T opsport Bestuursleden wensen m ROB KERKHOVEN: komend seizoen valt „grote klap ROEICOACH SJOERD WARTENA: Mensen maken sportsuccessen, de machines beslist nog niet Bij de radio PROBLEMEN VOOR ZWEMCOACH Jekort aan accommodaties en een gebrek aan geld groot probleem iv'i. i i"J Nieuwe impuls voor training honkbaljeugd SPORTMINISTER FRANKRIJK EXPERIMENTEN STUDIEPRAKTIJKEN REALIST Pele blijft trouw aan Brazilië f;§'f HHi «ft1 i r I -m - c ZATERDAG' 31 DECEMBER 1966 RUUD VAN DEN HENDE AMHII - 99 Rob Kerkhoven is een realist, welhaast niet werken Hij kent zijn mogelijkheden. En zegt: „Ik kan zonder vakmensen op medisoh gebied". (Van onze speciale verslaggever) UTRECHT, 31 dec. Het miljoenen project „Den Hommel", Nederlands oostelijk van Utrecht gelegen duurste zwembadencomplex, koestert zich in de betrekkelijke rust van de kerstvakantie. Vier maanden terug was „Den Hom mel" een met jubel en tranen gevulde ontmoetingsplaats voor Europa's naar een topprestatie verlangende zwemélite. Diezelfde rust weerspiegelt zich in de ogen van zwemcoach Rob Kerkhoven, die tijdens de strijd om de Europese zwemtitels zakelijk een flop, sportief gezien vrij succesvol voor Nederland soms een bijzondere nerveuze indruk maakte. KOOS DE BOER x; -i:. 1 - - P l-é v V rk: r,® -1 ff Sjoerd Wartena zoekt in de Europese bibliotheken naar Nederlandse boeken. Dat is echter niet zijn enige taak. Hijperfectioneert ook de roeie-acht van Neureus. FRANS NYPELS Clubtrainingen in 1967 EEN BEETJE POENIG doen, is een hobby die de Nederlandse sportwereld niet vreemd is. Als de Olympische film uit Tokio in première moet, is er zowel geld om lieftallige Geisha's uit Japan te laten komen als om de champagne in de fonkelende kelken te laten bruisen. Als je bestuurslid bent van een club in het betaalde voetbal staat het ook om zo maar eens voor de grap met een uitwedstrijd van het Nederlands elftal mee te gaan en bij gelegenheid, meestal bij nachtelijke gelegenheid, een duur rondje te geven aan de meegereisde bondsbestuurders. In dat geval gaat vaak de „cost" voor de „baet" uit. En dan hebben we in Nederland ook nog een toto-baas. De arme drommel is te bekla gen. Niet alleen is hij verplicht den volke te laten weten, dat er 40.463.811 gulden in zijn kas is gevloeid dat is 4.045.111 gulden méér dan het jaar ervoor en bijna het dubbele van de inleg in het eerste toto-jaar (1960) ook moet hij waarschuwen: „de concurrentie van de buitenlandse kansspelen" maakt de Nederlandse toto op den duur kapot. Fijn puntje voor het nieuwe kabinet. HET NIEUWE KABINET. Daar moeten wij die over sport denken, toch eens even bij stil staan. Wordt het niet de hoogste tijd, dat Ne derland na de verkiezingen een echte minister voor de sport krijgt. De man mag er hoogstens nog de sportieve recreatie bij krijgen. Meer beslist niet, want hij zal handen vol werk heb ben. Jammer eigenlijk dat Willem van Zijll de enige Nederlandse sport-doctor (hij moest wel naar België om het te kunnen worden) geen lid van de KVP is. Hij zou zó minister zijn. Hij denkt „links" en hij spreekt „rechts". Hij vindt: „We moeten nu aan de slag voor straks; daar moeten we geld voor over heb ben" en hij zegt: „Maar we moeten het zelf doen, heel voorzichtig manoeuvrerend, want an ders gaat de staat zich te veel met de sport be moeien". Het zou fijn zijn, als de gedachten èn de woorden van Wim van Zijll weerklank vonden in brede lagen van de Nederlandse sport- notabelen. Het is echter te vrezen, dat de be langhebbenden zij, die sport