T opsport
Bestuursleden
wensen
m
ROB KERKHOVEN:
komend seizoen
valt „grote klap
ROEICOACH SJOERD WARTENA:
Mensen maken sportsuccessen,
de machines beslist nog niet
Bij de radio
PROBLEMEN VOOR ZWEMCOACH
Jekort aan accommodaties en een
gebrek aan geld groot probleem
iv'i. i i"J
Nieuwe impuls
voor training
honkbaljeugd
SPORTMINISTER
FRANKRIJK
EXPERIMENTEN
STUDIEPRAKTIJKEN
REALIST
Pele blijft trouw
aan Brazilië
f;§'f
HHi
«ft1 i
r
I -m - c
ZATERDAG' 31 DECEMBER 1966
RUUD VAN DEN HENDE
AMHII
-
99
Rob Kerkhoven is een realist,
welhaast niet werken
Hij kent zijn mogelijkheden. En zegt: „Ik kan
zonder vakmensen op medisoh gebied".
(Van onze speciale verslaggever)
UTRECHT, 31 dec. Het miljoenen
project „Den Hommel", Nederlands
oostelijk van Utrecht gelegen duurste
zwembadencomplex, koestert zich in de
betrekkelijke rust van de kerstvakantie.
Vier maanden terug was „Den Hom
mel" een met jubel en tranen gevulde
ontmoetingsplaats voor Europa's naar
een topprestatie verlangende zwemélite.
Diezelfde rust weerspiegelt zich in de
ogen van zwemcoach Rob Kerkhoven,
die tijdens de strijd om de Europese
zwemtitels zakelijk een flop, sportief
gezien vrij succesvol voor Nederland
soms een bijzondere nerveuze indruk
maakte.
KOOS DE BOER
x; -i:.
1 - - P l-é
v V rk:
r,®
-1 ff
Sjoerd Wartena zoekt in de Europese bibliotheken naar Nederlandse boeken.
Dat is echter niet zijn enige taak. Hijperfectioneert ook de roeie-acht van
Neureus.
FRANS NYPELS
Clubtrainingen
in 1967
EEN BEETJE POENIG doen, is een hobby die
de Nederlandse sportwereld niet vreemd is.
Als de Olympische film uit Tokio in première
moet, is er zowel geld om lieftallige Geisha's
uit Japan te laten komen als om de champagne
in de fonkelende kelken te laten bruisen. Als
je bestuurslid bent van een club in het betaalde
voetbal staat het ook om zo maar eens voor
de grap met een uitwedstrijd van het Nederlands
elftal mee te gaan en bij gelegenheid, meestal
bij nachtelijke gelegenheid, een duur rondje te
geven aan de meegereisde bondsbestuurders.
In dat geval gaat vaak de „cost" voor de „baet"
uit. En dan hebben we in Nederland ook nog
een toto-baas. De arme drommel is te bekla
gen. Niet alleen is hij verplicht den volke te
laten weten, dat er 40.463.811 gulden in zijn kas
is gevloeid dat is 4.045.111 gulden méér dan
het jaar ervoor en bijna het dubbele van de
inleg in het eerste toto-jaar (1960) ook moet
hij waarschuwen: „de concurrentie van de
buitenlandse kansspelen" maakt de Nederlandse
toto op den duur kapot. Fijn puntje voor het
nieuwe kabinet.
HET NIEUWE KABINET. Daar moeten wij
die over sport denken, toch eens even bij stil
staan. Wordt het niet de hoogste tijd, dat Ne
derland na de verkiezingen een echte minister
voor de sport krijgt. De man mag er hoogstens
nog de sportieve recreatie bij krijgen. Meer
beslist niet, want hij zal handen vol werk heb
ben. Jammer eigenlijk dat Willem van Zijll
de enige Nederlandse sport-doctor (hij moest
wel naar België om het te kunnen worden)
geen lid van de KVP is. Hij zou zó minister
zijn. Hij denkt „links" en hij spreekt „rechts".
