Verheugende crisisen nerveuze trekjes Koersverandering is onbillijk Universiteit geen diplomafabriek RECTORALE REDES BIJ NIEUW ACADEMISCH JAAR I - W£p Kosten wetenschappelijk avontuur doen de geldschieter rillen Ontbrekende rede 5 olek ende geit' STUDIETOELAGEN mm Beperking van de studentenstroom LANGE STUDIEDUUR N|EUWE dag MAANDAG 19 SEPTEMBER 1966 7, 9? (Van onze onderwijscorrespondent) bii^? DE RECTORALE REDES, die traditiegetrouw gehouden zijn opening van het academisch jaar, blijkt dat de problemen, de universiteiten en hogescholen zich reeds vele jaren Sch Z-i-en' *n omvanS toenemen, maar dat men zich in het weten- om aPPelÜke onderwijs ook sterker bewust wordt van de noodzaak tot Passingen te komen. turn* beraad in de Romeinse senaat was niet voldoende om Sagun- öe t vf behouden. Ook voor de wetenschappelijke instellingen dringt hana De groei van het aantaI studenten loopt de prognosten uit de d, zo zei de Groningse rector, prof. s'Jacob, in zijn jaarrede. trpa1 ben werd gesproken van een „verheugende crisis". De af- te?Pende rector- P^f. Dankmeijer, bedoelde hiermee, „dat de in j^^ngestelde richting werkende factoren met elkaar tot een cul- ,afjfende botsing geraken, waaruit een beslissing onafwendbaar faot r komt". Prof. Dankmeijer vertrouwt, dat de tegenwerkende honr?ren bet zullen verliezen tegen de steeds krachtiger wordende zaak het wetenschappelijk onderzoek en dus ook het onderwijs y grote schaal te bevorderen". Onvoorstelbaar *71 Waagstukken van financiële ei erkend over het „Algemeen finan- ■Qtor erna" zei de Amsterdamse 'li>est' Pr°f- v.d. Hoeven, dat bij een e n de tot 30 miljoen gul- Bemoeizucht Prof. ir. H. J. de WIJS Delft Prof. ir. F. HELLINGA Wageningen Prof. drs. R. BURGERT, Rotterdam Prof. dr. H. O. GOLDSCHMIDT Tilburg ww -mmmmmmm Wmfm 4 Prof. dr. K. POSTHUMUS, Eindhoven Prof. Ar. G. BERKHOFF Twente De derde maandag van september Prof. dr. K. A. H. HIDDING, Leiden v Prof. mr. E. H. s'JACOB, Groningen Prof. mr. J. van der HOEVEN, Amsterdam „.mÊÊÊËmm^ ir» Prof. dr. A. R. HULST, Utrecht Prof. dr. A. J. H. VENDRIK, Nijmegen BACCALAUREAAT Niet alleen de 99bordjes verhangen Bij wetenschappelijk onderwijs radicale ingreep nodig &llpf ns<'happeli.ik onderwijs is niet ftlaa sotiale of culturele voorziening, za..> ook macro-economische nood- Wen' altlus prof» Posthumus in Eind- hip® Rotterdam betoogde prof. Beze- lt0l5' 'lat met vereende krachten op "hopt termijn een visie ontwikkeld van ''orden inzake taak en opbouw het wetenschappelijk onderwijs. om pen visie, die de be- ri ,lftegenstellingen overbrugd en Wooii g aallseett voor verdere ont- 8f:ha„ Wanneer men tot het weten- eoö?Pe«.ik onderwijs het verwijt van "Un rVatisme richt> is dit niet in opzichten ongegrond. Gevestigde tangen en opvattingen mogen ech- tA ®epit een beletsel zün voor nood- W,Iljke vernieuwingen, aldus de Rot- "arnse rector. Wageningse rector, prof. Hellin- «tpi ?™cnde, dat het academisch be- Itjaj ln zijn organisatorische vorm pri- V'r.,luet is afgestemd op een snelle "«baarheid temidden van maat- 'appelijke ontwikkelingen. aftredende rector in Nijmegen, iqp'- Geerts, acht echter de sympto- tpJ' aanwijsbaar van belangrijke in- sitp-f veranderingen, die in de univer- Zp f °P Rang komen. „Enkele nerveu- gp, rekjes vandaag en een verkrampt i,i ®at over tien vijftien jaar óf een tpp j'bende verjongingskuur te rech- fijd dat is de keuze". e(f rdiTiteiijke aard komen in de de orde n /edes herhaaldelijk aan ^dentln y,Vnligr0i Het aün' "eelden met tal van voor dijktmen dnlUStreerd. Allerwegen naar wetenJr-h explosieve