beoefenen en die er niet alleen „lol" in hebben dat goed te doen, maar ook nog zó eerzuchtig zijn, dat ze het goed willen doen niet meer het geduld heb ben tot al die grijze sportnotabelen ten gra ve zijn gedragen, zodat er eindelijk eens ge werkt kan worden. Hun, die sport beoefenen, zal het een zorg zijn of de staat de mannen aanwijs die sport als een volwaardig facet van het maatschappelijk leven wensen te behandelen, dan wel op de sport zelf, die mannen voort brengt. Zij die sport beoefenen, willen slechts één ding: gelijkwaardig stijd leveren met al die andere Europeanen, Amerikanen, Australiërs, Aziaten en Afrikanen. Daarom roepen Neder landse sportbeoefenaars begin februari de nodige bstuursleden op het het matje. De bestuursleden zijn al vast gewaarschuwd: enige niet onbelangrijke industriëlen luisteren mee. Die bestuursleden zouden er bovendien goed aan doen eens te luisteren naar de beklagens waardige heer Massard, voorzitter van het Frans Olympisch Comité. Hij vecht wanhopig, maar tevergeefs voor erkenning. Hij is opzij gezet door De Gaulle en diens sportminister Francois Misoffe. Frangois Misoffe heeft al een uitgebreide inspectietocht ondernomen naar het oord, waar in 1968 de Olympische Spelen wor den gehouden. En de Mexicanen hebben heel goed begrepen, dat zij te zijner tijd de heer Massard ongestraft links kunnen laten liggen. Hie heeft, als is hij dan lid van het Internatio naal Olympisch Comité, in de Franse sport biets meer te vertellen. Waarom? Omdat Frankrijk al heeft begrepen, wat Ne derland ook had kunnen weten. Jaren geleden dat was zo omstreeks 1949, 1950 zei de Engelse ambassadeur in Den Haag eens bij een banket: „De beste vertegenwoordiger die Ne derland ooit in mijn land heeft gehad, is Fanny Jankers-Koen". Want Fanny Blankers won Vler gouden medailles op de Spelen van 1948 jh Londen. En, zoals de Nederlandse journalist in het meeest exquise restaurant van Tokio wordt gefêteerd alsof hij de zoon uit een won derland is, zo zal de Nederlandse zakenman in Japan een bevoorrechte entree hebben, omdat Anton Geesink tot tweemaal toe een Japanner van de felst begeerde judo-titel afhield. Een beetje overdreven van die ambassadeur en die Japanners? Best mogelijk, maar het is toch wel de moeite waard met de werkelijkheid rekening te houden. Dan zijn wij voortaan wellicht ook niet meer zo snobistisch om een atleet die een medaille op de Olympische Spelen heeft behaald zijn (of haar), studietoelage in te houden, omdat hij (of zij) wegens het deelnemen aan de Spelen een tentamen heeft gemist. Dan raken wij wel licht ook verlost van bestuursleden die al maar roepen: „Vroeger, toen ik sport deed, oefende ik tot het zó donker was, dat je niet meer kon zien, waar je liep. Kom daar nou maar eens om." Weet die man veel, dat er tegenwoordig alleen nog maar gemeentelijke sportterreinen zijn, waar de ambtenaar-terrein opzichter om halfvijf zegt: „iedereen weg we zen, mijn dienst loopt af en om vijf uur heeft moeders de soep op tafel!" Bovendien: vroeger speelde je sport en betaalde je pa; tegenwoordig loopt de sport via de laboratoria van biolo gen, fysiologen en psychologen en doe je met 40 miljoenen van de toto, waarvan 10 miljoen ter wille van het sussen van gewetens naar de liefdadigheid moet, niks. Het is maar dat we weten, waar we over Praten als we aan topsport, Olympische Spelen in Mexico bijvoorbeeld, denken. AMSTERDAM, 31 dec. Enkele Neder landse sportleiders hebben zich in htm nieuw jaarswensen als volgt uitgedrukt: F. Jutte (atletiek): „graag een indooratletiek- baan" J. de Vries (zwemmen): „betere trainings- fbogelijkheid ell betere prestaties en de door braak van het recreatief zwemmen ,P- van Dijk (wielrennen): „een sportpaleis, althans een overdekte wielerbaan" A. Dokkum (roeien): „wij mogen niet stil blijven staan" d tVesselo (schaatsen): „een wintertje om rui H°llandse familie op natuurijs te zien" training"8'1 'boksen): „centrum voor boks- modaüe';WUllgen (kan0): „eigen trainingsacco- J Jong (turnen): „dat onze dames een soed figuur slaan" Onderwerp van gesprek is het met snelle stappen naderbijkomende olympisch zwem- festijn. Kerkhoven, wel eens voor nuchter ver sleten, verbergt achter het aanstekelijk wer kend élan van de dertiger de vitale emotie, die nodig is in de omgang met aan topsport verslaafden. Zo kan hij ineens zorgelijk kij ken als hij het jaar 1967 aan de orde stelt en zegt: ,,in het seizoen '67 valt de grote klap". De afgelopen maanden heeft Kerkhoven zich intensief beziggehouden met de voorbereiding van zijn derde regeringsperiode. Zijn plannen bleven al met al aan de bescheiden kant, deels, omdat hij met onvoldoende dekkings middelen moet werken, deels ook omdat het onthullende rapport met de ervaringen van de Nederlandse proefploeg in Mexico-City nog niet aan de openbaarheid is prijsgegeven. (Van onze speciale verslaggever) AMSTERDAM, 31 dec. Sjoerd Wartena is geen roei-coach van beroep. Zo onduidelijk mogelijk vertelt de zeven- entwintigjarige student Nederlands, met een bijna verontschuldigende glim lach, dat hi,j dank zij een beurs de biblio theken door heel Europa afloopt op zoek naar Nederlandse boeken, gedrukt vóór 1500. Tussen de reizen door probeert hij de roei-acht van Nereus te perfectione ren, die hij amper twee jaar geleden uit een stel „groenen" vormde. Reeds dit seizoen bracht hij die acht bijna in de finale van de wedstrijden om de wereld titels en zij wordt dan ook algemeen als de beste Nederlandse acht aller tijden beschouwd. Sjoerd Wartena deed dat zonder de onder grond van een dosis algemene sportkennis op gedaan aan het CIOS of een akademie Licha melijke Opvoeding. Soms voelt hij dat als een gemis. Soms, niet vaak. „Het vervelende is namelijk", zo stelt hij, „dat ze op zo'n aka demie niets van de echte sport weten. Dat ze de sportpraktijk niet kennen." Dat irri teert een man als Wartena, die zelf tot de Europese en de wereldtop heeft behoord en de ervaringen van de sportman tot in de laat ste vezel kent. Vandaar bovendien dat hij de waarde van de incidentele wetenschappelijke steun aan de sport in Nederland betrekkelijk vindt, omdat bijvoorbeeld de doktoren als leken op sportgebied altijd weer beginnen met „het zou best wel eens kunnen zijn dat enz. enz." Uit hun ellenlange verhandelingen moet de man van de praktijk dan proberen ie werklijk waardevolle adviezen te halen. „En dat kost in verhouding tot het nut veel te veel tijd." Neem de psychologische kant van de trai ning. „Je krijgt' acht jongens voor een roei- ploeg. Acht verschillende karakters die samen een topprestatie moeten leveren. Een psycho loog zal nauwelijks dwingende adviezen kun nen geven. Ja, de relatie tussen jongens en trainer is niet zo Intensief als bij een twee tje of met acht man is een grotere variatie van werken mogelijk. Mijn taktiek? Doorgaan op het feit dat ze bij je zijn gekomen, om dat ze zo dolgraag aan sport willen doen. Pro fiteren van het respect die je eigen vroege re prestaties bij hen hebben afgedwongen