hem
deze eerste keer vergezellen
Er stond, voor Dolman, zoals hij zelf
zei, nog meer op het spel. Hoewel hij
al een contract bq Televizier heeft ge
tekend, liet hij een clausule opnemen
voor het geval hij wereldkampioen zou
worden. Het daarmee gemoeide bedrag
is niet bekend. Kees Pellenaars zei wel:
„Het scheelt aanzienlijk". Intussen
kreeg Dolman van zijn toekomstige
broodheren een premie van duizend
gulden.
Dolman heeft in zijn triomfale wed
strijd, waarbij hij 148 van de 182 kilo
meter aan de leiding heeft gereden, bo
vendien blijk gegeven van een helder
doorzicht in het ingewikkelde koersver
loop. Toen hij al in de tweede ronde
ontsnapte, realiseerde Dolman zich dat
anderen hem, in dat vroege stadium,
rustig zouden laten begaan. Hij kreeg
drie man aan zijn wiel, de Fransman
Guyot, de passieve Italiaan Benfatto en
Lesley West. In die eerste krachtsex
plosie leverde hem dat na vier ronden
een voorsprong van vier minuten op.
Veel later, toen bij het ingaan van de
laatste ronde de in het Brabantse Vlij
men gewoond hebbende West sterk de
marreerde, toonde Dolman opnieuw in
telligentie. „Ik voelde er niets voor om
die Benfatto naar West te sleuren.
Daarom keek ik achterom en vroeg of
hij kop wilde nemen. Dat deed-ie, maar
hij zat maar naar me te gluren, want
hij dacht natuurlijk dat ik zou demar
reren en hem dan zou losrijden. Ik
deed echter niets en nam gewoon over.
Dat stelde Benfatto kennelijk gerust. De
tweede keer nam hij veel langer over
en toen was ik ineens bij hem vandaan.
In de slotfase kreeg Dolman het
zwaar. Hij wist dat hij in de sprint
West wel de baas kon, maar dan moest
hij op de laatste helling aan het wiel
van de Engelsman bovenkomen en ge
lanceerd de eindsprint ingaan. Dolman:
„Zo'n spelletje kan tijd kosten, waar
door die achtervolgende groep nog bij
ons had kunnen komen. Daarom heb ik
een kilometer of twee daarvoor nog op
kop gezeten, zodat ik niet bang hoefde
te zijn dal we ingehaald zouden wor
den. Je hebt het gezien: de opzet luk
te."
MAARTEN DE VOS
(Van onze speciale verslaggever)
KEULEN, 29 »ug. De nieuwe we
reldkampioen Eef Dolman zei over Cee-
tie Hage: „Ik weet als renner wat „af
zien" is. Dit meisje heeft een volle ron
de alleen op wilskracht gereden. En
dan, tussen vier vroegere wereldkam
pioenen in, nog tweede te worden,
dat is klasse." Dolman gaf met deze
woorden uiting aan bewondering, die al
om bestond voor de prestatie van het
vorige week zondag pas zeventien
geworden Zeeuwse meisje.
Op het weliswaar gemakkelijker,
maar voor vrouwen eveneens moorden
de zuidelijk parcours van de Nürburg
ring had Ceetie Hage, dit seizoen be
gonnen met fietsen, achter de drievou
dige Belgische wereldkampioene Yvon
ne Reynders, een schitterende tweede
plaats bereikt. Vóór vrouwelijke ve
dettes als de Luxemburgse Elsy Jacobs
en de Engelse Beryl Burton.
Kittige Ceetie riep, toen zij na drie
van de vier ronden langs de Nederland
se pits kwam :„Ik kan niet meer."
Een kilometer voor de streep moest
zjj inderdaad lossen. Maar zij kwam
vechtend met een ongelooflijk élan, op
nieuw terug. Sterker: zij demarreerde
meteen. Hoewel de dames Burton,
Reynders, Jacobs en de Russin Pour-
ronen de rebellerende Oranjetrui terug
haalden, had Ceetie niettemin nog re
serves genoeg om in een spannende
spurt de tweede plaats, vlak achter de
ongenaakbare Reynders, te grijpen.
