Verheugende crisisen nerveuze trekjes
Koersverandering
is onbillijk
Universiteit geen
diplomafabriek
RECTORALE REDES BIJ NIEUW ACADEMISCH JAAR
I - W£p
Kosten wetenschappelijk avontuur
doen de geldschieter rillen
Ontbrekende
rede
5 olek ende geit'
STUDIETOELAGEN
mm
Beperking van de
studentenstroom
LANGE STUDIEDUUR
N|EUWE dag
MAANDAG 19 SEPTEMBER 1966
7,
9?
(Van onze onderwijscorrespondent)
bii^? DE RECTORALE REDES, die traditiegetrouw gehouden zijn
opening van het academisch jaar, blijkt dat de problemen,
de universiteiten en hogescholen zich reeds vele jaren
Sch Z-i-en' *n omvanS toenemen, maar dat men zich in het weten-
om aPPelÜke onderwijs ook sterker bewust wordt van de noodzaak tot
Passingen te komen.
turn* beraad in de Romeinse senaat was niet voldoende om Sagun-
öe t vf behouden. Ook voor de wetenschappelijke instellingen dringt
hana De groei van het aantaI studenten loopt de prognosten uit de
d, zo zei de Groningse rector, prof. s'Jacob, in zijn jaarrede.
trpa1 ben werd gesproken van een „verheugende crisis". De af-
te?Pende rector- P^f. Dankmeijer, bedoelde hiermee, „dat de in
j^^ngestelde richting werkende factoren met elkaar tot een cul-
,afjfende botsing geraken, waaruit een beslissing onafwendbaar
faot r komt". Prof. Dankmeijer vertrouwt, dat de tegenwerkende
honr?ren bet zullen verliezen tegen de steeds krachtiger wordende
zaak het wetenschappelijk onderzoek en dus ook het onderwijs
y grote schaal te bevorderen".
Onvoorstelbaar
*71 Waagstukken van financiële
ei erkend over het „Algemeen finan-
■Qtor erna" zei de Amsterdamse
'li>est' Pr°f- v.d. Hoeven, dat bij een
e n de tot 30 miljoen gul-
Bemoeizucht
Prof. ir. H. J. de WIJS
Delft
Prof. ir. F. HELLINGA
Wageningen
Prof. drs. R. BURGERT,
Rotterdam
Prof. dr. H. O. GOLDSCHMIDT
Tilburg
ww -mmmmmmm
Wmfm
4
Prof. dr. K. POSTHUMUS,
Eindhoven
Prof. Ar. G. BERKHOFF
Twente
De derde maandag
van september
Prof. dr. K. A. H. HIDDING,
Leiden
v
Prof. mr. E. H. s'JACOB,
Groningen
Prof. mr. J. van der HOEVEN,
Amsterdam
„.mÊÊÊËmm^
ir»
Prof. dr. A. R. HULST,
Utrecht
Prof. dr. A. J. H. VENDRIK,
Nijmegen
BACCALAUREAAT
Niet alleen de
99bordjes verhangen
Bij wetenschappelijk onderwijs
radicale ingreep nodig
&llpf ns<'happeli.ik onderwijs is niet
ftlaa sotiale of culturele voorziening,
za..> ook macro-economische nood-
Wen' altlus prof» Posthumus in Eind-
hip® Rotterdam betoogde prof. Beze-
lt0l5' 'lat met vereende krachten op
"hopt termijn een visie ontwikkeld
van ''orden inzake taak en opbouw
het wetenschappelijk onderwijs.
om pen visie, die de be-
ri ,lftegenstellingen overbrugd en
Wooii g aallseett voor verdere ont-
8f:ha„ Wanneer men tot het weten-
eoö?Pe«.ik onderwijs het verwijt van
"Un rVatisme richt> is dit niet in
opzichten ongegrond. Gevestigde
tangen en opvattingen mogen ech-
tA ®epit een beletsel zün voor nood-
W,Iljke vernieuwingen, aldus de Rot-
"arnse rector.
