Tentoonstelling in het Haagse Gemeentemuseum Geen akkoord maar toch primeur Brussel behoudt atomium BRUSSELSE ,EIFFELTOREN' VEERTIENDE EEUWS WEEFSEL ^entijd ZATERDAG 1 OKTOBER 1966 Nikolaj Zarajsky, omgeven door episoden uit zijn leven. Ikoon uit de veertiende eeuw. "Semjon groet zijn schoondochter. Als je je niet herinnert of er mout (wel), het roggemout ligt in de elder, tie em dat. Het vlees ligt in et voorhuis. Wat de roebel voor Snat betreft, geef hem die." Deze Mozaïsche boodschap is een van de 0n°oglijke maar niettemin ontroe- rende stukken op de tentoonstelling van de Historische schatten uit de S°vjet-Unie. Het is een briefje op erkenbast en stamt uit de overgang Van de veertiende naar de vijf- Mende eeuw. De Cyrillische let- *ers zijn gekerfd als vormen zij spij kerschrift. Nowgorod moge in de middeleeuwen een der centra van cultuur en beschaving geweest zijn, behalve voor zeer officiële stukken moest berkenbast papier of perka ment vervangen. Een prachtig weefsel uit de zestiende eeuw op de tentoonstelling van historische schatten uit de Sovjet-Unie. Verder stond de tijd er stil want bij het nalezen van die kleine documen ten is het alsof men de „Dode Zielen van Gogolj' herdenktEen brief van Pjotr aan Wlotjko. „Dat wat je aan Rozjnet vertelde, dat ik hem twee soroka schuldig ben, (wel) ik ben hem geen „belka" (letterlijk eek hoornhuid, dat wil zeggen geen cent schuldig. Maar ik heb bij Danjsja twee soroka geleend, met teruggave van vijf soroka (rente van 150 pro cent). Haal het geld dus bij Danjsja." Eveneens een boodschap op een stuk je berkenbast. Oost-West Ikonen marius van beek DE TENTOONSTELLING, die in jjet fjaags Gemeente- Useurn wordt gehouden en aarvan Nederland de primeur vetlle* ondanks het ontbreken de^ 6611 cultureel akkoord met 0vJet-Unie, is een historische eUrtenis. Nog nooit is immers jte11 een dergelijke bruikleen spra- geweest. Nog nimmer heeft ^t-Europa na Hen Haag 2j.a. tentoonstelling naar ^ricN Venetië, Essen en Parijs Zo Uitvoerig kennis kunnen aiTen van een overzicht van ja^eol°gische vondsten uit Rus- Ikoon van St. Joris uit de veertiende eeuw, afkomstig uit de Tretjakowsky Gallerie. De organisatoren verwachten ook ditmaal duizenden school bezoeken, niet alleen uit België zelf, maar tevens uit de buur landen, zoals in de afgelopen jaren overigens reeds het geval was. Dergelijke geleide bezoeken zullen worden opgevat als „mo- dellessen" in spatiale wetenschap. Behalve de expositieruimte zelf staan de lesgevers daartoe een bioscoop- en vergaderzaal ter beschikking. BRUSSEL, oktober. Voor de eerste keer sedert de Wereldtentoonstelling van 1958 krijgt het Brusselse Atomium mo menteel 'n grondige schoonmaak beurt. Over het lot van dit indruk wekkende symbool en enige noemenswaardige overblijfsel van de „Expo is onlangs een met spanning verbeide beslissing ge vallen. Terwijl men al begon te vrezen dat de vertrouwde, 102 meter hoge constructie in 1969, na afloop van een eerste, als het ware onder de druk van de pu blieke opinie afgedwongen, con cessie van tien jaar, uit het stads beeld moest verdwijnen, werd in derdaad tussen de betrokken au toriteiten overeengekomen de concessies met vijfentwintig jaar te verlengen. Het Atomium op het terrein van de Brusselse Wereldtentoonstelling van 1958 is een grote toeristische attractie. Men spreekt van de Brusselse Eiffeltoren. <*2£xC -X'yy^w.