vraag rast en PPelijk onderwijs ver- Ueid.se rertn ster(* te z'?n"> aldus de ter op d t ^ij merkte hierbij ech oed zièr, -men deze ontwikkeling Zlen aankomen. hien°ria Uankmejjer stelde ook, dat iti -). nu noodzakelijke uitgaven niet W-, eerste plaats moet zien in ver- fcaa„ 17let de recente ontwikkeling, tegen de achtergrond van een V» peeuw van onvoorstelbare en on- Egntwoorde verwaarlozing. Een voor- Le|d hiervan vormt in Leiden de Ü»vv van een psychiatrisch-neurolo- «tj "e kliniek. Dit gebouw gaat tot komen 75 jaar nadat het besluit th net bouwen van deze kliniek geno- h werd. Sim0 Leidse rector zei, dat de univer- iOpj'ten te sterk afhankelijk zyn van geo ntele conjunctuurschommelin- auweiyks nadat een rantsoene- 'ifiB voor vier jaren tot stand ge- t'iojp was, werd het gehele ffnan- Jet ®ohema op losse schroeven ge- ■°r' ov in Utrecht klaagde de rec- hlv65,y®r de onzekerheid, waardoor de fan' cringen worden bedreigd: men jlarer.ge®n. plannen maken voor enige V'Wn'j "'1 wees onder meer op het t clpTv,ruimteteko't hU de subfamil ie D, biologie, waarvoor telkens nieu- 'lap^nen zy" ontworpen, zonder dat "«clwerkelijk iets kon gebeuren. 1lyig v definitieve, adequate huisves- «Öfc J de universiteit onvermijde- teh Ve^e jaren op zich zal Idrir Dit is in het afgelopem len Jvi, duidelijk geworden. Er is fe't e°°Ttdurende conflictsituatie tus- fi°rte tlzy.? de voorzieningen, die op '(en, p.„rna3n getroffen moeien wor- 5le tot anderzijds de voorzieningen, e Jin;,,„ndefinitieve vormgeving van ersiteit moeten leiden. ril'S uh°!«?rdairise rector liet zich gun- vSaange ff de vooruitzichten op mid- de Mfrf1?11".; het ruimtegebrek School ide,rlanr^ Economische Ho- °clbaar. voorai op korte termijn zei prof. De Wijs 5'fenZ, dc nieuwbouw, die door het wrkt u n financieel schema reeds be- p °dzan°m 1 tot mindpr ha" het meest p n zinuuke' oen Prioriteitenschema tof 'f 7-aak geworden is. Pogin- .hs bezuinigingen zouden meer ^ooi slagen hebben als de hoge- meer autonomie gegund werd Uq p Prof J^rbningse rector magnificus 'Tn zijn Lj - H- s'Jacob herinnerde ï!ah Piet e aan de verzoeken, die bb^or^i00" Co en richtte tot zvjn kende heren: seer halve bidde andermael (betten oedelijk, dat de heeren 'f'vpn .eersten herwarts aen ge- b Voi uSendcn groote menichte §e'dt 5, ende groote somma pn. 'r\:, el alderley nootlijckhe- 'ueken boende, saï alles wel ge- j°Uwpri h° n>et, sal 't U.E. be- p Voorpllspereert niet, ...en trect bsecj, gaende mislagen in geen want daer can °ots verricht worden." in de besteding der gelden. Men gaat vaak gebukt onder een toenemende be moeizucht van de overheid, die een averechts effect kan hebben op een zuinig en efficiënt beheer. Zorgelijke geluiden liet prof. De Wijs ook horen over de bemanning van de T.H. De al vaak geuite bezorgdheid over lege leerstoelen wordt thans overstemd door de verontrusting over on- en onderbezette lectorsplaatsen. De Leiidse rector gaf een somber beeld van de personeelssituatie in de toekomst. Volgt men de toewijzingen van het financieel schema voor de ko mende vier jaar, dan zal de achter stand in de personeelsterkte ten op zichte van het ontwikkelingsplan oplo pen van 313 plaatsen in 1964 tot 670 glaatsen in 1968. In Enschede zei prof. erkhoff, dat de opgelegde beperking bij het aantrekken van personeel in alle rangen sterke druk veroorzaakt heeft. De afgekondigde personeelsstop bedreigt de goede functionering van het onderwijs, zo zei de rector in Wa- geningen. De algemene teneur van de rectorale oraties was: een sterke aandrang om de universiteiten en hogescholen