Betty Heukels eindelijk
aan Europese top
UTRECHT, 29 aug. Tenslotte werd
ook Betty Heukels (24) een met goud
gekroonde vedette. Op het laatste num
mer van het Utrechts zwemtoernooi
(rad de Eindhovense wisselslagspecia
liste eindelijk op de voorgrond. Einde
lijk ja, want na jaren van teleurstel
lingen rekende Betty Heukels in Utrecht
af met het verleden. Zij zwom in de
series brutaalweg het vier jaar oude
Nederlands record van Adrie Lasterie
(5.27.8) met 1.5 sec. aan brokken. In
de finale bekroonde zij haar ambitieuze
voornemens. Betty Heukels werd Euro
pees kampioene; haar eerste grote in
ternationale triomf na elf jaar zwem
men. Zij legde de 490 meter bovendien
in een tijd, die haar tot Europa's
„sterkste" zwemster aller tijden maak
te: 0.6 seconde sneller dan de Oost-
duitse Veronika Holletz, tot nog toe re
cordhoudster op dit onderdeel.
Eindelijk dus sportroem voor Betty
Heukels, de gymnastieklerares uit Eind
hoven, werkzaam in Den Bosch. „Die
laatste meters," vertelde zij later. „Ik
dacht dat ik de finish nooit haalde."
Zó verwerkt Betty Heukels de geweldi
ge spanning, die zij doormaakte, toen
zij haar laatste slagen deed. „Ik adem
de naar rechts en ik keek onder mijn
arm door naar links." Naar de Oost-
duitse Heidi Pechstein, vier jaar gele
den in Leipzig Europees sprintkam
pioene op de vrije slag. De kleine, don
kere secretaresse explodeerde enorm
op de afmattende 100 meter vrije slag;
haar specialiteit én het laatste onder
deel van het zwaarste nummer, dat de
zwemsport voor dames kent. De Oost-
duitse kwam bijna elke slag dichter bij
Betty Heukels. „Ik schrok eerst gewel
dig," bekende zij eerlijk. Nu of nooit,
dreunde het door haar hoofd. Het werd
nü. Betty Heukels tikte precies één se
conde eerder aan dan Heidi Pechstein.
Na het enerverende gevecht is het moei
lijk in te denken, dat de Amerikaanse
Donna de Varona, de wereldrecord
houdster, toch altijd méér dan tien se
conden sneller heeft gezwommen
(5.14.9).
Betty Heukels, wat onwennig spelend
met haar eerste gouden medaille, die
door mr. M. Vrolijk, minister van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk, rond haar hals was gehangen,
was de „heldin" van het slotfestijn om
de Europese zwemtitels. De heldin van
de verrassing, noemde iemand haar.
Iet Koster-van Feggelen was het daar
mee eens. „We hoopten op brons. Maar
goud, neen dat nooit."
Zwemcoach Rob Kerkhoven, die de
laatste tijd met de dag opgewekter
door „Den Hommel" liep, vond de
prestatie van Betty Heukels „bijna on
gelooflijk". Het vergat het onlangs
hoog opgelaaide meningsverschil met
Betty Heukels. Zij was niet tevreden,
omdat Rob Kerkhoven haar niet had
opgesteld voor de 400 meter vrije slag.
„Ik ben toch sneller dan Bep Weete
ling," verweet zij hem boos. Nü ver
klaarde zij: „Ik beschouwde het num
mer als een nuttige voorbereiding voor
de wisselslag."
Betty Heukels was in Utrecht de
oudste van de Nederlandse zwemploeg.
Zij maakte in 1958 bij de strijd om de
Nederlandse kampioenschappen haat-
debuut. Zij was toen nog lid van Aegir.
Maar met de toenmalige wereldrecord
houdster Ada den Haan werd zij in
1961 lid van PSV. Betty veroverde in
datzelfde jaar de Nederlandse titel op
de schoolslag. Een jaar later werd zij
in Leipzig vierde, achter Klenie Bimolt
die het zilver greep. De gymnastiek
lerares schakelde toen over op de wis
selslag. Zij bereikte er in Tokio een
zesde plaats mee. De laatste plaats, die
recht, gaf op een Olympisch getuig'
schrift. Daarna werd zij in Nederland
niet meer verslagen.
