Amerikanen
blijven 18 uur
op de maan
na de eerste
landing
AANGEWAKKERD
OPMARS DER MAANGLUURDERS
WEDLOOP OM DE MAAN
De drie belangrijkste
fasen van het Amerikaanse maan-avontuur
ZATERDAG 31 DECEMBER 1966
5
De beste maanfoto in 1966
(Van onze ruimtevaartmedewerker)
Het jaar 1967 zal opnieuw grote en on
getwijfeld spectaculaire gebeurtenissen te
zien geven in de ruimtevaart, en met name
de maan zal zij het slechts in overdrach
telijke betekenis dichter bij de aarde ko
men. Het is zelfs mogelijk, dat de Russen
nog vóór 7 november 1967 de vijftigste
verjaardag van de bolsjewistische overwin
ning een bemand ruimteschip op de maan
laten landen, zoals enige tijd geleden in
Moskou werd gesuggereerd. Ondanks die
beweringen gaan de Amerikanen rustig
door met hun voorbereidingen voor een
maanlanding, die zonder al te ernstige
tegenslagen omstreeks augustus of septem
ber 1968 kan worden verwacht. Een van de
lastigste obstakels op hun weg naar de maan
hebben de Amerikanen enkele weken gele
denden opgeruimd: een proef-op-de-begane-
grond met de tweede trap van de maanraket
slaagde volledig (ondanks allerlei nare pro
blemen in het verleden) en dat betekende
een nieuwe stap in de goede richting.
(Van onze ruimtevaartmedewerker)
MET NAME het afgelopen jaar hebben Rusland en Amerika grote
aandacht besteed aan het onderzoek van de maan'met behulp van
automatisch werkende robot-voertuigen. Deze kaart geeft aan wat
er in de loop der jaren zoal is gebeurd op dit gebied, al zijn verschei
dene mislukte maanschoten zoals in het kader van het Amerikaanse
Pioneerprogramma, waarbij de maan niet eens werd bereikt uiter
aard niet opgenomen; een opzettelijk verzuim, dat ten doel heeft de
tekening zo overzichtelijk mogelijk te houden.
We beginnen met de eerste voltreffer op de maan. Dat was de
Russische Loenik-2 die op 14 september 1959 betrekkelijk dicht bij
hpt „maanmiddelpunt" te pletter sloeg (1). De eerstvolgende vol
treffer vond plaats op de „achterkant" van de maan met de falende
Amerikaanse Ranger-4 (6 april 1962). De Ranger-6 kwam op 2 febru
ari 1964 in de Zee der Rust (2), maar seinde tot grote teleurstelling
van de Amerikanen geen foto's naar de aarde. Beter verging het de
Ranger-7,'die op 31 juli 1964 te pletter sloeg in de Zee der Wolken (2)
en enkele duizenden fraaie foto's van het maanoppervlak naar de
aarde zond, een prestatie die nog werd overtroffen door de Ranger-8
die op 20 februari 1965 in de Zee der Rust (4) uit elkaar sloeg, na
uitzending van foto's, en op 24 maart 1965 door de laatste Ranger
(nummer 9), die na het uitvoeren van zijn fotogtafische opdracht in
de befaamde krater Alphonsus (5) te pletter viel.
Kort daarna begonnen de Russen een nieuw maan-offensief met
het doel een „zachte landing" uit te voeren, wat echter allerminst
eenvoudig bleek te zijn. De Loena-5 sloeg op 12 mei 1965 te pletter
in de Zee der Wolken (6), de Loena-7 faalde eveneens en kwam met
een harde klap (op 6 oktober 1965) terecht in de Oceaan der Stormen
(7), de Loena-8 overleefde zijn val in diezelfde Oceaan der Stormen
(8) ook niet dat was op 6 december 1965 maar de Loena-9
slaagde erin een „zachte landing" te maken en na die landing nog
foto's van het maanoppervlak naar de aarde over te seinen. Het toe
stel landde op 3 februari 1966 in de Oceaan der Stormen (9). De
Amerikanen verrichtten dat kunststukje met hun Surveyor-1 op
2 juni 1966, eveneens met een landing in de Oceaan der Stormen (10).
Die Surveyor-1 zond naderhand meer dan elfduizend foto's over naar
de aarde. Minder gelukkig waren de V.S. met hurr Surveyor-2, die na
weigering van een der correctiepketjes, op 23 september 1966 roem
loos te pletter viel bij de Centrale Baai (11).
Toen was overigens ook het tijdperk van de maansatellieten (toe
stellen die in een baan öm de maan draaien) reeds begonnen. De
eerste maansatelliet was de Russische Loena-10, die op 3 april 1966
een dergelijke baan om de maan ging beschrijven. Hij werd gevolgd
door de Amerikaanse satelliet Lunar Orbiter-1, die op 14 augustus in
zijn maanbaan kwam en na het beëindigèn van zijn fotoverkenning
op 29 oktober jl. op de',.achterkant" van de maan te pletter stortte.