meer armslag te geven en hun problemen met meer kracht aan te pakken. De stijging van de onderwijsuitgaven is aanzienlijk en toch moet met klem gewaarschuwd worden tegen verwaar lozing van het wetenschappelijk onder wijs. Wanneer onderwijs en onderzoek achterblijven, loopt men het gevaar, dat ons land in het jaar 2.000 tot de ontwikkelingsgebieden zal beho ren, aldus het betoog van prof. Pos thumus. De Leidse rector zei: „Wil men onze nationale samenleving nog voor een catastrofale breuk in haar weten schappelijke peilers behoeden, dan kan een radicale oplossing niet langer wor den uitgesteld". Bij deze waarschuwende en kritische geluiden klonk ten opzichte van de mi nister en het ministerie over het alge meen toch een wat minder scherp ver wijtende toon dan in vorige jaren wel te beluisteren viel. Een uitzondering hierop vormt echter de beoordeling van het studietoelagenbeleid, dat in en kele oraties regelrecht werd afgekeurd Daarnaast werd in vele redevoerin gen een belangrijk deel gewijd aan het zelfonderzoek van de universiteit. Prof. Posthumus: „Het kan niet vaak en niet hartstochtelijk gervoeg worden gezegd, dat wij door empirisch en ver gelijkend onderzoek dienen vast te stel len welke mate en welke vormen van bemoeienis en bemoeizucht, van drang en dwang, bij de ontwikkeling van jon ge mensen optimaal rendement ge ven." IN VERSCHEIDENE RECTORALE REDEVOERINGEN klonken kritische en verontwaardigde geluiden over de nieuwe studietoelageregeling. De Gro ningse rector zei, dat „heroverweging van dit stuk onderwijsbeleid dringend nodig is". De wijze, waarop de toelagen nu berekend worden, is theoretisch schijnbaar sluitend, maar ze is zeer ingewikkeld en onoverzichtelijk. Men houdt thans veel meer rekening met het vermogen en zelfs met het be- V.- drij fsvermogen van de ouders. Dit be tékent vooral voor de agrarische en de middenstand een extra belasting, aldus prof. s' Jacob. Een vraag is ook op welke grond slagen de schaal voor de levensbe hoeften van de ouders en de vast stelling van de studiekosten en de kosten van levensonderhoud van de student gebaseerd zijn. De midden groepen worden door de nivellerende werking van de levensbehoeftenschaal het zwaarst getroffen. Ook in Nijme gen sprak de rector van een aanzien lijke lastenverzwaring vooral voor de ouders met een inkomen boven 17.000. Prof. Geerts noemde de onverwach te koersverandering in het toelagen- beleid onbillijk tegenover hen, die eer der een hogere toelage kregen. Men meet met twee maten en remt in aan zienlijke mate de democratisering van het wetenschappelijk onderwijs. Bijna de helft van de Nijmeegse stu denten studeert met een toelage; vrij wel alle belanghebbenden worden ge troffen door grote verminderingen. Ter illustratie van ,,de grillige con sequenties van de onverwachte be leidsverandering" noemde de Nij meegse rector onder meer het geval van ouders met een zuiver inkomen van ƒ28.500 die het vorig jaar voor vier studenten toelagen ontvingen tot een gezamenlijk bedrag van 7600 en die nu op grond van hetzelfde inko men niets meer ontvangen. BIJ DE NIEUWE REGELING wordt rekening gehouden met een waarschijnlijke inkomensverhoging van vijf procent, maar men laat na het bedrag nodig voor de ouders eveneens vijf procent hoger te schat ten. Voor deze handelwijze is zelfs geen theoretisch te verdedigen basis te vinden. De Leidse rector sprak van ,,zeer sombere berichten over de beperkingen in de studietoelagen". In Amsterdam stelde prof. v.d. Hoeven, dat juist het toelagenbeieid geken merkt dient te worden door een grote mate van