sss&swsagr-gg
TIBETANEN IN BALLINGSCHAP
Yeshi, de man van vecht door
KAMP DER GEVLUCHTEN
Duizend Joodse kinderen
vroren dood in Stanislau
BRITTEN EN MISTEKST
BEWUST VAN DE SPANNINGEN
Communicatie
satelliet van
Sovjet-Unie
Getuige getroffen door hartaanval
De week
in
Westminster
nieuwe dag
Ontberingen
PROCES-MAUER IN WENEN
SKY CREAM
Europa-parlement
wil meer macht
VRIJDAG 21 OKTOBER 1966
Door C H. SCHAAP
J
BYLAKUPPE, 21 okt. In
de tropische hete binnenlanden
van India verheffen zich de Blau
we Bergen. De mensen, die daar
wonen, worden de Gelukkigen
genoemd, omdat ze, vergeleken
met andere gebieden, van een be
trekkelijke welvaart genieten. De
grond, de roestbruine aarde, is
er vruchtbaar. Er is genoeg wa
ter en er zijn redelijke verbindin
gen. Bamboebossen en palmbo
men schieten ongenood omhoog.
De aren van het graan zijn vol en
zwaar. Aan de rand van het oer
woud stapelen zich de terrassen
der sawah's op, terwijl de katoen
en de tabak geen betere voedings
bodem zouden kunnen hebben.
Haat en nijd
Yanglai Tseringde dappere Khampa-vrouw, met liaar kinderen.
De ingang van de nederzetting van uit Tibet gevluchte landbouwers
in de Indiase staat Mysore.
LINK VAN BRUGGEN
Het kindje van deze uit Tibet gevluchte vrouw schijnt zich al bewust
van de spanningen, waaraan zijn moeder en haar lotgenoten bloot
staan.
Ik ben in de 7e sky
BOLS
flttiw
HET PROCES van democratisering,
®at in Indonesië vorig jaar na jaren
?n „geleide democratie" is ingezet,
landt geleidelijk voortgang. Kennelpk
"Sgrjjpt het nieuwe bewind dat de
Omschakeling niet al te abrupt kan
Bin. Maar gestaag gaat men verder.
Jpe politieke vrijheid en de persvrij
heid worden steeds groter. Doordat
'fen de algemene verkiezingen pas
voor 1968 op het programma heeft
Seplaatst, heeft men voldoende tijd
Voor de overschakeling.
De laatste ontwikkeling is dat de
Verboden Partai Moerba weer is toe
gestaan; op zichzelf geen wonder
Want het is de partij van de minister
van buitenlandse zaken, Adam Malik.
De Partai Moerba is altijd een linkse
Party geweest. Trotskistisch werd zij
genoemd, maar zij was tevens uitge
sproken anti-communistisch. Toen de
Partij haar stem verhief tegen het
steeds meer op het communisme ge
oriënteerde karakter van het vroegere
Indonesische bewind en tegen de
steeds dictatorialer bevoegdheden,
öie president Soekarno zich destijds
aanmat, werd zij (in januari 1965) ver
boden.
Nu de Partai Moerba die overi
gens altijd een kleine partij is ge
feest weer is toegestaan, doen zich
hieteen stemmen horen om ook de
twee andere partijen die nog steeds
Verboden zijn, weer toe te staan. Dat
zijn de Islamitische Masjoemi en de
socialistische PSI van wijlen Soetan
Sjahrir. Zij werden reeds in januari
i960 door Soekarno ontbonden, omdat
zij weigerden de wijzigingen, die de
Indonesische president in het staats
bestel doorvoerde, te onderschrijven.
HET WEER TOESTAAN van deze
Partijen is echter moeilijker, ornaat
enkele van hun meest prominente lei
ders betrokken zijn geweest bi) de op
stand die in de jaren 1958-1961 op Su
matra en Celebes woedde. Dat bl(]tt
moeilijk te vergeven. Aan de andere
kant is het natuurlijk wel zo, dat de-
ze mensen juist in opstand kwamen
°mdat hun hetzelfde ideaal van een
democratisch en welvarend Indonesië
voor ogen stond, dat het tegenwoor
dige regime nastreeft. De nieuwe
machthebbers hebben reeds de leiders
van Masjoemi en PSI, die nog in de
gevangenis zaten, vrijgelaten.
