Gun U Vandaag: aöurs% s §04 s ANTHONY EDEN: £pi ,nfe^and was het zwaarst da/ri n *n de Suez-affaire om- j de regering 45 percent van aandelen van de Kanaal Com pagnie in handen had. Disraeli's akoop van de aandelen in 1875 as een legendarische overwin- in de lange geschiedenis van *elf ®1^tse imperium geweest; en Vat? 6611 20 progressieve conser- def als R. A. Butler moest die j^.ond jn 1956 terugdenken aan ^aeli, zeven conservatieve lei- te^ Seleden. Nog pas een maand Vari0ren had Engeland de laatste 2^n ^.000 man troepen uit e V' htn teruggetrokken om zo knn *n 1954 gesloten overeen- °mst te voldoen. loiL ht SlR ANTHONY EDEN, minister-president van En- ffeland, hoorde het nieuws van de nationalisatie van het uezkanaal op 26 juli '56 tijdens een gala-diner in het Ritz toaar louter mannen met kuitbroeken en witte dassen aan tafel zaten. Twee van Engelands beste vrienden Midden-Oosten, koning Feisal en Noeri Said van Eak die allebei twee jaar later door neutralistische °fficieren vermoord werden zaten ook aan. (Heeft Noeri werkelijk gezegd: „Sla 'm, sla 'm hard, en sla 'm nu Na andere gasten zoals de socialistische leider Gaitskell en de jurist Shawcross de deur uit gewerkt te hebben, belegde de minister-president een ministerverga' dering. Hier waren ook de stafchefs (de chef staf van de luchtmacht had meegedineerd), de Franse ambassadeur Chauvel en de Amerikaanse zaakgelastigde Andrew Fos terbij aanwezig. Eden zei: „Egypte heeft ons bij de strot." De heer Geor- ges-Picot, directeur-generaal van de Kanaal Compagnie, werd weggeroepen. In het voorbijgaan drukte Eden hem zwijgend de hand. ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1966 Pine Oofdrolspelers in het Suez-avontuur. Van links naar rechts premier Guy Mollet en zijn minister van Buitenlandse Zaken Christian kwam ,(Frankrijk)' en de Britten: Selwyn Lloyd, minister van Buitenlandse Zaken, en premier Anthony Eden. Dit viertal staatslieden m door het optreden tegen Egypte in moeilijkheden met president Dwight Eisenhower en zijn minister van Buitenlandse Zaken Dulles JtsKanaa.1 dat jarenlang de belang- O0Sangs;weg naar India bad ge- Was na 1945 nog belangrijker rieku als toegangsweg naar de olie. jj't van de Britse olie kwam Ven °rneen. Eén derde van alle sche- tt'arer! V door het Suezkanaal voeren SluwL witse schepen. Een dergelijke ?JT3tp ,behandeling, uitgerekend van z>jn ka'.kon men niet zo maar over ik?111 laten gaan dat was in En- ?h vnR- 1 zeerste deze eigengereide jSn h °ÏÏen ongerechtvaardigde stap t?eiuirR.- ^Syptische regering.'' ëyptj„lugen verzocht hij E rtik a kreeg dus aanvankelijk de in- Si°hd Sï de Labour Partij achter hem ?'tie "laar hij deed niets om de oppo- fed 'n zÜn politiek te betrekken. f°°bliiv hiervoor was gedeeltelijk per- kab O* A ,hiJ had „nog nooit iemand her--3't k h"77? nooit tot een vergelijk te kun- I?kir„ ften." Eden was zelden in aan- ehad^^skells mentaliteit of met diens ehij 0rmg van problemen ontmoet. We Eh ïlnmit Int aan tioncoliilr to lrun.. ïh®, kelt dcv*,< TVtrtL». Cl uu 11*-v en ?fnt in de wereldgeschie k aanvaller terugslaan." SkrL 9P ^BATTEN in het Laiger- h VPlv, Uil Uraï'/l rvpv« was er niet milder op geworden door het bericht dat de bank van de Ka- naalcompagnie in Suez last had ge kregen haar kapitaal van twee miljoen pond aan Egypte te overhandigen. Het pond sterling zakte onrustbarend. Eden en zijn ministers namen het formele besluit om, zoals hij onmiddellijk in een telegram aan .Eisenhower vastlegde „op de eerste plaats een zo krachtig mogelijke politieke druk op Egypte uit te oefenen." „Maar", voegde hij er aan toe, „mijn collega's