continuïteit. Het is scha delijk voor een regelmatig studiever loop als geheel onverwachts en zeer kort voor het studiejaar maatregelen worden getroffen, die de financiële omstandigheden van de studenten in ongunstige zin veranderen. Er wordt nu nog meer nadruk ge legd op het verband tussen het ouder lijk inkomen en de hoogte van de toe lage. Vooral voor meerderjarige stu denten en die vormen de meerder heid dient dat verband losser en niet versterkt te worden. Prof. v.d. Hoeven uitte overigens ook zijn ontstemming over het feit, dat hij van de Studentenvakbeweging een brief had ontvangen, waarin hem werd verteld wat hij in zijn rede over de studietoelagenkwestie zou kunnen zeggen. „De smalle marge zijner voorrechten houdt in, dat de rector zélf uitmaakt waarover hij zal spre ken en wat hij zal zeggen." De rec tor wilde ook buiten „een door een bepaalde studentenvereniging tegen het overheidsbeleid gerichte manifes tatie" blijven. Een en ander gaf hem echter geen reden zijn eigen kritiek op het studietoelagenbeleid achterwe ge te laten. De jaarredes aan de universiteiten zijn ditmaal gehouden door: Prof. dr. J. Dankmeijer (Leiden) Prof. mr. E. H. s'Jacob (Gronin gen); Prof. mr. J. van der Hoeven (Amsterdam) Prof. dr. H. M. J. Scheffer (Utrecht); Prof. dr. S. J. Geerts (Nijmegen); en aan de hogescholen door: Prof. ir. H. J. de Wijs (Delft); Prof. ir. T. J. Bezemer (Rotter dam); Prof. ir. F. Hellinga (Wagenin gen); Prof. dr. H. F- J- M. van den Eerenbeemt (Tilburg); Prof. dr. K. Posthumus (Eindho ven); Prof. dr. G. Berkhoff (Twente); In Leiden werd bij de opening van het academisch jaar het rectoraat overgedragen aan prof. dr. K. A. H. Hiddireg, in Nijmegen aan prof. dr. A. J H. Vendrik, in Rotter dam aan prof. drs. R. Burgert, m Tilburg aan prof. dr. H. O. Gold- schmidt en in Utrecht aan prof. dr. A. R. Hulst. De overige instel lingen houden, vanwege een meer jarig rectoraat, in het nieuwe jaar dezelfde rectores magnifici. De Vrfje Universiteit opent het nieuwe academisch jaar op 21 september. C, Bii de verwerping van de studen tenstop had de Kamer de Regering tevens opdracht moeten geven de studenten een passende «yielding te garanderen en te zórgen, dat het we tenschappelijk onderzoek met m ge vaar kómt, aldus de rector in Lei den. In dezelfde geest uitte zich de rector in Amsterdam. Ook in andere oraties kwamen de moeilijkheden van de toevloed van studenten ter spra ke. Utrecht: Als component van een in- vesteringsplanning op lange termyn denkt de medische faculteit aan de mogelijkheid om bij voorkeur vanaf het begin der studie een numerus fixus te hanteren zodat de belasting van het onderwijs voor het gehele cur riculum vastligt. Nijmegen: Met de verwerping van de Studentenstop is de problematiek met opgelost. De spanning tussen de studentenaantallen en de universitai re middelen zal nog aanzienlijk toe nemen. Het wetenschappelijk onder wijs moet ofwel radicaal van struc tuur veranderen, ofwel er moet een numerus komen voor alle studierich tingen. IN VRIJWEL ALLE rectorale rede voeringen is het vraagstuk van de studieduur aangesneden. prof Post humus, voorzitter van de commissie ctie hierover een rapport heeft uiterel bracht aan de Academische Raad gaf als zijn mening, dat het zakelijk be stuur van de universiteiten en hoge scholen niet minder verantwoord ge voerd wordt dan dait van elke andere overheidsdienst en van vele bedrij ven. Waarom vraagt de openbare mening niet naar het rendement van bijvoorbeeld de buitenlandse dienst of van een ziekenhuis? Waarom wordt er behalve door provo's niet gewe zen