Opzienbarende conclusies nationaal onderzoek over godsdienst en politiek in Nederland sterk toegenomen Gun U Vandaag AARDIG PARTIJGRONDSLAC ZUILEN 4 (Van onze speciale verslaggever) AMSTERDAM, 15 oktober GESTELD met geloof, godsdienst en moraal in Neder- de a' "0e is hun bestaan binnen en buiten de Kerken? Hoe ver gaat iiieOtoriteit van de Kerken en hun bedienaren voor lidmaten en teliru maten? Hoe hecht is het verband van religie en maatschap- Op J!5e structuur? Lw,?2e en aanverwante vragen heeft het vrouwenweekblad „Mar- „Qq, .Nederland doen doorlichten in een enquête onder de titel Wu 111 Nederland". De samenstelling van een lijst van zeventig rt Was een hijzonder netelige taak, omdat ook onderwerpen SQefj 0r'de moesten worden gesteld, die voor velen geen gemeen- 2i.jn en waarover men zich niet zo gemakkelijk uitspreekt. eerste dat uit de cijfers op- heirf de groeiende onkerkelijk- tpfi V(Xn Nederland. Bij de volks- van 1960 gaf 19 procent de ondervraagden zich, op als eii/'kelijk. Bij de Margriet- ce'f!<éfe van 1966 luidt dit per- i0). a9e 33. De Nederlands Her bij ^[den blijken het ernstigste tijn e teruggang betrokken te %i' ^Un percentage nam toe tot 30. Dan volgen de tea ^en met 35 procent r,lrr'n 38 procent. De Gerefor- fe rden hebben met 8 procent nche.n 9 procent de geringste teruitganc, geboekt. Bij dit werk, dat maanden vergde, diende een commissie van des kundigen van advies, die als volgt was samengesteld: ds. A. Klamer, Nederlands Hervormd predikant, belast met het radio-pastoraat; dr. J. Soetendorp, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente; de heer en mevrouw A. Viruly-Dresselhuys, buitenkerkelijken; prof. dr. G. H. Zeegers, Katholiek socioloog. De enquête werd uitgevoerd door Attwood Statistics, die op basis van de vragen interviews afnam aan een groep van dusdanige groot te (1768 personen) en samenstelling, dat haar mening onder voor behoud van een kleine marge mag gelden als de mening van het Nederlandse volk. 1 - ..De meerderheid vindt dat godsdienst en politiek los van elkaar moeten staan... U ^at ^er^en moeten bezighouden met Vraagstuk als geboorteregeling? TWOORD leb ^er^en moeten zich met een vraagstuk als Sq ?°rt ere geling bezighouden zegt $8 o° Van de Nederlandse bevolking if rü Van de rooms-katholieken (Van onze speciale verslaggever) AMSTERDAM, 15 oktober UIT DE ANTWOORDEN op de bijna klassieke vraag „Als u uw leven kon overdoen zou u dan willen dat het anders was" blijkt dat de meeste Nederlanders daar geen behoefte aan hebben. Deze tevredenheid is het sterkst bij de katholieken en de gereformeer den. Wanneer men toch het leven over zou doen dan gaat de voor keur vooral uit naar meer studie mogelijkheden. Bij de vrouwen is dit minder het geval dan bij de mannen. V von de gereformeerden von de Nederlands hervormden Set) en de kerken op dit gebied bindende voorschriften en aan hun leden? c l?*OORD: 8j o7 lndende voorschriften meent $7 y L'an de Nederlandse bevolking ?6% Z "n de gereformeerden or V(ln de Nederlands hervormden V(ln de rooms-katholieken Pagina 2 Pagina 5 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 7 Pagina 8 9 van de genoemde groepen had hierover geen oordeel een antwoord dat vooral gevonden wordt bij de 65-jarigen en ouder. De kerken moeten zich er niet mee bezighouden of: ze mogen zich er wel mee bezighouden maar moeten zich uitspreken vóór de pil of een neutraal standpunt innemen, zegt 88 van de Nederlands hervormden 84 van de rooms-katholieken 84 van de gereformeerden VRAAG: Wat dient volgens u het standpunt te zijn van de kerken