en ik zijn ervan overtuigd dat we in laatste instantie klaar moeten staan om geweld te ge bruiken om Nasser tot rede te brengén. Wij van onze kant zijn hiertoe bereid. Vanmorgen heb ik mijn chefs van de generale staf opgedragen een militair plan op te stellen." aht3s r, f. Politiek ondenkbaar. Enge- ?eh r,n-?!tie de Arabische wereld, hp nfio „le die voor een groot deel °'gd berustte, leek ook be- flag) °chtend na de nationalisatie (vrij- t het ?nd 116 Pfo-Israelische Gaitskell 6UrenLagerhuis op en zei: „Wij be- De bekende Britse historicus prof. Hugh Thomas is de auteur van de artikelenserie over de Suez-crisis, waarvan op deze pagina en op pagina 5 het eerste deel volgt. Thomas geeft hierin een overzicht van de reacties in Londen, Parijs, Washington en Jeruzalem na het bekend worden van de Egyptische nationalisatie van de Suezkanaal-maatschappij. Onder 1 Eden de 'sche .fondsen te blokkeren. h Gai^0Weest met sociaal-democraten D^den ea die de politiek als beroep esterfeu7zen- vond hem scll0°l- 1 in achtig en bovendien had Gaits- j?8ep mfeen van de twee wereldoor- 4 rnoet^evocbten' Gaitskell van zijn DiJhtUssJ1 Eden Sraag- kra°nderfn drong de hele pers. r> htip-p Van de Guardian, aai "Ti^ep rijtfnaatregelen. De Herald Rw es li,i'?Ts meer." De koppen in de ,.kvJ,hien den: „Tijd voor beslissing vri+f-' -,Wat staat er op het spel." ten was. Butler had veel van zijn élan verloren sedert zijn vrouw het jaar tevoren aan kanker gestorven was. Hij zelf was in juli ziek geweest. Aange zien Eden nog maar pas Churchills mantel had aangetrokken, zou het eigenjijk een theoretische kwestie moe ten zyn, maar het leek wel of het dit nooit helemaal was. „Het was geen geslaagd kabinet," verklaarde een van de ministers. Edens gezondheid liet veel te wensen over. Hjj was 52 en had in 1945 een ul cer aan de twaalfvingerige darm ge had. In 1953 werd hij aan een steen in de galbuis geopereerd. De twee eerste operaties mislukten, de derde, die in de Verenigde Staten uitgevoerd werd, slaagde. Normaal gesproken had hy volledig moeten herstellen, maar de operaties hadden hem verzwakt, want hij had nu een plastic verbindings stukje in zijn galbuis dat blijkbaar af en toe raadselachtige koortsaanvallen bij hem te weeg bracht; bovendien leed hij aan de normale gevolgen van een slechte lever: een prikkelbaar hu meur en ongeduld. Dit waren, samen met zijn haat tegen kritiek, zijn zwak heden. Zijn deugden waren moed, eer lijkheid en briljant onderhandelaar schap. Ook vroeg men zich af of Eden niet Inscheping van Britse troepen en materieel in Portsmouth voor de Middellandse Zee, als voorberei ding op de militaire actie tegen de Egyptische president, Nasser. Hier wordt in augustus 1956, een jeep van een Britse parachutistenbrigade aan boord van het vliegkampschip Theseus" gehesen. te veel op zijn zenuwen leefde voor een functie als de zijne. Zijn minister van justitie vermeldt zijn „voortduren de rusteloosheid.die al zijn collega's beïnvloedde," en de gewoonte die hij had om zich in departementsaange legenheden te mengen. Hij piekerde te veel. Soms belde hij de mensen midden in de nacht op. Hjj kon zich niet ont spannen. Al in juli nam Eden veel pillen in. Toen de crisis zich ontvouwde vertel de hij aan een adviseur dat hij „prak tisch op benzedrine leefde." Toch was hij voor de buitenwereld onberispelijk. Zelfs in de ogen van die ambtenaren van buitenlandse zaken die een hekel aan hem hadden, was hij de oude mees- ter-diplomaat, de bij uitstek veeleisen de minister van Buitenlandse Zaken die dankzjj zjjn „voelhorens" (een van zijn geliefkoosde uitdrukkingen) de onder handelingen