Jugendstil
zijn
jeugd
Kt
p
etalagepui
ESlESlESlEnSSJEE!
dolle grafici
■Klln
fflEnsnEXIESffinESlESlESIEnEnSHESISa
premsela
S3»
ra
volkse schaal
ZATERDAG 29 OKTOBER 1966
3
Welke demon schuilt er achter de mode, achter de gril
len van de publieke smaak? Wat is het voor een malle be
hoefte om een al vijftig jaar begraven liggende „Jugendstil"
ineens als een springlevend fenomeen door onze woelige
wereld te jagen?
HENK SUÈR
Het smaakmakende, beat-roepende
Jongerenblad Hitweek proclameerde af
gelopen mei: „Na de pop-art en de op-
art komt de jeugdstijl, de vloeiende lij
nen en de slappe bloemmotieven.Het
Bette enkele weiken lang zijn krankzin
nige pagina's vol met venmicelli-ach-
tige letters en figuurtjes, overgoot de
hele gijn met brutale soepjes van
paars en groen, rose en oranje, bruin
en geel. Waarna de Svengali-achtige
bespeler van de twen-emoties, Willem
de Ridder, schamper joelde: „Op de
meeste reklameburos wordt hitweek
kennelijk uitgespeld. Steeds meer zien
■we hitweek-invloeden in advertenties
en teksten. Er is dikwijls sprake van
stupide plagiaat. Niets aan te doen,
het is elleen een bewijs dat hitweek
niet meer weg te dienken is. Goed,
zucht! Hier ligt dan weer een nieuwe
(nog dampende) jeugdstijl hitweek voor
je. (Ja, de paroolpagina heeft nu ook
jeugdstijl gebruikt)."
En terwtfl dit „vakblad voor den
Twie" al lang weer andere stijltjes uit
ander® jaren heeft opgezocht om de
blitsers en chicks van d» provo's af
t® houden, slingert zich d® Jugendstil
indexdaad van straat tot straat. De
Bijenkorf siert er zijn etalages mee
op. De uitgeverij Polak en Van Gennep
zet haar nieuwe boekwinkel bij Het Lie
verdje in kersverse Jugendstillünen.
De meisjes maken hun rokken en over-
gooiers uit schrille paarse, oranje, rose,
gele,violette en bruine kleurcontras
ten. ineens, als door een wervelwind
weggevaagd, uit de vel® antiek
winkeltjes het Tiffany-glaswerk en het
ïtozenburg-poreelein verdwenen, en uit
de bric-a-brac-zaakjes de voorraad Ju-
gendstil-schemerlampen en Art JNou-
Veau-prenten.
Boekverkopers presenteren met goed
succes oude en nieuwe platenboeken
over Jugendstil en Art nouveau. Jon
gelui wijzen elkaar de nooit eerder op
gemerkte etalagepui van de juwelier
Citroën in de Kalverstraat en de glas-
iMood-lompen van het American Ho-
tel op het Leidseplein.
In Den Haag wordt er in de Laan
van Meerdervoort, naarstig gespeurd
haar de dure herenhuizen uit die merk
waardige tijd die zich van la belle épo-
iue trachtte los te scheuren. Uit de
advertentiepagina's van dag- en vrou
wenbladen is op te mtaken dat de jon
gens met de zwierige tekenpen niet al
leen Hitweek, maar ook Jan Toorop,
Thorn Prikker en vooral de Engelse
virtuoos Beardsley naarstig uitgeplozen
hebben.
De affiche van twee slanke Japanse
vrouwen temidden van de vermicelli-
slierten, vele jaren geleden door Jan
Toorop ontworpen, is nu goud waard.
Drukkers maken jacht op de antieke
letterkorpsen die in het begin van deze
eeuw door dolle grafici werden inge
voerd.
"';.x
-Scv-
y.-. U s-
y -in,
De voorpagina van een der Hitweek-nummers waaruit ook een aantal Jeugd-
süjl-versieringen voor deze pagina zijn genomen. Boven een Jugendstil-
hoekje uit de Bijenkorf anno 1966.
