Opzienbarende conclusies nationaal onderzoek
over godsdienst en politiek in Nederland
sterk toegenomen
Gun U
Vandaag
AARDIG
PARTIJGRONDSLAC
ZUILEN
4
(Van onze speciale verslaggever)
AMSTERDAM, 15 oktober
GESTELD met geloof, godsdienst en moraal in Neder-
de a' "0e is hun bestaan binnen en buiten de Kerken? Hoe ver gaat
iiieOtoriteit van de Kerken en hun bedienaren voor lidmaten en
teliru maten? Hoe hecht is het verband van religie en maatschap-
Op J!5e structuur?
Lw,?2e en aanverwante vragen heeft het vrouwenweekblad „Mar-
„Qq, .Nederland doen doorlichten in een enquête onder de titel
Wu 111 Nederland". De samenstelling van een lijst van zeventig
rt Was een hijzonder netelige taak, omdat ook onderwerpen
SQefj 0r'de moesten worden gesteld, die voor velen geen gemeen-
2i.jn en waarover men zich niet zo gemakkelijk uitspreekt.
eerste dat uit de cijfers op-
heirf de groeiende onkerkelijk-
tpfi V(Xn Nederland. Bij de volks-
van 1960 gaf 19 procent
de ondervraagden zich, op als
eii/'kelijk. Bij de Margriet-
ce'f!<éfe van 1966 luidt dit per-
i0). a9e 33. De Nederlands Her
bij ^[den blijken het ernstigste
tijn e teruggang betrokken te
%i' ^Un percentage nam toe
tot 30. Dan volgen de
tea ^en met 35 procent
r,lrr'n 38 procent. De Gerefor-
fe rden hebben met 8 procent
nche.n 9 procent de geringste
teruitganc, geboekt.
Bij dit werk, dat maanden vergde, diende een commissie van des
kundigen van advies, die als volgt was samengesteld:
ds. A. Klamer, Nederlands Hervormd predikant, belast met het
radio-pastoraat;
dr. J. Soetendorp, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente;
de heer en mevrouw A. Viruly-Dresselhuys, buitenkerkelijken;
prof. dr. G. H. Zeegers, Katholiek socioloog.
De enquête werd uitgevoerd door Attwood Statistics, die op basis
van de vragen interviews afnam aan een groep van dusdanige groot
te (1768 personen) en samenstelling, dat haar mening onder voor
behoud van een kleine marge mag gelden als de mening van het
Nederlandse volk.
1 -
..De meerderheid vindt dat godsdienst en politiek los van elkaar moeten staan...
U ^at ^er^en moeten bezighouden met
Vraagstuk als geboorteregeling?
TWOORD
leb ^er^en moeten zich met een vraagstuk als
Sq ?°rt ere geling bezighouden zegt
$8 o° Van de Nederlandse bevolking
if rü Van de rooms-katholieken
(Van onze speciale verslaggever)
AMSTERDAM, 15 oktober
UIT DE ANTWOORDEN op
de bijna klassieke vraag „Als u
uw leven kon overdoen zou u dan
willen dat het anders was" blijkt
dat de meeste Nederlanders daar
geen behoefte aan hebben. Deze
tevredenheid is het sterkst bij de
katholieken en de gereformeer
den. Wanneer men toch het leven
over zou doen dan gaat de voor
keur vooral uit naar meer studie
mogelijkheden. Bij de vrouwen
is dit minder het geval dan bij
de mannen.
V
von de gereformeerden
von de Nederlands hervormden
Set) en de kerken op dit gebied bindende voorschriften
en aan hun leden?
c l?*OORD:
8j o7 lndende voorschriften meent
$7 y L'an de Nederlandse bevolking
?6% Z "n de gereformeerden
or V(ln de Nederlands hervormden
V(ln de rooms-katholieken
Pagina 2
Pagina 5
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 7
Pagina 8
9 van de genoemde groepen had hierover geen oordeel
een antwoord dat vooral gevonden wordt bij de 65-jarigen
en ouder.
De kerken moeten zich er niet mee bezighouden of: ze
mogen zich er wel mee bezighouden maar moeten zich
uitspreken vóór de pil of een neutraal standpunt innemen,
zegt
88 van de Nederlands hervormden
84 van de rooms-katholieken
84 van de gereformeerden
VRAAG:
Wat dient volgens u het standpunt te zijn van de kerken ten
opzichte van de pil als middel tot geboortebeperking?