Het rehabiliteren van hun partijen
zou een volgende stap kunnen zijn.
Op het ogenblik lijken de gedachten
daar eerder naar uit te gaan dan naar
oprichting van een nieuwe Islamiti
sche partij (onder leiding van oud-vi-
ce-president Hatta), die de plaats van
de vroegere Masjoemi zou kunnen in
nemen. Dat plan bestond enkele
maanden geleden, maar momenteel is
men eerder geneigd geen omwegen
meer te volgen, maar gewoon een her
leving van de verboden partijen toe
te staan. De kiezer kan dan in 1968
laten zien hoe hij over ze denkt.
Ook met, de persvrijheid raakt het
in Indonesië steeds beter gesteld. Er
staat een ontwerp voor een perswet
op stapel, dat telkens gewijzigd wordt.
Het meest kenmerkende van die ver
anderingen is dat de vrijheid die men
pre pers wil verlenen, steeds groter
wordt. Volgens het laatste ontwerp zal
het in de toekomst zelfs niet meer nodig
Bin dat een krant een vergunning heeft
bm te verschijnen! Voorwaar een voor
Vonesië ongekende vrijheid die
^chtor nas werkelijk inhoud krijgt als
krantenpapier niet langer wordt
&distribueerd. nan-
Nu reeds worden de krantenaan
femoedigd geen enkel onderwerp uit
weg te gaan, maar openlijk kritiek
ie doen horen. Dat leidt tot een
stroom van artikelen die er met om
liegen en die liet de tegenwoordige
jTgering gemakkelijker maken op de
mgeslagen weg voort te gaan. Voor
ve Indonesische journalist is dit aiies
een verheugende ontwikkeling. oe
vrees dat na de periode van Soekarno-
dictatuur nu een periode van militaire
dictatuur zou volgen is nu wel wegge-
homen.
DE ROL VAN HET LEGER bij de
overgang die zich voltrekt, is het
best te verklaren uit de conceptie van
generaal Nasoetion, die in zekere zin
de geestelijke leider van deze over-
het geven van inhoud daarvan.mei
Bidig mocht houden. Een
dat lijnrecht staat tejpnover dat van
degenen die ook in het Inüoniesi
ache leger menen dat militairen^
ieen maar orders hebben uit. te
hen. Generaal Nasoetion stelt^oyen
tens wel dat deze situatie speciaal
voor Indonesië geldt.
Een van de mikpunten van de kri
tiek jn ,je Indonesische kranten hlpft
President Soekarno, wiens geschriften
zij nog niet zolang geleden als een
Soort vervolgverhaal moesten afdruk
ken. Nu spreken zijn critici in de kran
ten niet langer over de „Grote Lei
der", maar over de -Aröte Vader
bver „Bapak Besar da.weer wordt
afgekort als „Babe En Babi"
schilt maar een letter van j
het bekende Indonesische scheldwoora
varken betekent.
Soekarno van zijn kant tekende wwr
de opheffing van het (door hem2®1!
fekondigde) verbod op de Partai
hfoerba, zoals hij ook allerlei
door hem in het verleden genomen
maatregelen thans ongedaan heelt ge
hiaakt In naam blijft hu degene die
Indonesië leidt en onder alle Pmstan-
digheden blijft hij de „eer aan zich-
*elf houden". Wat natuurlijk wel zo
gemakkelijk is voor het huidige Indo-
JJ^sische bewind, dat niet indruk
wekken dat het de nog altijd door
ïfle Indonesiërs vereerde president
'et zou eerbiedigen.
^hlOSKOU, 21 okt. (Reuter, Tass)
Pussen hebben gisteren hun vier-
hia i communicatiesatelliet, de Mol-
e "1 gelanceerd. De kunstmaan is in
Het "°ge elliptische baan gebracht.