^ MM! historische schatten uit sovjet-unie baar is. Behoorlijke kaarten hadden de zaak nog kunnen verduidelijken, maar het minuscule stuk geografie dat aan de catalogus werd toegevoegd is volstrekt onvoldoende. In de eeuwen rond de geboorte van Christus aanbeland ziet men de rijk dom der verzameling groeien met gro te hoeveelheden gouden voorwerpen, maskers, oorhangers, diademen, rin gen. Rond de Zwarte Zee ligt dan de klemtoon der archeologische onderzoe kingen, die waarlijk niet alleen door de Sovjets verricht zjjn, maar ook reeds op grote schaal door Tsaristi sche wetenschappelijke instituten. Het beroemde gouden masker van een mens van het mongoloïde type is reeds in 1842 gevonden te Olbia. Het valt mij op, dat de catalogus zo weinig vermeldt over het volk der Sarmaten, dat een uitzonderlijke cul tuur bezeten moet hebben en zich van uit de Kaukasus over geheel Europa moet hebben verspreid. Grote groepen van de Sarmatische ruiterij moeten zelfs door de Romeinen naar Engeland gebracht zijn en zij verschijnen vluch tend voor de zegevierende Romeinse keizer op de zuil van Trajanus te Rome. Op die zuil treft vooral de merkwaardig geschubde pantsering, die zowel de krijgers als de paarden gedra gen hebben. De Romeinse historicus sprak er reeds cynisch over: ,,De Sarmaten konden het zich veroorloven gouden sieraden te dragen". Welnu, die zijn ook gevonden wanneer men de overwel digende rijkdom ziet, welke ongeveer honderd jaar geleden ontdekt werd te Novotjerkask. Men zegt wel dat de Sarmaten van Iraanse afstamming zijn. Hun oorspronkelijke woonstede moet volgens Herodotus drie dagrei zen ten oosten van de Don en drie dagreizen ten Noorden van de Zee van Azov gelegen hebben. Hun woon vertrekken bestonden uit wagens, die door ossen getrokken werden. De man nen reisden te paard. Merkwaardig is dat er op de tentoonstelling twee wa gentjes uit klei gebakken te vinden zijn. Het zjjn lemen modellen van kibitka's uit het eind van het tweede millennium voor Chr. De Sarmaten moe ten een hoge trap van beschaving ge kend hebben en zijn lange tijd de beheersers van de centrale steppen ge weest. DE VOLKSVERHUIZINGEN gingen rond de tweede eeuw voor Christus van Oost naar West. Woeste migra ties, voortgedreven golven mensen on der druk van nieuwe stammen, golven die stuk braken op de grenzen van het Romeins Imperium. Tot in details zijn daar soms beschrijvingen van te vinden, zoals de lugubere slag op de toegevroren spiegelgladde Donau in 169. Veel grafvondsten der Sarmaten zijn op de tentoonstelling te vinden, potterie en vooral veel sieraden. Het meest wonderlijke is een spiraalvor mige gouden armband, waarvan de uiteinden gevormd worden door een roofdier en een eland. Maar het ge heel doet op een bizarre manier den ken aan de sage van de gevederde slangengod der Azteken. Het Romeinse Imperium staat al op instorten wanneer in Rusland de Hun nen, de meest barbaarse nomaden volken („zjj aten, dronken, sliepen en beraadslaagden te paard", aldus Mar- cellinus) aan de zoveelste volksverhui zing beginnen en er in het Noorden nog altijd nauwelijks vaste nederzet tingen te vinden zijn. Die komen la ter. Het zijn merkwaardige fort-ach- tige houten dorpen, met houten