Aantrekken van industrie
in Limburg wordt moeilijk
Staatsmijnen zeggen alle steun toe
Kongo sticht nieuw bedrijf
in plaats van Union Minière
Brusselmoet f560 miljoen betalen
Hogere winst
voor Nedlloyd
DOOR LEONARD WIBBERLEY
VOORZITTER K.v.K. TWENTE
Tanker 500.000
ton mogelijk
Gelijke winst
bij A. E. Braat
Kritiek op Veldkamp
Groeikansen
Weer 12 pet. interim
Gelderland-T ielens
MAANDAG 2 JANUARI 1967
Maatregelen
AMSTERDAM, 2 januari De pre
mietoeneming van de verzekering-
maatschappij Nederlandsche Lloyd
(Nedlloyd) is in 1966 iets achtergeble
ven bij die van 1965, maar zal toch
de 150 min. benaderen. Dank zij een
bevredigende eigen produktie, die gro
ter was dan in 1965, zal het verze
kerd kapitaal van Nedlloyd omstreeks
680 miljoen bereiken. Dit heeft de
heer I. P. Almekinders, lid van de
directie der Nedlloyd, in zijn nieuw
jaarstoespraak aan de medewerkers
van het bedrijf meegedeeld. Over het
algemeen gaf het verloop van zaken,
zowel hier te lande als in het buiten
land, bevrediging. Het laat zich dan
ook aanzien dat de winst die van 1965
zal overtreffen.
Het sterfteverloop van de leven
maatschappij was minder goed dan in
1965. Ondanks de stijgende rente zal
de winst van „leven" dan ook achter
blijven bij 1965. De brandverzekering
gaf een goed resultaat. De ziektekos
tenverzekering ondervindt de last van
de voortdurend stijgende kosten van
medische behandeling.
Bij Nedlloyd bestaat niet veel be
grip, aldus directeur Almekinders, voor
de rol die de minis ter van Sociale Za
ken de laatste tijd heeft vervuld. Nog
rnaar kort geleden stelde hij, dat de
staat alleen dan een regelende functie
heeft, indien risoco's niet uit eigen ini
tiatief verzekerd kunnen word.en. Toch
uiordt een wetsontwerp ingediend voor
een beperkte verplichte volksverzeke
ring en een voor de kosten zware ge
neeskundige risoco's, en staat een plan
op stapel voor de invoeging van het
gehele ziekenhuiskostenrisico in de wet
kosten zware geneeskundige risico's.
De positie van ziektekostenverzeke
raars wordt hierdoor ernstig bedreigd.
„Dit alles is niet te begrijpen. Het
particuliere bedrijf draagt op bevredi
gende wijze bij tot de gezondheidszorg
van dat deel van het Nederlandse volk
dat geen ziekenfondslid is".
Ondanks deze daling van het aantal
personeelsleden in de mijnbouwkundi-
ge sector, nam de produktiviteitsstijging
hier met 3 pet. toe. De afzet van de
cokes is niet meer rendabel en de
markt voor steenkoolchemicallën is
zwak. Verdere inkrimping vandekolen-
produktie blijft geboden, al zal de an-
thracietproduktie van de „Emma" con
stant blijven. De economische positie
van de cokes, welke reeds thans slecht
is, zal nog verder teruglopen.
Wat de chemische bedrijven betreft,
is de overschakeling op de nieuwe
grondstoffen: olie en aardgas, compleet.
Nieuwe produkten zullen in 1967
aan het marktassortiment worden toe
gevoegd. De buitenlandse ondernemin
gen, Columbia Nitrogen Corporation en
Columbia Nipro Corporation, hebben de
begin-moeilijkheden overwonnen. Dit
jaar zal in Flixborough in Engeland
de caprolactamfabriek van Nypro in
bedrijf worden gesteld. Na veel aan
loopmoeilijkheden zal de produktieca-
paciteit van de dochteronderneming in
de Botlek, N.V. Rijnmond-Chemie, wor
den uitgebreid.