Hij vindt: „We moeten nu aan de slag voor
straks; daar moeten we geld voor over heb
ben" en hij zegt: „Maar we moeten het zelf
doen, heel voorzichtig manoeuvrerend, want an
ders gaat de staat zich te veel met de sport be
moeien". Het zou fijn zijn, als de gedachten èn
de woorden van Wim van Zijll weerklank
vonden in brede lagen van de Nederlandse sport-
notabelen. Het is echter te vrezen, dat de be
langhebbenden zij, die sport beoefenen en die
er niet alleen „lol" in hebben dat goed te doen,
maar ook nog zó eerzuchtig zijn, dat ze het
goed willen doen niet meer het geduld heb
ben tot al die grijze sportnotabelen ten gra
ve zijn gedragen, zodat er eindelijk eens ge
werkt kan worden. Hun, die sport beoefenen, zal
het een zorg zijn of de staat de mannen aanwijs
die sport als een volwaardig facet van het
maatschappelijk leven wensen te behandelen,
dan wel op de sport zelf, die mannen voort
brengt. Zij die sport beoefenen, willen slechts
één ding: gelijkwaardig stijd leveren met al
die andere Europeanen, Amerikanen, Australiërs,
Aziaten en Afrikanen. Daarom roepen Neder
landse sportbeoefenaars begin februari de nodige
bstuursleden op het het matje.
De bestuursleden zijn al vast gewaarschuwd:
enige niet onbelangrijke industriëlen luisteren
mee.
Die bestuursleden zouden er bovendien goed
aan doen eens te luisteren naar de beklagens
waardige heer Massard, voorzitter van het
Frans Olympisch Comité. Hij vecht wanhopig,
maar tevergeefs voor erkenning. Hij is opzij
gezet door De Gaulle en diens sportminister
Francois Misoffe. Frangois Misoffe heeft al een
uitgebreide inspectietocht ondernomen naar het
oord, waar in 1968 de Olympische Spelen wor
den gehouden. En de Mexicanen hebben heel
goed begrepen, dat zij te zijner tijd de heer
Massard ongestraft links kunnen laten liggen.
Hie heeft, als is hij dan lid van het Internatio
naal Olympisch Comité, in de Franse sport
biets meer te vertellen. Waarom?
Omdat Frankrijk al heeft begrepen, wat Ne
derland ook had kunnen weten. Jaren geleden
dat was zo omstreeks 1949, 1950 zei de
Engelse ambassadeur in Den Haag eens bij een
banket: „De beste vertegenwoordiger die Ne
derland ooit in mijn land heeft gehad, is Fanny
Jankers-Koen". Want Fanny Blankers won
Vler gouden medailles op de Spelen van 1948
jh Londen. En, zoals de Nederlandse journalist
in het meeest exquise restaurant van Tokio
wordt gefêteerd alsof hij de zoon uit een won
derland is, zo zal de Nederlandse zakenman in
Japan een bevoorrechte entree hebben, omdat
Anton Geesink tot tweemaal toe een Japanner
van de felst begeerde judo-titel afhield. Een
beetje overdreven van die ambassadeur en die
Japanners? Best mogelijk, maar het is toch
wel de moeite waard met de werkelijkheid
rekening te houden.
Dan zijn wij voortaan wellicht ook niet meer
zo snobistisch om een atleet die een medaille
op de Olympische Spelen heeft behaald zijn (of
haar), studietoelage in te houden, omdat hij
(of zij) wegens het deelnemen aan de Spelen
een tentamen heeft gemist. Dan raken wij wel
licht ook verlost van bestuursleden die al
maar roepen: „Vroeger, toen ik sport deed,
oefende ik tot het zó donker was, dat je niet
meer kon zien, waar je liep. Kom daar nou
maar eens om." Weet die man veel, dat er
tegenwoordig alleen nog maar gemeentelijke
sportterreinen zijn, waar de ambtenaar-terrein
opzichter om halfvijf zegt: „iedereen weg we
zen, mijn dienst loopt af en om vijf uur heeft
moeders de soep op tafel!" Bovendien: vroeger
speelde je sport en betaalde je pa; tegenwoordig
loopt de sport via de laboratoria van biolo
gen, fysiologen en psychologen en doe je met
40 miljoenen van de toto, waarvan 10 miljoen
ter wille van het sussen van gewetens naar de
liefdadigheid moet, niks.
Het is maar dat we weten, waar we over
Praten als we aan topsport, Olympische Spelen
in Mexico bijvoorbeeld, denken.