Wageningse rector, prof. Hellin-
«tpi ?™cnde, dat het academisch be-
Itjaj ln zijn organisatorische vorm pri-
V'r.,luet is afgestemd op een snelle
"«baarheid temidden van maat-
'appelijke ontwikkelingen.
aftredende rector in Nijmegen,
iqp'- Geerts, acht echter de sympto-
tpJ' aanwijsbaar van belangrijke in-
sitp-f veranderingen, die in de univer-
Zp f °P Rang komen. „Enkele nerveu-
gp, rekjes vandaag en een verkrampt
i,i ®at over tien vijftien jaar óf een
tpp j'bende verjongingskuur te rech-
fijd dat is de keuze".
e(f rdiTiteiijke aard komen in de
de orde n /edes herhaaldelijk aan
^dentln y,Vnligr0i Het aün'
"eelden met tal van voor
dijktmen dnlUStreerd. Allerwegen
naar wetenJr-h explosieve vraag
rast en PPelijk onderwijs ver-
Ueid.se rertn ster(* te z'?n"> aldus de
ter op d t ^ij merkte hierbij ech
oed zièr, -men deze ontwikkeling
Zlen aankomen.
hien°ria Uankmejjer stelde ook, dat
iti -). nu noodzakelijke uitgaven niet
W-, eerste plaats moet zien in ver-
fcaa„ 17let de recente ontwikkeling,
tegen de achtergrond van een
V» peeuw van onvoorstelbare en on-
Egntwoorde verwaarlozing. Een voor-
Le|d hiervan vormt in Leiden de
ܻvv van een psychiatrisch-neurolo-
«tj "e kliniek. Dit gebouw gaat tot
komen 75 jaar nadat het besluit
th net bouwen van deze kliniek geno-
h werd.
Sim0 Leidse rector zei, dat de univer-
iOpj'ten te sterk afhankelijk zyn van
geo ntele conjunctuurschommelin-
auweiyks nadat een rantsoene-
'ifiB voor vier jaren tot stand ge-
t'iojp was, werd het gehele ffnan-
Jet ®ohema op losse schroeven ge-
■°r' ov in Utrecht klaagde de rec-
hlv65,y®r de onzekerheid, waardoor de
fan' cringen worden bedreigd: men
jlarer.ge®n. plannen maken voor enige
V'Wn'j "'1 wees onder meer op het
t clpTv,ruimteteko't hU de subfamil
ie D, biologie, waarvoor telkens nieu-
'lap^nen zy" ontworpen, zonder dat
"«clwerkelijk iets kon gebeuren.
1lyig v definitieve, adequate huisves-
«Öfc J de universiteit onvermijde-
teh Ve^e jaren op zich zal
Idrir Dit is in het afgelopem
len Jvi, duidelijk geworden. Er is
fe't e°°Ttdurende conflictsituatie tus-
fi°rte tlzy.? de voorzieningen, die op
'(en, p.„rna3n getroffen moeien wor-
5le tot anderzijds de voorzieningen,
e Jin;,,„ndefinitieve vormgeving van
ersiteit moeten leiden.
ril'S uh°!«?rdairise rector liet zich gun-
vSaange ff de vooruitzichten op mid-
de Mfrf1?11".; het ruimtegebrek
School ide,rlanr^ Economische Ho-
°clbaar. voorai op korte termijn
zei prof. De Wijs
5'fenZ, dc nieuwbouw, die door het
wrkt u n financieel schema reeds be-
p °dzan°m 1 tot mindpr ha" het meest
p n zinuuke' oen Prioriteitenschema
tof 'f 7-aak geworden is. Pogin-
.hs bezuinigingen zouden meer
^ooi slagen hebben als de hoge-
meer autonomie gegund werd
Uq p
Prof J^rbningse rector magnificus
'Tn zijn Lj - H- s'Jacob herinnerde
ï!ah Piet e aan de verzoeken, die
bb^or^i00" Co en richtte tot zvjn
kende heren:
seer halve bidde andermael
(betten oedelijk, dat de heeren
'f'vpn .eersten herwarts aen ge-
b Voi uSendcn groote menichte
§e'dt 5, ende groote somma
pn. 'r\:, el alderley nootlijckhe-
'ueken boende, saï alles wel ge-
j°Uwpri h° n>et, sal 't U.E. be-
p Voorpllspereert niet, ...en trect
bsecj, gaende mislagen in geen
want daer can
°ots verricht worden."
in de besteding der gelden. Men gaat
vaak gebukt onder een toenemende be
moeizucht van de overheid, die een
averechts effect kan hebben op een
zuinig en efficiënt beheer.