en van het eerste succesje. Krijgt er dan een ooit eens „kapsones", dan is een grap ver nietigend. Krijgen er twee ruzie, dan helpt dezeSde grap. Simpel, maar waar." Neem de medische kant van de training. ,,Je kunt een ideale toestand maken door bijvoorbeeld in het clubhuis van Nereus dure cardiologische apparatuur neer te zetten en de training te baseren op de gegevens die daar uit komen. Dat is op de eerste plaats een heel kostbare zaak. Op de tweede plaats ziet ook een coach wel of een jongen moe is of niet. Nu zeg ik: kom wij drinken een pils. De machine beveelt: morgen een baantje min der trekken. Je precies daaraan houden heeft zijn gevaren. Zonder machine belast ik de ploeg de ene dag te zwaar, de andere dag te weinig. Een machine maakt dat verschil veel kleiner. Het gevolg is echter, dat, wan neer er in een wedstrijd eens extra inspan ning wordt gevraagd door storm of wat dan ook de jongens die niet meer kunnen leveren. Je 'moet een mens niet zo scherp afstellen. Je moet de gezondheidstoestand van een man op een bepaald ogenblik, bijvoorbeeld vlak voor de wedstrijd, nit alleen registreren en daarna automatisch èen beslissing nemen. Je moet met de man praten en dan de conclu sie van wat wel en wat niet kan trekken." Zö'n ideale toestand, de hulp van allerlei mogelijke wetenschappelijke middelen, kent de Nederlandse sport nauwelijks. De weinige stu dies die er zijn brengen de praktijkmensen af en toe op nieuwe ideeën. „Bijvoorbeeld over de experimenten van professor Bierste ker is nog veel te weinig bekend, althans over de praktische waarde ervan. In het buitenland doet men voor de roeiers niet veel meer. Alleen in Oost-Duitsland werkt een gro te staf in Leipzig. Die bewijst dat een goe de wetenschappelijke benadering zijn effect kan hebben. Maar dat is een gigantisch fi nancieel en wetenschappelijk apparaat. Van bovenaf gedirigeerd. Wij in Nederland doen het amateuristischer. Wij modderen wat aan. Maar dat is zo slecht nog niet. Dan negeer ik al die interne ruzies. In vele bonden is geen goed begrip van de top-sport. Daar zit ten de verkeerde mensen. Maar als een gro te of kleine bond goede enthousiaste mensen heeft met frisse ideeën, dan komt er wat uit. Eerst prestaties. Als gevolg daarvan van zelf ook geld voor accommodaties en training. Alles hangt af van de mensen. Neem de klei ne kano-bond. Die heeft Karei Muis en dus succes. Neem de wielrenners. Neem de schaatsenrijders van het vorig jaar. Nu ben ik er bang voor. Ik heb de foto's gezien van Schenk en Verkerk in Noor-wegen na afloop van die wedstrijd. Afgezien van de tijden, die foto's vond ik grie zelig angstig voor dit seizoen. Succes hangt voor alles af van het goede samenspel tus sen de mensen die de sport leiden en zij die haar beoefenen. Van Nes en Van de Graaff, de wereldkampioenen in gestuurde twee, zijn van het beste roeivlees, maar heel moeilijke jongens. De rustige coach Vaandra ger maakte hen tot een winnende ploeg." Al pratend stoeit Sjoerd Wartena met zijn gedachten. In de winter heeft hij die zelfs over het roeien niet zo maar geformuleerd. Op het ene moment zou hij de roei-sport wil len openbreken. Dan zucht hij dat een sport waarin alle lichaamsdelen in beweging komen toch populairder gemaakt zou kunnen worden. Op scholen, in het leger en misschien zelfs op fabrieken. Maar even plotseling legt hij zich zelf dan weer het zwijgen op met „ik ben te idealistisch. Roeien trekt het grote pu bliek niet als schouwspel. Voor de actieve sportman is de