AMSTERDAM, 31 dec. Enkele Neder
landse sportleiders hebben zich in htm nieuw
jaarswensen als volgt uitgedrukt:
F. Jutte (atletiek): „graag een indooratletiek-
baan"
J. de Vries (zwemmen): „betere trainings-
fbogelijkheid ell betere prestaties en de door
braak van het recreatief zwemmen
,P- van Dijk (wielrennen): „een sportpaleis,
althans een overdekte wielerbaan"
A. Dokkum (roeien): „wij mogen niet stil
blijven staan"
d tVesselo (schaatsen): „een wintertje om
rui H°llandse familie op natuurijs te zien"
training"8'1 'boksen): „centrum voor boks-
modaüe';WUllgen (kan0): „eigen trainingsacco-
J Jong (turnen): „dat onze dames een
soed figuur slaan"
Onderwerp van gesprek is het met snelle
stappen naderbijkomende olympisch zwem-
festijn. Kerkhoven, wel eens voor nuchter ver
sleten, verbergt achter het aanstekelijk wer
kend élan van de dertiger de vitale emotie,
die nodig is in de omgang met aan topsport
verslaafden. Zo kan hij ineens zorgelijk kij
ken als hij het jaar 1967 aan de orde stelt
en zegt: ,,in het seizoen '67 valt de grote
klap".
De afgelopen maanden heeft Kerkhoven zich
intensief beziggehouden met de voorbereiding
van zijn derde regeringsperiode. Zijn plannen
bleven al met al aan de bescheiden kant,
deels, omdat hij met onvoldoende dekkings
middelen moet werken, deels ook omdat het
onthullende rapport met de ervaringen van
de Nederlandse proefploeg in Mexico-City nog
niet aan de openbaarheid is prijsgegeven.
(Van onze speciale verslaggever)
AMSTERDAM, 31 dec. Sjoerd
Wartena is geen roei-coach van beroep.
Zo onduidelijk mogelijk vertelt de zeven-
entwintigjarige student Nederlands,
met een bijna verontschuldigende glim
lach, dat hi,j dank zij een beurs de biblio
theken door heel Europa afloopt op zoek
naar Nederlandse boeken, gedrukt vóór
1500. Tussen de reizen door probeert hij
de roei-acht van Nereus te perfectione
ren, die hij amper twee jaar geleden uit
een stel „groenen" vormde. Reeds dit
seizoen bracht hij die acht bijna in de
finale van de wedstrijden om de wereld
titels en zij wordt dan ook algemeen als
de beste Nederlandse acht aller tijden
beschouwd.
Sjoerd Wartena deed dat zonder de onder
grond van een dosis algemene sportkennis op
gedaan aan het CIOS of een akademie Licha
melijke Opvoeding. Soms voelt hij dat als een
gemis. Soms, niet vaak. „Het vervelende is
namelijk", zo stelt hij, „dat ze op zo'n aka
demie niets van de echte sport weten. Dat
ze de sportpraktijk niet kennen." Dat irri
teert een man als Wartena, die zelf tot de
Europese en de wereldtop heeft behoord en
de ervaringen van de sportman tot in de laat
ste vezel kent. Vandaar bovendien dat hij de
waarde van de incidentele wetenschappelijke
steun aan de sport in Nederland betrekkelijk
vindt, omdat bijvoorbeeld de doktoren als
leken op sportgebied altijd weer beginnen
met „het zou best wel eens kunnen zijn dat
enz. enz." Uit hun ellenlange verhandelingen
moet de man van de praktijk dan proberen
ie werklijk waardevolle adviezen te halen.
„En dat kost in verhouding tot het nut veel
te veel tijd."
Neem de psychologische kant van de trai
ning. „Je krijgt' acht jongens voor een roei-
ploeg. Acht verschillende karakters die samen
een topprestatie moeten leveren. Een psycho
loog zal nauwelijks dwingende adviezen kun
nen geven. Ja, de relatie tussen jongens en
trainer is niet zo Intensief als bij een twee
tje of met acht man is een grotere variatie
van werken mogelijk. Mijn taktiek? Doorgaan
op het feit dat ze bij je zijn gekomen, om
dat ze zo dolgraag aan sport willen doen. Pro
fiteren van het respect die je eigen vroege
re prestaties bij hen hebben afgedwongen en
van het eerste succesje. Krijgt er dan een
ooit eens „kapsones", dan is een grap ver
nietigend. Krijgen er twee ruzie, dan helpt
dezeSde grap. Simpel, maar waar."