ten opzichte van de pil als middel tot geboortebeperking? ANTWOORD: De kerken moeten zich uitspreken tegen de pil, zegt 7 van de gereformeerden 7 van de rooms-katholieken 3 van de Nederlands hervormden Jongeren meer beginselvast echter feiten, die nopen tot cii? gheid b'i de vergelijking van 'siterf s- Het voornaamste van deze 0Aw.ls wel, dat de houding van de «^raagden bij een volkstelling an- ''hai - dan h'i een enquête als de on- ?iin vp?e. Bij een volkstelling legt men Jeu "^klaring niet anoniem af en men ?r.igt deze met zÜn handteke ns oVk e yinden het dan niet zo pret- r sta °hicieel als onkerkelijk te boek ch p an' Traditie en familiegeest spe- <l6t ®ea rol. De nadruk valt meer op gedoopt zijn dan op het praktize- van de godsdienst. Bij een anonie me* e*dquête reageert men onbevange- ton.6b eerlijker. Men kan daarom niet kf.i'der meer vaststellen dat de onker- te^kheid in de achter ons liggende t>t(Jaren is toegenomen van 19 tot 33 W dus met 14 procent. Dit laat- Hik |®rcentage geeft zeer waarschijn- ^56ïnt\-a' te somber beeld. Maar 'dit Prop et weg, dat het eindpunt van Tot eöt nog ernstig genoeg blijft. dl® de o® vele interessante uitkomsten bet aluête biedt, behoren stellig ook Jhe ^effende de samenhang van re- jis maatschappelijke structuur. j.pdd heeft op dit punt men mag kin8gen kt tijd een uitzonderingspo- t cniferiomen» omdat sociale, politie- c-s ej. Hf.ele en charitatieve organisa- -/-'dbpt HU voorkeur op levens- en we- ?lh. ^kouwelijke basis gefundeerd het katholieke volksdeel was mm l'.'t- dn16'8'11!? bijzonder sterk, hetgeen P'bfinkin/lAnin iT.nl «t a«i1t>1 n mttm te., l-er voor de katholieken niet veel vklt. C geschiedenis wel te verklaren t hitje <ie tachtigjarige oorlog op een s zmgcdreven als tweederangs bur- Or vnnr Hp knthnlipkpn nipt x^ppI '-t. jj,*\ °P dan hun kracht te zoeken in f>Vetieiement- Naarmate echter hun h^ari?.- s n°S verre van voltooide rblo','patie voortschrijdt, wordt deze jjfit «e'minder sterk ondervonden en v? bowH- er naar uit, dat met de dag v'ssS*eidheid groeit om het oude orga- !beei!6Patroon dat klaarblijkelijk 3>0m gezien wordt als een zaak van ?%ituniteit dan van beginsel, prijs te n^tclk Heze stemming blijkt ook aan- k® hotar v°°r principiële christenen, v i als hun opdracht zien, tenslotte sPtw-hrdesem in het gehele deeg te bf kn en niet zich tevreden te blijven f0orij met het bakken van hun eigen STAND VAN ZAKEN op i Trieilt biedt het onderzoek merk- ï»®hri<?e cijfers, onder andere aan- liNld de KVP en de KRO. Een der StS zii« vragen luidt: „Sommige men streil Van mening, dat politiek en <U ah st tos van elkander moeten bi i,ai?deren vinden van niet. Hoe littler? "ierover?" Van de katholieke ka5 en antwoordt 54 procent: „Poli- VtHder godsdienst moeten los van el- C'b L *taan." Van de katholieke vrou- (Nftj ®tt 49 procent hetzelfde ant- tiJhon bemiddeld 51 procent van de ït,i h. jr en is dus dit oordeel toege- VVuÏÏcit dit nu in' dat een Katho- -zin sPartij bij de eerstvolgende "gen nog slechts op 49 procent van de katholieke kiezers zou mogen rekenen? Vooropgesteld moet worden, dat men zeer voorzichtig moet zijn om aan deze enquête een prognose te verbinden. Zij is evenals iedere andere enquête een momentopname. Tussen het tijdstip van de ondervraging en dat van de ver kiezingen liggen negen maanden, waar in veel kan gebeuren dat het beeld wijzigt. Men denke slechts aan de pas na de enquête opgetreden crisis in de Boerenpartij. Algemeen wordt aangeno men dat deze partij stemmen heeft verworven van kiezers die zich ei genlijk aan andere partijen