be stratingen, waarvan er verschillende reconstructies in maquettevorm op de expositie te vinden zijn. Ook het slot Ljoebetsj, opgegraven door Rybakow, stammend uit de 12de eeuw is er. Dan zijn we al beland in het geker stende land, waar de kloosters welig tieren en de magische heilige ikonen de mysteriën zichwar maken. Boeiend is de vondst is half ingegraven woning van een «matenaar uit het Michaijlowsky zïatowerohny klooster te Kiev. Geen groot atelier maar een cel, waarin veertien verfpotjes, werk tuigen voor houtbewerking, een koperen lamp, bronzen gesp, een speld en 59 brokken barnsteen. IN DE IKONEN-AFDELING loopt men direct tegen de grote Roebljow op, de „troïtsa" oftewel de beroemde drieëenheid. Dat kan niet waar zijn, denk je. Het is ook niet waar. want de „troït sa" is een copie, weliswaar een heel goede copie uit de zestiende eeuw, maar het is niet de originele en dan is de aardigheid eraf. Maar ja, wat wilt u, de echte Roebljow is voor de Russen wat de Nachtwacht voor ons is, de mooiste en heiligste ikoon. Er zijn meer copieën, uiteraard alle wandschilderingen uit de dertiende en begin veertiende eeuw. Zij complete ren de tentoonstelling want originele stukken zjjn er veel, bijzonder gloedvol le ikonen, scharlaken rood aangloeiend uit het duister, geweldig van kracht, soms wat te veel schoongemaakt, enge len met onwezenlijk lange benen, zo als op de prachtige ikoon met de ge boorte van Maria, welk een samen gebald spanningsgebied van Christelij ke kunst. Er zijn ook kerkelijke ge waden met parels en emails versierd, barbaars rijk... zij komen uit de wa penkamer van het Kremlin. tentoonstelling zien als he SovW n v?n de Pre-historie van fieri dió k beginnend bij de perio- Aehei,iófilnSeduid worden als Chelléen, ®6h kc-r(j en Moustérien. Dat betekent SeHjkP „s?la^mg met de eerste men- fiigd in gebruiksvoorwerpen, vervaar- vep deTacbt der tijden, en dan schrij- lOO.onA i brutaal over een tijd van phristot. ?an 40.000 jaar voor WfiU'j; Het is dus voornamelijk Pal- Jbal-inn„„x®n er Is zelfs een Neander- ïijj Attïgetje op de expositie aanwezig. Zijp Tr <:t. meer dan 50.000 jaar oud SrafvvnÜÏ Is een reconstructie naar een grot ?3?. in de Tesjik-tasj- Lod- li Zuid-Oezbekistan. De anthropo- Veidio eraslmow kon niet nalaten het da®e"^^®TjeJlge-ifih't T geven, Van bv: £trvtfiJ kan ik me ook verbeelden. hers io, dle tijd naar de Ikonen-schil- ls hat,, ne. vijftiende en zestiende eeuw hverStaorJijk een onmogelijke tjjds- ?t rio ng. Men krijgt de indruk n fiih» Pfinelen later aan de tentoon- Uhtj'eiU'jn toegevoegd om het geheel ?eVestj„,,elÜker te maken. Die indruk tNscba e Akademieker (hoogste we- fiybakn Pelijke rang in de Sovjet-Unie) °r AiN. directeur van het Instituut ^6tetikTheologie van de academie van Schappen der USSR. It) a Cataloaf Uitvoerige inleiding van de ^'Oom°Us wordt namelijk met geen hem over de ikonen gerept en toen hiais ifvraagd werd of hier een spe nt) (j tedoeling voor was, antwoordde aan i de ikonen op het laatste moment W collectie waren toegevoegd tep .dat er geen discriminatie VstoTJte-hte van de Christelijke kunst haar o ■'De Sovjet-Unie is trots op gesti-w^ten-bezit, heeft grote ateliers en >ht voor deskundige restauratie Zeer clx°uwt deze periode als een denis>. ?rdevolle in de kunstgeschie- hej, Later