op de lage bezettingsgraad van auto's, waarvoor dure wegen moeten worden aangelegd, en wordt er van vele kanten wel geroepen om beper king van de academische vrijheid? Er bestaat een emotionele spanning rond school en hogeschool, bovendien een spanning tussen academicus en niet-aeademicus. Van wetenschappe lijk onderzoek zal het rendement nooit anders dan in algemene termen kunnen worden vastgesteld. Mislukte experimenten zijn vaak even belang rijk als geslaagde. Maar het is te verstaan, dat de kosten van het we tenschappelijk avontuur de geldschie ter soms doen rillen. De Eindhovense rector wees er op, dat een onderwijsinstelling geen diplo mafabriek is. Bij toenemende inlei ding, opleiding en begeleiding in het voortgezet en wetenschappelijk onder wijs loopt men het gevaar het opti mum van doeltreffendheid te over schrijden. Ook elders klonken waar schuwingen in die geest Zo waar schuwde de Tilburgse rector tegen het „teveel panklaar opdienen van de stof". V erschoolsing van universiteit en hogeschool betekent onderwijskundig een stap terug en brengt geen bespa ring voor de schatkist, aldus prof. Posthumus. Lang studeren houdt ech ter wel in: uitstel van bijdragen aan het nationaal inkomen. Daarmee komt het studieduurvra/igstuk in het sociaal-economische en het politieke vlak. Welk deel van de mensen tus sen 15 en 30 jaar wil men uitstel ge ven van het leveren van bijdragen in de produktie? De meeste afzwaaiers vertrekken in Eindhoven al voor het eerste examen. Van de „doorgestudeerden" met een hbs-B-diploma blijkt 92 procent na twee jaar te zijn geslaagd of te zijn afgeschreven. Gemiddeld hebben de afzwaaiers anderhalf jaar aan het on derwijs deelgenomen; die eerste tijd is de goedkoopste van de studie. Een nieuwe, strenge tentamenregeling heeft noch op de snelheid van stude ren, noch op het aantal afzwaaiers merkbare invloed gehad. De rector van de Technische Hoge school Twente deelde mee, dat van de oorspronkelijke studentengeneratie- 1964 éénderde zonder vertraging in het derde studiejaar is aangekomen. Het totale resultaat van het P2-examen is iets achter gebleven bij de progno se. Men gaat nader onderzoeken of het resultaat goed was en de progno se fout of dat het omgekeerde het ge val is. De rector van Delft vermeldde, dat de studenten gemiddeld iets min der dan zes jaar op de TH blijven. Eén op de drie studenten vertrekt voor de eindstreep. Uit de cijfers van de laatste jaren blijkt, dat 13 pro cent de studie na één jaar opgeven en 19 procent na twee jaar. D?. TUbar„gse rector zei, dat van de lichting 1962/1963 zeventien ingeschre venen in de economische faculteit zelfs nog niet hun propedeutisch exa men hebben gehaald. Dergelijke ern stige overschrijdingen van de norma le studieduur (in het bedoelde geval een overschrijding van 300 procent) doen de vraag rijzen of men niet een limiet dient te stellen. Dit zowel met het oog op de gemeenschap, die vrij wel alle studiekosten draagt als met het oog op het welzijn van de stu dent zelf. In het algemeen toonde prof. v.d. Eerenbeemt zich omtrent de studie duur niet pessimistisch zeker niet wanneer men het vraagstuk op lan gere termijn beziet. In de economi sche faculteit is na een andere op zet van de kandidaatsstudie nu duide lijk een verbetering te bespeuren. Dit studiejaar worden dertig eer stejaars afgezonderd, die de gewone collegestof in een kleiner groepsver band gedoceerd krijgen. Men zal het effect van dit experiment exact na gaan. Als het studierendement duide lijk beter zou zijn, dan zal dit groeps- onderwijs echter alleen algemeen in