De Russische Loena-11 kwam op 27 augustus 1966 in een baan om
de maan en de Loena-12 de eerste Russische maansatelliet, waar
van maanfoto's zijn gepubliceerd op 25 oktober Jl. En kort daarna
lanceerde Amerika de Lunar Orbiter-2, die op 10 november jl. een
baan om de maan ging beschrijven en o.a. schitterende opnamen
maakte van het gebied van de/euzenkrater Copernicus. De Loena-13
(zie witte ster rechts boven) maakte tot slot op 24 december een
zachte landing in de Oceaan der Stormen (waar ook de Loena-9 en
de Surveyor-1 terecht waren gekomen) en seinde maanfoto's en
wetenschappelijke gegevens over. Voorts is deze Loena uitgerust
met een „mechanische arm" die de maanbodem aftast, een nieuw
technisch hulpmiddel, dat de Amerikanen pas volgend jaar hopen toe
te passen.
Rest nog te vermelden, dat de Russische Loenik-3 (lancering 4
oktober 1959) er als eerste in slaagde een reeks niet al te duide
lijke foto's te maken van de „achterant" van de maan, op een af
stand, variërend van 75.650 tot 69.600 km. Deze Loenik-3 beschreef een
zeer elliptische baan om de aarde èn maan en verbrandde 99 dagen
na zijn lancering in de aardse dampkring. 'De Russen fotografeerden
op 20 juli 1965 (gedurende 68 minuten) de maanachterkant ook nog
met hun Zond-3, een prototype voor ruimtevoertuigen ter verkenning
van de planeten Mars en Venus. De Zond-3 werd op 18 juli 1965 ge
lanceerd en kwam later in een baan om de zon.
SJOERD VAN DER WERF
SJOERD VAN DER WERF
De tweemans LEM begint na zich enige tijd eerder te hebben losgemaakt van
het Apollo-moederschip aan de afdaling naar de maan, waarbij een regelbare
raketmotor in het onderste deel van de cabine voor de afremming zorgt, ter-
wÜl kleine (in groepen van vier geplaatste) motoren de stabilisatie en de juiste
positie van het toestel garanderen.
De landing is een feit: de LEM rust op de maanbodem en een der inzittenden
verzamelt enkele monstertjes maanmaterie. In een eerder stadium kan d.at al ge
beuren met een mechanische arm, die aan een zacht op de maan geland toestel
is verbonden, zoals met Kerstmis dit jaar met de Loena-13 het geval was.
De eerste fase van de terugkeer van de maanonderzoekers naar het in een
baan om de maan cirkelende Apollo-moederschip: het onderste deel van de ca
bine als startblok gebruikend, heeft het bovenste compartiment van de LEM zich
gebruik makend van een Ingebouwde raketmotor logemaakt en gaat de
weg terug naar de Apollocabine.
TOCH IS MEN ER in de Verenig
de Staten niet meer zo heel erg zeker
van, dat men in staat zal zijn éérder
dan de Russen een bemand ruimte
schip op de maan te laten landen. Er
■wordt althans in officiële verkla
ringen r dan ook nauwelijks meer
gesproken over wijlen president Ken
nedy's belofte dat de eerste mensen
op de maan Amerikanen zullen zijn
(„we will do it first!'.'). Men zegt
slechts dat er aan Kennedy's limiet
een maanlanding vóór 1970 zal
worden voldaan. Het lijkt erop alsof
de Amerikanen nu al bezig zijn hun
aftocht te dekken, zodat hun prestige
niet ól te zeer wordt aangetast wan
neer Rusland er inderdaad in slaagt
1
reeds binnen een jaar een landing op
de maan te realiseren. Eigenlijk wil
men eenvoudig niet gelóven, dat de
Russen allerlei tussenfasen zomaar
overslaan en bezig zijn met de defi
nitieve voorbereidingen voor een lan
ding op de maan. NASA-directeur
James Webb zei weliswaar dit najaar
reeds, dat men rekening moest hou
den met een Russische ruimtevlucht
om de maan „gedurende de eerstko
mende maanden", maar aan een wer
kelijke landing zouden de Russen naar
zijn mening in 1967 nog niet toe zijn.
Dr Wernher von Braun Amerika's
raketspecialist nummer één denkt
er nauwelijks anders over: „Geen
Russische maanlanding voorlopig,
maar waarschijnlijk wel zeer spoedig
een bemande vlucht om de maan!"
De Proton-lanceringen, waarbij de
Russen gebruik maakten van een
nieuw type superraket, waarvan de
stuwkracht ligt tussen die van de
Amerikaanse Saturnus IB en V-raket
ten, zijn volgens von Braun een dui
delijke aanwijzing in die ric mg. n
afwijking van de oorspronkelijke plan
nen voorziet het Amerikaanse Apollo-
maanprogramma helemaal niet in
zo'n rondvlucht om de maan (zonder
landing). Gaat bij de lancering van de
vierde Apollo-Saturnus V-combinatie
ailes goed, dan zal meteen een lan
ding op de maan worden uitgevoerd.