ADVERTENTIE
I
Achter ,oude top' gaapt enorme leegte
EUROPEES ZWEMTOERNOOI
SPRINGPLANK VOOR MEXICO
(Van onze speciale verslaggever)
UTRECHT, 29 aug. Er ontlaadde
zich een orkaan van geestdrift toen
de stralende Bettie Heukels zich tot
Europees kampioene liet kronen.
Haar gouden medaille, behaald op
het zwaarste aller zwemnummers, de
400 meter wisselslag, Oranjes der
de gouden plak was meer dan
een moeizaam veroverde overwin
ning. Het was een symbool. Symbool
van een enorme wilskracht. Zinne
beeld van een mentaliteit, waarop
Oranjes in Utrecht veroverde goud
steunde. En hopelijk de vonk, waar
mee zwemcoach Rob Kerkhoven de
langzaam dovende fakkel de naar
internationale maatstaven gemeten
gedegradeerde Nederlandse zwemtop
nieuwe impulsen kan geven.
Men kon, een week dwalend door Den
Hommels labyrint, veel beluisteren.
Kritiek vooral. Genadeloze kritiek
over de wijze waarop de Nederland
se zwemwereld zich haar positie aan
de top had laten afsnoepen. Kritiek
uit Nederlands sprekende monden.
Van trainers, die in Nederland
meestal met een ClOS-certificaat op
zak geen voet aan de grond konden
krijgen, maar die buiten onze lands
grenzen een bijzonder dankbaar werk
terrein vonden. Wij noemen hun na
men: Cees Oudegeest en Jan Freese
(Spanje), Niels Bouws, op doorreis
naar Zuid-Afrika na een vier maanden
durende stage te hebben gekregen bij
de befaamde Amerikaanse coach Don
Gambrill, Bert Sitters (volgende
maand ook al verhuizend naar het
toekomstig zwemmekka Spanje) en
de wegens zijn oorlogsverleden naar
Ost-Duitsland gevluchte ex-Haarlem
mer Johan van Hems bergen (48). 2ij
bleken unaniem van mening dat Ne
derland een voor zwemmen bq Ujt_
stek geschikt land is. Zil Prezen de
mentaliteit van Ada Kok en Bettie
Heukels, zij brachten lof aan de ken
nis van zwemcoach Rob Kerkhoven,
maar zij beklaagden zich bitter over
het gebrek aan medewerking dat de
Nederlandse zwemtop kreeg om zich
goed te ontwikkelen.
Zij prikkelden de reeds opgelaaide ja
loezie. Zjj brachten Oranjes zwem-
kamp bovendien in een ontmoedigen
de stemming. Vooral toen zij de roos
kleurige positie, waarin zich het
zwemmen in het buitenland bevindt,
afschilderden. Zo kon men beluiste
ren, dat de Spaanse regering onme
telijke sommen gelds in de zwemsport
stopt. Dat de zwemsport in Oostduits-
land dertig baden ter beschikking
staan om talenten in die meedogenlo
ze strijd om de hegemonie zorgvuldig
te cultiveren. Dat de clubcoaches in
hetzelfde Oost-Duitsland uit de staats-
pot betaald, mogelijkheden ter be
schikking staan waar men in Neder
land nog slechts vaag van droomt.
Als men dit alles hoort, dan is het
begrijpelijk, dat een Nederlandse of
ficial kan opmerken, dat hij tevreden
is dat Oranje zich min of meer heeft
kunnen handhaven. Het is tenslotte
die man niet kwalij'k te nemen als hij
bovendien opmerkt, dat, gezien de
mogelijkheden, Oranjes zwemtop zich
maar tevreden moet stellen met een
natuurtalent als Ada Kok of met de in
de persoon van Bettie Heukels ge
symboliseerde karaktervastheid. Het
blijft echter de zielige mening van
een niet meer in zichzelf gelovende
amateur, die vlucht voor een bik
kelharde waarheid voor een realiteit,
die zijn denken niet meer begrijpt.
Ada Kok en Bettie Heukels zijn er
niet voor niets. Zij vormen met hun
waardevolle goud de uitdaging. Een
uitdaging die hopelijk niet voor niets
is getoond.