Neem de medische kant van de training.
,,Je kunt een ideale toestand maken door
bijvoorbeeld in het clubhuis van Nereus dure
cardiologische apparatuur neer te zetten en de
training te baseren op de gegevens die daar
uit komen. Dat is op de eerste plaats een
heel kostbare zaak. Op de tweede plaats ziet
ook een coach wel of een jongen moe is of
niet. Nu zeg ik: kom wij drinken een pils.
De machine beveelt: morgen een baantje min
der trekken. Je precies daaraan houden heeft
zijn gevaren. Zonder machine belast ik de
ploeg de ene dag te zwaar, de andere dag
te weinig. Een machine maakt dat verschil
veel kleiner. Het gevolg is echter, dat, wan
neer er in een wedstrijd eens extra inspan
ning wordt gevraagd door storm of wat dan
ook de jongens die niet meer kunnen leveren.
Je 'moet een mens niet zo scherp afstellen.
Je moet de gezondheidstoestand van een man
op een bepaald ogenblik, bijvoorbeeld vlak
voor de wedstrijd, nit alleen registreren en
daarna automatisch èen beslissing nemen. Je
moet met de man praten en dan de conclu
sie van wat wel en wat niet kan trekken."
Zö'n ideale toestand, de hulp van allerlei
mogelijke wetenschappelijke middelen, kent de
Nederlandse sport nauwelijks. De weinige stu
dies die er zijn brengen de praktijkmensen
af en toe op nieuwe ideeën. „Bijvoorbeeld
over de experimenten van professor Bierste
ker is nog veel te weinig bekend, althans over
de praktische waarde ervan. In het buitenland
doet men voor de roeiers niet veel meer.
Alleen in Oost-Duitsland werkt een gro
te staf in Leipzig. Die bewijst dat een goe
de wetenschappelijke benadering zijn effect
kan hebben. Maar dat is een gigantisch fi
nancieel en wetenschappelijk apparaat. Van
bovenaf gedirigeerd. Wij in Nederland doen
het amateuristischer. Wij modderen wat aan.
Maar dat is zo slecht nog niet. Dan negeer
ik al die interne ruzies. In vele bonden is
geen goed begrip van de top-sport. Daar zit
ten de verkeerde mensen. Maar als een gro
te of kleine bond goede enthousiaste mensen
heeft met frisse ideeën, dan komt er wat uit.
Eerst prestaties. Als gevolg daarvan van
zelf ook geld voor accommodaties en training.
Alles hangt af van de mensen. Neem de klei
ne kano-bond. Die heeft Karei Muis en dus
succes. Neem de wielrenners. Neem
de schaatsenrijders van het vorig jaar.
Nu ben ik er bang voor. Ik heb
de foto's gezien van Schenk en Verkerk
in Noor-wegen na afloop van die wedstrijd.
Afgezien van de tijden, die foto's vond ik grie
zelig angstig voor dit seizoen. Succes hangt
voor alles af van het goede samenspel tus
sen de mensen die de sport leiden en zij
die haar beoefenen. Van Nes en Van de
Graaff, de wereldkampioenen in gestuurde
twee, zijn van het beste roeivlees, maar heel
moeilijke jongens. De rustige coach Vaandra
ger maakte hen tot een winnende ploeg."
Al pratend stoeit Sjoerd Wartena met zijn
gedachten. In de winter heeft hij die zelfs
over het roeien niet zo maar geformuleerd.
Op het ene moment zou hij de roei-sport wil
len openbreken. Dan zucht hij dat een sport
waarin alle lichaamsdelen in beweging komen
toch populairder gemaakt zou kunnen worden.
Op scholen, in het leger en misschien zelfs
op fabrieken. Maar even plotseling legt hij
zich zelf dan weer het zwijgen op met „ik
ben te idealistisch. Roeien trekt het grote pu
bliek niet als schouwspel. Voor de actieve
sportman is de training te intensief, terwijl
er met wielrennen en voetbal bovendien nog
geld te verdienen is. Roeien lukt alleen in
een speciale omgeving, bijvoorbeeld in de
sfeer van rivaliteit tussen de studenten." Maar
zelf vind hij dat vervelend omdat de echte
top misschien uit hooguit 25 man bestaat en
alleen de wedstrijden in het buitenland af
wisseling bieden.