verwant voelen, maar die menen dat het nuttig is deze eens geducht wakker te laten schrikken. Na bet geval Adams en soortgelijke gevallen, zullen dergelijke kiezers waarschijnlijk zelf wakker ge schrokken zijn en hun stem niet langer aan de Boerenpartij schenken. Bovendien zal lang niet iedereen die bij deze enquête onbewimpeld zijn me ning heeft gegeven, in de stilte van het stemhokje de daad bij het woord voegen. Zelfs al zou hij hiertoe willen overgaan, dan zou hij het eenvoudig niet kunnen zolang hem geen bevredi gend alternatief geboden wordt. Een grote meerderheid van Nederlandse kiezers vat zijn taak ernstig op en stapt niet uit balorigheid naar de eerste de beste andere partij over. Er moet in dit verband nog een en quêtevraag worden aangehaald, die luidt: „Tot welke politieke partij voelt u zich het meest aangetrokken?" Het antwoord op deze vraag luidt bij 64 procent van de katholieken: „Tot de KVP". (Vrouwen 66 procent, mannen 63 procent). Is dit percentage niet in strijd met de 51 procent van de katho lieken die politiek en godsdienst van elkander willen scheiden? Neen. Deze 51 procent is klaarblijkelijk van me ning: zelfs al heeft de partij onze wens om de bestaande grondslag te verlaten nog niet ingewilligd, toch zijn wij er ook in haar huidige opzet krachtiger mee verbonden dan met welke ande re partij o°k. 51 van de 64 procent katholieken die zich het meest tot de KVP voelen aan getrokken, meent dat deze van basis moet veranderen. 13 van de 64 pet. wenst de KVP te behouden zoals zij is, d.w.z. de KVP als katholieke par tij. Wat zou deze minderheid doen, als de grote meerderheid haar zin zou krijgen? De basiskwestie van de KVP ligt met eenvoudig. Wat zou er met de KVP gebeuren, als zij haar basis niet voor de volgende ver kiezingen wijzigde en als uitsluitend zij die verklaren dat zij zich het mees te tot de KVP aangetrokken voelen, hun stem op de KVP zouden uitbrengen? De Nederlandse bevolking zal tegen de verkiezingen van 1967 zijn aangewas sen tot naar schatting 12.538.097 zielen. Op het ogenblik wordt het gedeelte dat 21 jaar en ouder is, 60 procent van de bevolking en dit percentage zal bij de verkiezingen in 1967 niet gewijzigd zijn. Dit betekent, dat er alsdan met 7.522.858 kiesgerechtigden mag worden gerekend. Als wij aannemen dat het percentage van de katholieken inder daad tot 35 is teruggelopen, houdt dit in, dat er in 1967 ongeveer 2.633.000 katholieke kiezers zullen zijn. Als hier van 64 procent op de KVP zou stem men, zou deze 1.685.120 stemmen be halen. De KVP behaalde bij de Twee de Kamer-verkiezingen in 1963 een stemmenaantal van 1.994.219. De KVP zou dan een stemmenverlies lijden van 309.099. In werkelijkheid echter zal dit verlies aanzienlijk lager zijn of wellicht zelfs niet bestaan omdat de KVP toch stemmen mag verwachten van katho lieken die geen openlijke liefdesver klaring aan het adres van hun partij hebben afgestoken en van kiezers uit de groeperingen der niet-katholieken, wier voorkeur blijkens de enquête naar de KVP uitgaat. (1 procent van de Ne derlands Hervormde mannen, 4 procent DE TIJD GOD IN NEDERLAND der onkerkelijke mannen, 1 pet. der hu manistische vrouwen, 1 procent der on kerkelijke vrouwen zonder godsdienstige opvoeding en 2 procent der onkerkelij ke vrouwen mèt godsdienstige opvoe ding. Deze percentages zijn te klein om er conclusies aan te verbinden). Het aantal van 309.099 is geen prognose, maar wel een teken aan de wand. WAT ER MET DE KVP zou gebeu ren als zij haar basis wijzigde voor de volgende verkiezingen, is niet te zeggen. In elk geval zou