ANTWOORD:
De kerken moeten zich uitspreken tegen de pil, zegt
7 van de gereformeerden
7 van de rooms-katholieken
3 van de Nederlands hervormden
Jongeren meer beginselvast
echter feiten, die nopen tot
cii? gheid b'i de vergelijking van
'siterf s- Het voornaamste van deze
0Aw.ls wel, dat de houding van de
«^raagden bij een volkstelling an-
''hai - dan h'i een enquête als de on-
?iin vp?e. Bij een volkstelling legt men
Jeu "^klaring niet anoniem af en men
?r.igt deze met zÜn handteke
ns oVk e yinden het dan niet zo pret-
r sta °hicieel als onkerkelijk te boek
ch p an' Traditie en familiegeest spe-
<l6t ®ea rol. De nadruk valt meer op
gedoopt zijn dan op het praktize-
van de godsdienst. Bij een anonie
me* e*dquête reageert men onbevange-
ton.6b eerlijker. Men kan daarom niet
kf.i'der meer vaststellen dat de onker-
te^kheid in de achter ons liggende
t>t(Jaren is toegenomen van 19 tot 33
W dus met 14 procent. Dit laat-
Hik |®rcentage geeft zeer waarschijn-
^56ïnt\-a' te somber beeld. Maar 'dit
Prop et weg, dat het eindpunt van
Tot eöt nog ernstig genoeg blijft.
dl® de o® vele interessante uitkomsten
bet aluête biedt, behoren stellig ook
Jhe ^effende de samenhang van re-
jis maatschappelijke structuur.
j.pdd heeft op dit punt men mag
kin8gen kt tijd een uitzonderingspo-
t cniferiomen» omdat sociale, politie-
c-s ej. Hf.ele en charitatieve organisa-
-/-'dbpt HU voorkeur op levens- en we-
?lh. ^kouwelijke basis gefundeerd
het katholieke volksdeel was
mm
l'.'t- dn16'8'11!? bijzonder sterk, hetgeen
P'bfinkin/lAnin iT.nl «t a«i1t>1 n mttm
te.,
l-er voor de katholieken niet veel
vklt. C geschiedenis wel te verklaren
t hitje <ie tachtigjarige oorlog op een
s zmgcdreven als tweederangs bur-
Or vnnr Hp knthnlipkpn nipt x^ppI
'-t. jj,*\ °P dan hun kracht te zoeken in
f>Vetieiement- Naarmate echter hun
h^ari?.- s n°S verre van voltooide
rblo','patie voortschrijdt, wordt deze
jjfit «e'minder sterk ondervonden en
v? bowH- er naar uit, dat met de dag
v'ssS*eidheid groeit om het oude orga-
!beei!6Patroon dat klaarblijkelijk
3>0m gezien wordt als een zaak van
?%ituniteit dan van beginsel, prijs te
n^tclk Heze stemming blijkt ook aan-
k® hotar v°°r principiële christenen,
v i als hun opdracht zien, tenslotte
sPtw-hrdesem in het gehele deeg te
bf kn en niet zich tevreden te blijven
f0orij met het bakken van hun eigen
STAND VAN ZAKEN op
i Trieilt biedt het onderzoek merk-
ï»®hri<?e cijfers, onder andere aan-
liNld de KVP en de KRO. Een der
StS zii« vragen luidt: „Sommige men
streil Van mening, dat politiek en
<U ah st tos van elkander moeten
bi i,ai?deren vinden van niet. Hoe
littler? "ierover?" Van de katholieke
ka5 en antwoordt 54 procent: „Poli-
VtHder godsdienst moeten los van el-
C'b L *taan." Van de katholieke vrou-
(Nftj ®tt 49 procent hetzelfde ant-
tiJhon bemiddeld 51 procent van de
ït,i h. jr en is dus dit oordeel toege-
VVuÏÏcit dit nu in' dat een Katho-
-zin sPartij bij de eerstvolgende
"gen nog slechts op 49 procent
van de katholieke kiezers zou mogen
rekenen?