gevoerd kunnen worden als de docen tenstaf sterk wordt uitgebreid. In Rotterdam zei de rector, dat een groot deel van de doctorandi in de ju ridische en sociale faculteiten in de DE ZIN VAN EEN rectorale re de is niet die van een veiligheids klep op de Papiniaanse pot van rec torale grieven, zo zei de Delftse rec- f-??'' ,Pr°f. De Wjjs. Inmiddels blijkt po het begin van het academisch jaar altijd weer vrij veel kritiek buiten te komen. Minister Die- de de Eumor, dat de rectores magnifici eik jaar de gelegenheid hebben te zeggen wat zij van het weten schappelijke leven in ons land vin den, maar dat het departement met voorbeelden zou komen, waaruit blijkt, dat men aan de andere zijde ook nogal eens tekort is geschoten. Naar aanleiding van deze opmer kingen hebben wp prof. Diepenhorst gevraagd vandaag op zijn beurt een „rectorale rede" te houden in ons blad. De minister was hiertoe in principe wel bereöd, maar hjj heeft geen Jeans gezien zijn voornemen ten uitvoer te brengen. Een rector, die zich wel heeft la ten horen, toonde zich toch niet on verdeeld gelukkig met de taak van het houden van een oratie prof Dankmeijer, de aftredende rector in Leiden, zei, dat ,,de rector in het volle besef van de onvoltooid heid van zijn taak, er waarschijnlijk de voorkeur aan zou geven het uni versiteitsgebouw met stille trom en langs een achterdeur te verlaten" beoogde studietijd klaar zal komen. Dit is o.a. te danken aan de gunstige verhouding tussen de omvang van het wetenschappelijk corps en het aantal studenten. Gesteld, dat de helft van degenen, die in de economische facul teit komen studeren, een jaar korter over hun studie zullen doen dan ge bruikelijk is, dan zal een uitbreiding van het lectoren- en medewerkers corps maatschappelijk gezien haar geld opbrengen. Zonder speciale voor zieningen zal de gewenste verkorting van de studieduur niet bereikt wor den. De Wageningse rector pleitte voor systematische berekeningen van de studieduur, al vond hij dit zelf een hachelijke zaak. Doorslaggevend is immers het niveau, dat in het we tenschappelijk onderwijs bereikt wordt en dit niveau is niet in getal of maat uit te drukken. Wageningen gaat meer aandacht schenken aan rekenkundige analyses van de studieprogramma's en aan de planning van de studie door de stu dent, maar daarbij wordt beseft, „dat men zich rijk kan rekenen in studie uren en toch een armzalig studiere sultaat kan verkrijgen". Leiden begint dit studiejaar met een centrale registratie van alle stu derenden en hun verrichtingen aan de universiteit. Het gaat niet alleen om examenresultaten en studieperio den. Hoogst belangrijk is ook wat de studenten niet doen en waarom zjj niet tot de gewenste resultaten ko men. Het registratiesysteem moet snel de achterblijvers signaleren, waarbij ook de oorzaken van het achterblij ven moeten worden opgespoord. Prof. Dankmeijer zei, dat het hem niet zou verwonderen wanneer blijken zou, dat de meeste factoren, die de studie on gunstig beïnvloed buiten de zuiver universitaire sfeer liggen. DE RECTOR IN ENSCHEDE maakt er zich zorgen over, dat er een baccalaureaat zal ontstaan, dat die naam eigenlijk niet verdient. Het Twentse baccalaureaat is in het bedrijfsleven goed ontvangen. Prof. Berkhoff verwacht, dat in 1968 de vraag naar baccalaurei het eerste aanbod zal overtreffen. De waarde van de baccalureus kan pas na een langjarige ervaring in de praktijk worden vastgesteld. Intussen dreigt bij de roep om ver korting van de studieduur het gevaar dat universiteiten of hogescholen sim pelweg zullen zeQgen: we noemen in het