vernam ik dat de iko- besp-tectfi wei vanaf het begin der opge^ytoigen in de verzameling waren dat do en- He oplossing is misschien, fioor hatalogus werd samengesteld beheer^theologische diensten, en het fiere af?v,(:r de ikonen bij geheel an- fiat «delingen thuishoort. Maar ook ho°fjfi, ®-t niet op want Piotrowsky, hingr cteur van de Hermitage in Le- d nam zitting in het werk-comité. V hnNjU 'd bested en bij de beoordeling Geheel Westerse kunst dikwijls een 0htwiku „en aan kleine nuances in de vloedie„ n"sSeschiedenis, aan beïn- SeÖenri scb°len en toppunten. Dit be- SehelJ Jve,et men het onmogelijk de groot Phehistorie van het ontzaglijk s'aat -tebied, dat de Sovjet-Unie be- All6eLih een paar woorden af te doen. Hid eiat de bestudering van de Steen- 16hhis een enorme documentatie en *®h. vr j311 geografische verschijnse- fier rij,:", tooet de afsmeltingsgrenzen Hifi perioden in de derde ijs- ï°°hoorrinen' de gletscher-gebieden, -Jteet der rendierjagers. Maar ook e de o ^eten boe rond de Zwarte Nbotamir l ^ing met Perzië en Me- Sel eer.,? T stend kwam. Men denkt 5 aihiïier. at in de pre-hlstorie de Niets men geïsoleerd leefden, ïjid molt Pander waar. Juist in die S van ,ei, ,een ontzaglijke uitwisse- sewpp. vakkennis en levenservaring Uhklar *"n- Hoe is het anders te e sten Ir. de vuistbijlen, schrapers P derpifT toessen overal ter wereld het rpk? tornier gemaakt zijn. Hoe v erai rir. ?1,1 dat de werkplaatsen sïaten dezelfde manier ingericht Poorten Sbruikt™'4'8^ deZ6lfde HEHNïS VAN DE STEEN- tii|0ehrie li1?1611!!- want nog nooit is fie «id °nder«>oht hoe de mens in i,in^er°tten-schn'Je,r.seel 11011 ziJn- 0o,k Ov^eh heKu deiangen en rotsgrave- m?l geheel? in die periode bijna hot? eh. On wereld dezelfde ken- tentoonstelling zag ik gen?ah mÜ Ult Apseron in Azer- eh on conteuren die precies fie gf-lG,ip?raveringen die ik enige fiet pterins T m Nubië vond. Alleen fiat fiat? r,iT niterst problematisch, laar fWana heel moeilijk alles in te Kibtets ?an tijden, waar duizend Piaatsen onderlinge samenhang t (J* Vadsteliingtijd vinden we op de ten- ïafier, er ttionï'™ werktuigen, copieën fien b gemto°0m rotsschilderijen, sie- kloieï,Van dierer,Van schelpen en tan- Seh eeh praphfb't been gesneden dafnet pv Van een S?i been gesne" ^erir alleSi eland. ringen van Haarmatf j beSin van aar- ate de tijd vordert en het cultuurpatroon ingewikkelder wordt, meerdere technieken worden bedreven en ook het brons zijn intrede doet, wordt de studie eigenlijk interessan ter. Er komt meer vergelijkmgs-ma- teriaal. De ontdekking van het gieten in brons, de harding van het materiaal en het slaan en smeden van werk tuigen betekent een revolutie, die te vergelijken is met de beheersing van de kernenergie in onze tijd. De ver spreid wonende stammen, de jagende nomaden zijn dan reeds uitgegroeid tot grote volken met een ontwikkeld leiderschap. De periode van de volks verhuizingen begint, die voort zou du ren tot de stabilisatie van de machten in West-Europa. Zelfs de Romeinen konden de onstuitbare omzwervingen van Mongolen, Tartaren, Hunnen en Sarmaten, Siracen en Roxolanen niet of nauwelijks beheersen en wanneer er van beheersing sprake was, dan duurde die slechts korte tijd. Hoe uit die herhaalde stormlopen gedurende duizenden jaren, die ver menging