zij de 51 procent ka tholieken behouden die politiek los wil len maken van godsdienst. Van de 13 procent katholieken wier voorkeur uitgaat naar de KVP zonder dat zij een wens tot basiswijziging tot uitdruk king brengen, zouden wellicht stem men verloren gaan. Het is echter heel goed mogelijk, dat dit verlies teniet ge daan zou worden door een grotere aan trekkingskracht van de partij op niet- katholieken. Om het probleem van de partij-grond slag nog ingewikkelder te maken, is er een uitsplitsing van de cijfers naar leeftijd. Van de jonge mannen tussen 17 en 24 jaar zegt 35 procent dat politiek en godsdienst niiet los van elkander beho ren te staan, terwijl 13 procent zegt: „Het hangt er van af". Men mag dus aannemen dat 48 procent van alle Ne derlandse jonge mannen tussen 17 en 24 jaar bereid is, politiek te baseren op godsdienst, als de betrokken partijen het in de ogen van deze 48 procent maar goed doen. Tegenover dit voor een landelijk gemiddelde binnen deze leeftijdsgroep hoge percentage staan veel lagere percentages voor de groepe ringen van rijpere leeftijd. „Godsdienst en politiek niet los van elkaar" of „Het hangt er van af" was het antwoord Bijna iedereen vindt een goede ge zondheid het belangrijkste in zijn le ven. Op de tweede plaats komt een goed huwelijksleven. Een leuk gezin of een goed inkomen halen het hier bij lange na niet bij. Veel vrije tijd vindt de doorsnee Nederlander het minst be langrijk. Voor zijn gewetensprobleem zoeken de katholiek en de protestant het liefst een geestelijke op. Degenen die niet zijn aangesloten bij een kerk genootschap gaan dan bij voorkeur naar een arts of een vriend. Ondanks alle horoscopen in allerlei bladen gelooft 78 procent van de vrou wen helemaal niet in beïnvloeding van het leven door de stand van de ster ren. Bij de mannen gelooft 80 pro cent er niet aan. Het doen en laten wordt voor de gemiddelde Nederlan der bepaald door zijn geweten, met name bij de niet-kerkelijken. Leden van kerkgenootschappen laten zich nogal eens leiden door hun geloof of het fatsoen. De voornaamste reden waarom mensen in God geloven is vol gens de meerderheid van de onder vraagden hun opvoeding, gevolgd door antwoorden als „houvast, steun in het leven" en „overtuiging". De meerderheid van katholieken en protestanten gelooft „dat er een God is die zich met ieder mens persoon lijk bezighoudt". Voor de meeste niet- kerkelijken „moet er iets zijn als een hogere macht die het leven beheerst". Positief op „Er bestaat geen God of hogere macht" reageerden vooral de humanisten. Het geloof in een leven na de dood is het ligt voor de hand het sterkst bij de katholieken en de protestanten. Humanisten en niet-aangeslotenen bij een kerkgenoot schap geloven er nauwelijks in. Het geloof in de hemel is het sterkst bij de gereformeerde (95 procent) tegen 66 procent bij de hervormde en 62 procent bij de katholieke mannen. In het vagevuur geloven vooral de ka tholieke (41 procent). De hel spreekt het meest de gereformeerde mensen aan (83 procent), hervormden (43 pro cent en katholieken 42 procent. Het geloof in de duivel is derhalve het grootst bij de gereformeerden. Alle ondervraagde gereformeerde vrouwen menen dat het voor henzelf zin heeft te bidden. Bij de gereformeerde man nen is dat percentage iets lager even als bij de katholieke en hervormde mannen en vrouwen. Kerstmis doet de Nederlander over wegend denken aan de geboorte van Christus. Voor humanisten en dege nen, die niet zijn aangesloten bij een kerkgenootschap en ook niet godsdien stig zijn opgevoed, is het vooral de gezelligheid