Vei Voornaamste doel is verdere proe-
*h t ,e nemen met televisie-, radio-
sta-, ?'6foonverbindingen op lange af-
tL Alle apparaten functioneren
D,
hunf haan is zodanig dat het hoogste
hooL°P 39.700 kilometer boven het
'aa.P^ 'Jke halfrond is gelegen en het
Suilr,.® punt 485 kilometer boven het
draait e halfrond. De omlooptijd be-
of 11 uur en 53 minuten.
PeSPan,s?noinen wordt dat de Oosteuro-
P cte V'ers, die zich voor topoverleg
P i- oOlrifij1 TTwï* h a. ah V\11 (iP
'1 d» cTels' me zien voor iopov<=""6
'anCp Sovjet-Unie bevinden, bij de
tegenwoordig waren. Kort
jftaan "-.hadden de Russen de kunst
na a^B°Smos 130 in een baan rond
aarde
je grond is het begin
van een nieuw leven
(Van onze speciale verslaggever)
In deze rijke streek, die in de in vele
opzichten op Java lijkende staat My
sore ligt, wonen ruim 3.000 Tibetanen.
Het zijn de bevoorrechten van het le
ger van vluchtelingen, dat sinds 1959
over de Himalaya trok. Van beroep
zijn het agrariërs; van aanleg stugge
en harde werkers, waaraan vele In
diërs een voorbeeld zouden kunnen ne
men.
Als ik Bylakuppe, hun complex van
nederzettingen, bereik, valt het me op
dat de inwoners zo blijmoedig zijn.
Dat mag ook wel, zeker als men hen
met hun minder bedeelde landgenoten
vergelijkt, die vierduizend kilometer
noordelijker in het leisteengebergte
ploeteren. Ze hebben eigen grond, er
is voedsel en kleding. De lemen en
stenen huisjes zien er netjes uit en in
de tuintjes groeien zonnebloemen. Bo
vendien is er een nieuw begin; het
weer opnemen van de draad van het
eigen leven.
„We zijn blij, erg blij met alles
wat we gekregen hebben", zegt hun
leider, Lugsun Samdupling, eenvou
dig. „We waren tenslotte nietsbezit-
ters, mensen, die op een schoen en een
slof uit Tibet moesten vluchten. De
oogsten zijn hier goed; alles wat we
verbouwen, werpt rijke vruchten af.
Alleen moeten we er nog aan wennen
dat Bylakuppe onze definitieve woon
plaats zal zijn".
De persoonlijk vertegenwoordiger
van de Dalai Lama, Japan Tsondu, is
het niet helemaal met hem eens. „We
geloven in de waarheid", verklaart hij.
„Daarom kunnen we niet geloven dat
we hier altijd zullen moeten blijven.
Belangrijk is dat de 600 gezinnen, die
hier wonen, compleet zijn. Tot 1963,
toen we nog een zwerversbestaan leid
den, is dat anders geweest. Omdat zo
wel mannen als vrouwen aan de berg
wegen moesten werken, werden onze
kinderen bij ons vandaan gehaald. Ze
gingen naar kostscholen, die door de
Indiase regering zijn gesticht, en ze
zagen hun ouders misschien maar twee
keer in het jaar."
Ondanks het stukje geluk, dat in By
lakuppe werd teruggevonden, blijven
er klachten en wensen. De landbouwers
die er gevestigd zijn, brengen naar vo
ren dat ze in Tibet veel meer grond
bezaten, en als gevolg daarvan veel
welvarender waren. Thans moeten ze
het met minder dan een halve hectare
per persoon doen iets meer dan
twee hectaren per gezin dus.
„Natuurlijk mag ik niet ontevreden
zijn", zegt de 50-jarige Chyango Dro-
ma, die in Tibet veertig hectaren
grond bewerkte. „Iets is beter dan
niets, en niets was datgene, wat ik
een paar jaar geleden bezat. Maar als
je over die eerste -periode van blijd
schap heen bent, ga je denken. Een
halve hectare grond per persoon is net
genoeg om in leven te blijven. Een os
kun je er niet van kopen; ik ben dan
ook blij dat ik onder het Indiase hulp
programma er één gekregen heb. Ik
zou beslist niet klagen, als er mo
gelijkheden waren meer grond te be
machtigen. De staat Mysore staat dit
echter niet toe. Op eigen initiatief kun-
nen we niets ondernemen, terwijl die
halve hectare nooit ons eigendom wor
den kan."