Zorgelijke geluiden liet prof. De Wijs
ook horen over de bemanning van de
T.H. De al vaak geuite bezorgdheid
over lege leerstoelen wordt thans
overstemd door de verontrusting over
on- en onderbezette lectorsplaatsen.
De Leiidse rector gaf een somber
beeld van de personeelssituatie in de
toekomst. Volgt men de toewijzingen
van het financieel schema voor de ko
mende vier jaar, dan zal de achter
stand in de personeelsterkte ten op
zichte van het ontwikkelingsplan oplo
pen van 313 plaatsen in 1964 tot 670
glaatsen in 1968. In Enschede zei prof.
erkhoff, dat de opgelegde beperking
bij het aantrekken van personeel in
alle rangen sterke druk veroorzaakt
heeft. De afgekondigde personeelsstop
bedreigt de goede functionering van
het onderwijs, zo zei de rector in Wa-
geningen.
De algemene teneur van de rectorale
oraties was: een sterke aandrang om
de universiteiten en hogescholen meer
armslag te geven en hun problemen
met meer kracht aan te pakken. De
stijging van de onderwijsuitgaven is
aanzienlijk en toch moet met klem
gewaarschuwd worden tegen verwaar
lozing van het wetenschappelijk onder
wijs. Wanneer onderwijs en onderzoek
achterblijven, loopt men het gevaar,
dat ons land in het jaar 2.000 tot de
ontwikkelingsgebieden zal beho
ren, aldus het betoog van prof. Pos
thumus.
De Leidse rector zei: „Wil men onze
nationale samenleving nog voor een
catastrofale breuk in haar weten
schappelijke peilers behoeden, dan kan
een radicale oplossing niet langer wor
den uitgesteld".
Bij deze waarschuwende en kritische
geluiden klonk ten opzichte van de mi
nister en het ministerie over het alge
meen toch een wat minder scherp ver
wijtende toon dan in vorige jaren wel
te beluisteren viel. Een uitzondering
hierop vormt echter de beoordeling
van het studietoelagenbeleid, dat in en
kele oraties regelrecht werd afgekeurd
Daarnaast werd in vele redevoerin
gen een belangrijk deel gewijd aan
het zelfonderzoek van de universiteit.
Prof. Posthumus: „Het kan niet vaak
en niet hartstochtelijk gervoeg worden
gezegd, dat wij door empirisch en ver
gelijkend onderzoek dienen vast te stel
len welke mate en welke vormen van
bemoeienis en bemoeizucht, van drang
en dwang, bij de ontwikkeling van jon
ge mensen optimaal rendement ge
ven."
IN VERSCHEIDENE RECTORALE
REDEVOERINGEN klonken kritische
en verontwaardigde geluiden over de
nieuwe studietoelageregeling. De Gro
ningse rector zei, dat „heroverweging
van dit stuk onderwijsbeleid dringend
nodig is".
De wijze, waarop de toelagen nu
berekend worden, is theoretisch
schijnbaar sluitend, maar ze is zeer
ingewikkeld en onoverzichtelijk. Men
houdt thans veel meer rekening met
het vermogen en zelfs met het be-
V.-
drij fsvermogen van de ouders. Dit be
tékent vooral voor de agrarische en
de middenstand een extra belasting,
aldus prof. s' Jacob.
Een vraag is ook op welke grond
slagen de schaal voor de levensbe
hoeften van de ouders en de vast
stelling van de studiekosten en de
kosten van levensonderhoud van de
student gebaseerd zijn. De midden
groepen worden door de nivellerende
werking van de levensbehoeftenschaal
het zwaarst getroffen. Ook in Nijme
gen sprak de rector van een aanzien
lijke lastenverzwaring vooral voor de
ouders met een inkomen boven
17.000.
Prof. Geerts noemde de onverwach
te koersverandering in het toelagen-
beleid onbillijk tegenover hen, die eer
der een hogere toelage kregen. Men
meet met twee maten en remt in aan
zienlijke mate de democratisering
van het wetenschappelijk onderwijs.
Bijna de helft van de Nijmeegse stu
denten studeert met een toelage; vrij
wel alle belanghebbenden worden ge
troffen door grote verminderingen.
Ter illustratie van ,,de grillige con
sequenties van de onverwachte be
leidsverandering" noemde de Nij
meegse rector onder meer het geval
van ouders met een zuiver inkomen
van ƒ28.500 die het vorig jaar voor
vier studenten toelagen ontvingen tot
een gezamenlijk bedrag van 7600 en
die nu op grond van hetzelfde inko
men niets meer ontvangen.