en de huiselijkheid waar aan Kerstmis hen het eerst doet den ken. De gedachte aan lekker eten en drinken is in die groepen ook het grootst. Een zeer grote meerderheid van al le groepen is van mening dat iemand een gelovig mens kan zijn zonder ooit naar de kerk te gaan. De gedachte aan een wereldkerk is kennelijk het verst gevorderd bij de katholieken. Zij spreken zich in meerderheid uit voor het opgaan van de bestaande christelijke kerken en godsdienstige groepen in één wereldkerk, gevolgd door hervormden, gereformeerden en de groep die niet is aangesloten bij een kerkgenootschap, maar die wel godsdienstig is opgevoed. Bij het onderzoek is ook geïnfor meerd naar de mening over geeste lijken (dominees, pastoors, kapelaans). Men is het er overwegend over eens dat zij voor hun taak berekend zijn, dat zij met hun tijd meegaan en dat zij niet teveel op een voetstuk staan. Alleen de humanisten vinden vooral dat de geestelijken teveel op een voet stuk staan. Op de vraag of het juist is dat ka tholieke geestelijken niet mogen trou wen antwoordt 63 procent van de katholieken dat zij het niet juist vin den of het niet weten. Helaas zijn deze antwoorden niet gescheiden. Bij de andere groepen schommelt dit ant woord tussen de negentig en honderd procent. Volgens 31 procent van d« katholieke mannen en 28 procent van de katholieke vrouwen is het juist dat katholieke geestelijken niet trouwen. „Als ze een gezin hadden was dat voor hen het belangrijkst", is de mo tivering van de het grootste gedeelte van deze groep. Hoe denken gelovigen over gelovi gen van andere kerkgenootschapen? Het rapport biedt hier zeer veel ge gevens over. De meerderheid van d« katholieke mannen en vrouwen weet nie. wat zij de kenmerkendste eigen schap van hervormden vinden. Van de groep die- het wel meent te we ten is het de betrouwbaarheid die wint. De meeste katholieken vinden dat schijnheiligheid het minst in aan merking komt. Ten aanzien van de gereformeerden liggen de karakteri seringen nagenoeg gelijk al is de voor keur van de katholieken voor type ringen als „stijfheid" en „zwaar op de hand" bepaald groter dan ten op zichte van de hervormden. Oppervlak kigheid is een eigenschap die het minst in aanmerking komt voor gereformeer den, aldus vinden de katholieken. Volgens katholieken die het menen te weten zijn de Joden vooral strijd baar. Als eigenschap die het minst in aanmerking komt voor deze groep wordt overwegend „betrouwbaar" ge noemd. Mensen zonder geloof zijn vol gens de katholieken vooral „opper vlakkig". Het minst van toepassing op hen is naar hun mening de eigen schap „zwaar op de hand". Hoe denken anderen over katholie ken en katholieken over zichzelf? De katholieke vrouw vindt zichzelf voor al vooruitstrevend en zeker niet stijf. De katholieke man geeft twee procent meer aan betrouwbaarheid. De gemid delde opvatting van andersdenkenden over de katholieken is vooruitstre vendheid, onmiddellijk gevolgd door schijnheiligheid. De hervormden vin den katholieken vooral strijdbaar en gereformeerden menen dat zij voor uitstrevend zijn. Nogal in tegenstel ling met wat anderen over de katho lieken denken klinkt de conclusie dat de katholieke vrouw schijnheiligheid het minst in aanmerking vindt komen voor haar geloofsgenoten. De katho lieke man is van mening dat het voor al de stijfheid is. De andersdenken den zijn het daar mee eens: „stijfheid" en „zwaar op de hand" komt niet in aanmerking voor katholieken. van 37 procent van de mannen tussen 25 en 34 jaar; 34 procent van de man nen tussen 35 en 49 jaar; 39 procent van de mannen tussen 