training te intensief, terwijl er met wielrennen en voetbal bovendien nog geld te verdienen is. Roeien lukt alleen in een speciale omgeving, bijvoorbeeld in de sfeer van rivaliteit tussen de studenten." Maar zelf vind hij dat vervelend omdat de echte top misschien uit hooguit 25 man bestaat en alleen de wedstrijden in het buitenland af wisseling bieden. Bovendien stoort Wartena zich aan de a-spor- tieve studentenpraktijken. Dat tot voor kort bij het Delftse Laga op het clubhuis dezelfde sfeer als van de sociëteit van het corps moest heersen en dat een „goede vent in die sfeer" de voorkeur kreeg boven een sterkere roeier, die minder „in" was. Dat de grote vereni gingen nog altijd alleen van het corps zijn, terwijl zij als open sportverenigingen van de universiteit veel sterker zouden kunnen wor den en een club als Nereus bijvoorbeeld meer kans op een overdekt bassin voor de winter- training zou maken. Dat de Koninklijke Ne derlandse Studentenroeibond uit een stelletje conservatievelingen bestaat, daardoor moeizaam verdwijnt en te vergelijken is met de kleine uitstervende groep studenten die in Amster dam niet geld van de oud-leden van het Lido toch nog een nieuw gebouw maakt. „Maar", en Wartena concludeert dat lakoniek, geluk kig worden de bakens verzet en leggen de meeste verenigingen nu reeds de maatrege len van de KNSRB die fnuikend zijn voor het roeien, naast zich neer. Toch zal de roei- sport altijd voor een bepaald groepje blijven. Tenzij je een grote schare jeugd kunt laten afkomen op een enorme trekpleister als een wereld- of Olympisch kampioen in de acht of de vier." Op dat moment valt er even, heel even een kleine stilte in het bruisende gesprek. J, A Toch nam Kerkhoven één ingrijpende beslis sing. Hij liet de vorig jaar ingevoerde cen trale training in de winterperiode vervallen, omdat hij meer resultaat verwacht van de kwa intensiteit opgevoerde regionale trainin gen, die vanaf morgen in vijf Nederlandse baden (Groningen, Enschede, Beverwijk, Rot terdam en Den Bosch) beginnen. Die regio nale oefenavonden zijn alle naar het weekend gestuwd om een zo groot mogelijk rendement te krijgen. In vele gevallen zal zo'n training zelfs een heel weekend in beslag nemen. Ver volgens dienen zich in het prille voorjaar dan enkele interessante wedstrijden aan. Ontmoe tingen met sterke Europese en Amerikaanse tegenstanders, die voor de bekende internatio nale wedstrijden in Bremen en Praag zijn uitgenodigd. Besloten met een wedstrijd in het Russische Leningrad waar in april de top van 's werelds zwemélite bijeenkomt. „Als je aan Mexico en aan de Olympische Spelen denkt", begint de practicus Kerkhoven, „zit je in feite weer direct tussen de moei lijkheden, die je altijd bestormen, wanneer je topprestaties eist: het tekort, of laat ik het beter formuleren, het ontbreken van de trai ningsmogelijkheden, de zwemaccommodaties. Levert het vinden van een zwemuur, een vrij trainingsuur dus, voor de KNZB al geweldige budgetaire problemen op, voor de clubs is die kwestie helemaal niet meer op te lossen. Piet Verwoerdt, een hoge functionaris in de KNZB, heeft uitgerekend dat de badhuur in enkele jaren tijds is verdubbeld. Er zijn clubs in Nederland, die, hoewel ze over kostbaar talent beschikken ,de top van hun trainings vermogen hebben bereikt en die het ontwik kelde talent niet verder kunnen begeleiden. In Maastricht leidde dit zelfs tot een fusie tussen MZ en PC en Kimbria." Via deze wei nig bemoedigende inventarisatie bereikt Kerk hoven, nog