TIEN JAAR GELEDEN: tl vandaag WEG MET DE RODE LEIDERS £5 gj -53K3B3H3ISSB3iS3K3lS3ffii3B3K3H3B3a3lS3B3B3U3l (ti door PAUL IGNOTUS De Hongaarse opstand van tien jaar geleden was een gebeurtenis, die voor de grote massa van de rebellerende Hongaren even verrassend en ongelooflijk was als voor de buitenwe reld. Juist de onwaarschijnlijkheid ervan was wellicht de belangrijkste drijfveer. Op 23 oktober 1956, bij het vallen van de schemering, ontdekten de mensen, dat zij „Ruszkik haza!" (Russen ga naar huis!) konden roepen, zonder dat de wereld in elkaar stortte. Niets kon hen er toen nog van weerhouden zich aaneen te sluiten en de Russische tanks aan te vallen, die waren gekomen om hen te verpletteren. In die nacht al vloeide er bloed, maar gevaar voor eigen leven was plotseling om de een of andere vreemde reden niet zo belangrijk meer. Angst voor de dood werkt alleen maar afschrikwekkend onder een gezag dat nog niet is aangetast. IMRE NAGY ERNO GERÖ MATYAS RAKOSI JANOS KADAR Matyas Rakosi Russische postzegel van het Hongaarse „vrijheidsbeeld" in Boedapest. tieVZT n'ema"d ge- f:6»:*, Een bekend beeld uit de dagen van de Hongaarse opstand. die gebruik maakt Een groep vrijheidsstrijders in de straten van Boedapest, van een vrachtauto. Harde grappen Paul Ignotus, de schrijver van bijgaand artikel, is een be kend Hongaars journalist, die onder de oorlog bij de Hon gaarse afdeling van de 5BC werkte en in 1949 naar Hon garije terugkeerde, waar hij door de geheime politie van het communistisch regime ge arresteerd werd. Hij zat tot 1956 in de gevangenis. Bij de opstand wist hij naar Londen te ontkomen, waar hij nu weer sinds tien jaar als journalist werkzaam is. Explosies Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 7 Pagina 8 K - Ook Lenin deelde in de haat Zijn portret moest weg. RUSZKIK, HAZA! in Boedapest Dikwijls komen herinneringen uit mün jeugd bij mij boven. Ik heb Hon gaarse dorpjes gekend, waar de boe ren de gewoonte hadden ontwikkeld ®P zondagmiddag bijeen te komen in "^Plaatselijke kroeg om krachtig met alkaar te vechten. Het gebeurde ta- doort regelmatig dat de een de ander °dstak. Zij riskeerden hun levens het grootste gemak. Maar toch, jj er alleen maar twee gendarmes derden in hun ouderwetse uniformen, PPapleet met haneveren, dan was dat Voor de meeste vechtersbazen reden genoeg om er als hazen vandoor te gaan. Het waren de uniformen die hen in paniek brachten, niet de geweren en bajonetten. Ten tijde van het stalinis me namen de Russische terreursym- bolen de plaats in van de - oorspron kelijk Oostenrijkse - haneveren. Oos tenrijk en Hongarije vormden tot na de Eerste Wereldoorlog de zo genaamde „dubbelmonarchie", waar in de Hongaren werden verdrukt door de Oostenrijkers. Zoals in die tijd de haneveren werden gevreesd en gehaat, zo werden na de Tweede Wereldoor log de symbolen van het Russische communisme gevreesd en gehaat. Maar de Russische aanwezigheid, zo dacht men, was onontkoombaar en de finitief. Plotseling, op 23 oktober, bleek dat niet langer het geval te zijn. Nü de wa pens opnemen, met geen groter ge vaar dan het gevaar voor eigen leven, was een verleiding, waaraan moeilijk weerstand was te bieden. Vooral de teenagers werden door deze situatie gehypnotiseerd. Er deed in die dagen •en anekdote de ronde, over een vrij heidsstrijder met een geweer, die plot seling wegrende van zijn sluipschut- terspost, luidkeels schreeuwend naar «ijn kameraden: „Smeer 'm jongens, ïien jullie niet, dat Ma er aan komt!"' Het was een unieke gebeurtenis: nóg hooit tevoren had een land zonder bui tenlandse hulp een communistische dictatuur omvergegooid en zichzelf bevrijd, al was het maar voor een Paar dagen, van de heerschappij van Sovjet-Rusland. De opstand brak uit tegen de achter mond van de machtsstrijd tussen com munistische leiders, die wilden de- Staliniseren, en leiders die het Stali nisme onverkort wilden handhaven. Deze machtsstrijd aan de top had ech- 'er niet alleen in Hongarije plaats. Sinds Stalins dood gistte het in alle •anden van het Sovjet-imperium. De ^emonstratie van 23 oktober in Boe dapest was zelf veroorzaakt door het nieuws dat Gomoelka in Warschau zijn- fcszag had gehandhaafd ondanks de militaire dreigementen van de Russen. Sindsdien heeft Polen zijn semi-onaf- •ankelijkheid onder een geliberaliseer- dictatuur gehandhaafd, hoewel de naar liberalisatie af en toe wel y'ordt verlaten. Waarom kon hetzelfde let gebeuren in Hongarije? j.