De jongste snufjes van de typografie
zijn mengseltjes van Jugendstil-letters,
hyperromantische versierinkjes en wat
Amerikaanse import-rommel die aan
wildwest-films en honky-tonk-piano's
doet denken. De nieuwe boetieken die
allerwegen geopend worden zijn nog
een graadje minder stijlvast, maar
spreken met Michelle of The yellow
submarine als stemmige achtergrond
muziek ip het grijze najaar van
1966 triomfantelijk over „Stijl 1900"
terwijl ze de jurken verkopen van een
kleine dertig jaar later. De boetiek,
hollend achter het Londense Carnaby
Street, is het Juigenstil-spoor bijster ge
raakt, en dat zal in de andere sectoren
binnenkort wel net zo gaan. Intussen
hebben we wel tegen een hysterie aan
zitten kijken.
Dat mysterieuze hoort eigenlijk bij
Jugenstil, weten de estheten te vertel
len. Waar het aan het eind van de vo
rige eeuw vandaan is gekomen, weet
men nu nog niet goed. Toulouse Lau-
trec en Bonnard, de Japanse prent
kunst en later de Russische balletten
van Diaghdlew hebben aan de zoge
naamde vermicellistijl bijgedragen.
En aan de voorkeur voor bijna wit, en
aanleunende pasteltinten. De zeer ver
fijnde tekentrant van Aubrey Beards
ley, de boekomslagen en toneeldecors
van Walter Crane waren in Engeland
toppunten, en in Oostenrijk de schilde
rijen van Gustav Klimt. De Duitse stad
Darmstadt is vol van villa's en inte
rieurs in Jugendstil en art nouveau. Bel
gië (Palais Stockiet in Brussel, gebou
wen en meubels van Hendrik van de
Velde) en Aimerika (glaswerk van Tif
fany en interieurs van Sullivan) zijn
er zeer goed van voorzien, dank zij
zeer rijke opdrachtgevers.
De Amsterdamse architect Benno
Bremsela is al lang geïntrigeerd
ftior Jugendstil en art nouveau. Hij
begon twintig jaar geleden een exqui-
S® verzameling aan te leggen, die hem
nagenoeg geen cent heeft gekost. Drie
Ifcar terug nog verkochten de antiek
veilingen karrevrachten vol Bieder
meier en Willem III-spul, maar voor
Jugendstil was nooit een liefhebber.
Voor een gulden mocht je een stel
Rozenburgvazen meenemen. Meerma
len ook kreeg de lieer Premsela voor
helemaal niets Tiffany-glazen, die zelfs
gesigneerd bleken te zijn.
Hij licht toe dat Jugendstil en art
nouveau wel uit dezelfde tijd komen,
sterk met elkaar verwant zijn, maar
toch duidelijk van elkaar verschillen.
De Beurs van Berlage bijvoorbeeld is
art nouveau. En het is Jugendstil dat de
reactie van de strenge Stijl-groep
van Mondriaan, Rietveld en Oud
heeft opgeroepen.
Het was een uitermate exclusieve
stijl, volgens de heer Premsela slechts
Voor revolutionair denkende figuren
Uit de elite. Het was een vernieuwing,
.foor het eerst na ruim een eeuw imi
tatie en kopiëring. Het stelde zich teweer
tegen de stortvloed van monstrueu
ze produkten die de jonge industrieën
afleverden. Het had een verfijnd idea
lisme, verlangde naar schone vormen
en lichte kleuren in die donkerbruine
woningen met hun stoffige pluchen
meubilair.