Vooropgesteld moet worden, dat men
zeer voorzichtig moet zijn om aan deze
enquête een prognose te verbinden. Zij
is evenals iedere andere enquête een
momentopname. Tussen het tijdstip
van de ondervraging en dat van de ver
kiezingen liggen negen maanden, waar
in veel kan gebeuren dat het beeld
wijzigt. Men denke slechts aan de pas
na de enquête opgetreden crisis in de
Boerenpartij. Algemeen wordt aangeno
men dat deze partij stemmen heeft
verworven van kiezers die zich ei
genlijk aan andere partijen verwant
voelen, maar die menen dat het nuttig
is deze eens geducht wakker te laten
schrikken. Na bet geval Adams en
soortgelijke gevallen, zullen dergelijke
kiezers waarschijnlijk zelf wakker ge
schrokken zijn en hun stem niet langer
aan de Boerenpartij schenken.
Bovendien zal lang niet iedereen die
bij deze enquête onbewimpeld zijn me
ning heeft gegeven, in de stilte van
het stemhokje de daad bij het woord
voegen. Zelfs al zou hij hiertoe willen
overgaan, dan zou hij het eenvoudig
niet kunnen zolang hem geen bevredi
gend alternatief geboden wordt. Een
grote meerderheid van Nederlandse
kiezers vat zijn taak ernstig op en
stapt niet uit balorigheid naar de eerste
de beste andere partij over.
Er moet in dit verband nog een en
quêtevraag worden aangehaald, die
luidt: „Tot welke politieke partij voelt
u zich het meest aangetrokken?" Het
antwoord op deze vraag luidt bij 64
procent van de katholieken: „Tot de
KVP". (Vrouwen 66 procent, mannen
63 procent). Is dit percentage niet in
strijd met de 51 procent van de katho
lieken die politiek en godsdienst van
elkander willen scheiden? Neen. Deze
51 procent is klaarblijkelijk van me
ning: zelfs al heeft de partij onze wens
om de bestaande grondslag te verlaten
nog niet ingewilligd, toch zijn wij er
ook in haar huidige opzet krachtiger
mee verbonden dan met welke ande
re partij o°k.
51 van de 64 procent katholieken die
zich het meest tot de KVP voelen aan
getrokken, meent dat deze van basis
moet veranderen. 13 van de 64 pet.
wenst de KVP te behouden zoals zij is,
d.w.z. de KVP als katholieke par
tij. Wat zou deze minderheid doen, als
de grote meerderheid haar zin zou
krijgen? De basiskwestie van de KVP
ligt met eenvoudig.
Wat zou er met de KVP gebeuren, als
zij haar basis niet voor de volgende ver
kiezingen wijzigde en als uitsluitend
zij die verklaren dat zij zich het mees
te tot de KVP aangetrokken voelen, hun
stem op de KVP zouden uitbrengen?
De Nederlandse bevolking zal tegen
de verkiezingen van 1967 zijn aangewas
sen tot naar schatting 12.538.097 zielen.
Op het ogenblik wordt het gedeelte
dat 21 jaar en ouder is, 60 procent van
de bevolking en dit percentage zal bij
de verkiezingen in 1967 niet gewijzigd
zijn. Dit betekent, dat er alsdan met
7.522.858 kiesgerechtigden mag worden
gerekend. Als wij aannemen dat het
percentage van de katholieken inder
daad tot 35 is teruggelopen, houdt dit
in, dat er in 1967 ongeveer 2.633.000
katholieke kiezers zullen zijn. Als hier
van 64 procent op de KVP zou stem
men, zou deze 1.685.120 stemmen be
halen. De KVP behaalde bij de Twee
de Kamer-verkiezingen in 1963 een
stemmenaantal van 1.994.219. De KVP
zou dan een stemmenverlies lijden van
309.099. In werkelijkheid echter zal dit
verlies aanzienlijk lager zijn of wellicht
zelfs niet bestaan omdat de KVP toch
stemmen mag verwachten van katho
lieken die geen openlijke liefdesver
klaring aan het adres van hun partij
hebben afgestoken en van kiezers uit
de groeperingen der niet-katholieken,
wier voorkeur blijkens de enquête naar
de KVP uitgaat. (1 procent van de Ne
derlands Hervormde mannen, 4 procent
DE TIJD
GOD IN NEDERLAND
der onkerkelijke mannen, 1 pet. der hu
manistische vrouwen, 1 procent der on
kerkelijke vrouwen zonder godsdienstige
opvoeding en 2 procent der onkerkelij
ke vrouwen mèt godsdienstige opvoe
ding. Deze percentages zijn te klein om
er conclusies aan te verbinden). Het
aantal van 309.099 is geen prognose,
maar wel een teken aan de wand.