Bovendien stoort Wartena zich aan de a-spor-
tieve studentenpraktijken. Dat tot voor kort
bij het Delftse Laga op het clubhuis dezelfde
sfeer als van de sociëteit van het corps moest
heersen en dat een „goede vent in die sfeer"
de voorkeur kreeg boven een sterkere roeier,
die minder „in" was. Dat de grote vereni
gingen nog altijd alleen van het corps zijn,
terwijl zij als open sportverenigingen van de
universiteit veel sterker zouden kunnen wor
den en een club als Nereus bijvoorbeeld meer
kans op een overdekt bassin voor de winter-
training zou maken. Dat de Koninklijke Ne
derlandse Studentenroeibond uit een stelletje
conservatievelingen bestaat, daardoor moeizaam
verdwijnt en te vergelijken is met de kleine
uitstervende groep studenten die in Amster
dam niet geld van de oud-leden van het Lido
toch nog een nieuw gebouw maakt. „Maar",
en Wartena concludeert dat lakoniek, geluk
kig worden de bakens verzet en leggen de
meeste verenigingen nu reeds de maatrege
len van de KNSRB die fnuikend zijn voor
het roeien, naast zich neer. Toch zal de roei-
sport altijd voor een bepaald groepje blijven.
Tenzij je een grote schare jeugd kunt laten
afkomen op een enorme trekpleister als een
wereld- of Olympisch kampioen in de acht
of de vier." Op dat moment valt er even,
heel even een kleine stilte in het bruisende
gesprek.
J,
A
Toch nam Kerkhoven één ingrijpende beslis
sing. Hij liet de vorig jaar ingevoerde cen
trale training in de winterperiode vervallen,
omdat hij meer resultaat verwacht van de
kwa intensiteit opgevoerde regionale trainin
gen, die vanaf morgen in vijf Nederlandse
baden (Groningen, Enschede, Beverwijk, Rot
terdam en Den Bosch) beginnen. Die regio
nale oefenavonden zijn alle naar het weekend
gestuwd om een zo groot mogelijk rendement
te krijgen. In vele gevallen zal zo'n training
zelfs een heel weekend in beslag nemen. Ver
volgens dienen zich in het prille voorjaar dan
enkele interessante wedstrijden aan. Ontmoe
tingen met sterke Europese en Amerikaanse
tegenstanders, die voor de bekende internatio
nale wedstrijden in Bremen en Praag zijn
uitgenodigd. Besloten met een wedstrijd in het
Russische Leningrad waar in april de top van
's werelds zwemélite bijeenkomt.
„Als je aan Mexico en aan de Olympische
Spelen denkt", begint de practicus Kerkhoven,
„zit je in feite weer direct tussen de moei
lijkheden, die je altijd bestormen, wanneer je
topprestaties eist: het tekort, of laat ik het
beter formuleren, het ontbreken van de trai
ningsmogelijkheden, de zwemaccommodaties.
Levert het vinden van een zwemuur, een vrij
trainingsuur dus, voor de KNZB al geweldige
budgetaire problemen op, voor de clubs is
die kwestie helemaal niet meer op te lossen.
Piet Verwoerdt, een hoge functionaris in de
KNZB, heeft uitgerekend dat de badhuur in
enkele jaren tijds is verdubbeld. Er zijn clubs
in Nederland, die, hoewel ze over kostbaar
talent beschikken ,de top van hun trainings
vermogen hebben bereikt en die het ontwik
kelde talent niet verder kunnen begeleiden.
In Maastricht leidde dit zelfs tot een fusie
tussen MZ en PC en Kimbria." Via deze wei
nig bemoedigende inventarisatie bereikt Kerk
hoven, nog niet eens bitter gestemd nu
ondanks het feit, dat hij zich toch een roe
pende in de woestijn moet voelen het hoofd
stuk „overheid", in Nederlandse sportkringen
al zo dikwijls, zonder resultaat overigens, ten
tonele gevoerd.