tot een zegevierend einde wist te brengen zoals bijvoorbeeld in 1954 te Genève, waar hij het einde van de Franse oorlog in Vietnam be werkstelligde. Edens tragedie was En- gelands tragedie, want wat Engeland in 1956 nodig had was nu juist een man als Eden tot dan toe geweest was een gerespecteerd onderhandelaar. Eden, jongere zoon uit een oude al lesbehalve vermogende familie, lijkt het prototype van de held uit de klas sieke tragedie; hij werd meegesleurd op de terugtocht van het Britse impe rium en was, ondanks zijn aristocra tisch uiterlijk, een man van zijn tijd die tijd waarin de Engelsman even als de hele Engelse natie geprikkeld boven zijn stand leefde. Eden had het niet gemakkelijk gehad sedert hij in april 1955 Churchill op volgde. De conservatieven hadden de regering te slap gevonden. In Eden zag men de man die op de eerste plaats verantwoordelijk was voor het „gehar rewar" in Egypte. In januari was hij heftig aangevallen door de pers, aan gevoerd door de Daily Telegraph die uitzag naar de vuist van een krachti ge regering": hij had zich toen op een wat eigenaardige manier verweerd door officieel te ontkennen dat hij er over dacht zijn ontslag in te dienen. Bii deze nieuwe crisis over Suez was de rechtse partij bang dat er wéér ge harrewar zou ontstaan. Van alle kanten werd op Eden ster ke druk uitgeoefend om een onbuigza me houding aan te nemen. Die druk kwam niet alleen van de conservatie ve partij. Ook de Franse premier Guy Mollet hechtte niet langer aan een goe de verstandhouding met de Arabieren en was dan ook degene die het krach- Saan: hr11' Butïer moest verstek 'J was ziek. De stemming Het Britse kabinet dat het besluit nam een oorlogsplan op te stellen, had toen vijftien maanden onder Edens leiderschap gestaan. Het was een meer órthodox kabinet dan enige van Chur chills regeringen. Vier ministers waren vóór de tweede wereldoorlog voorstan ders van de verzoeningspolitiek ge weest (Eden, Salisbury, Macmillan en Sandys), en vijf ervan tegenstanders (Butler, Lennox-Boyd, Kilmuir, James Stuart en Home). „Eden domineerde het kabinet meer dan Churchill ooit gedaan had, aldus een van de oudere leden. In kwesties van buitenlandse politiek was zijn woord wet. Tijdens de Suez-crisis was dus el ke beslissing die Engeland nam op de eerste plaats Edens beslissing. Selwyn Lloyd, toentertijd 52 jaar oud, was minister van buitenlandse zaken. Hij was advocaat en had in de oor log de rang van brigade-generaal be kleed, maar omdat zijn bevorderingen erg snel waren gegaan, kon hjj Eden moeilijk afvallen. Hjj had een grote bewondering voor Eden en liet zich sterk door hem beïnvloeden. Er was geen vice-minister-president. Algemeen werd aangenomen dat But ler, de leider van het Lagerhuis dit zou worden, hoewel Macmillan, de mi nister van financiën, een goede kans maakte voor de positie, gesteund als hij werd door de anti-verzoenings- groep die Butlers rol als onder-secre taris by het ministerie van buitenland se zaken in 1938 en 1939 nog niet verge- Pagina 2 „Een faun met kille horentjes" is de jongste roman van de Vlaming Hugo Raes. „Het is een roman als een collage", schrijft KEES FENS. „De roman bestaat uit een groot aantal zeer kleine hoofdstukjes die veelal chronologisch noch causaal met elkaar verbonden zijn en ook in opzet vaak geheel verschillen. De hoofdstukjes vallen zelfs vele keren weer in kleinere onderdelen uiteen". JAN WILLEM HOFSTRA op vakantie vult zijn rubriek Kunst licht met auto- en vakantie-impres sies. Pagina 5 Een nieuw, wetenschappelijk ge zelschap bekijkt een taboe-onder werp: de zelfmoord. „Er zyf1 P*aat: sen in Nederland waar