ïIET IS EEN KWESTIE van persoon- nkheden. Het karakter van de ver killende communistische leiders aan 9 top was verschillend. Alle Sovjet- j.Mellieten hadden bun plaatselijke Sta- "s> maar Hongarije had het wel heel v echt getroffen met de weerzinwek- jfPde, sluwe en vasthoudende Matyas akosi. Volgens het communistische j^Son was hij te „dogmatisch"; in 'te was hij echter precies het tegen- err gestelde. Hij was een man zonder Wene Principes, dronken van machts- de St' bezeten van het aanzien dat behmacht hem Raf' een man die er Com en in schepte talloze mensen eomUnisten eerder nog dan niet- Par mU~nisten af te slachten om de ketterjager!) van Stalin, van Lï volkomen afhankelijk was, te redigen. Hij was de organisator van een recordaantal schertsprocessen n onder zijn bewind had Hongarije de slavhf Van dS campagne tegen Joego- Na de fl00d van Stalin werd Rakosi door Moskou gedwongen zijn macht te delen met een andere in Moskou op geleide communist van de oude garde, Imre Nagy. Diens reputatie was on besmet gebleven tijdens de ergste ex cessen van de „persoonsverheerlij king toen de veiligheidspolitie werd gebruikt om schertsprocessen in el kaar te zetten. Hij had ook niets te maken gehad met de deportaties en de moorden. Maar Rakosi, die zijn eigen positie wilde verdedigen, slaag de er in Nagy en iedereen, die een „wettig socialisme" wilde invoeren, weg te manoeuvreren. Tot juli 1956 slaagde hij er in zich te handhaven a's leider van de partij; en toen werd hij alleen maar vervangen door zijn plaatsvervanger Ernö Gerö, een zielloze stalinistische technocraat, die leek op c e raising van een inquisiteur en met het bondgenootschap met de Sov jet-Unie. Nagy werd toen geconfron teerd met het gebruikelijke dilemma van alle revolutionaire leiders, die moeten kiezen tussen schieten op de massa's of ze hun zin geven. Nagy had aan dit vreselijke dilem ma kunnen ontsnappen als een pries ter met de politieke intelligentie van een kardinaal Wyszynski de plaats had ingenomen, die nu werd bezet door kardinaal Mindszenty. De Hon gaarse kardinaal Mindszenty was een eerlijk man, maar zijn houding was ouderwets en bekrompen. Het was Nagy s noodlot dat hij de martelaar werd van zijn overtuiging, dat het mo gelijk was het communisme te com bineren met menselijkheid en vader landsliefde. Maar toch, sinds zijn martelaar schap „heeft de tijd in zijn voordeel gewerkt" en het is gebleken dat zijn utopia realistisch was. Er moest het een en ander veranderd worden om dat er anders niet mee te werken was, maar dat gebeurd altijd als ideeën in praktijk worden gebracht. Nagy's vroe gere collega-minister in de democra tische coalitieregering heeft hem en andere „revisionisten" eerst opgeof ferd en enkele jaren een anti-revolu tionaire terreur doorgevoerd. Daarna echter heeft hij Hongarije geleidelijk omgevormd tot een land, dat welis waar nog steeds een dictatuur is, maar waar goederen worden geproduceerd om gebruikt te worden en niet om al- m lerlei duivels te bevredigen, die geen rekening houden met menselijke ver langens. Hongarije is nu ook een land, waar de mensen 's avonds naar bed kunnen gaan met de zekerheid dat zij de volgende morgen vreedzaam zullen ontwaken. Enkele jaren geleden ging het ge rucht dat Rakosi in zijn ballingschap in de Sovjet-Unie was overleden, maar dat gerucht is vals. Hij leeft nog steeds en is kennelijk nog altijd zeer trots op zijn verleden. Men zegt dat hij met de diepste minachting heeft gesproken over het regime van Kadar, „dat in feite sociaaldemocratisch is." Zijn be zorgdheid is overdreven; Kadars re gime is verre van dat. Het is zelfs niet „Gomoelkistisch". De boeren, die van Nagy, zoals ook Gomoelka en Tito hadden gedaan, toestemming kregen hun eigen baas te zijn, werden onder Kadar teruggedreven naar de collec tieve boerderijen. (Binnen de collec tiviteit echter mogen zij hun eigen particuliere lapje grond bewerken). Ook de verbeteringen op andere ge bieden moeten niet worden overschat. IN DE LAATSTE twee jaar heb ik Hongarije tweemaal bezocht. Van R&- kosi's regime, toen sadisme het leiden de principe van de regering was, is niets overgebleven. Ik ben er zeker van, dat de opstandelingen van tien jaar geleden zich op dat moment nau welijks konden voorstellen, dat het mo gelijk was tot zulke verbeteringen te komen onder een herstelde „Marxis- tisch-Leninistische" staatsvorm. Maar ook al is de echte terreur verdwenen, ik vond toch dat het Hongarije van nu ontmoedigend veel weg heeft van het Hongarije van ongeveer dertig jaar geleden, met zijn kleinsteedse snobis me en zijn onderdanigheidscultus, die alleen maar wordt gecompenseerd door een hartstocht voor harde grap