„Ieder vijftigmeterbad dat verrijst," ha
mert Kerkhoven, „eist een uurprijs van mins
tens honderd gulden. Goed, toegegeven, het
zijn soms prachtige baden, maar wat kopen
we daarvoor. In vergelijking met zwemclubs
leven volleybalclubs, basketballverenigingen
en gymnastiekbeoefenaren in een waar para
dijs. Zij huren ruimte voor fancy-prijzen."
Emotioneel vervolgend zegt hij: „Er is wel
eens in een TV-uitzending gezegd, dat we niet
jaloers hoeven te zijn op de sportbedrijvende
Oosteuropeanen. Een vreemde conclusie. Ik
ben wel degelijk jaloers. De sportman in
Oost-Europa krijgt de volle kans zich te hand
haven. In accommodaties, die voor hem wor
den vrijgehouden. Het belang van die moge
lijkheden wordt ook in het westen gevoeld.
Zelfs in Nederland. Dat is meer een gevoels
kwestie. Dachten de mensen hier'nou werke
lijk, dat degenen die in Nederland topsport
bedrijven, er niet alles voor over hebben?
Het gebrek aan accommodaties wordt in Ne
derland juist door de smalle top wel degelijk
emotioneel als een groot gemis gevoeld."
Kerkhoven bekent dan dat hij, hoewel tegen
stander van elke beperking van de indivi
duele vrijheid, een gematigd voorstander is
van een soort „dictatuur" op trainingsgebied,
zoals dat niet alleen in autoritair geregeerde
landen, maar ook in Frankrijk en Amerika
wordt toegepast. Met zijn grote kennis van
zwemzaken (hij studeert bijna elke dag nog
op Amerikaanse litteratuur, hem toegezonden,
omdat hij lid is van de Amerikaanse vereni
ging van zwemtrainers) is die wel nooit zo
direct uitgesproken houding er wellicht de
oorzaak van, dat hij zich in de sportwereld
vijanden heeft gemaakt bij de conservatieve
groep (lees ouderen) sportbestuurders, die
met hun gedachten nog in een soort padvin
derswereld leven.
teletype hz tijd sport kerkhoven II (2de deel)
V*' - 4. %-
"T" d* V
■-« ,*V W
J $4*
Kerkhoven is echter ook realist. Hij kent
zijn mogelijkheden, hij weet waar de beper
kende grens is getrokken. „Al mijn eisen ten
aanzien van accommodaties zou ik willen kop
pelen aan verhoging van de lasten van de
sportbedrijvenden, die onder de top slechts
recreatie verlangen. De topsporters betalen al
genoeg. Wat dat betreft kan Nederland zich
meten met de Amerikanen, die, Individueel,
ook veel voor het bereiken van sportroem
overhebben.
Een andere wens van Kerkhoven, direct na
afloop van de Europese zwemtitelstrijd in een
bewogen persconferentie naar voren gebracht,
hoopt hij binnen niet al te lange tijd einde
lijk in vervulling te zien gaan. Het herstel
van de banden met een medische commissie,
die enkele jaren terug, mede wegens het aan
dringen van Kerkhoven op toepassing op gro
ter schaal van het talent opleverende jeugd-
zwemmen, uit de zwemmerij stapte, omdat
zij de gevolgen van jeugdzwemmen, ondanks
aanwezig studiemateriaal uit Amerikaanse
koker, zelf wilde bestuderen. „Ik kan wel
haast niet werken zonder vakmensen op me
disch gebied", zegt Kerkhoven, tevens mee
delend, dat de zwembond deze zaak de afge
lopen maanden met grote accuratesse heeft
behandeld.
Het plan, dat Kerkhoven voor het komende
jaar heeft ingediend, houdt, zoals gezegd, re
kening met de financiële beperkingen, waai>
mee de KNZB ook dit jaar, ondanks een voor
zichtige politiek, zal worden geconfronteerd.
Toch heeft Kerkhoven lokaas uitgeworpen
voor een, zij het geld kostende, belangrijke
tussenfase: de mogelijkheid tot oriëntatie naar
buiten. Inhoudende studiereizen naar Rus
land, Amerika, Frankrijk en Oost-Duitsland
om daar de trainingsmethoden te bestuderen.