het aantal zelfmoorden h^g-?taprof dr t\j" keersdoden overtreft N Speijer, voorlopig v^ohet studiegezelschap tot ieder het zijnehe rön'TzVverhoud-g met anti Ed van de Elsken heeft met een dik fotoboek „Sweet life" af scheid genomen van de fotografie, om zich geheel aan de film te wij den. BEN KROON bespreekt het kijkboek. Het kerkgebouw wordt tot op zijn fundamenten blootgelegd. Een stu diecentrum is opffe-richt om ae vraag „Wat is een kerk?" op te lossen. De onzekerheid over het ant woord op deZe schijnbaar eenvou dige vraag verlamt de kerkenbouw. Hans Stevens schrijft erover. Pagina 6 Ketterjagerij is onze nieuwe n'rm van legalisme en letter- dienst" schrijft prof. dr. W K M. ^oriccnr/W in de rubriek Kerk m Beweging Daarbij vreest hij dat aeweyyu de orthodoxie somt handelen uit kleingelovigheid. Pagina 7 De Westduitse Bundeswehr zit op in ernstige mate het moreel hoge militaire ieidmg a™g Aldus schrijft TON CRIJNEN. Pagina 8 Anders, van PAUL BIEGELS Ta fel van Zeven, is getuige van een afscheidsconcert, bij het heengaan van de zomer. Het concert wordt geopend door madame Zudaniarais- ka, een dikke bromvlieg met een diepe basstem. De avonturen van Robbie de beer en de juwelendel- vers, en de cartoon-rubriek Plus- Minus. tigst en koppigst bij Eden aandrong op het gebruik van geweld. Edens tweede vrouw, een nicht van Churchill, hield zich welisWaar buiten de politiek, maar verlangde toch niets liever dan dat Eden het tegendeel zou bewijzen van wat er in de conservatieve dagbla den en salons over hem werd rondver teld, nl. dat hy een stroman was Al even belangrijk voor Eden was de druk van zijn herinneringenherin neringen aan zijn tijd als infanterie- officier in de Eerste Wereldoorlog (waarbij twee broers van hem sneu velden), herinneringen aan de verzoe ningspolitiek vóór de Tweede Wereld oorlog (waarin zijn oudste zoon om kwam). In de dertiger jaren had Eden als minister van buitenlandse zaken zonder succes geprobeerd door onder handelingen een oorlog af te wenden. Nu was het zaak een oorlog te voor komen door de dreiging vroeg genoeg te onderkennen en in de kiem te smo ren. Een conservatief .parlementslid drukte het op minder vriendelijke ma nier uit: „Eden moest bewijzen dat hij een vént was." Het ministerie van buitenlandse za ken was in tegenstelling tot het kabi net vóór onderhandelingen met Nasser en tegen een gedragslijn die moeilijk heden met de Arabieren zou veroor zaken. Veel regeringspersonen ston den instinctief afwijzend tegenover een politiek die niet strookte met En- gelands „speciale verhouding" tot de V.S. en de V.N. Zo dacht bijvoorbeeld de staatsraad voor Buitenlandse Zaken Anthony Nutting erover. Maar het hoofd van buitenlandse zaken, Kirck- patrick, interesseerde zich niet voor het Midden-Oosten en sprak alleen maar zijn twijfel uit inzake een even tueel samengaan met Frankrijk. Ook hij was in de oorlog van 1914-1918 of ficier van de infanterie geweest, ook hij had geen plezierige herinneringen aan de dertiger jaren toen hij als am bassade-raad in Berlijn aan de ambas sade van Sir Neville Henderson werk te; hij was zelfs in München aanwezig geweest. Op 27 juli werd in Londen een cabi- net-commissie van zes („De Suez Com missie") met Eden aan het hoofd ge vormd om de situatie in de hand te houden. Commissie-leden waren de mi nister van Buitenlandse ZaJken Lloyd, de minister van justitie Macmillan, de minister van koloniën Lennox-Boyd, Salisbury, Kilmuir en Thorneyeroft. Monckton, Watkinson en Home namen vaak aan de zittingen deel. Van dit „ka binet in een kabinet" was Lloyd dege ne die het minst voelde voor het ge bruiken van