De oorzaken van deze strakke be
leidslijn liggen niet in het gebrek aan
grond verankerd. Omdat de Tibetanen
Chinezen zijn en blijven, heeft de over
heid maatregelen genomen om hun een
overheersende positie te onthouden.
Reeds nu zijn er moeilijkheden met de
hen omringende Indiërs. Op het raak
vlak van beide samenlevingen heersen
afgunst, haat en nijd. Aan de ene kant
kunnen die van Mysore niet begrijpen,
waarom vreemdelingen als Tibetanen
met hulp in velerlei vorm bedacht wor
den, aan de andere kant zien zij met
lede ogen aan dat hun nieuwe buren
met energie geladen zijn. Ze weten en
vinden gauw hun weg. Op bijna elk
gebied tonen ze over overvleugelende
capaciteiten te beschikken.
„Waar we op uit zijn", oreert een
monnik een van de velen, die in
opdracht van de Dalai Lama zijn leven
van meditatie heeft opgegeven, en ge
woon als ieder ander moet zwoegen
voor zijn bestaan „is geheel in ons
eigen onderhoud te voorzien. Het lukt
in Bylakuppe al aardig, ook voor ons,
geestelijken. Vijftien tot twintig pro
cent van de Tibetaanse jongelieden
leidde vroeger een kloosterleven. In
ballingschap is dat heel anders gewor
den. We blijven weliswaar onze profes
sie trouw we bouwen in onze vrije
tijd zelfs een klooster maar het is
niet langer de gemeenschap, die ons
onderhoudt".
Ik spreek met de 31-jarige dr. Nair,
die in het kleine hospitaal van Bylakup
pe Tibetanen op lichamelijke klachten
onderzoekt. „Een flink stel mensen",
verklaart hij. „Als je hen helpt de eer
ste stap in een voor hen vreemde maat
schappij te zetten, vinden ze al gauw
hun eigen baan. In het begin zijn er
nogal wat ziekten en kwalen geweest.
De tuberculose bijvoorbeeld heeft ver
schillende slachtoffers voor zich opge
ëist. Degenen, die nu 's morgens in de
rij staan, hebben veelal infecties opge
lopen, of lijden aan dysenterie. Ver
geet niet dat de Tibetanen uit een hoog
gelegen, bijna bacterievrij gebied ko
men. Hier leven ze overigens niet he
lemaal in een dal, maar aan de hitte,
die er zomers heerst, moeten ze toch
nog wennen."
Op ander gebied is er ook nog veel
gebracht.
gewenning nodig. Bylakuppe wordt
omgeven door oerwoud, waar nogal wat
olifanten in voorkomen. Vier Tibetanen
werden door de logge poten van deze
oersterke dieren vermorzeld, toen zij
tijdens een wandeling tussen een kud
de terecht kwamen. Omdat de olifant
een totaal nieuwe verschijning voor de
vluchtelingen was, moest er een in
structie uitgaan ter voorkoming van
nieuwe catastrofes.
Volgens de Indiase sociale werker,
die de Tibetanen in Bylakuppe bege
leidt, bestaat er geen criminaliteit in
de nederzettingen. Of dit zo zal blijven,
weet hij niet. Het contact met, en de
invloed van de omgeving kunnen in dit
opzicht wel eens een verkeerde uitwer
king hebben.
Op mijn verzoek brengt de tolk me
naar een vrouw, wier man met de
Khampa's tegen de Chinezen vecht.
Haar naam is Yanglai Tsering, ze is
38 jaar en ze heeft twee kinderen. Haar
verhaal, dat ze met die vreemde Tibe
taanse lach vertelt, is simpel van op
zet, doch vol drama, spanning en ont
zetting.
„Mijn man, Yeshi Tsering", zo be
gint zij, „zie ik eens in de twee jaar.
In december moet hij weer thuis ko
men, als hij nog leeft tenminste. Be
richten van of over hem krijg ik niet,
maar daarvoor ligt Tibet ook veel te
ver weg."