Hij hoopt op een gunstig onthaal van dit on
derdeel van zijn begroting, want de werke
lijkheid heeft geleerd, dat het nodig is. De
sensationele prestatiecurve van bijvoorbeeld
de Franse middenafstandszwemmer Alain Mos-
eoni, te danken o.m. aan het zorg
vuldig geheim gehouden principe van zuur-
stofdoping. De Amerikaanse zwemcoach Ge
orges Haines riep uit, dat hij er niets van
begreep en dat wil wel wat zeggen, want
Haines is er verantwoordelijk voor, dat de
Amerikaanse zwemploeg in Tokio een lawine
van goud, zilver en brons veroverde. Toch is,
aldus Kerkhoven, het principe van zuurstof
dope een simpel principe. Hij maakte dat met
een voorbeeld duidelijk. „Als je Iemand aan
koude temperaturen wil blootstellen, kun je
dat doen via geleidelijke aanpassing of zonder
merkbare overgang. Het principe zuurstof
dope is de methode van de geleidelijke aan
passing. Je brengt het „slachtoffer" elke dag
in kouder temperatuur, waarbij zal blijken,
dat hij zich aanpast. Hetzelfde doe je met
4e in Mexico optredende zuurstoftekorten. Je
probeert de zuurstofschuld op te heffen met
extra doses. Een zeer interessant aspect van
de proeven die in Mexico zijn ondernomen.
Een aspect, dat, blijkens hun uitlatingen, zelfs
de Amerikanen nog revolutionnair noemen.
Ik zou dat graag willen onderzoeken, ik zou
er over willen praten met de ingewijden."
Het is kort dag. Ook voor zwemcoach Rob
Kerkhoven, waarvoor '67. zoals inmiddels ge
bleken is, een uiterst belangrijk seizoen zal
worden,
(Van onze honkbalmedewerker)
AMSTERDAM, 30 dec. Het tech
nisch werk in de honkbalbond breidt
zich nog stèeds uit. Sedert 1960 pro
fiteren de Nederlandse honkballers
van de kennis van Amerikaanse
coaches en een paar jaar geleden
werd Charles Urbanus de eerste Ne
derlandse coach die een volledig
dienstverband met de honkbalbond
aanging.
Kortgeleden werd Charles Urbanus
belast met de samenstelling en trai
ning van de Nederlandse ploeg terwijl
het bestuur van de KNHB besloot de
Amerikaanse bondscoach op het
ogenblik Hal Schmelzly als adviseur
aan zich te binden.
Maar er is meer nodig. Honkbal is
een moeilijke sport die pas na 1945
tot volle ontplooiing kwam. De tech
nische ontwikkeling heeft zich vooral
gemanifesteerd aan de top maar is bij
de veelal kleinere en in de lagere
klassen spelende verenigingen ten
achter gebleven. De technische com
missie stelt zich vooral tot doel de
jeugd een behoorlijke technische oplei
ding te geven. De Amerikaanse bonds
coach wie dat ook was was daar
met Charles Urbanus dagenlang voor
op pad. En dat zal ook in de toekomst
nog zo zijn, maar beiden krijgen hulp
van twee Nederlandse assistent-
coaches: Nol Houtkamp (24 maal in
ternational en coach van ABC) en Wim
Crouwel (19 maal international, Neder
lands beste achtervanger en speler van
het Amsterdamse OVVO).
Voorlopig zullen Houtkamp en Crou
wel niet betaald worden maar het ligt
in de bedoeling dat zij over ca. twee
jaar (wanneer ook het contract tussen
Houtkamp en ABC beëindigd zal zijn)
op half-time basis bij de KNHB
in dienst treden. Houtkamp is thans
reeds beschikbaar; de 24-jarige Wim
Crouwel moet eerst nog een examen
afleggen voor masseur. Op het ogen
blik is Wim Crouwel masseur bij de
Amsterdamse ere-divisie voetbal
club DWS.
Wat worden de werkzaamheden van
Houtkamp en Crouwel? Zij zullen on
der andere clubtrainingen bezoeken,
jeugdtrainingen leiden en assisteren bij
het jaarlijkse jeugdkamp van de KN
HB. Maar er is meer werk voor hen.