geweld. Butler was geen lid van de commissie. Toen de groep voor het eerst vergaderde, kwam hy ook en mocht natuurlijk blyven. Maar in de notulen werd hij vermeld als „toehorend minister" een overwin ning voor Macmillan. Bij de vergadering van de Britse chefs van de generale staven kwam men onmiddellijk voor twee problemen te staan, die allebei de hele Suez-cri sis zouden beheersen: ten eerste, de afwezigheid van een marine-basis dicht genoeg bij Egypte en berekend op grote schepen; en ten tweede het feit dat het hele Britse defensieapparaat was ingesteld op ófwel een groot scheepse kernoorlog tegen Rusland óf wel een opstand in de koloniën. Er be stonden vrijwel geen voorzieningen voor een beperkte oorlog van de oude soort. Eerst bestudeerden de stafchefs de mogelijkheid onmiddellijk alle strijd krachten waarover Engeland in het Midden-Oosten beschikte naar de Ka naalzone te sturen. Het vliegdekschip in Malta, de twee kruisers te Port- Said en in de Rode Zee konden niet zonder ondersteuning optreden. De 10e pantserdivisie in Libië en de 10e afde ling huzaren in Jordanië konden van zelfsprekend niet gebruikt worden tegen een Arabisch land. Er waren infante- rietroepen, cavalerietroepen en drie ba taljons van het parachutistenregiment op Cyprus. Maar de infanterie was be zig met EOKA en de parachutisten had den de laatste tijd geen training gehad; bovenal er waren geen getrainde piloten, en dat was bij een uit de lucht uitgevoerde aanval toch wel het be langrijkste. Trouwens, het inzetten van luchttroe- pen zonder de absolute zekerheid van ondersteuning binnen de vierentwintig uur was sedert de slag by Arnhem in 1944 taboe. DE BEKWAAMHEID van de Egyp- tenaren in het gebruik van hun wape nen was overdreven, maar ze hadden een indrukwekkende hoeveelheid oor- logsmaterieel minstens 100 MIG's, 100 middelgrote tanks, 30 zware Sta- lin-tanks, 30 Iljoeshin bommenwerpers. De Egyptenaren beschikten zelfs over betere geweren dan de Engelsen ze hadden goede Tsjechische half-automa- tische geweren, terwijl die van de En gelsen nog uit de tweede wereldoorlog dateerden. Engeland had geen lueht- bataljon met antitankgeschut. Niemand wist of de Russische technici die de Egyptenaren aan het trainen waren, niet zelf hun materieel zouden bedie nen. De Egyptenaren hadden luchtaf weergeschut dat waarschijnlyk lang zaam vliegende troepenvervoervlieg- tuigen omlaag kon halen, want ae mannen die het bedienden waren door de Britten getraind. Misschien, als de parachutisten klaar geweest en onmiddellijk langs het Ka- naal geland waren, hadden ze de oude Britse bases met hun voorraden en uitrusting voor 80.000 man kunnen in nemen en daarbij een minimum aan tegenstand ontmoet. En heel misschien S°ku n ze zebfs in Caïro de zege behaald neoDen, als ze daarheen gestuurd wa- ren. Ze hadden dan tien dagen lang met op ondersteuning kunnen rekenen. iJe stafchefs Templer, Mountbattem, Boyle en Dickson verklaarden dat ze hun ontslag zouden indienen als het kabinet op het onmiddellijk inzetten van luchttroepen bleef staan. Eden ging niet tegen hem in. Ongetwyfeld zouden al zijn voorgangers, Churchill incluis, hetzelfde gedaan hebben. En geland zou dus niet onmiddellijk ripos teren. FRANKRIJK HAD de afgelopen tien jaren met koloniale oorlogen te kam pen gehad, eerst in Indo-China, nu in Algerije. De socialist Guy Mollet was sedert januari minister-president. Ge zien in het Franse politieke spectrum leek zijn regering wel de minst natuur lijke coalitie die denkbaar was. Als VERVOLG OP PAGINA 5 „De Egyptenaar heeft ons bij de strot"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 13