WAT ER MET DE KVP zou gebeu
ren als zij haar basis wijzigde voor de
volgende verkiezingen, is niet te zeggen.
In elk geval zou zij de 51 procent ka
tholieken behouden die politiek los wil
len maken van godsdienst. Van de
13 procent katholieken wier voorkeur
uitgaat naar de KVP zonder dat zij
een wens tot basiswijziging tot uitdruk
king brengen, zouden wellicht stem
men verloren gaan. Het is echter heel
goed mogelijk, dat dit verlies teniet ge
daan zou worden door een grotere aan
trekkingskracht van de partij op niet-
katholieken.
Om het probleem van de partij-grond
slag nog ingewikkelder te maken, is
er een uitsplitsing van de cijfers naar
leeftijd.
Van de jonge mannen tussen 17 en
24 jaar zegt 35 procent dat politiek en
godsdienst niiet los van elkander beho
ren te staan, terwijl 13 procent zegt:
„Het hangt er van af". Men mag dus
aannemen dat 48 procent van alle Ne
derlandse jonge mannen tussen 17 en 24
jaar bereid is, politiek te baseren op
godsdienst, als de betrokken partijen
het in de ogen van deze 48 procent
maar goed doen. Tegenover dit voor
een landelijk gemiddelde binnen deze
leeftijdsgroep hoge percentage staan
veel lagere percentages voor de groepe
ringen van rijpere leeftijd. „Godsdienst
en politiek niet los van elkaar" of „Het
hangt er van af" was het antwoord
Bijna iedereen vindt een goede ge
zondheid het belangrijkste in zijn le
ven. Op de tweede plaats komt een
goed huwelijksleven. Een leuk gezin
of een goed inkomen halen het hier bij
lange na niet bij. Veel vrije tijd vindt
de doorsnee Nederlander het minst be
langrijk. Voor zijn gewetensprobleem
zoeken de katholiek en de protestant
het liefst een geestelijke op. Degenen
die niet zijn aangesloten bij een kerk
genootschap gaan dan bij voorkeur
naar een arts of een vriend.
Ondanks alle horoscopen in allerlei
bladen gelooft 78 procent van de vrou
wen helemaal niet in beïnvloeding van
het leven door de stand van de ster
ren. Bij de mannen gelooft 80 pro
cent er niet aan. Het doen en laten
wordt voor de gemiddelde Nederlan
der bepaald door zijn geweten, met
name bij de niet-kerkelijken.
Leden van kerkgenootschappen laten
zich nogal eens leiden door hun geloof
of het fatsoen. De voornaamste reden
waarom mensen in God geloven is vol
gens de meerderheid van de onder
vraagden hun opvoeding, gevolgd door
antwoorden als „houvast, steun in het
leven" en „overtuiging".
De meerderheid van katholieken en
protestanten gelooft „dat er een God
is die zich met ieder mens persoon
lijk bezighoudt". Voor de meeste niet-
kerkelijken „moet er iets zijn als een
hogere macht die het leven beheerst".
Positief op „Er bestaat geen God of
hogere macht" reageerden vooral de
humanisten. Het geloof in een leven
na de dood is het ligt voor de
hand het sterkst bij de katholieken
en de protestanten. Humanisten en
niet-aangeslotenen bij een kerkgenoot
schap geloven er nauwelijks in. Het
geloof in de hemel is het sterkst bij
de gereformeerde (95 procent) tegen
66 procent bij de hervormde en 62
procent bij de katholieke mannen. In
het vagevuur geloven vooral de ka
tholieke (41 procent). De hel spreekt
het meest de gereformeerde mensen
aan (83 procent), hervormden (43 pro
cent en katholieken 42 procent. Het
geloof in de duivel is derhalve het
grootst bij de gereformeerden. Alle
ondervraagde gereformeerde vrouwen
menen dat het voor henzelf zin heeft
te bidden. Bij de gereformeerde man
nen is dat percentage iets lager even
als bij de katholieke en hervormde
mannen en vrouwen.