De Staatsmijnen hopen haar positie
op de chemische markt op lange ter
mijn te kunnen handhaven en verbe
teren. Op korte termijn zal evenwel
met een daling van de resultaten reke
ning gehouden moeten worden, hetgeen
voor de meeste chemische bedrijven in
een poosje geremd ten behove van
de koloniën. Het resultaat hiervan
was lat tijdens de laatste oorlog sui
ker in Engeland nog kostbaarder was
dan goud, want er was helemaal geen
suiker. Europa koopt suiker van de
EEG-Ianden die suikerbieten verbou
wen, vooral van West-Duitsland".
„En de Verenigde Staten?"
„Die hebben Hawaï en hun eigen con
tinentale opbrengst", zei Agapian.
„Wat een schijnheilige schoften", zei
Storey. „Eerst maken ze ons onafhan
kelijk en dan laten ze ons kapot gaan.*
Agapian lachte minzaam. Hij was
volkomen kaal en als hij lachte,schoof
zijn hoofdhuid een stukje mee alsof
zijn schedel ook meelachte.
„Vrijheid is voor grote jongens", zei
hij. „Omo Lau is niet groot genoeg."
„Hoe staat het met de schelpen?"
vroeg Storey.
Agapian haalde schouders op. „Nog
veel erger", zei hij. „Wij leverden
trochusschelpen aan Engeland voor
het maken van knopen. De markt is
al jarenlang wisselvallig geweest zo
als je weet, en drijft uitsluitend op
goedkope arbeidskracht. De schelpen
zijn steeds moeilijker te vinden en in
ieder geval willen de mensen nu plas
tic knopen, want die gaan niet stuk
in de was. Zelfs de heren vinden het
niet erg om tegenwoordig plastic
knoopjes op hun overhemden te dra
gen, want die knopen zien er toch uit
als paarlemoer".
„Ze hebben ons een mooi koopje ge
leverd", zei Storey
Agapian schudde zijn hoofd. „Het is
een slechte koop geweest", zei hij.
„We kregen onafhankelijkheid, maar
verloren onze macht. We hebben een
vlag gekregen en een regering, maar
we hebben geen handelsbalans."
„Wat moeten we nu doen?" vroeg
Storey.
„Wachten tot ieders ogen opengaan
en dan de koppen bij elkaar steken",
zei Agapian. „Gedurende die tijd ver
strekt de bank alleen maar persoon
lijke leningen."
zou schieten, toen Paddy Darcy hem
opbelde. Storey wierp volkomen auto
matisch een blik op de klok en zag dat
het kwart over elf was. Paddy had
dus een stuk in zijn kraag en er viel
met hem te praten, want hij was al
tijd alleen maar betrouwbaar als hij
dronken was.
„Slaughter ging vanmorgen naar de
bank om een lening te vragen op zijn
kopra en werd afgewezen", zei hij.
„Weet je dat zeker?" vroeg Storey.
„Absoluut zeker", zei Paddy, hij
kwam het me net zelf vertellen. Het
heeft iets te maken met de Euro-
markt.
Snap jij dat? Hier in Omo Lau?
„Nee", zei Storey, „dat kan haast
niet, verdomd, wat heeft de Euro-
markt te maken met een lening van
een paar duizend pond aan Roy
Slaughter, onder dekking van zijn
kopraoogst?"
„Ik weet het ook niet", zei Darcy,
„misschien heeft het wel iets met de
Gaulle te maken. Ik geloof dat die
man probeert de beslissing bij Agin-
court ongedaan te maken. Maar in
iéder geval, dit was mijn tip. Contro
leer het maar als je wilt; Slaughter
maakt er geen geheim van".
„Komt in orde", zei Storey en hing
op. Hij bleef naar de telefoon staren
en aarzelde of hij Tom Agapian van
Barclay's Bank zou opbellen of er
zelf heen gaan. Een persoonlijk be
zoekje leek hem beter, daarom ging
hij de straat op in de trillende zon.