Maar de leiders van de NASA wijzen
er wel zeer nadrukkelijk op, dat zelfs
op het allerlaatste moment nog kan
worden besloten die landingspoging
niet verder door te voeren, maar zon
der meer naar de aarde terug te ke
ren.
In de herfst (misschien de nazomer)
van 1968 vertrekken drie Amerikaan
se astronauten in een Apollo-ruimte-
schip naar de maan, van de aarde
weggeslingerd door de gigantische
stuwkracht van de meer dan 110 me
ter lange Saturnus V-raket. Ongeveer
drie etmalen na hun lancering arri
veren ze in de omgeving van Luna;
één deel van het ruimtevaartuig
het Apollo-moederschip blijft een
baan om de maan beschrijven, terwijl
twee van de drie astronauten over
stappen in een „landingssloep", de
LEM (Lunar Excursion Module), op
de maan landen, er stof en stenen
verzamelen, metingen verrichten, fo
to's nemen, wetenschappelijke en met
eigen radiozenders uitgeruste appara
tuur op de maan stationeren, een uur
of zes slapen, en dan na een ver
blijf op de maan van slechts achttien
uur terugkeren naar hun collega in
de boven de maan „hangende" Apollo.
De LEM wordt in de ruimte achter
gelaten en gedrieën vliegen ze per
Apollo naar. de aarde terug. Het re
tourtje zal ruim een week in beslag
nemen.
HET KLINKT bijna kinderlijk een
voudig, maar de schijn bedriegt ook
hier. De vierde Saturnus V-raket zal
volgens de jongste planning let
terlijk alles naar de ruimte meevoe
ren wat voor een landing op de maan
noodzakelijk is, maar dat betekent
toch nog niet, dat die vlucht nu ook
zonder mankeren een (eerste) landing
op de maan zal opleveren. Nog afge
zien van storingen tijdens de lance
ringsfase kunnen er bij de talloze ma
noeuvres die de Apollo-astronauten
gedurende hun reis moeten uitvoeren,
zóveel dingen misgaan, dat de kans op
een landing bij de eerste de beste po
ging eigenlijk niet eens zo geweldig
hoog moet worden aangeslagen. Het
gehele Apollo-schema is er op in
gesteld om een landingspoging nog op
het allerlaatste moment te kunnen af
breken.
Zelfs al zou de landingscabine reeds
twee van zijn vier wijduitgestrekte po
ten op de maanbodem hebben gede
poneerd, dan nóg kan men besluiten
niet door te gaan en terug te keren
naar het Apollo-moederschip; dat zou
bijvoorbeeld kunnen gebeuren als het
toestel dreigt om te slaan
Door het indrukken van twee knop
pen valt het onderste deel van de
LEM af en wordt een raketmotor in
het bovenste deel gestart, waardoor
dit compartiment met de beide as
tronauten aan boord zich weer van
de maan verwijdert. In dat geval zou
den de Amerikanen zich zij het
noodgedwongen tóch moeten beper
ken tot een vlucht óm' de maan.
Wernher von Braun kent een derge
lijke rondvlucht („waarvoor de Rus
sen helemaal klaar zijn") vooral een
zeer grote propagandistische waarde
toe. De moeilijkheidsfactor van zo'n
rondvlucht is nog geen dertig procent
van die van een landing, maar al
dus von Braun het propagandis
tisch effect is zeker zeventig procent.
Het klinkt misschien wat vreemd,
maar er zijn zo langzamerhand heel
wat Amerikaanse ruimtevaartexperts
die met verlangen uitzien naar
een spectaculaire ruimtevlucht van de
RuSsen. Natuurlijk liever nog geen
landing op de maan, dat zou toch een
wat al te harde dreun geven maar
tegen een Russische rondvlucht öm de
maan heeft men nauwelijks bezwaar.
Het Amerikaanse publiek zo zegt
men bij de NASA is door al die
Gemini-successen zo zelfverzekerd ge
worden, dat men het als vaststaand
aanneemt dat Amerika in de ruimte
vaart minstens een voorsprong van
twee jaar heeft op de Russen. En dat
betekent voor de praktijk, dat het de
NASA steeds meer moeite kost geld
los te krijgen voor haar programma's.
Het Apollo-maanproject zal van dat
gebrek aan financiële armslag vrijwel
geen hinder meer ondervinden, maar
de NASA wenst dóór te gaan, nieuwe
projecten aan te kondigen en voor te
bereiden. Men maakt weliswaar al
geruime tijd studie van geweldige
ruimtestations, van langdurige vluch
ten mét verbeterde Apollo-vaartuigen
en van interplanetaire expedities (om
streeks 1985 een landing op Mars!),
maar de zekerheid dat deze projecten
straks zullen kunnen worden uitge
voerd ontbreekt volledig. En de NASA
vreest, dat het Amerikaanse ruim
tevaartprogramma na die eerste lan
dingen op de maan voorlopig op een
zacht pitje zal worden gezet, al zou
het alleen maar zijn om de astrono
mische uitgaven die de slepende oor
log in Vietnam vergt