„Mijn oudste kind, Khado Dolma, die
nu tien jaar is, is niet de dochter van
Yeshi. Ik had een eerste echtgenoot,
Gonpo Namgyal, maar deze is in de
strijd tegen de Chinese bezetter ge
bleven."
„Ik herinner me alles nog heel goed.
Toen ons dorp, dat Zapa heet en in
de provincie Kham ligt, door de Chi
nezen veroverd werd, moesten alle man
nen hun geweren inleveren. Niemand
deed het, mijn man ook niet. Voordat
hij de bergen introk, zei hij nog tegen
mij dat geen Khampa zich vernederen
zou. Met zijn wapens verdween hij,
tezamen met tweehonderd dorpsgeno
ten."
„Zapa werd door de Chinezen afge
straft. Het werd zelfs gebombardeerd,
terwijl er tientallen executies plaats
vonden. Enkele maanden later, toen ik
in de bergen naar mijn man zocht,
werd ik gevangen genomen."
„Ik wist te ontkomen en zag Gonpo
nog één keer. Hij was een van de zes
tig Khampa's, die in een dagen durend
gevecht sneuvelde. Gelukkig ble
ven er ook driehonderd Chinezen op het
slagveld achter."
„Ik was radeloos en probeerde naar
Lhasa te ontkomen. Onderweg, in de
sneeuw van een hoog gelegen bergpas,
baarde ik ons kind. Na een uur moest
ik weer verder. Ik was tenslotte vluch
telinge en werd van alle kanten opge
jaagd."
„Met Khado Dolma op mijn rug ge
bonden, heb ik in 1960 de grote trek
naar India gewaagd. Ik heb er bijna
een jaar over gedaan en de ergste ont
beringen geleden. Van de groep, waar
toe ik behoorde, was nog een vijfde
deel in leven, toen ik in Kalimpong de
vrijheid bereikte."
„Mijn andere kind, de vierjarige
Ngawang Chudar, die u hier ziet, is
van mijn tweede echtgenoot. Hij stuurt
geen geld, want als vrijheidsstrijder ver
dien je niets. Met deze twee handen
heb ik, zolang ik gehuwd ben, voor
mijn gezin gewerkt. Ik kan het Yeshi
niet kwalijk nemen dat hij niets voor
ons kan doen. Hij vecht tegen de Chi
nezen en dat is het enige, dat een
Khampa wil."
„Hopelijk zie ik mijn man terug. Ho
pelijk wordt Tibet nog eens bevrijd.
Als het een noch het ander gebeurt,
beklaag Ik me niet. Ik ben een Kham
pa, een Tibetaanse. Ik ben gewend te
lijden."
Zowel in als buiten Tibet bestaan er
duizenden vrouwen zoals Yanglai. Ze
zijn de trotse vertegenwoordigsters van
een trots volk, dat zich niet door een
vreemde overheerser wil laten knech
ten. Ze zijn misschien onontwikkeld en
vies, maar ze dragen een ideaal met
zich mee, dat in onze ontwikkelde hy
giënische wereld vaak ontbreekt.
WENEN. 21 okt. (DPA, UPI) In
Wenen wordt nog steeds het proces
gevoerd tegen de gebroeders Johann
en Wilhelm Mauer, die worden be
schuldigd van deelneming aan massa"
executies van Joden in het concentra
tiekamp Stanislau. Gisteren werd de
getuige Israël Aminadov uit Tel Aviv
gehoord, een 64-jarige man, die een
hartaanval kreeg toen hij de rechters
en de jury vertelde hoe eens in Sta
nislau duizend Joodse kinderen wer
den afgemaakt.
De kinderen werden door de nazi-
beulen gedwongen op het terrein van
het kamp Stanislau rechtop en volko
men naakt dagenlang in de barre win
terse kou te staan. Als zij dan nog
in leven waren werden zij door de
nazi's vermoord, aldus de getuige.
De getuige, die zelf negen maanderj
in het kamp Stanislau heeft doorge
bracht, verklaarde gezien te hebben
dat de Gestapo de bevroren lichamen
van de kinderen op karren laadde.
Daarbij hielpen ook de gebroeders
Mauer. Op dat moment kreeg Amina
dov een hartaanval. De zitting werd
daarop even geschorst.