BIJ DE NIEUWE REGELING
wordt rekening gehouden met een
waarschijnlijke inkomensverhoging
van vijf procent, maar men laat na
het bedrag nodig voor de ouders
eveneens vijf procent hoger te schat
ten. Voor deze handelwijze is zelfs
geen theoretisch te verdedigen basis
te vinden. De Leidse rector sprak
van ,,zeer sombere berichten over de
beperkingen in de studietoelagen". In
Amsterdam stelde prof. v.d. Hoeven,
dat juist het toelagenbeieid geken
merkt dient te worden door een grote
mate van continuïteit. Het is scha
delijk voor een regelmatig studiever
loop als geheel onverwachts en zeer
kort voor het studiejaar maatregelen
worden getroffen, die de financiële
omstandigheden van de studenten in
ongunstige zin veranderen.
Er wordt nu nog meer nadruk ge
legd op het verband tussen het ouder
lijk inkomen en de hoogte van de toe
lage. Vooral voor meerderjarige stu
denten en die vormen de meerder
heid dient dat verband losser en
niet versterkt te worden.
Prof. v.d. Hoeven uitte overigens
ook zijn ontstemming over het feit,
dat hij van de Studentenvakbeweging
een brief had ontvangen, waarin hem
werd verteld wat hij in zijn rede over
de studietoelagenkwestie zou kunnen
zeggen. „De smalle marge zijner
voorrechten houdt in, dat de rector
zélf uitmaakt waarover hij zal spre
ken en wat hij zal zeggen." De rec
tor wilde ook buiten „een door een
bepaalde studentenvereniging tegen
het overheidsbeleid gerichte manifes
tatie" blijven. Een en ander gaf hem
echter geen reden zijn eigen kritiek
op het studietoelagenbeleid achterwe
ge te laten.
De jaarredes aan de universiteiten
zijn ditmaal gehouden door:
Prof. dr. J. Dankmeijer (Leiden)
Prof. mr. E. H. s'Jacob (Gronin
gen);
Prof. mr. J. van der Hoeven
(Amsterdam)
Prof. dr. H. M. J. Scheffer
(Utrecht);
Prof. dr. S. J. Geerts (Nijmegen);
en aan de hogescholen door:
Prof. ir. H. J. de Wijs (Delft);
Prof. ir. T. J. Bezemer (Rotter
dam);
Prof. ir. F. Hellinga (Wagenin
gen);
Prof. dr. H. F- J- M. van den
Eerenbeemt (Tilburg);
Prof. dr. K. Posthumus (Eindho
ven);
Prof. dr. G. Berkhoff (Twente);
In Leiden werd bij de opening van
het academisch jaar het rectoraat
overgedragen aan prof. dr. K. A.
H. Hiddireg, in Nijmegen aan prof.
dr. A. J H. Vendrik, in Rotter
dam aan prof. drs. R. Burgert, m
Tilburg aan prof. dr. H. O. Gold-
schmidt en in Utrecht aan prof.
dr. A. R. Hulst. De overige instel
lingen houden, vanwege een meer
jarig rectoraat, in het nieuwe
jaar dezelfde rectores magnifici.
De Vrfje Universiteit opent het
nieuwe academisch jaar op 21
september.
C,
Bii de verwerping van de studen
tenstop had de Kamer de Regering
tevens opdracht moeten geven de
studenten een passende «yielding te
garanderen en te zórgen, dat het we
tenschappelijk onderzoek met m ge
vaar kómt, aldus de rector in Lei
den. In dezelfde geest uitte zich de
rector in Amsterdam. Ook in andere
oraties kwamen de moeilijkheden van
de toevloed van studenten ter spra
ke.
Utrecht: Als component van een in-
vesteringsplanning op lange termyn
denkt de medische faculteit aan de
mogelijkheid om bij voorkeur vanaf
het begin der studie een numerus
fixus te hanteren zodat de belasting
van het onderwijs voor het gehele cur
riculum vastligt.
Nijmegen: Met de verwerping van
de Studentenstop is de problematiek
met opgelost. De spanning tussen de
studentenaantallen en de universitai
re middelen zal nog aanzienlijk toe
nemen. Het wetenschappelijk onder
wijs moet ofwel radicaal van struc
tuur veranderen, ofwel er moet een
numerus komen voor alle studierich
tingen.
