Wereld roem voor Dolman FEIJENOORD IETS MINDER MATIG DAN D.W.S. (0-1 REDDING OP HET NIPPERTJE T opsport weekeinde Brons voor Argo OOSTDUITSE ACHT DOOR FINISH Rusland driemaal geklopt VREUGDE VAN EEN KAMPIOEN ZWEMTOP VEREIST MODERNER AANPAK Goud zonder perspectief ORANJES WIELERTROTS TEZAMEN KEULEN, 29 aug. Vorig Jaar plakte de zaterdag tot wereld kampioen gekroonde 20-jarige Rotterdamse amateur Eef Dol- man een vignet op de voorruit van zijn Fiat 600. Daarop was het parcours van de Nürburgring uitgestippeld. Hij keek er elke dag naar. Vol verlangen haast, omdat hij zichzelf had ingeprent, dat hij daar de fel begeerde re genboogtrui zou grijpen. Hij is dikwijls uitgelachen, omdat hij zo zelfbewust vertelde dat hij wereldkampioen zou worden. Er werd bovendien in wielerkringen soms schamper opgemerkt, dat hij, na zijn gloriejaar van 1965, geen grootse successen meer zou boeken. Men staafde die bewe ring met te zeggen, dat Eef Dol man een te hoog verzet draaide. Dolman is een eigenzinnige sportman. Hij ging zijn eigen gang. Ook na het gerucht makende dopingschandaal waar van hij een middelpunt vormde. Dolman zou, toen hij zijn tweede nationale kampioenstricot ver overde, neusdruppèls hebben ge bruikt waarin stimulerende mid delen zaten. Hij werd maar ten dele gerehabiliteerd. Het zat hem nog altijd dwars. Op de Nürburgring werd hij wereld kampioen na eep superieur be keken wedstrijd. Zijn gemoed zal bu wel- van alle zorgen bevrijd 2ijn. Zie verder de zesde sport pagina. Eef Dolman: op de wereldtroon. C eet ie Haage, die tijdens de wereldstrijd bij de dames de zilveren medaille veroverde feliciteert hier de kersverse wereldkampioen bij de heren: Eef Dolman. DWS' doelman Jongbloed kan hier nog tijdig een doelpunt voor komen door zich voor de voeten van Harry Bild te werpen. Corn wall is een nuchtere getuige. „VOOR ONS GELD" UTRECHT, 29 aug. Ondanks de spectaculaire, gouden plakken opleverende (drie) vechtlust van Ada Kok en Bettie Heukels, de terecht bejubelde kern van Oran jes zwemtop, heeft de niet geheel vlekkeloos georganiseerde strijd om de Europese zwemtitels bij velen een gevoel van onbehagen achtergelaten. Bij sommigen zelfs een gevoel van angst voor de toe komst. Ada Kok feliciteert Betty Heukels uitbundig met haar overwinning op de Jf. x 100 meter wisselslag. FRANS NYPELS De finish In beeld: de Oostduitse acht (boven) klasseert zich hier juist als eerste. In het midden de Russinnen, die tweede werden en op de voorgrond onze landgenoten die de bronzen medail le veroverden. .v.-.-X*.. (Van onze speciale verslaggever) (.Van onze speciale verslaggever) AMSTERDAM, 29 aug. Bondscoach Geórg jxëssl'er keek zorgelijk. Op zijn gezicht waren trekken van teleurstel ling te zien. Het was duidelijk: zijn bezoek aan de wedstrijd tussen D1VS en Feijenoord, zondagmiddag voor ruim 30.000 toeschouwers in het Olympisch Stadion gespeeld, had geen nieuwe ge- zichtspunten geopend voor het samen stellen van het Nederlands elftal dat straks in Rotterdam de Hongaren par tij moet geven. Of om. het wat precie zer uit te drukken: zijn hoop op een ..sollicitatie" van, Coen Moulijn naar de linksbuitenplaats werd na ongeveer twintig minuten wreed verstoord, om dat de tot dan toe verdienstelijke Rot terdammer door een onbeheerste trap van Frits Flinkevleugel het veld moest ruimen. Ondanks deze handicap won Feijenoord met 0-1. Een pijnlijk hinkende Moulijn zag het later, na afloop, niet zó somber in. „Ik dacht eerst dat mijn knieband ge sehe-urd was. Gelukkig blijkt het slechts een