niet eens bitter gestemd nu ondanks het feit, dat hij zich toch een roe pende in de woestijn moet voelen het hoofd stuk „overheid", in Nederlandse sportkringen al zo dikwijls, zonder resultaat overigens, ten tonele gevoerd. „Ieder vijftigmeterbad dat verrijst," ha mert Kerkhoven, „eist een uurprijs van mins tens honderd gulden. Goed, toegegeven, het zijn soms prachtige baden, maar wat kopen we daarvoor. In vergelijking met zwemclubs leven volleybalclubs, basketballverenigingen en gymnastiekbeoefenaren in een waar para dijs. Zij huren ruimte voor fancy-prijzen." Emotioneel vervolgend zegt hij: „Er is wel eens in een TV-uitzending gezegd, dat we niet jaloers hoeven te zijn op de sportbedrijvende Oosteuropeanen. Een vreemde conclusie. Ik ben wel degelijk jaloers. De sportman in Oost-Europa krijgt de volle kans zich te hand haven. In accommodaties, die voor hem wor den vrijgehouden. Het belang van die moge lijkheden wordt ook in het westen gevoeld. Zelfs in Nederland. Dat is meer een gevoels kwestie. Dachten de mensen hier'nou werke lijk, dat degenen die in Nederland topsport bedrijven, er niet alles voor over hebben? Het gebrek aan accommodaties wordt in Ne derland juist door de smalle top wel degelijk emotioneel als een groot gemis gevoeld." Kerkhoven bekent dan dat hij, hoewel tegen stander van elke beperking van de indivi duele vrijheid, een gematigd voorstander is van een soort „dictatuur" op trainingsgebied, zoals dat niet alleen in autoritair geregeerde landen, maar ook in Frankrijk en Amerika wordt toegepast. Met zijn grote kennis van zwemzaken (hij studeert bijna elke dag nog op Amerikaanse litteratuur, hem toegezonden, omdat hij lid is van de Amerikaanse vereni ging van zwemtrainers) is die wel nooit zo direct uitgesproken houding er wellicht de oorzaak van, dat hij zich in de sportwereld vijanden heeft gemaakt bij de conservatieve groep (lees ouderen) sportbestuurders, die met hun gedachten nog in een soort padvin derswereld leven. teletype hz tijd sport kerkhoven II (2de deel) V*' - 4. %- "T" d* V ■-« ,*V W J $4* Kerkhoven is echter ook realist. Hij kent zijn mogelijkheden, hij weet waar de beper kende grens is getrokken. „Al mijn eisen ten aanzien van accommodaties zou ik willen kop pelen aan verhoging van de lasten van de sportbedrijvenden, die onder de top slechts recreatie verlangen. De topsporters betalen al genoeg. Wat dat betreft kan Nederland zich meten met de Amerikanen, die, Individueel, ook veel voor het bereiken van sportroem overhebben. Een andere wens van Kerkhoven, direct na afloop van de Europese zwemtitelstrijd in een bewogen persconferentie naar voren gebracht, hoopt hij binnen niet al te lange tijd einde lijk in vervulling te zien gaan. Het herstel van de banden met een medische commissie, die enkele jaren terug, mede wegens het aan dringen van Kerkhoven op toepassing op gro ter schaal van het talent opleverende jeugd- zwemmen, uit de zwemmerij stapte, omdat zij de gevolgen van jeugdzwemmen, ondanks aanwezig studiemateriaal uit Amerikaanse koker, zelf wilde bestuderen. „Ik kan wel haast niet werken zonder vakmensen op me disch gebied", zegt Kerkhoven, tevens mee delend, dat de zwembond deze zaak de afge lopen maanden met grote accuratesse heeft behandeld. Het plan, dat Kerkhoven voor het komende jaar heeft ingediend, houdt, zoals gezegd, re kening met de financiële beperkingen, waai> mee de KNZB ook dit jaar, ondanks een voor zichtige politiek, zal worden geconfronteerd. Toch heeft Kerkhoven lokaas