Kerstmis doet de Nederlander over
wegend denken aan de geboorte van
Christus. Voor humanisten en dege
nen, die niet zijn aangesloten bij een
kerkgenootschap en ook niet godsdien
stig zijn opgevoed, is het vooral de
gezelligheid en de huiselijkheid waar
aan Kerstmis hen het eerst doet den
ken. De gedachte aan lekker eten en
drinken is in die groepen ook het
grootst.
Een zeer grote meerderheid van al
le groepen is van mening dat iemand
een gelovig mens kan zijn zonder ooit
naar de kerk te gaan. De gedachte
aan een wereldkerk is kennelijk het
verst gevorderd bij de katholieken.
Zij spreken zich in meerderheid uit
voor het opgaan van de bestaande
christelijke kerken en godsdienstige
groepen in één wereldkerk, gevolgd
door hervormden, gereformeerden en
de groep die niet is aangesloten bij
een kerkgenootschap, maar die wel
godsdienstig is opgevoed.
Bij het onderzoek is ook geïnfor
meerd naar de mening over geeste
lijken (dominees, pastoors, kapelaans).
Men is het er overwegend over eens
dat zij voor hun taak berekend zijn,
dat zij met hun tijd meegaan en dat
zij niet teveel op een voetstuk staan.
Alleen de humanisten vinden vooral
dat de geestelijken teveel op een voet
stuk staan.
Op de vraag of het juist is dat ka
tholieke geestelijken niet mogen trou
wen antwoordt 63 procent van de
katholieken dat zij het niet juist vin
den of het niet weten. Helaas zijn
deze antwoorden niet gescheiden. Bij
de andere groepen schommelt dit ant
woord tussen de negentig en honderd
procent. Volgens 31 procent van d«
katholieke mannen en 28 procent van
de katholieke vrouwen is het juist dat
katholieke geestelijken niet trouwen.
„Als ze een gezin hadden was dat
voor hen het belangrijkst", is de mo
tivering van de het grootste gedeelte
van deze groep.
Hoe denken gelovigen over gelovi
gen van andere kerkgenootschapen?
Het rapport biedt hier zeer veel ge
gevens over. De meerderheid van d«
katholieke mannen en vrouwen weet
nie. wat zij de kenmerkendste eigen
schap van hervormden vinden. Van
de groep die- het wel meent te we
ten is het de betrouwbaarheid die
wint. De meeste katholieken vinden
dat schijnheiligheid het minst in aan
merking komt. Ten aanzien van de
gereformeerden liggen de karakteri
seringen nagenoeg gelijk al is de voor
keur van de katholieken voor type
ringen als „stijfheid" en „zwaar op
de hand" bepaald groter dan ten op
zichte van de hervormden. Oppervlak
kigheid is een eigenschap die het minst
in aanmerking komt voor gereformeer
den, aldus vinden de katholieken.
Volgens katholieken die het menen
te weten zijn de Joden vooral strijd
baar. Als eigenschap die het minst
in aanmerking komt voor deze groep
wordt overwegend „betrouwbaar" ge
noemd. Mensen zonder geloof zijn vol
gens de katholieken vooral „opper
vlakkig". Het minst van toepassing op
hen is naar hun mening de eigen
schap „zwaar op de hand".
Hoe denken anderen over katholie
ken en katholieken over zichzelf? De
katholieke vrouw vindt zichzelf voor
al vooruitstrevend en zeker niet stijf.
De katholieke man geeft twee procent
meer aan betrouwbaarheid. De gemid
delde opvatting van andersdenkenden
over de katholieken is vooruitstre
vendheid, onmiddellijk gevolgd door
schijnheiligheid. De hervormden vin
den katholieken vooral strijdbaar en
gereformeerden menen dat zij voor
uitstrevend zijn. Nogal in tegenstel
ling met wat anderen over de katho
lieken denken klinkt de conclusie dat
de katholieke vrouw schijnheiligheid
het minst in aanmerking vindt komen
voor haar geloofsgenoten. De katho
lieke man is van mening dat het voor
al de stijfheid is. De andersdenken
den zijn het daar mee eens: „stijfheid"
en „zwaar op de hand" komt niet in
aanmerking voor katholieken.
van 37 procent van de mannen tussen
25 en 34 jaar; 34 procent van de man
nen tussen 35 en 49 jaar; 39 procent
van de mannen tussen 50 en 64 jaar;
33 procent van de mannen van 65 jaar
en ouder.