De roze en rode hibiscus stonden in
volle bloei evenals het bloemriet. De
architectuur van Regina was onge
twijfeld tropisch Victoriaans. Elk huis
had een veranda en aan de hekjes
om de veranda's hingen mandjes met
varens en orchideeën. Op het plein
midden in de stad stond een grote
samanboom en in de oksels van de
zware takken groeide een overvloed
van varens en wilde orchideeën. De
boom wierp een koele vochtige scha
duw op het plein en al kwamen de
wortels hier en daar door de rijweg
en de trottoirs naar boven, toch was
Er krioelden veel kinderen om de deur
en ze leken op kleine bloemen in het
zilveren maanlicht. Ze giechelden en
stootten elkander aan. Het meisje lach
te tegen hen, duwde hen vermanend
opzij om Cleaver door te laten en liep
toen met hem naar het strand. Het
pad liep door een bosje met kokospal
men en aan het eind zag hij de helder
witte streep van het strand.
Het was erg donker onder de palmen
en een paar maal struikelde hij. Het
meisje nam hem bij de hand om hem
te leiden. Zijn geweten zei hem dat hij
terug moest gaan naar de hut en be
denken dat hij een regeringsambtenaar
was van de Verenigde Staten waartoe
ook de stad Boston behoorde waar hij
was opgevoed, evenals Priscilla die
voor hem de stad Boston en de regering
van de Verenigde Staten personifieer
de. Zijn mannelijk ego zei hem door te
lopen en zich niets aan te trekken van
Boston en de Verenigde Staten van
Amerika, wat voor hem ook inhield
boerenkiesrecht, taxichauffeurs en de
ondergrondse. Daarom liep hij toch
maar verder.
Toen ze vlakbij het strand gekomen
waren, verdween het meisje plotse
ling in de schaduw en liet hem alleen
waardoor hij zich bedrogen voelde.
Toen zag hij het meisje met wie hij
het eerste gedanst had, uit de lagune
op zich toe komen. Ze bleek gezwom
men te hebben en droeg haar soelo
op de vroegere manier, zonder rok.
Haar borsten waren vaag zichtbaar in
het maanlicht.
Cleaver slikte iets weg. Plotseling hoor
de hij de harde afgebeten stem van
Priscilla dat ene koude woord „John"
zeggen. Hij draaide zich om en rende
terug naar de veiligheid van de hut.
Ben Storey zat op zijn kantoor voor
een L.C. Smith-schrijfmachine van
1915, die dus even oud was als hij, en
probeerde zich te concentreren op
een hoofdartikel van Omo Lau en
Omo Levi voor de „South Pacific
Messenger", een blad waarvan hij
zowel eigenaar als redacteur was het
geen wel een benijdenswaardige posi
tie is voor een krantenman.
Ben kwam uit Nieuw Zeeland en
was als jongeman op de eilanden ver
zeild geraakt, vrij en zonder enige
toekomstplannen. Hij hield niet van
koeien en schapen fokken iets dat
hem in Nieuw-Zeeland te wachten
stond ging op zoek naar goud in
westelijk Nieuw-Guinea, pikte op de
Salomons-eilanden een paar arbeiders
op om hem te helpen op de plantages
van de Fidzji-eilanden, was reder van
een schoener die kopra en schelpen
vervoerde tussen de Carolinen en be
landde tenslotte op Omo Lau. Hier
kreeg hij een baantje bij de „South
Pacific Messenger", niet omdat hij
journalistieke aanleg had, maar om
dat hij redelijk goed Engels schreef.
In de loop der jaren werd hij eige
naar van dit blad dat slechts éénmaal
per week uitkwam. Hierdoor verwierf
hij zich een sociale status op het ei
land, had een vrij goed inkomen en
hoefde niet al te hard te werken.
Hij had dit hoofdartikel al een paar
dagen eerder klaar moeten hebben,
maar hij was gaan vissen, want daar
was hij dol op. De albikoor was aan
het trekken; Paddy Darcy, eigenaar
van „Darcy's Bar", het bekende hoek
je in Regina, had hen een paar dagen
uitgenodigd op zijn boot en toen was
hij voor de verleiding bezweken. Nu
bezorgde het hoofdartikel hem een
slecht geweten.