IN VRIJWEL ALLE rectorale rede
voeringen is het vraagstuk van de
studieduur aangesneden. prof Post
humus, voorzitter van de commissie
ctie hierover een rapport heeft uiterel
bracht aan de Academische Raad gaf
als zijn mening, dat het zakelijk be
stuur van de universiteiten en hoge
scholen niet minder verantwoord ge
voerd wordt dan dait van elke andere
overheidsdienst en van vele bedrij
ven. Waarom vraagt de openbare
mening niet naar het rendement van
bijvoorbeeld de buitenlandse dienst of
van een ziekenhuis? Waarom wordt er
behalve door provo's niet gewe
zen op de lage bezettingsgraad van
auto's, waarvoor dure wegen moeten
worden aangelegd, en wordt er van
vele kanten wel geroepen om beper
king van de academische vrijheid?
Er bestaat een emotionele spanning
rond school en hogeschool, bovendien
een spanning tussen academicus en
niet-aeademicus. Van wetenschappe
lijk onderzoek zal het rendement
nooit anders dan in algemene termen
kunnen worden vastgesteld. Mislukte
experimenten zijn vaak even belang
rijk als geslaagde. Maar het is te
verstaan, dat de kosten van het we
tenschappelijk avontuur de geldschie
ter soms doen rillen.
De Eindhovense rector wees er op,
dat een onderwijsinstelling geen diplo
mafabriek is. Bij toenemende inlei
ding, opleiding en begeleiding in het
voortgezet en wetenschappelijk onder
wijs loopt men het gevaar het opti
mum van doeltreffendheid te over
schrijden. Ook elders klonken waar
schuwingen in die geest Zo waar
schuwde de Tilburgse rector tegen
het „teveel panklaar opdienen van de
stof".
V erschoolsing van universiteit en
hogeschool betekent onderwijskundig
een stap terug en brengt geen bespa
ring voor de schatkist, aldus prof.
Posthumus. Lang studeren houdt ech
ter wel in: uitstel van bijdragen aan
het nationaal inkomen. Daarmee
komt het studieduurvra/igstuk in het
sociaal-economische en het politieke
vlak. Welk deel van de mensen tus
sen 15 en 30 jaar wil men uitstel ge
ven van het leveren van bijdragen in
de produktie?
De meeste afzwaaiers vertrekken in
Eindhoven al voor het eerste examen.
Van de „doorgestudeerden" met een
hbs-B-diploma blijkt 92 procent na
twee jaar te zijn geslaagd of te zijn
afgeschreven. Gemiddeld hebben de
afzwaaiers anderhalf jaar aan het on
derwijs deelgenomen; die eerste tijd
is de goedkoopste van de studie. Een
nieuwe, strenge tentamenregeling
heeft noch op de snelheid van stude
ren, noch op het aantal afzwaaiers
merkbare invloed gehad.
De rector van de Technische Hoge
school Twente deelde mee, dat van
de oorspronkelijke studentengeneratie-
1964 éénderde zonder vertraging in het
derde studiejaar is aangekomen. Het
totale resultaat van het P2-examen
is iets achter gebleven bij de progno
se. Men gaat nader onderzoeken of
het resultaat goed was en de progno
se fout of dat het omgekeerde het ge
val is. De rector van Delft vermeldde,
dat de studenten gemiddeld iets min
der dan zes jaar op de TH blijven.
Eén op de drie studenten vertrekt
voor de eindstreep. Uit de cijfers van
de laatste jaren blijkt, dat 13 pro
cent de studie na één jaar opgeven
en 19 procent na twee jaar.
D?. TUbar„gse rector zei, dat van de
lichting 1962/1963 zeventien ingeschre
venen in de economische faculteit
zelfs nog niet hun propedeutisch exa
men hebben gehaald. Dergelijke ern
stige overschrijdingen van de norma
le studieduur (in het bedoelde geval
een overschrijding van 300 procent)
doen de vraag rijzen of men niet een
limiet dient te stellen. Dit zowel met
het oog op de gemeenschap, die vrij
wel alle studiekosten draagt als met
het oog op het welzijn van de stu
dent zelf.
In het algemeen toonde prof. v.d.