Voor de vrouwen bieden de cijfers
een soortgelijk beeld. Het percentage
van 48 voor de jongeren constrasteert
wel scherp met de percentages voor
de groepen van rijpere leeftijd. Men
zou kunnen zeggen, dat de jongeren
heel wat principiëler uit de bus geko
men zijn dan menigeen verwacht zal
hebben en dat dit een der verrassend
ste elementen van de Margriet-enquê
te is. In dit licht is de K.V.P. bij haar
beslissing over het al of niet verlaten
van de katholieke basis wel voor een
uiterst moeilijk alternatief geplaatst.
Hoop voor de toekomst ook bij de
huidige grondslag? Zullen de jongeren
in deze houding volharden of zal zich
een slijtageproces voltrekken, dat
haar zal terugbrengen tot het niveau,
dat thans de groeperingen van rijpere
leeftijd bezetten? Een enquete is een
momentopname, die op dergelijke vra
gen geen antwoord geeft. Zij zijn te
herleiden tot de kernvraag of de op
godsdienst gebaseerde partijen de
kunst zouden verstaan, de jongeren
op te vangen en blijvend te boeien.
Interessant zijn vervolgens ook de
antwoorden op een vraag die als
volgt luidde: „Ik noem U vier soorten
verenigingen. Wilt U mij nu voor elk
afzonderlijk zeggen of U vindt, dat
zo'n vereniging moet uitgaan van een
godsdienstig beginsel?"
Deze vraag werd dan achtereenvol
gens gesteld ten aanzien van een om
roepvereniging, een sportvereniging,
een vakvereniging en een jeugdver
eniging. Vooraf dient opgemerkt te
Ongeveer vierduizend priesters
zijn als slachtoffers van de Nazi's
omgekomen. „Priester vor Hitleis
Tribunalen", heet het boek, dat Be
nedicts Maria Kempner aan hen
heeft gewijd. Ze heeft overigens
maar een klein aantal gevallen,
waaronder dat van de Nederlander
Dom Jacques Kerssemakers OSB,
belicht. A. VAN DOMBURG be
spreekt het werk. LEO HANE-
KROOT recenseert onder de titel
Bach en Beethoven in de Hoogmis
twee stereolangspeelplaten, name
lijk Beethovens Missa Solemnis
door o.a. de Berliner Philharmonic
en Bachs Hohe Messe door het RSO
uit Berlijn.
Harry Mulisch maakt in zijn
nieuwste boek, .Bericht aan de rat
tenkoning", provo's tot de „guine-
se biggetjesin het laboratorium
van de wereldgeschiedenis, zo oor
deelt BEN KROON over dit boek,
dat het midden houdt tussen
een journaal en een pamflet. H.
P. M. GODDIJN verklaart op
deze pagina de achtergronden van
de Trappistenrebellie Westmalle.
Er is een omvangrijke en diepe aan-
passingsnood, de Trappisten leven
op een tweesprong, is zijn conclu
sie.
Op onze commentarenpagina van
daag een hoofdstuk uit het door drs.
A. Th. VAN LEEUWEN in het En
gels geschreven bijzonder interes
sante boek „Het Christendom in de
wereld", dat een analyse geeft van
de westerse beschavingIn wezen
behandelt dit voortreffelijke boek de
missionaire taak van de Kerk in de
wereld van morgen.
JAN HEEMSKERK verbaast zich
nu niet meer over de grootte van
de tankerkolossen, die nu en straks
de wereldwerven verlaten. Bij de
bouw van de tankerkolossen is de
grens nog niet in zicht; drie voet
balvelden achter elkaar verdwijnen
met gemak straks in de oppervlak
te van deze giganten.
Richard Burton is bezig Marlo:
we's Faustus" te verfilmen en hij
heeft zijn vrouw, Elizabeth Taylor,
er de rol van de mooiste vrouw van
de wereld, Helena van Troje, in ge
geven. Elizabeth doet in de hele
film haar mond niet open ze
hoeft alleen maar mooi te zijn, maar
haar mati, die haar tegenspeler is,
praat des te meer. De rolprent is,
naar Burton zelf toegeeft, een gok.