Hij zat dus in zijn kantoor, tussen
een warwinkel van hengels, weerkaar
ten, landkaarten, haspels en opgezet
te vissen tegen de muren. Een
zwaardvis van de Salomons-eilanden
wedijverde met de speervormige snuit
van een geweldige marlijn. Hij dacht
na over het begrip vrijheid in het al
gemeen en de vrijheid van Omo Lau
in het bijzonder, maar hij vond al
leen maar cliché-uitdrukkingen die hij
net zo haatte als aas van een dag
oud. Alleen een verdomde stomme
ling werd op een van beide betrapt,
zei hij altijd, en een stommeling was
de moeite van het betrappen niet
waard. Weken voor de plechtigheid
had iedereen al zijn mening ten bes
te gegeven over de komende onafhan
kelijkheid en daaraan had hij niets
meer toe te voegen. Toch moest er
iets geschreven worden. De eerste
editie na het tot stand komen van de
onafhankelijkheid kon onmogelijk ver
schijnen zonder een hoofdartikel dat
hieraan gewijd was. Hij zat dus ge
bogen over het toetsenborg van de
schrijfmachine en staarde er verwe
zen naar terwijl uitdrukkingen als
„verantwoordelijkheid van zelfbe
stuur" en „mogelijkheden voor ieder
een" bij hem opkwamen en verach
telijk ter zijde geschoven werden.
Voor zover hij het bekijken kon, zou
de onafhankelijkheid geen enkel ver
schil maken voor Omo Lau. De stam
hoofden zouden heerser blijven over
hun dorpen, en de bank en een paar
schatrijke planters over de eilanden
zelf. De politiemacht zou haar vader
lijke bescherming blijven uitoefenen,
de scholen zouden gewoon door blij
ven gaan en Paddy Darcy zou iedere
morgen om tien uur op zijn kalme te
vreden manier dronken zijn. De eni
gen die er iets van zouden merken,
waren sir Murchison Boyd die nu zijn
baantje kwijt was, en Habakkuk die
vroeger zegsman was van de stam
hoofden in de wetgevende vergade
ring en die nu president was van de
nieuwe republiek.
Habakkuk zou het natuurlijk niet
gemakkelijk hebben want in feite
wist hij helemaal niet hoe hij moest
regeren, maar hij zou het wel spoedig
leren van de planters en de bank en
waarschijnlijk ook van zijn vriend sir
Murchison. Ben Storey zag zich daar
om gesteld voor de taak de belang
rijkheid aan te duiden van een ge
beurtenis die op zichzelf helemaal
niet belangrijk was. Hierdoor kwam
het dat deze zaak hem niet interes
seerde en zijn brein volkomen on
vruchtbaar scheen te zijn.
Hij was net van plan het artikel tot
's middags uit te stellen, in de vage
hoop dat hem dan wel iets te binnen
NIJMEGEN, 2 jan. Gelderland
Tielens Papierfabrieken stelt per 5 ja
nuari een interimdividend van 12 pro
cent (onv.) betaalbaar. (Het totale
dividend over 1965 bedroeg 27 pro
cent).
Volgens de Kongolese minister van fi
nanciën, Jean-Joseph Litho, staat het
Europese personeel van de maat
schappij „gunstig tegenover de door
de regering genomen maatregelen."
BRUSSEL Het Belgische minis
terie van Buitenlandse Zaken heeft ge
steld, dat de Belgische regering zich
juridisch noch politiek met de maat
regelen van de Kongolese regering voer
oprichting van een nieuwe mijnmaat-
schappij in plaats van de Union Mi
nière du Haut Katanga kan verenigen.
De ministers van buitenlandse zaken
en financiën zullen de nodige maatre
gelen nemen om de belangen van de
Belgische aandeelhouders en de maat
schappij zelve te beschermen.