Sociaal, of liever gezegd: populair
werd Jugendstil in de typografie en in
de decoratiekunst. Voor industriële ver
werking was het ongeschikt. En dus
voor massaconsumptie. De typische lij
nen herinneren aan het oversierlijke
van sommige chrysanten en irissen,
het langouissante van boudoirs en da
mes met „spleen". Het is een vormen
taal voor juwelen, of voor (door Toorop
gemaakte) omslagen voor Couperus'
romans. De slaolie-advertentie die
Toorop tekende, is eigenlijk bezopen,
maar soortgelijke muurdecoraties voor
tearooms of pretentieuze heren-ka
mers zijn om hun on-kloosterlijke ge
daante zeer te waarderen. Anthroposo-
fen kunnen er zelfs in zwelgen.
Er zjjn estheten die beweren dat Ju
gendstil, althans art nouveau een nooit
helemaal geblust vuur is. In Saarinens
stationsgebouw voor het Kennedy-
S.
Dit maakte Jan Toorop vele jaren geleden voor de sla-oliereclame; de zoete
prent (midden boven) stuurde deze maand Josje Leeger roid als uitnodi
ging bij de opening van haar nieuwe boetiek in Amsterdam.
vliegveld in New York of in Mies von
der Rohe's „Barcelona-stoel" zou het
weer hoog opgelaaid zijn. In ieder
geval zijn nu voor velen de ogen ge
opend voor die vroeger zo exclusieve
stijl, onder meer door grote tentoon
stellingen in Darmstadt en Londen. Toen
de Bijenkorf in Amsterdam enkele ja
ren terug stijlinterieurs liet zien onder
het motto „de pioniers van vroeger",
was de Jugendstil-kamer een openba
ring voor een nieuwe generatie. In
richters waren Benno Premsela en Fris®
Wiegersma, die er nu al enige tijd van
droomt een film over Eline Vere t®
maken, helemaal in Jugendstil-trant. An
tiekverzamelaars hebben nu wel begre
pen dat zij dit spul uit het begin
van deze eeuw niet door hun vinger*
mogen laten glippen: en nu is het
schaars en duur.
Hoe nu zo'n aparte stijl voor slecht*
weinigen een tweede jeugd kon beleven
op volkse schaal, is bijna onbegrijpe
lijk. Er is een zeer sterke impuls uit
Londen gekomen, de sinds kort „swin
ging city" die internationaal de mode-
toon aangeeft. In de mode- en snuis
terijenwinkeltjes, de boetieks van Car-
nabystreet en Kings Road, zijn als het
ware tientallen zuren en basen gecom
bineerd die enige bijzondere chemi
sche reacties hebben opgeleverd. D®
ineens zo befaamde modeontwerpster
Mary Quant heeft die al heersend®
voorkeur voor het Edwardiaanse, met
lange haren, strikken en grote ruiten,
op de een of andere manier geklutst
met de indrukken die ze van de grot®
Beardsley-tentoonstelling heeft meege
nomen. Ongegeneerd als de mode kan
zijn heeft heel dat van de nieuwe jeugd
levende milieu die herontdekte Jugend
stil opgenomen in de dessins en kleu
ren voor het nieuwe seizoen. Mode
ontwerpers zjjn veel minder bang om
te kopiëren dan andere ontwerpers.
Het is bijzonder aangeslagen. D®
heer Premsela meent dit te kunnen vei>
klaren uit de voorkeur van jongeren
voor frisse kleuren, ongekende con
trasten en voor romantische toetsen.
De heer De Ridder van Hitweek, vas
te klant in Londen, zegt dat die ontdek
king van de jeugd iets eigens heeft.
„Meisjes hebben op zolder de afge
dankte meisjesjurken van hun moeder®
gevonden, in fotoalbums de jeugdfoto's
van hun moeders gezien. En ze vinden
boeken en brochures in de oude typo
grafie. Omdat hun ouders die kleren,
prenten en boekjes nu foeilelijk vinden,
trekt het de kinderen juist aan. Met
deze overweging in het hoofd zjjn w®
meteen maar doorgedraafd naar een
wat nabijer verleden, de jaren van d®
stomme film, zo tot omstreeks 1930,
want toen waren de moeders van d®
tegenwoordige tieners en twens zelf van
deze leeftijd."