uitgeworpen voor een, zij het geld kostende, belangrijke tussenfase: de mogelijkheid tot oriëntatie naar buiten. Inhoudende studiereizen naar Rus land, Amerika, Frankrijk en Oost-Duitsland om daar de trainingsmethoden te bestuderen. Hij hoopt op een gunstig onthaal van dit on derdeel van zijn begroting, want de werke lijkheid heeft geleerd, dat het nodig is. De sensationele prestatiecurve van bijvoorbeeld de Franse middenafstandszwemmer Alain Mos- eoni, te danken o.m. aan het zorg vuldig geheim gehouden principe van zuur- stofdoping. De Amerikaanse zwemcoach Ge orges Haines riep uit, dat hij er niets van begreep en dat wil wel wat zeggen, want Haines is er verantwoordelijk voor, dat de Amerikaanse zwemploeg in Tokio een lawine van goud, zilver en brons veroverde. Toch is, aldus Kerkhoven, het principe van zuurstof dope een simpel principe. Hij maakte dat met een voorbeeld duidelijk. „Als je Iemand aan koude temperaturen wil blootstellen, kun je dat doen via geleidelijke aanpassing of zonder merkbare overgang. Het principe zuurstof dope is de methode van de geleidelijke aan passing. Je brengt het „slachtoffer" elke dag in kouder temperatuur, waarbij zal blijken, dat hij zich aanpast. Hetzelfde doe je met 4e in Mexico optredende zuurstoftekorten. Je probeert de zuurstofschuld op te heffen met extra doses. Een zeer interessant aspect van de proeven die in Mexico zijn ondernomen. Een aspect, dat, blijkens hun uitlatingen, zelfs de Amerikanen nog revolutionnair noemen. Ik zou dat graag willen onderzoeken, ik zou er over willen praten met de ingewijden." Het is kort dag. Ook voor zwemcoach Rob Kerkhoven, waarvoor '67. zoals inmiddels ge bleken is, een uiterst belangrijk seizoen zal worden, (Van onze honkbalmedewerker) AMSTERDAM, 30 dec. Het tech nisch werk in de honkbalbond breidt zich nog stèeds uit. Sedert 1960 pro fiteren de Nederlandse honkballers van de kennis van Amerikaanse coaches en een paar jaar geleden werd Charles Urbanus de eerste Ne derlandse coach die een volledig dienstverband met de honkbalbond aanging. Kortgeleden werd Charles Urbanus belast met de samenstelling en trai ning van de Nederlandse ploeg terwijl het bestuur van de KNHB besloot de Amerikaanse bondscoach op het ogenblik Hal Schmelzly als adviseur aan zich te binden. Maar er is meer nodig. Honkbal is een moeilijke sport die pas na 1945 tot volle ontplooiing kwam. De tech nische ontwikkeling heeft zich vooral gemanifesteerd aan de top maar is bij de veelal kleinere en in de lagere klassen spelende verenigingen ten achter gebleven. De technische com missie stelt zich vooral tot doel de jeugd een behoorlijke technische oplei ding te geven. De Amerikaanse bonds coach wie dat ook was was daar met Charles Urbanus dagenlang voor op pad. En dat zal ook in de toekomst nog zo zijn, maar beiden krijgen hulp van twee Nederlandse assistent- coaches: Nol Houtkamp (24 maal in ternational en coach van ABC) en Wim Crouwel (19 maal international, Neder lands beste achtervanger en speler van het Amsterdamse OVVO). Voorlopig zullen Houtkamp en Crou wel niet betaald worden maar het ligt in de bedoeling dat zij over ca. twee jaar (wanneer ook het contract tussen Houtkamp en ABC beëindigd zal zijn) op half-time basis bij de KNHB in dienst treden. Houtkamp is thans reeds beschikbaar; de 24-jarige Wim Crouwel moet eerst nog een examen afleggen voor masseur. Op het ogen blik is Wim Crouwel masseur bij de Amsterdamse ere-divisie voetbal club DWS. Wat worden de werkzaamheden van Houtkamp