KINSJASA, 2 jan. De Kongolese
regering heeft de Union Minière du
Haut Katanga twee weken tijd ge
geven om 7,5 miljard frank (ongeveer
560 miljoen) te betalen voor de uit
het land uitgevoerde mineralen. De
regering kondigde zaterdag tevens de
oprichting aan van een nieuwe
Kongolese maatschappij die de ex
ploitatie van de Katangese bodem
rijkdommen op zich zal nemen. In
het regeringscommuniqué, uitgegeven
op 31 december, toen de aan Union
Minière gestelde termijn haar hoofd
kantoor naar Kinsjasa te verplaatsen
afliep, werd aangekondigd dat de
staat 60 procent van de aandelen in
de nieuwe maatschappij zal houden.
De rest komt ter beschikking van
nieuwe aandeelhouders. De nieuwe
maatschappij zal de „Société Générale
Congolaise des minerais" heten.
„Aandeelhouders in de voormalige
Union Minière", aldus het communi
qué, „kunnen hun claims indienen bij
de maatschappij in Brussel die honder
den miljarden frank aan activa buiten
Kongo heeft na met een oorspronke
lijk kapitaal van acht miljard frank
te zijn begonnen."
Als zijn aandeel eist Kongo de ba
ten die het toekomen krachtens zijn
bezit aan 17,9 procent der aandelen.
Het communiqué werd uitgegeven na
een speciale kabinetszitting onder voor
zitterschap van president Moboetoe.
In het communiqué werd „met vol
doening" kennis genomen van het feit
dat al het personeel van de Union
Mjnière in Katanga besloten heeft aan
het werk te blijven.
Het bedrag van 7,5 miljard frank
dat uiterlijk 15 januari betaald moet
zijn, eist Kongo op als betaling van
de heffing op de produktie van koper
over zes maanden die geschat wordt
tussen de 130 en 150 duizend ton.
Voorts werd bekendgemaakt, dat vijf
Belgen en een Brit, behorend tot de
directie van de Union Minière en die
benoemd werden tot lid van een voor
lopige directie van de „Kongolese Union
Minière", hun benoeming hebben af
gewezen „wegens druk die op hen
uitgeoefend is."
Als gevolg daarvan zal de raad van
directeuren van de nieuwe maatschap
pij in meerderheid uit Kongolezen be
staan. De betrokken Belgen hebben
zich wel bereid verklaard te werken
in een comité van directeuren.
Onze welvaart
komt in gevaar
gang van zaken. Tot nog toe was de
produktie in de katoenspinnerijen 4,3
procent lager. De import daalde ook
maar dit is hoofdzakelijk een gevolg
van een dalend verbruik. Het verbruik
van katoenen garens vermindert ge
stadig. De ontwikkeling in de richting
van een multi-fibre industrie zet zich
voort. De verwachtingen voor deze sec
tor voor het jaar 1967 worden met
reserve tegemoet gezien.
De financiële uitkomsten van de
tricotage-industrie over 1966 liggen on
geveer op een gelijk niveau als een
jaar tevoren. De omzettoename in de
ze industrie ging praktisch geheel ver
loren aan hogere kosten. De markt
positie is op dit ogenblik nogal onze
ker. Dit is voornamelijk te wijten aan
de teleurstellende aankopen door het
publiek, de afwachtende houding van
de handel. De orderportefeuille ligt ca
20 pet. beneden dit van het voorgaan
de jaar. De elektrotechnische industrie
rekent op een redelijke bedrijfsbezet
ting ln 1967.
DEN HAAG, 2 jan. De directie
van de Bouwstoffen v.h. A. E. Braat n.v.
verwacht over het boekjaar 1966 een
gelijk of ongeveer gelijk resultaat als
over het voorgaande boekjaar. Ondanks
het feit dat de winst uit deelnemingen
lager zal zijn tengevolge van de aan
loopkosten van een nieuwe vestiging
in Duitsland.
Het interim-dividend is evenals het
vorig jaar vastgesteld op 5 pet.
Dit In tegenstelling tót Italië en Ne
derland. waar de staalindustrie mo
dern is en bovendien gunstig is gele
gen, nl. aan de kust. Verschillende re
geringen in de EGKS-landen zijn nu
autonoom, d.w.z. buiten de Hoge Auro-