Eerenbeemt zich omtrent de studie
duur niet pessimistisch zeker niet
wanneer men het vraagstuk op lan
gere termijn beziet. In de economi
sche faculteit is na een andere op
zet van de kandidaatsstudie nu duide
lijk een verbetering te bespeuren.
Dit studiejaar worden dertig eer
stejaars afgezonderd, die de gewone
collegestof in een kleiner groepsver
band gedoceerd krijgen. Men zal het
effect van dit experiment exact na
gaan. Als het studierendement duide
lijk beter zou zijn, dan zal dit groeps-
onderwijs echter alleen algemeen in
gevoerd kunnen worden als de docen
tenstaf sterk wordt uitgebreid.
In Rotterdam zei de rector, dat een
groot deel van de doctorandi in de ju
ridische en sociale faculteiten in de
DE ZIN VAN EEN rectorale re
de is niet die van een veiligheids
klep op de Papiniaanse pot van rec
torale grieven, zo zei de Delftse rec-
f-??'' ,Pr°f. De Wjjs. Inmiddels blijkt
po het begin van het academisch
jaar altijd weer vrij veel kritiek
buiten te komen. Minister Die-
de
de
Eumor, dat de rectores magnifici
eik jaar de gelegenheid hebben te
zeggen wat zij van het weten
schappelijke leven in ons land vin
den, maar dat het departement met
voorbeelden zou komen, waaruit
blijkt, dat men aan de andere zijde
ook nogal eens tekort is geschoten.
Naar aanleiding van deze opmer
kingen hebben wp prof. Diepenhorst
gevraagd vandaag op zijn beurt een
„rectorale rede" te houden in ons
blad. De minister was hiertoe in
principe wel bereöd, maar hjj heeft
geen Jeans gezien zijn voornemen
ten uitvoer te brengen.
Een rector, die zich wel heeft la
ten horen, toonde zich toch niet on
verdeeld gelukkig met de taak van
het houden van een oratie prof
Dankmeijer, de aftredende rector
in Leiden, zei, dat ,,de rector in
het volle besef van de onvoltooid
heid van zijn taak, er waarschijnlijk
de voorkeur aan zou geven het uni
versiteitsgebouw met stille trom en
langs een achterdeur te verlaten"
beoogde studietijd klaar zal komen.
Dit is o.a. te danken aan de gunstige
verhouding tussen de omvang van het
wetenschappelijk corps en het aantal
studenten. Gesteld, dat de helft van
degenen, die in de economische facul
teit komen studeren, een jaar korter
over hun studie zullen doen dan ge
bruikelijk is, dan zal een uitbreiding
van het lectoren- en medewerkers
corps maatschappelijk gezien haar
geld opbrengen. Zonder speciale voor
zieningen zal de gewenste verkorting
van de studieduur niet bereikt wor
den.
De Wageningse rector pleitte voor
systematische berekeningen van de
studieduur, al vond hij dit zelf een
hachelijke zaak. Doorslaggevend is
immers het niveau, dat in het we
tenschappelijk onderwijs bereikt
wordt en dit niveau is niet in getal
of maat uit te drukken.
Wageningen gaat meer aandacht
schenken aan rekenkundige analyses
van de studieprogramma's en aan de
planning van de studie door de stu
dent, maar daarbij wordt beseft, „dat
men zich rijk kan rekenen in studie
uren en toch een armzalig studiere
sultaat kan verkrijgen".
Leiden begint dit studiejaar met
een centrale registratie van alle stu
derenden en hun verrichtingen aan
de universiteit. Het gaat niet alleen
om examenresultaten en studieperio
den. Hoogst belangrijk is ook wat de
studenten niet doen en waarom zjj
niet tot de gewenste resultaten ko
men.
Het registratiesysteem moet snel
de achterblijvers signaleren, waarbij
ook de oorzaken van het achterblij
ven moeten worden opgespoord. Prof.
Dankmeijer zei, dat het hem niet zou
verwonderen wanneer blijken zou, dat
de meeste factoren, die de studie on
gunstig beïnvloed buiten de zuiver
universitaire sfeer liggen.
DE RECTOR IN ENSCHEDE
maakt er zich zorgen over, dat er een
baccalaureaat zal ontstaan, dat die
naam eigenlijk niet verdient.
Het Twentse baccalaureaat is in het
bedrijfsleven goed ontvangen. Prof.
Berkhoff verwacht, dat in 1968 de
vraag naar baccalaurei het eerste
aanbod zal overtreffen. De waarde
van de baccalureus kan pas na een
langjarige ervaring in de praktijk
worden vastgesteld.