flinke bloeduitstorting te zijn. Jam mer, dat ik moest uitvallen. Ik draaide net zo lekker. Of er van opzet sprake was bij Flinkevleugel? Nee, dat durf ik niet te beweren. U hebt gezien hoe het ging. Daar kunt u uw conclusie uit trekken". Over één ding waren Mou lijn en Feijenoords manager Guus Brox het eens: de jonge Rudi Geels had een goede wedstrijd gespeeld. Voor al toen de aanwinst uit Telstar, als rechtsbuiten opgesteld, in de tweede helft met Jansen (rechtsbinnen) van plaats wisselde, kreeg de Rotterdamse aanval op slag meer stootkracht; moest de verdediging van DWS aandacht schenken aan twee gevaarlijke spitsen: Harry Bild en Geels. Zij waren, mèt doelman Jongbloed, zo ongeveer de eni gen die aan deze matige wedstrijd nog enige kleur gaven. Feijenoord zegevierde dus met 0-1 Verdiend. Maar het was nog steeds geen schaduw van de ploeg, die in het verleden met „hand in hand, kamera den" Nederland in zijn ban gevangen hield. Het team dankte de volle winst eerder aan onmacht van DWS dan aan eigen verdiensten. De Amsterdammers zonder Geurtsen, Smit, Vonhof en Burgers misten voldoende zelfver trouwen, tactisch inzicht en tempo om de verzwakte Rotterdamse verdediging (Kraay en Veldhoen ontbraken) van haar stuk te brengen. Zelfs Kruiver, toch niet voor een kleintje vervaard en, naar mag worden verondersteld, op de hoogte van zwakke plekken in Feijenoords defensie, was niet bij machte zijn ploeggenoten de rechte weg naar het doel te wijzen. Na afloop betuigde de Zaankanter zijn spijt over de nederlaag. Maar méér nog zat het hem dwars dat hij in de tweede helft, op de grond liggend, een trap van de over hem heenstappende Israël tegen het dijbeen moest incasse ren. „Ik begrijp niet waar dat voor nodig was. We spelen toch allemaal voor ons geld en toch niet om in het ziekenhuis terecht te komen?" DWS' voorzitter Solleveld liet in geen enkel opzicht merken dat de nederlaag hem zwaar op de maag lag. „Het had voor hetzelfde geld andersom kunnen zijn", luidde zijn mening. Merkwaardig overigens dat hij de afwezigheid van Geurtsen verklaarde met een catego risch: ..geblesseerde knie". En dat, ter wijl vóór de wedstrijd was gezegd dat Geurtsen wegens niet in vorm zijn bui ten de ploeg was gelaten. Wie Geurt sen na afloop kwiek door de gangen van het Olympisch Stadion zag stap pen, zou geneigd zijn, aan laatstge noemde verklaring de voorkeur te ge ven. A propos: uit vorm zijn is toch geen schande? Veel toeschouwers hebben zich giste ren afgevraagd, waarom scheidsrech ter Van Ravens in de eerste helft een ogenschijnlijk achttienkaraats doelpunt van Feijenoord afkeurde. Van buiten spel was geen sprake en bovendien kwam de bal yia de uitgestoken arm van Jongbloed in bezit van Jansen die meteen raak schoot. De arbiter gaf hierover de volgende uitleg: „Op het moment dat Jansen toeliep schreeuw de hij iets. Dat vind ik ongeoorloofd intimideren van de tegenstander en daarom annuleerde ik dat doelpunt, Verder was er niets aan de hand"» (Van onze speciale verslaggever) De sensationele vooruitgang van het Russische en Oostduitse zwempeil is in vergelijking met het Nederlandse pres tatievermogen namelijk verbijsterend te noemen. Vier jaar geleden speelden de Russen en Oostduitsers in Leipzig een onbenullige figurantenrol. In Utrechts magnifieke zwemtempel Den Hommel veroverden zij beide hoofdrollen. Be angstigend voor Oranje is, dat Rusland en Oost-Duitsland, maar bijvoorbeeld ook Hongarije en Engeland, duidelijk maakten, dat hun góldrush steunde op een leger jeugdigen. Het