Dit jaar neemt het Nederlandse honk-
balnegentai wederom deel aan het toer
nooi om het Europese honkbalkam
pioenschap dat in Antwerpen plaats
vindt. Vóór die tijd (van zondag 30
juli tot en met vrijdag 4 aug.) gaan
de Nederlanders naar «en trainings
kamp in West-Duitsland, waarschijnlijk
naar Wiesbaden. Houtkamp en Crou
wel zullen daar óók aanwezig zijn.
Het trainingsprogramma van het Ne
derlands honkbalnegental zal er vol
gend jaar anders uitzien dan men tot
nu toe gewend was. Ditmaal geen
groot aantal oefenwedstrijden in de zo
mermaanden. De indoor-training wordt
in de maanden januari en februari ge
houden, de buitentrainingen beginnen
in de tweede helft van mei. met as
sistentie van de beide nieuwelingen.
Houtkamp en Crouwel krijgen hun
opleiding van Smelzly en Charles Ur
banus. Zij zullen in de toekomst het
werk van de 52 jaar oude Urbanus
moeten overnemen. Op het ogenblik
zoekt de KNHB naar mogelijkheden
om tenminste één van beiden vol
gend jaar gedurende enige tijd in
Amerika te laten „studeren". Want
het is niet alleen belangrijk dat jon
ge sportmensen een stage in het bui
tenland kunnen lopen, ook de trai
ners moeten met het beste wat op het
gebied van hun sport in het buiten
land bestaat kennis kunnen makenl
PARIJS, 30 dec. (ANP) De Bra
ziliaanse voetbalster Pele heeft de be
richten tegengesproken dat hij Brazi
lië zou willen verlaten om in Duits
land te gaan voetballen of te gaan
werken.
Pele, die op weg was van München
naar zijn woonplaats Rio de Janeiro
na een kort zakenbezoek in West-
Duitsland, vertelde tijdens de tussen
landing op het Parijse vliegveld Orly
dat het nooit in zijn bedoeling heeft
gelegen om in een Duitse voetbalclub
te gaan spelen of om zich enige tijd
in Duitsland te vestigen.
De Westduitse industrieel Roland
Endier, bij wie Pele korte tijd logeer
de, verklaarde eerder op de dag in
München dat zij slechts hadden ge
sproken over Pele's plannen om gedu
rende een jaar de techniek van het
electrisch lassen in Duitsland te le
ren, voordat hij een fabriek in Bra
zilië zou openen. Endier voegde daar
aan toe dat er slechts over zaken was
gesproken, maar dat wanneer Pele
zich een jaar in Duitsland zou vesti
gen hij zichzelf het best in conditie
zou kunnen houden door te blijven
voetballen.
EERSTE DIVISIE
Aston Villa Arsenal
Fulham Stoke
Liverpool E verton
Manchester U. Leeds
Nottingham Sheffield U.
Sheffield W. Chelsea
Southampton Blackpool
Sunderland Manchester C.
West Ham Leicester
Burnley West Bromwich
Tottenham Newcastle
I Liverpool
Manch. U.
Chelsea
Nottingham
Stoke
Leeds
Burnley
Leicester
Everton
Tottenham
West Ham
EERSTE
22 30
22 30
23 28
23 28
22 27
22 27
22 25
21 24
22 24
22 24
22 23
DIVISIE
Arsenal
Sheffield Un.
Manch. C.
Sheff. W.
Fulham
Southampton
Sunderland
Aston Villa
West Bromw.
Newcastle
Blackpool
TWEEDE DIVISIE
Wolverhampton Ipswich
Huddersfield Carlisle
Wolves
Ipswich
Coventry
Carlisle
Millwall
Hull
Blackburn
Bolton
I Crystal
I Portsmouth
Huddersf.
TWEEDE
23 30
22 23
22 28
23 27
22 27
23 26
22 26
22 25
22 25
23 25
22 24
DIVISIE
Preston
Birmingh.
Rotherh.
Plymouth
Charlt.
Bury
Bristol
Derby
Cardiff
Norwich
North. Town
22 21
22 21
20 19
21 19
22 19
22 18
21 17
22 17
22 15
22 14
22 12
23 24
23 24
22 20
23 20
22 18
22 18
23 18
24 18
22 18
23 18
21 IS