Verder op deze pagina de rubriek
Toerentaal.
De tafel van zeven, het kinder
verhaal van PAUL B1EGEL, be
leeft zijn 23e aflevering op deze pa
gina, waarop ook het verhaal van
Robbie de Beer en de jutDelenrovers
zijn vervolg vindt. Voorts een avon
tuur van De Lieverdjes en de car
toons.
worden, dat de formulering van de
vraag niet gelukkig is uitgevallen. Het
is immers duidelijk, dat hier geen
echt „moeten" in het geding is. De
vraag had beter kunnen luiden: „Acht
U godsdienst de gewenste basis voor
een van de volgende verenigingen?"
Nochtans mag worden aangenomen,
dat de intentie van de vraag wel be
grepen is. De antwoorden leveren spre
kende cijfers op. De sportvereniging
op godsdienstige grondslag wordt ver
worpen door 79 procent van de Neder
landse bevolkingde vakvereniging op
godsdienstige grondslag door 67
procent; de omroepvereniging op gods
dienstige grondslag door 59 procent en
de jeugdvereniging op godsdienstige
grondslag door 43 procent.
Bezien wij de houding van de ka
tholieken ten aanzien van de omroep
vereniging, dan blijkt dat 50 procent,
dus precies de helft, zich uitspreekt
voor een omroepvereniging op gods
dienstige grondslag en 50 procent te
gen.
Nu zjjn er per 1 oktober 1966 in Ne
derland 2.734.074 bij P.T.T. geregis
treerde radiotoestelbezitters, Circa
200.000 van deze bezitters zijn vrijge
steld van luistergeldbetaling. Als wij
overeenkomstig de uitkomsten van de
Margriet-enquete aannemen, dat 35
procent van de Nederlandse bevolking
katholiek is en dat de toestelbezitters
evenredig gespreid zijn over de grote
bevolkingsgroepen, mag het aantal
katholieke luistergeld-betalers ruwweg
geschat worden op 886.925. Dit zou dan
ook om en nabij het aantal van de
potentiële K.R.O.-leden vormen. Daar
echter slechts de helft zich uitspreekt
voor een omroepvereniging op gods
dienstige grondslag, zou de K.R.O. op
het ogenblik staat kruinen maken op
443.463 leden. De K.R.O. gaat hier
echter een 120.000 boven uit.
Men kan dit verklaren als aanhang
uit niet-principiële motieven, bijvoor
beeld om de kwaliteiten van zijn pro-
gramma's of van zijn ledenorgaan.
verigens uit het standpunt van de
kijker-luisteraar óók een principieel
motief, maar van andere aard.
Ook kan men stellen, dat de daad
van de kijker-luisteraar net als die
van de kiezer achterblijft ten aanzien
van zijn gezindheid.
De K.R.O. zou dan nog een pijnlijke
teruggang te verwachten hebben,
maar een voor deze vereniging cata
strofale wendint wordt door de cijfers
niet in het nabije verschiet gesteld.
Een omroepvereniging met 443.463 leden
zou immers nog tot de grote zendge
machtigden behoren en een eind bo
ven haar limiet van 400.000 liggen.
De toekomst opent echter voor de
K.R.O. niet hetzelfde merkwaardige
verschiet, dat zij voor de K.V.P. opent,
die voor de jongeren zoveel aanvaard
baarder blijkt dan voor de ouderen. Van
alle Nederlandse jongeren tussen 17 en
24 jaar spreekt 39 procent zich uit
voor een omroepvereniging op gods
dienstige grondslag. Deze mening
wordt gedeeld door 40 procent van
alle Nederlanders. De jongeren staan
dus in dit geval juist niet positiever
tegenover de godsdienstige grondslag,
zoals op het vlak van de politiek.
De tendenzen in tic maatschappelij
ke structuur van Nederland en met
name van het katholieke volksdeel,
waren genoegzaam bekend en konden
door de Margriet-enquête slechts beves
tigd worden. Het belangwekkende is
echter dat thans bij benadering is vast
gesteld hoever zij gevorderd zijn. De
cijfers zullen de katholieke organisa
toren te denken geven. Niets is heil
zamer dan de realiteit onder ogen te
zien, juist als deze zo gecompliceerd
is.