In Oost-Duitsland kent men dus dertig
sportbaden. Bemand door dertig tech
nisch uitstekend voor hun taak bere
kende coaches. Men kijkt er niet naar
Amerika om te weten dat jeugdzwem-
men belangrijk is. Men ziet de sport
daar in de eerste plaats als politieke
propaganda, zoals in nabuurland Rus
land. Deze opvatting is in het vrije
westen dikwijls aan de kaak gesteld,
maar naarmate de jaren verstrijken
begint men een logische lijn in die
theorie te ontdekken. Een wereldre
cord, en dan is de politieke waarde ge
heel buitengesloten, een Europees kam
pioen dwingt duizenden tot zwem
men. Dat is belangrijk. Die duizenden,
dat begrijpt iedereen hoeven echt
niet allemaal topatleten te worden.
Men zou ze niet eens kunnen opvan
gen. Maar die duizenden doen wél
aan sport, de meest gezonde vorm van
ontspanning, die de wereld kent.
Het Europese zwemfeest is dus voor
bij. Oranje vergaarde buiten ver
wachting drie gouden, één zilveren en
één bronzen medaille. Het brons was
aan twijfels onderhevig, omdat de
Nederlandse vrije-slagploeg Toos
Beumer, Bep Weeteling, Mirjam van
Hemert en Lydia Schaap) één ver
keerde wissel telde. Driemaal goud
(Ada Kok en Bettie Heukels vormden
de ruggegraat) en eenmaal zilver
(behaald door Ada Kok). De jonge
ren in de ploeg, de nieuwe elementen
stelden om wat voor reden ook teleur.
Een trieste balans, gezien de enorme
verdieping van andere in Utrecht ver
tegenwoordigde de naties. Naties die
Utrecht niet meer dan een spring
plank voor de komende Olympische
Spelen in Mexico noemden... Hun
woordvoerders kwalificeerden Utrecht
als een troosttoernooi. Zjj zagen het
als een tussenstation op weg naar
hogei roem, naar Olympisch goud. He'
is de vraag of Kerkhoven vóór Mexi
co een verjonging kan doorvoeren, die
rendement oplevert. Wjj weten dat hi)
nog steeds met een gefrustreerde we'
dische opvatting moet leven, die pres
taties van onze dames op bepaalde
momenten onmogelijk maken. Wij we
ten, dat het jeugdzwemmen een
langzame ontwikkeling doormaakt om
dat het in Nederland onontgonnen ter
rein nog niet door daartoe bevoegde
artsen is verkend. Of dit spoedig we
zal gebeuren is opnieuw aan twijfej.
onderhevig. Kerkhovens hartekreey
„Waar zijn de Nederlandse sportaT
sen?" geeft juist de speelruimte tot d>i
twijfels. Hij drukte zich zaterdagavoW-"
pluimen plaatsend op de hoeden v*
de clubtrainers, die 65 moesten
talen om een passe-partout te verki'b
gen, maar die zich daarbij geen PA,
poort tot de trainingsbassins koc.j
tent!), zeer pessimistisch over °,s
probleem uit." De Nederlandse ar
is géén sportfysioloog. Dat komt on.g
dat de sport te weinig betrokken
bjj de wetenschap. Of anders gezeg -t
Omdat de sport op de univers'j -
maar weinig in de belangstel'
staat". Hij hoopte, dat door de
noeming van prof. J. Biersteker m
in spoedig verbetering zou komen. r
Kerkhoven roerde nog een kwetso
sunt aan. Hij heeft ontdekt, aatege-
lerlands zwemformatie minder Dtyjr
aidinw hnrl rl Q n nnrloro nlf)ë26n.
leiding had dan andere ploegen.'1^
was geen geld voor". Hij had kj^js-
op de organisatie wat. betreft.de "^et
vesting- en de voedingsregelmg. r,
verstoorde de concentratie te ,:„g
merkte hij op. zich voor zijn k oe
verontschuldigend, omdat hu wis
hard er achter de schermen t»
werkt, dat wij in ver van olKue
legen delen van Utrecht moesten
en slapen.
eK