van volkeren, waarbij de Skythen nog een grote rol spelen, uit eindelijk het Russische volk is ont staan valt moeilijk te zeggen. De sa menstellers van de catalogus geven er geen enkel uitsluitsel over. De in leiding op de catalogus tracht in een minimum-ruimte een maximum aan feiten en gegevens te verschaffen, op een wijze die mogelijk voor Sovjet geleerden gesneden koek verschaft maar die voor ons practisch onlees- tisch rei>ertoire dreigde te verliezen. In de acht jaar van zijn bestaan is het Ato mium immers de op een na grootste toeristische trekpleister van Brussel ge bleken (op de eerste plaats komt nog steeds de onvolprezen Grote Markt). In 1964 werden er 375.000 bezoekers gere gistreerd, ln 1965 ruim 400.000, dus een stijging van 7 pet. En de toeloop van de afgelopen zomermaanden belooft een nieuw record. Ongeveer 60 pet. van de bezoekers zijn buitenlanders. „Eindelijk heeft Brussel iets dat met de Eiffeltorem kan wedijveren, waarom zou men het ding nu gaan slopen?" was een van de telkens weer terugkerende opmerkingen tijdens een recente enquê te Dit argument schijnt de doorslag te' hebben gegeven in de besprekingen over de toekomstige bestemming van het „monument". Meteen werd beslo ten de expositie gewijd aan de vreed zame toepassing van de kernenergie, die al vijf jaar in het Atomium was on dergebracht, te vervangen door een meer op de actualiteit afgestemd on derwerp: de ruimtevaart. In oktober zal het publiek in het Atomium dat in feite een 165 miljard keer vergrote metaalkristalmolecule voorstelt een nauwkeurig overzicht aangeboden krij gen van ae jongste veroveringen van deze wetenschap. Tot de meest spectaculaire bijdragen aan deze nieuwe expositie waarvan vooral de didactische waarde zeer groot zal zjjn behoren ongetwijfeld de Ame rikaanse en Russische inzendingen. Da NASA met name werd bereid gevonden verscheidene prototypen van ruimtecap sules, onder meer een capsule uit de Ge- mini-reeks, evenals een Vanguard-satel- Jiet, naar België te sturen. De Sovjet unie heeft er in toegestemd de Spoet nik-I het allereerste voorwerp dat in een baan om de aarde werd gebracht in Brussel ten toon te stellen; mis schien samen met een Vostok en een Loena, maar daarover wordt nog onder handeld. Verscheidene Belgische wetenschap pelijke instellingen verlenen eveneens hun medewerking aan de nieuwe ten toonstelling. Het weerkundig instituut van Ukkel bijvoorbeeld staat in voor de meteorologische aspecten van de ruimtevaart. Een ander onderdeel wordt geleverd door „Belgo Space", een organisatie die beoogt de activi teiten inzake ruimtevaart van verschil lende Belgische industrieën te coördi neren en die onder meer ook bij draagt tot het Europese project Elda, Een der blikvangers van de exposk fte in het Atomium zal een verkleind# afbeelding (doorsnede 3</« meter) van het zichtbare gedeelte van de maan zijn in reliëf nog wel. Vlaggetjes zullen op deze kaart de plaatsen aan duiden waar tot dusver reeds Ameri kaanse en Russische ruimtevaartuigen het maanoppervlak raakten. (Van onze correspondent) In velerlei kringen werd het nieuws met opluchting ontvangen. Vooral bij de hoofdstedelijke Vereniging voor Vreemdelingenverkeer, die een der voornaamste attracties van haar toeris-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 13