50 en 64 jaar; 33 procent van de mannen van 65 jaar en ouder. Voor de vrouwen bieden de cijfers een soortgelijk beeld. Het percentage van 48 voor de jongeren constrasteert wel scherp met de percentages voor de groepen van rijpere leeftijd. Men zou kunnen zeggen, dat de jongeren heel wat principiëler uit de bus geko men zijn dan menigeen verwacht zal hebben en dat dit een der verrassend ste elementen van de Margriet-enquê te is. In dit licht is de K.V.P. bij haar beslissing over het al of niet verlaten van de katholieke basis wel voor een uiterst moeilijk alternatief geplaatst. Hoop voor de toekomst ook bij de huidige grondslag? Zullen de jongeren in deze houding volharden of zal zich een slijtageproces voltrekken, dat haar zal terugbrengen tot het niveau, dat thans de groeperingen van rijpere leeftijd bezetten? Een enquete is een momentopname, die op dergelijke vra gen geen antwoord geeft. Zij zijn te herleiden tot de kernvraag of de op godsdienst gebaseerde partijen de kunst zouden verstaan, de jongeren op te vangen en blijvend te boeien. Interessant zijn vervolgens ook de antwoorden op een vraag die als volgt luidde: „Ik noem U vier soorten verenigingen. Wilt U mij nu voor elk afzonderlijk zeggen of U vindt, dat zo'n vereniging moet uitgaan van een godsdienstig beginsel?" Deze vraag werd dan achtereenvol gens gesteld ten aanzien van een om roepvereniging, een sportvereniging, een vakvereniging en een jeugdver eniging. Vooraf dient opgemerkt te Ongeveer vierduizend priesters zijn als slachtoffers van de Nazi's omgekomen. „Priester vor Hitleis Tribunalen", heet het boek, dat Be nedicts Maria Kempner aan hen heeft gewijd. Ze heeft overigens maar een klein aantal gevallen, waaronder dat van de Nederlander Dom Jacques Kerssemakers OSB, belicht. A. VAN DOMBURG be spreekt het werk. LEO HANE- KROOT recenseert onder de titel Bach en Beethoven in de Hoogmis twee stereolangspeelplaten, name lijk Beethovens Missa Solemnis door o.a. de Berliner Philharmonic en Bachs Hohe Messe door het RSO uit Berlijn. Harry Mulisch maakt in zijn nieuwste boek, .Bericht aan de rat tenkoning", provo's tot de „guine- se biggetjesin het laboratorium van de wereldgeschiedenis, zo oor deelt BEN KROON over dit boek, dat het midden houdt tussen een journaal en een pamflet. H. P. M. GODDIJN verklaart op deze pagina de achtergronden van de Trappistenrebellie Westmalle. Er is een omvangrijke en diepe aan- passingsnood, de Trappisten leven op een tweesprong, is zijn conclu sie. Op onze commentarenpagina van daag een hoofdstuk uit het door drs. A. Th. VAN LEEUWEN in het En gels geschreven bijzonder interes sante boek „Het Christendom in de wereld", dat een analyse geeft van de westerse beschavingIn wezen behandelt dit voortreffelijke boek de missionaire taak van de Kerk in de wereld van morgen. JAN HEEMSKERK verbaast zich nu niet meer over de grootte van de tankerkolossen, die nu en straks de wereldwerven verlaten. Bij de bouw van de tankerkolossen is de grens nog niet in zicht; drie voet balvelden achter elkaar verdwijnen met gemak straks in de oppervlak te van deze giganten. Richard Burton is bezig Marlo: we's Faustus" te verfilmen en hij heeft zijn vrouw, Elizabeth Taylor, er de rol van de mooiste vrouw van de wereld, Helena van Troje, in ge geven. Elizabeth doet in de hele film haar mond niet open ze hoeft alleen maar mooi te zijn, maar haar mati, die haar tegenspeler is, praat des te meer. De rolprent is, naar Burton zelf toegeeft, een gok. Verder op deze pagina de rubriek Toerentaal. De tafel van zeven, het kinder verhaal van PAUL