Hoewel artsen vaststelden dat hij
niet meer tot verdere getuigenis in
staat was, stond Aminadov er op, op
eigen risico, nog een korte belangrijke
mededeling te doen. De president van
de rechtbank wees dit echter af, met
de motivering dat hij de gezondheid
van de man niet in de waagschaal
wilde stellen.
Later op de dag deed zich een twee
de incident voor, nadat verscheidene
andere getuigen de broeders zwaar
hadden belast. Zij verklaarden onder
meer dat beiden aan massa-executies
en folteringen hadden deelgenomen en
(Van onze correspondent)
LONDEN, 20 okt. Er is geen ont
komen aan oecumenische bespiegelin
gen. De befaamde Jezuïet pater Cor-
bishley preekte in de Westminster Ab
dij. De vorige week preekte kardinaal
Heenan in een Anglikaanse kathedraal.
Wij werden de vorige week herinnerd
aan oecumenische kwesties in Chez
Victor. Laatstgenoemde inrichting is
een van de laatste gezellige ouderwet
se Franse restaurantjes in Londen.
Het is gelegen niet ver van de Franse
Kerk in Londen, Notre Dame de
France (wandtekeningen van Cocteau)
en de eigenaar van het restaurant
heet echt Monsieur France.
Wij zaten er te eten, toen ons van
achter uit het restaurant het geluid
bereikte van een rauwe doordringen
de stem. Er is maar één man op
aarde, die beschikt over een derge
lijke stem. Wij keken om en hadden
geljjk. Het was de dichter W. H.
Auden. Wjj wisten dat hjj op doorreis
was in Londen en werden bevallen
door oecumenische gedachten. De ka
tholieke Kerk in Engeland is niet be
paald vooruitstrevend, maar de bis
schoppen en hun adviseurs hebben de
fraaie moed opgebracht om de nieu
we Engelse tekst van de H. Mis niet
over te laten aan de theologen of zelfs
maar aan katholieken. W. H. Auden
is een van de niet-katholieke auteurs,
die geraadpleegd is omtrent de En
gelse Mistekst, evenals de dichter
Stephen Spender en de roman
schrijver Graham Greene. Auden
heeft als zijn mening geuit dat de hui
dige tekst van de H. Mis klinkt alsof
de gelovigen alsmaar uitbarsten in
ge jodel. Dit is te danken aan het iet
wat ongelukkig antwoord op het voor
malig „Dominus vobiscum", waarop
het huidige antwoord luidt „And with
you". Wijlen Eyelyn Waugh verklaar
de kort voor zijn dood dat hij tijdens
de Mis alsmaar de bekoring voelde
om „toedeloe" te antwoorden. Gra
ham Greene houdt eveneens niet van
de huidige vertaling.
Het is de bedoeling dat een defini
tieve tekst zal worden gebruikt voor
alle katholieken in Engelssprekende
landen, tachtig miljoen in totaal. De
definitieve tekst zal nog enige jaren
op zich laten wachten. De man die
het werk leidt is geen Engelsman
maar een Amerikaan, Father Sigler,
die alle Engelssprekende landen af
reist om meningen te vergaren. Het
merkwaardige is dat de Engelse hiër
archie in de voorlopige Mistekst het
persoonlijk voornaamwoord „you"
laat gebruiken maar in werkelijkheid
de voorkeur geeft aan het oude per
soonlijke voornaamwoord „thou",
zulks in tegenstelling met de Ameri
kanen, Canadezen en Australiërs, die
liever blijven jodelen.
Vorige week woensdag zaten een
aantal van Engelands leidinggevende
politieke figuren van alle drie par-
tjjen aan by een noenmaal In het Ho
gerhuis, dat neerkwam op een bijna
schoorvoetend eerherstel aan de ver
guisde „verrader" Ramsay MacDo-
nald, de eerste socialistische premier
van Groot-Brittannië. Ramsay Mac-
Donald nam in 1931 het moedige be
sluit om een poging te doen het land
te redden uit zjjn economische nood
door het vormen van een Nationale
Regering. Harold Wilson, die op
woensdag een tafelrede hield, zei dat
er nog steeds te veel mensen waren
die de zomer van 1931 beschouwden
als de bitterste tijd van hun leven.