Intussen dreigt bij de roep om ver
korting van de studieduur het gevaar
dat universiteiten of hogescholen sim
pelweg zullen zeQgen: we noemen in
het vervolg de kandidaat baccalau
reus. Hij heeft dan een beschermde
academische graad en kan de maat-
n. Het o
schappij in.
opkomen van deze
simplistische gedachte is niet denk
beeldig, al lijkt het ivat verbijsterend,
dat men met het alleen maar verhan
gen van een naambordje het pro
bleem van de 90.000 studenten in 1970
het hoofd zou kunnen bieden.
Na de mislukking met het baccalau
reaat in de economie is het duidelijk,
dat door de gesuggereerde maatregel
weinig baccalaurei zouden afvloeien.
De volgende stap moet dan wel zijn,
dat de universiteit of hogeschool be
slist wie wel en wie niet worden toe
gelaten tot de doctoraalstudie. Gaan
de studenten niet weg, dan Sturen we
ze weg. Er zou dan een academische
graad met het officiële karakter van
degradatie komen.
Het baccalaureaat moet voldoen
aan nieuwe eisen, aldus prof. Berk
hoff. Bij de Technische Hogeschool
Twente verschilt de totale inhoud van
de bacealaureaaatsopleiding principi
eel van een omgedoopte kandidaatsop
leiding. Het academisch onderwijs
heeft behoefte aan vernieuwing van
binnen uit. Een baccalaureaatsoplei
ding moet niet voortkomen uit een be
treurd onvermogen om de huidige toe
stand te bestendigen.
PROF. DE WIJS NOEMDE het
Twentse baccalaureaat de meest aan
vaardbare vorm ook voor Delft, maar
men moet niet verwachten, dat het
invoeren van een baccalaureaats-
graad het lot van de studiestakers
wezenlijk zal verlichten en het nume
riek rendement zal verhogen. De zaak
is zó op te zetten, dat het rendement
wél verhoogd wordt, maar dan krijgt
men een „kneusjes-baccalaureaat.".
De rector in Tilburg sprak van het
vele jaren durende gesukkel met de
baccalaureaatsopleiding, die voorai
op psychologische gronden en door
het ontbreken van een statussymbool
niet tot ontwikkeling wilde komen. De
maatschappij zelf heeft de mislukking
van de verkorte opleiding mee in de
hand gewerkt door vrijwel steeds de
doctorandus te prefereren boven de
baccalaureus.
Tilburg ziet voor degenen, die geen
portuur blijken te hebben voor een
zware wetenschappelijke opleiding een
reële uitweg in de school voor hoger
economisch en administratief onder
wijs. De Wageningse rector gebruikte
bij de behandeling van dit thema de
termen: opleiding voor specialisten
(wetenschapsbeoefening) en opleiding
y°°hety,rabs^?n(maatschappelijke
funtyes). Voor beide groepen zal de
studieduur toch nagenoeg gelijk moe
ten zijn. Het onbehagen over de struc-
tuur van het landbouwwetenschappe-
1 onderwijs wordt hiermee dus niet
weggenomen.
P? baccalaureaatsopleiding zou er
in Wageningen als een nieuw studie-
yP® bij moeten komen. De groep van
ae baccalaureïzal bestaan uit mensen,
voor wie de zelfstandigheid van een
werkkring lokt en mensen, die het
vermogen missen de ingenieursstudie
te voltooien. Het is een groep met
een Janushoofd en hoe staat deze
groep ten opzichte van de afgestu
deerden van het hoger beroepsonder
wijs? Een baccalaureaat in de land
bouwwetenschappen lijkt evenveel
problemen op te roepen als het tot op
lossing brengt De tijd is rijp om de
ze zaak nader te onderzoeken.
De Groningse rector zei dat men
zich naast de studie voor de weten
schappelijke vorming een niet lager
maar wel anders gerichte studiepres
tatie voorstelt, waaraan de titel
doctorandus verbonden zou blijven én
een studieprestatie die inderdaad
lichter is. Voor het tweede geval zou
er wel een andere titel moeten ko-
men.
tcyb een duidelijke be-
slissingte komen over taak en ver-
antwoordehjkhpd van de universiteit,
T-et.,her^ening Van de wet,
aldus pro/, m Jacob.