vervolg de kandidaat baccalau reus. Hij heeft dan een beschermde academische graad en kan de maat- n. Het o schappij in. opkomen van deze simplistische gedachte is niet denk beeldig, al lijkt het ivat verbijsterend, dat men met het alleen maar verhan gen van een naambordje het pro bleem van de 90.000 studenten in 1970 het hoofd zou kunnen bieden. Na de mislukking met het baccalau reaat in de economie is het duidelijk, dat door de gesuggereerde maatregel weinig baccalaurei zouden afvloeien. De volgende stap moet dan wel zijn, dat de universiteit of hogeschool be slist wie wel en wie niet worden toe gelaten tot de doctoraalstudie. Gaan de studenten niet weg, dan Sturen we ze weg. Er zou dan een academische graad met het officiële karakter van degradatie komen. Het baccalaureaat moet voldoen aan nieuwe eisen, aldus prof. Berk hoff. Bij de Technische Hogeschool Twente verschilt de totale inhoud van de bacealaureaaatsopleiding principi eel van een omgedoopte kandidaatsop leiding. Het academisch onderwijs heeft behoefte aan vernieuwing van binnen uit. Een baccalaureaatsoplei ding moet niet voortkomen uit een be treurd onvermogen om de huidige toe stand te bestendigen. PROF. DE WIJS NOEMDE het Twentse baccalaureaat de meest aan vaardbare vorm ook voor Delft, maar men moet niet verwachten, dat het invoeren van een baccalaureaats- graad het lot van de studiestakers wezenlijk zal verlichten en het nume riek rendement zal verhogen. De zaak is zó op te zetten, dat het rendement wél verhoogd wordt, maar dan krijgt men een „kneusjes-baccalaureaat.". De rector in Tilburg sprak van het vele jaren durende gesukkel met de baccalaureaatsopleiding, die voorai op psychologische gronden en door het ontbreken van een statussymbool niet tot ontwikkeling wilde komen. De maatschappij zelf heeft de mislukking van de verkorte opleiding mee in de hand gewerkt door vrijwel steeds de doctorandus te prefereren boven de baccalaureus. Tilburg ziet voor degenen, die geen portuur blijken te hebben voor een zware wetenschappelijke opleiding een reële uitweg in de school voor hoger economisch en administratief onder wijs. De Wageningse rector gebruikte bij de behandeling van dit thema de termen: opleiding voor specialisten (wetenschapsbeoefening) en opleiding y°°hety,rabs^?n(maatschappelijke funtyes). Voor beide groepen zal de studieduur toch nagenoeg gelijk moe ten zijn. Het onbehagen over de struc- tuur van het landbouwwetenschappe- 1 onderwijs wordt hiermee dus niet weggenomen. P? baccalaureaatsopleiding zou er in Wageningen als een nieuw studie- yP® bij moeten komen. De groep van ae baccalaureïzal bestaan uit mensen, voor wie de zelfstandigheid van een werkkring lokt en mensen, die het vermogen missen de ingenieursstudie te voltooien. Het is een groep met een Janushoofd en hoe staat deze groep ten opzichte van de afgestu deerden van het hoger beroepsonder wijs? Een baccalaureaat in de land bouwwetenschappen lijkt evenveel problemen op te roepen als het tot op lossing brengt De tijd is rijp om de ze zaak nader te onderzoeken. De Groningse rector zei dat men zich naast de studie voor de weten schappelijke vorming een niet lager maar wel anders gerichte studiepres tatie voorstelt, waaraan de titel doctorandus verbonden zou blijven én een studieprestatie die inderdaad lichter is. Voor het tweede geval zou er wel een andere titel moeten ko- men. tcyb een duidelijke be- slissingte komen over taak en ver- antwoordehjkhpd van de universiteit, T-et.,her^ening Van de wet, aldus pro/, m Jacob.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 7