B1EGEL, be leeft zijn 23e aflevering op deze pa gina, waarop ook het verhaal van Robbie de Beer en de jutDelenrovers zijn vervolg vindt. Voorts een avon tuur van De Lieverdjes en de car toons. worden, dat de formulering van de vraag niet gelukkig is uitgevallen. Het is immers duidelijk, dat hier geen echt „moeten" in het geding is. De vraag had beter kunnen luiden: „Acht U godsdienst de gewenste basis voor een van de volgende verenigingen?" Nochtans mag worden aangenomen, dat de intentie van de vraag wel be grepen is. De antwoorden leveren spre kende cijfers op. De sportvereniging op godsdienstige grondslag wordt ver worpen door 79 procent van de Neder landse bevolkingde vakvereniging op godsdienstige grondslag door 67 procent; de omroepvereniging op gods dienstige grondslag door 59 procent en de jeugdvereniging op godsdienstige grondslag door 43 procent. Bezien wij de houding van de ka tholieken ten aanzien van de omroep vereniging, dan blijkt dat 50 procent, dus precies de helft, zich uitspreekt voor een omroepvereniging op gods dienstige grondslag en 50 procent te gen. Nu zjjn er per 1 oktober 1966 in Ne derland 2.734.074 bij P.T.T. geregis treerde radiotoestelbezitters, Circa 200.000 van deze bezitters zijn vrijge steld van luistergeldbetaling. Als wij overeenkomstig de uitkomsten van de Margriet-enquete aannemen, dat 35 procent van de Nederlandse bevolking katholiek is en dat de toestelbezitters evenredig gespreid zijn over de grote bevolkingsgroepen, mag het aantal katholieke luistergeld-betalers ruwweg geschat worden op 886.925. Dit zou dan ook om en nabij het aantal van de potentiële K.R.O.-leden vormen. Daar echter slechts de helft zich uitspreekt voor een omroepvereniging op gods dienstige grondslag, zou de K.R.O. op het ogenblik staat kruinen maken op 443.463 leden. De K.R.O. gaat hier echter een 120.000 boven uit. Men kan dit verklaren als aanhang uit niet-principiële motieven, bijvoor beeld om de kwaliteiten van zijn pro- gramma's of van zijn ledenorgaan. verigens uit het standpunt van de kijker-luisteraar óók een principieel motief, maar van andere aard. Ook kan men stellen, dat de daad van de kijker-luisteraar net als die van de kiezer achterblijft ten aanzien van zijn gezindheid. De K.R.O. zou dan nog een pijnlijke teruggang te verwachten hebben, maar een voor deze vereniging cata strofale wendint wordt door de cijfers niet in het nabije verschiet gesteld. Een omroepvereniging met 443.463 leden zou immers nog tot de grote zendge machtigden behoren en een eind bo ven haar limiet van 400.000 liggen. De toekomst opent echter voor de K.R.O. niet hetzelfde merkwaardige verschiet, dat zij voor de K.V.P. opent, die voor de jongeren zoveel aanvaard baarder blijkt dan voor de ouderen. Van alle Nederlandse jongeren tussen 17 en 24 jaar spreekt 39 procent zich uit voor een omroepvereniging op gods dienstige grondslag. Deze mening wordt gedeeld door 40 procent van alle Nederlanders. De jongeren staan dus in dit geval juist niet positiever tegenover de godsdienstige grondslag, zoals op het vlak van de politiek. De tendenzen in tic maatschappelij ke structuur van Nederland en met name van het katholieke volksdeel, waren genoegzaam bekend en konden door de Margriet-enquête slechts beves tigd worden. Het belangwekkende is echter dat thans bij benadering is vast gesteld hoever zij gevorderd zijn. De cijfers zullen de katholieke organisa toren te denken geven. Niets is heil zamer dan de realiteit onder ogen te zien, juist als deze zo gecompliceerd is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 13