degradeerde Oranjes ere-metaal tot goud zonder pers pectief. Terecht een beangstigende conclusie, die opnieuw de vraag op werpt of er nog gesproken mag worden van een herstel. „Willen wij bij blijven", zei zaterdag een zijn emoties goed beheersende Rob Kerkhoven, sinds twee jaar belast met de ondankbare en moeilijke taak om Oranjes zwemtop te verdiepen, „dan zal er geld op tafel moeten komen". Rob Kerkhoven had in een eerlijke op welling laten doorschemeren, dat ook hij in Utrecht door een verklaarbare angst was beslopen. De opmars van de Russen en Oostduitsers had hem, hoe wel hij deze verwachtte, toch nog ge schokt. Hij had bovendien, net als wij, gezocht naar een verklaring. Het bracht hem in Utrecht tot de wetenschap, dat Nederlands zwemtop zich pas kan her stellen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De narigheid was even wel, dat hij zijn ijzeren vuist met flu weel bekleedde. Gezien de omstandigheden waarin het Nederlandse sportleven want dit geldt beslist niet alleen voor de zwemsport zich paniekerig overeind moet houden, is dit moeilijk te verteren. Het doet zelfs de vraag rijzen of diplomatie nu nog gewenst is. Als de Nederlandse regering zich onvermoeibaar beijvert om geld bijeen te schrapen voor de zogenaamde ontwikkelingslanden, zou het tienmaal beter zijn luidkeels uit te roepen dat het Nederlandse sportleven, met meer dan één miljoen beoefena ren, een sterk onderontwikkeld gebied is. Wat Kerkhoven bedoelde te zeggen is in één zin samen te vatten: „Geef ons meer geld!" Kerkhovens fluwelen vuist hamerde op de noodzakelijkheid om de Neder landse zwemtop, net als de Russische en Oostduitse, precies zoals de Britse en Hongaarse, ja zelfs als de Spaanse en Westduitse ploegen, met een re- searchteam op zijn goldrush voor te bereiden. Hij wil een sportdokter, een biochemicus, een fysioloog en een psy choloog. Hij wil dat team dan het hele jaar door bij zijn ploeg hebben. Hij wil op hun onderzoekingen een ploeg bou wen de Nederlandse zwemsport waar dig. Hij wil bovendien de beschikking hebben over een sportbad. Altijd en niet alleen, zoals dit jaar. een paar maanden. In zijn gesprek met de Rus sen kwam duidelijk naar voren, dat dit in Nederland als kwetsbaar aangere kende punt geen moeilijkheden oplever de in Rusland en Oost-Duitsland. Daar kent men echte sportbaden. Baden die op bepaalde uren, wanneer het de res pectieve zwembonden uitkomt, wanneer de coaches dit verlangen, niet toegan kelijk zijn voor publiek. In Nederland; met het bestaande tekort en met zijn niet onder staatstoezicht ressorterende zwembaden een niet te verwezenlijken verlangen. Dat begreep Kerkhoven blik semsgoed. Zoals hij begreep, dat coa- ches vóór hem diezelfde verlangens koesterden en tenslotte stuk gelopen waren op hun ijver om deze wens te realiseren. Met het gebrek aan geld ligt hier de tweede oorzaak van Oran jes achteruitgang. De vele clubs in Ne derland, meestal arm aan inkomsten, kunnen hun talenten geen kansen bie den. En juist in de clubs, waar het jeugdig potentieel zich op een presen teerblad aandient, ligt de basis voor toekomstig succes. Er was tijdens die felle jacht naar Europees ere-metaal hier en daar kri tiek te beluisteren op Kerkhovens werk methode. De ambitieuze coach, die tij dens acht dagen zwemgeweld af en toe een nerveuze indruk maakte, wees die kritiek met feiten van de hand. Er was één kwestie waar hü echter als een kat om de hete brei sloop. De samen werking met de clubcoaches. Vier jaar geleden als pas afgestudeer de ClOS-nian in