en Crouwel? Zij zullen on der andere clubtrainingen bezoeken, jeugdtrainingen leiden en assisteren bij het jaarlijkse jeugdkamp van de KN HB. Maar er is meer werk voor hen. Dit jaar neemt het Nederlandse honk- balnegentai wederom deel aan het toer nooi om het Europese honkbalkam pioenschap dat in Antwerpen plaats vindt. Vóór die tijd (van zondag 30 juli tot en met vrijdag 4 aug.) gaan de Nederlanders naar «en trainings kamp in West-Duitsland, waarschijnlijk naar Wiesbaden. Houtkamp en Crou wel zullen daar óók aanwezig zijn. Het trainingsprogramma van het Ne derlands honkbalnegental zal er vol gend jaar anders uitzien dan men tot nu toe gewend was. Ditmaal geen groot aantal oefenwedstrijden in de zo mermaanden. De indoor-training wordt in de maanden januari en februari ge houden, de buitentrainingen beginnen in de tweede helft van mei. met as sistentie van de beide nieuwelingen. Houtkamp en Crouwel krijgen hun opleiding van Smelzly en Charles Ur banus. Zij zullen in de toekomst het werk van de 52 jaar oude Urbanus moeten overnemen. Op het ogenblik zoekt de KNHB naar mogelijkheden om tenminste één van beiden vol gend jaar gedurende enige tijd in Amerika te laten „studeren". Want het is niet alleen belangrijk dat jon ge sportmensen een stage in het bui tenland kunnen lopen, ook de trai ners moeten met het beste wat op het gebied van hun sport in het buiten land bestaat kennis kunnen makenl PARIJS, 30 dec. (ANP) De Bra ziliaanse voetbalster Pele heeft de be richten tegengesproken dat hij Brazi lië zou willen verlaten om in Duits land te gaan voetballen of te gaan werken. Pele, die op weg was van München naar zijn woonplaats Rio de Janeiro na een kort zakenbezoek in West- Duitsland, vertelde tijdens de tussen landing op het Parijse vliegveld Orly dat het nooit in zijn bedoeling heeft gelegen om in een Duitse voetbalclub te gaan spelen of om zich enige tijd in Duitsland te vestigen. De Westduitse industrieel Roland Endier, bij wie Pele korte tijd logeer de, verklaarde eerder op de dag in München dat zij slechts hadden ge sproken over Pele's plannen om gedu rende een jaar de techniek van het electrisch lassen in Duitsland te le ren, voordat hij een fabriek in Bra zilië zou openen. Endier voegde daar aan toe dat er slechts over zaken was gesproken, maar dat wanneer Pele zich een jaar in Duitsland zou vesti gen hij zichzelf het best in conditie zou kunnen houden door te blijven voetballen. EERSTE DIVISIE Aston Villa Arsenal Fulham Stoke Liverpool E verton Manchester U. Leeds Nottingham Sheffield U. Sheffield W. Chelsea Southampton Blackpool Sunderland Manchester C. West Ham Leicester Burnley West Bromwich Tottenham Newcastle I Liverpool Manch. U. Chelsea Nottingham Stoke Leeds Burnley Leicester Everton Tottenham West Ham EERSTE 22 30 22 30 23 28 23 28 22 27 22 27 22 25 21 24 22 24 22 24 22 23 DIVISIE Arsenal Sheffield Un. Manch. C. Sheff. W. Fulham Southampton Sunderland Aston Villa West Bromw. Newcastle Blackpool TWEEDE DIVISIE Wolverhampton Ipswich Huddersfield Carlisle Wolves Ipswich Coventry Carlisle Millwall Hull Blackburn Bolton I Crystal I Portsmouth Huddersf. TWEEDE 23 30 22 23 22 28 23 27 22 27 23 26 22 26 22 25 22 25 23 25 22 24 DIVISIE Preston Birmingh. Rotherh. Plymouth Charlt. Bury Bristol Derby Cardiff Norwich North. Town 22 21 22 21 20 19 21 19 22 19 22 18 21 17 22 17 22 15 22 14 22 12 23 24 23 24 22 20 23 20 22 18 22 18 23 18 24 18 22 18 23 18 21 IS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1966 | | pagina 11