Nooit in deze eeuw is een politicus
zo uitgekreten door zijn partijgenoten
als MacDonald. En nu is plotseling
het eerherstel begonnen. Wilson noem
de MacDonald „een van de meest op
merkelijke personen van onze tijd".
Een aantal ex-premiers zonden schrif
telijke huldebetuigingen. Lord Avon
(Anthony Eden) verklaarde dat Mac-
Donalds besluit om in 1931 een coali
tieregering te vormen „een noodzake
lijke en moedige daad" was geweest.
Macmillan herinnerde aan MacDo-
nalds morele en intellectuele integri
teit en Sir Alec Douglas-Home wees
op zijn vriendelijkheid en hoffelijk
heid.
Er is van MacDonald beweerd dat
hij een ijdeltuit was en zich al te
graag inliet met de hertoginnen van
Mayfair. Maar dergelijke dingen zijn
gezegd van andere Britse ministers en
nog onlangs citeerden wjj een uit
spraak over Macmillan waarvan werd
gezegd dat hij zich niet op een af
stand hield en bereid was met ieder
een te praten „behalve als er een her
tog in de buurt was". Emmanuel Shin-
well, vader en voorzitter van de La-
bourfractie in het Lagerhuis hield de
meest indrukwekkende rede. Hij riep
in herinnering dat hi) de man was die
m het verleden MacDonald had voor
gedragen als partijleider en dat hij
®yenaens de man was geweest die
MacDonald had verslagen in de alge
mene verkiezingen van 1935. „Ik ben
de schurk van dit spel", zei Shinwell.
Hp noemde MacDonald onkreukbaar
en verklaarde dat hij zelf nooit een
woord gesproken had ten nadele van
het karakter van de onfortuinlijke so
cialistische premier. Na dit begin zal
het niet lang meer duren voordat de
socialisten van Groot-Brittannië op
nieuw zullen beseffen dat MacDonald
een van de grootste politieke figuren
van deze eeuw is geweest.
Als ze het maar even kunnen ver
mijden reiken Engelsen elkander niet
de hand. Er is een grote uitzondering,
vrijmetselaars. Als men in een Brits
café een aantal volwassen mannen,
gekleed in donkere costuums met bij
passende dassen, elkaar een voor een
de hand ziet drukken zijn het zonder
mankeren vrijmetselaars die deze be
drijvigheid beoefenen voor het uitwis
selen van geheime gebaren. Een aan
tal psychologen, onder leiding van
Michal Argyle van het Instituut voor
Experimentele Psychologie in Oxford
heeft wetenschappelijk bevestigd dat
de Engelse natie niet houdt van hand
jesgeven. Voor dit onderzoek begaven
zich de psychologen naar een druk be
zocht café en bestudeerden er de klan
ten tijdens hun conversaties. Men stel
de vast dat in de loop van een uur
geen enkel fysisch contact plaats vond
tussen de keuvelaars. Daarentegen
had men in een café in Mexico vast
gesteld dat in de loop van een uur
180 maal fysisch contact plaats vond
in de vorm van handdrukken en het
aanraken van andermans armen. In
een Parijs café bedroeg het aantal fy
sische contacten 120 per uur. De heer
Argyle hield een rede over het onder
zoek in Nottingham voor de British
Association. Hij zed dat het onderzoek
van de psychologen definitief had uit
gewezen dat de Engelsen behoren tot
een niet-tactiële maatschappij. Het on
derzoek had eveneens uitgewezen dat
lange mannen dichter bij hun conver
satiegenoten staan dan kleine man
nen, maar dat bij vrouwen het omge
keerde het geval is.