Leipzig aanwezig, pro pageerde hij hetzelfde ideaal als de clubcoaches nu in Utrecht. De clubtrai ners, aldus Kerkhoven toen, moeten in tensief bij de voorbereidingen van de zwemploeg worden betrokken. Anno 1966 beweert hij hetzelfde, zegt hij zelfs, dat hij in vele gevallen goed met die dikwijls terecht eigenzinnige trainers heeft samengewerkt, maar merkt hij onder de drang van de beluisterde kri tische geluiden tevens op, dat die sa menwerking beslist op een betere leest geschoeid kan worden. Hij bekende eer lijk: „Wij zijn onvoldoende naar elkaar toegegroeid". Wellicht zit er veel waars in de theo rie van deelnemer Jan Jiskoot, leraar aan de Academie voor de Lichamelijke Opvoeding. „Nederland is een klein land", zei Jiskoot. „Met een klein po tentieel. Dat kleine potentieel eist een individuele aanpak. Zoals dat bijvoor beeld in Engeland gebeurt. Een zwaar accent op de clubtrainers, waarbij de nationale coach Bert Kinnear slechtfAT zorgt voor de impulsen en het als zijn belangrijkste werk ziet de clubcoache%. op te leiden, meer techniek bij te brei»»— gen. De Amerikaanse methode, die al leen maar vruchten afwerpt omdat men daar over een geweldig arsenaal jeugd- zwemmers beschikt en men beslist niet omkijkt naar de mislukkingen, zou, voorbeeldig toegepast op Nederland, de sastreuze gevolgen hebben." Kerkhoven is zwemdeskundige genoeg om dat te beseffen. De les van Utrecht, die hem meer schokte dan hij dorst toe te geven, zal hem ongetwijfeld naar de armen van de clubtrainers drijven. Maar ook hier geldt, dat zonder finan ciële rugdekking geen gouden resulta ten meer verwacht kunnen worden. De prestaties van de verouderde kern ten spijt. Kerkhoven krijgt de moeilijke taak om het goud zonder perspectief tot waardevolle plakken om te buigen. Niemand mag hem daarbij zijn steun onthouden. (Van. onze speciale verslaggever) AMSTERDAM, 29 aug. Mi nister M. Vrolijk was tenslotte niet voor niets naar de Bosbaan gekomen. De laatste fanfares van de Amsterdamse politie-kapel klonken gistermiddag ook voor een Nederlandse ploeg. De ge handicapte acht van Argo eiste tussen het geweld van de Euro- pese roeisters de derde plaats - voor zich op. Nadat de dubbel- vier en de dubbel-twee zaterdag reeds kansloos waren uitgescha keld en de gestuurde vier van Argo gisteren achter in het veld en de skiffeuse Truus Bauer op de vijfde plaats door de finish gingen, kregen de wedstrijden om de Europese roeititels daar mee voor Nederland toch nog een enigszins vreugdevol slot. De grote verrassing was echter het optreden van de meisjes uit Oost-Duitsland. Zij wonnen drie vam de vijf nummers en ont troonden daarmee de Russinnen aand e Europese top. De Russi sche gestuurde vier won nog on bedreigd. Maar bij de skiffeuse Galina Konstantinova moest er reeds een finishfoto aan te pas komen. Die besliste voor Galina. Maar in het volgende nummer wees de foto de gloednieuwe dub bel vier van Oost-Duitsland als winnaressen aan, vóór die van Rusland. Het Russische drama werd compleet toen de Oostduitse zowel als de Westduitse meisjes vervolgens profiteerden van de vuile klappen van de overver moeide dubbeltwee_ van Rusland, die zich duidelijk in de zwaarte van de baan had vergist. Be schamend tanslotte was de Rus sische nederlaag bij de achten, toen de technisch bijna perfecte Oostduitse ploeg maar liefst twaalf seconden eerder door de finish ging. Voor een uitgebreide reportage over de roeistrijd, ver wijzen wij u naar de vijfde sport pagina.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 7