pen. Bovendien zijn de levensomstandig heden de laatste twee jaar slechter geworden. De levensstandaard is ge zakt (als gevolg van een economische crisis, die een beetje lijkt op de Brit se) en de mensen hebben het moeilij ker. Dit heeft geleid tot een verstrak king van de veiligheidsmaatregelen en een nieuwe golf-arrestaties. De kans is echter groot dat dit in de nabije toe komst beter zal worden, vooral op eco nomisch gebied. De industrie wordt gedecentraliseerd, er komt meer vrijheid voor concurrentie en de wet van vraag en aanbod wordt weer van kracht. Dit alles gebeurt in het kader van een her vormingsplan, dat stukje voor stukje wordt doorgevoerd. Voor het begin van 1968 echter heeft men een beslis sende snelle vooruitgang gepland. Een van de ontwerpers van het plan is professor Imre Vajda, de kampioen van nauwe economische betrekkingen met andere landen, vooral Engeland en Oostenrijk. In hoeverre men er suc ces mee zal hebben, valt niet te voor spellen. Maar zelfs het geestelijke kli maat, waarin dit soort experimenten wordt uitgevoerd, zou ondenkbaar zijn geweest zonder de opstand van 1956. Als de opstand minder fel was ge weest, zouden de rebellen meer heb ben bereikt; maar toch hebben zij, ondanks alle excessen en tragedies, Hongarije en de wereld aan zich ver plicht. De belangrijkste aanvallen op het stalinistische communisme kwamen dus van anti-stalinistische communis ten, maar door de houding van Rako si zag de meerderheid van de Honga ren in het communistische partij-appa raat hét symbool en hét bolwerk van de stalinistische terreur. Een heel an dere situatie dus dan in Polen, waar Gomoelka het partij-apparaat juist ge bruikte om de buitensporige invloed van de Russen tegen te gaan. WAT NAGY WILDE bereiken was een combinatie van wat Tito had be reikt en Gomoelka op het punt stond te bereiken. Maar in 1955 was hij af gezet als premier en verdreven uit de partijcomité's, waar de beslissingen werden genomen. Hij had dus geen enkele invloed meer op het partij apparaat. Zijn jeugdige supporters pro beerden hem over te halen, binnen de partij een anti-stalinistische groep te vormen, maar hy weigerde. Hij ver trouwde er op, zoals hij zo dikwijls zei, dat de tijd werkte in zijn voor deel. Zo was het ook, maar toen het eenmaal zo ver was, kwamen de ex plosies te onverwacht om ze onder controle te kunnen houden. Toen Nagy in de nacht van 23 op 24 oktober eindelijk opnieuw benoemd werd tot premier, was er een harts tochtelijke en oncontroleerbare volks opstand ontstaan, die geheel wilde af rekenen met het communistische machtssysteem als zodanig en ook „Een zo directe wijze van schrij ven het papier tot een minimaal medium teruggebracht is mij uit de Nederlandse literatuur al leen uit de brieven van Du Per ron bekend". Aldus Kees Eens, de fascinerende brieven van W. Walraven besprekend. Drs. W. Bronzwaer schrijft ovei de drie eenacters van de Ameri kaanse dichter Robert Lowell. „In deze stukken brengt Lowell telkens een belangrijk moment uit de ge schiedenis van de Verenigde Sta ten ten tonele. Niet om zijn toe schouwers een geschiedenislesje te geven, maar om hen te confron teren met belangrijke factoren uit het verleden van zijn land." Hoe jong oud kan zijn, is een entdekking der mode- en reclame ontwerpers, die met Jugendstil ons hedendaagse uitzicht opfleu ren. Het is Henk Suèr die dit aan gename tweede-jeugdprobleem ia een krullerig lijstje zet. De tien stellingen van Ottaviani en de zijnen hebben vele reacties ontlokt. Dr. W. A. J. Munier SS.CC meent dat een encycliek tegen het modernisme niet tot de onmogelijk heden behoort. „De uitvaardiging van een dergelijk stuk zou een ramp betekenen voor de kerk", voegt hij eraan toe in zijn beschou wing in de rubriek „Kerk in Be weging." De initiatiefnemers van de „economische Automobiel Club" oftewel Club der Zuinigen lij ken een succes te boeken. Velen hebben zich gemeld, Vlc. Sniekers sprak een der initiatiefnemers, de heer H. Warrink. De Hongaarse communistische partij zal het „Nieuwe Economische Systeem" moeten doorvoeren. Be grippen als winst, concurrentie, di rectiebeleid, arbeidsproductiviteit en economisch nut moeten, tien jaar nadat de opstand van 1956 bloedig werd neergeslagen, ge dachten en daden van de Honga ren gaan beheersen. Anders is op onze pagina voor de jeugd op zoek naar Veertje. „Hü dacht niet dat hij haar ooit zou terugvinden, maar het kon hem ook niks schelen welke kant hij uitliep. Net zolang tot ik neerval, dacht hij bij zichzelf." A <5

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 13