Brittannië is ongewoon rijk aan be
kwame vrouwelijke journalisten en
voor minnaars van pezig, geestig en
dikwijls gepassioneerd proza gaat er
niemand boven Katharine Whitehorn
van wie elke week een artikel ver
schijnt in een zondagsblad. Ze heeft
een aantal van haar superbe artike
len gebundeld en uitgebracht onder de
titel „Only on Sundays" (uitgevers
Methuen. Prijs 25 shilling). Hoogst
aanbevelenswaardig. Een ander jour
nalist Malcolm Muggeridge, voorheen
hoofdredacteur van Punch, die zich
sedertdien heeft ontwikkeld tot een
van de beroemdste televisie-persoon
lijkheden van Brittannië heeft even
eens een aantal van zijn artikelen en
opstellen gebundeld: Tread Softly for
You Tread on My Jokes" (Uitg. Col
lins, Pr. 30 shilling). Het boek is even
als de man zelf briljant, geestig en
boeiend. Muggeridge is de grote ont
goochelde, een beschaafde beelden
stormer, die zelfs het Engels accent
van de Britse koningin heeft durven
hekelen. Kostelijke lectuur, geschre
ven In kostelijk Engels.
DAAN VAN DER VAT
ook individuele Joden hadden doodge
schoten.
Nadat de getuige Leon Roth had
verklaard dat Wilhelm Mauer in Sta
nislau een Jood levend had verbrand,
kreeg de 48-jarige beklaagde een huil
bui en gezichtskramp, waardoor hij
niet meer tot spreken in staat was.
Tevoren had hij uitgeroepen: „Ik ben
helemaal over mijn zenuwen heen
door deze aantijgingen. Dat houdt
zelfs geen dier uit. Ik heb geen mens
verbrand, dat is niet waar. Wan
neer... dan had ik hem neergescho
ten, maar niet verbrand."
De president vroeg daarop: „Dus
hebt u tóch mensen neergeschoten?"
Mauer stamelende: „Nee, nee. Ik heb
niemand neergeschoten."
Ladislav Madej, een andere getui
ge, zei dat hjj op 25 maart 1943 d»or
Wilhelm Mauer werd gearresteerd.
Hij toonde de jury zijn verminkte han
den. „Ik moest mijn handen tussen
de platen van een pers leggen, waar
op deze werd dichtgedraaid." \|sr-
scheidene Poolse verzetsstrijders wer
den op het hoofdkwartier van de Ge
stapo in Stanislau doodgemarteld, al
dus Madej.
Ook dit ontkende Wilhelm Mauer.
ADVERTENTIE
uSf-Af -
want eindelijk heb ik een after-
dinner likeur ontdekt voor man
nen, zo droog en robuust als een
ferme whisky. Het is dan ook
de beroemde niet-zoete whisky-
bkeur die
beet Bovendien heb ik. voor
f 13.75 per fles de keus uit nóg
vier., andere Bols likeuren in
deze serie: Bernardine (Liqueur
Monastique) en Bolsherwbisk
(Cherry Whisky Likeur) en
Mocc'afé (Coffee Liqueur) en
Oragnac (Fine a l'Orange/Cura-
qao Brandy). Alle in hoogst
nobele flessen en tot de rand
gevuld mef kieslikeurige Bols
kwaliteit!
STRAATSBURG, 21 okt. (ANP)
Het Europese parlement heeft giste
ren opnieuw een poging ondernomen
zijn invloed op de gang van zaken in
de Europese gemeenschap tot gelding
te brengen. Het was zich daarbij be
wust van zijn betrekkelijk geringe tie-
voegdheden en het sprak daar zijn
verontrusting over uit.
In een door de Politieke Commissie
voorbereide resolutie verzocht het om
een straffere houding van de EEG-
Commissie ten opzichte van de Raad
van Ministers. Prof. Hallstein, de
voorzitter van de EEG-Comrnissie,
prees wel de grote strijdvaardigheid
van het Europese parlement en zijn
zin voor realisme, maar deed geen
toezeggingen.
De Nederlandse socialistische afge
vaardigde mr. M. van der Goes van
Naters stelde vast, dat twee punten
nog steeds niet zijn opgelost, name
lijk de uitbreiding van de bevoegdhe
den van het Europees parlement en
de rechtstreekse algemene verkiezin
gen. „Maar dat is voor later", zo zei
hij.
De Nederlandse liberale afgevaar
digde mr. C. Berkhouwer was van
mening, dat het parlement zich teveel
met kleine zaken bezighoudt