Honorarium vaststellen na interne praktijkcontrole
r
/C
Ambtelijke werkgroep
voor jeugdproblemen
MOOIER WONEN
PRACTISCH LEVEN
Gijsbreght en de oliebollen
Renniesjg
Soos in de Eendracht
l
Rotterdam
PROF. MERTENSLHV DOET ALS VAKBOND
VAN TIJD TOT TIJD
ZUSTER 105 JAAR
Amnestie voor
®^lgische artsen
Jongen mag geen
lijsttrekker zijn
Man onder vallend
heiblok gedood
I
Luns naar Roemenië
l
Wethouder had halve
muis in de pap
V)
iu
BEGROTING DR. KLOMPE AANVAARD
sSSSttPX i"
DONDERDAG 5 JANUARI 1967
5
NIJMEGEN, 5 jan. „Ik kan
ine volledig indenken, dat de
huisartsen geïrriteerd zijn. Zij
vormen nu al jarenlang zo onge
veer de sluitpost in het budget
van de ziekenfondsen, en zij heb
ben het idee „voor ons kan nooit
wat." Maar de Landelijke Ver
eniging van Huisartsen is wel erg
vakbondachtig opgetreden. Ik be
treur het, dat de Maatschappij
tot bevordering van de Genees
kunst haar veto over de eisen
van de vereniging niet heeft uit
gasproken. Ik betreur het, en ge
lijk heb ik er ook begrip voor.
Want het gevaar voor een split
sing in de maatschappij zou dan
niet denkbeeldig zijn. Persoon
lijk geloof ik, dat zeker de helft
van de huisartsen akkoord zou
willen gaan met het rapport Van
der Ven, en zelf sta ik er ook
helemaal achter. Enkele basis-
eijfers van de LHV acht ik dis-
sutabel".
van°f' drAThL' Merten3 (55)<
hoo T'e bovenstaand citaat, speelt als
men"11? iS' namelilk een êeven en ne~
Overbodig onderzoek
Prof. dr. A. Th. L. MERTENS
er hélemaal achter
V ertrouwensman
Geruststellend
Met deze tekening zijn wij halverwege onze grote
prijsvraag. Voor de zesde keer luidt onze vraag
aan u: welke twee titels van bekende versjes kunt
u in deze tekening ontdekken? De eerste is snel
gevonden. Maar de tweede? Enfin, het is de moeite
waard even te piekeren over het versje en over uw
kans op de eerste prijs van duizend gulden of op
een van de andere geldprijzen, in totaal vierduizend
gulden. Noteer de twee titels bij de tien, welke u
reeds eerder had gevonden. De vorige opgaven
stonden in de krant van 24, 27, 29, 31 december en
3 januari. De andere zes volgen in de komende
weken. Zaterdag 21 januari volgt de slot-opgave.
De spanning stijgt.
KEES FENS
Beleid
De oudste religieuze van ons land,
zuster Basilissa, viert in Den
Bosch haar honderdvijfde
verjaardag.
Brandend maagzuur?
helpen direkt! w
F. VAN STELTEN
Positie huisarts bedreigd
(Van onze verslaggever)
aan fr(lar in de soc"^e geneeskunde
rol un™ersiteit van Nijmegen geen
lri het conflict huis arts en-zieken-
1°ndsen-Veldkamp-Mij voor Genees
kunst, maar via allerlei kanalen is hij
Volledig op de hoogte van het verloop
van de besprekingen. Hij vindt, dat
de huisartsenvereniging te veel
vraagt, en dat zij dat bovendien doet
op een ongunstig ogenblik. Anderzijds
zou volgens hem de minister wel wat
toeschietelijker hebben mogen zijn,
aangezien de huisartsen drastisch wor
den onderbetaald en nu eindelijk hun
achterstand eens moeten inlopen.
„Ze zijn het beu ieder jaar opnieuw
over hun honorarium te moeten bak
keleien en de dupe te zijn van het
abonnementenstelsel. Huisartsen be
schikken bovendien niet over econo
mische deskundigen, zoals de zieken-
°ndsen. Dat maakt hun positie al
van tevoren zwak. Ik moet overigens
Zeggen' da* het bestuur van de LHV
niet best weet wat onderhandelen
h-uj„' t officiële standpunt van de
ÏÏ2S is wel erg star. De uit-
der ven acn, Van de commissie-Van
dan ook d lk Veel reëler en ik hoop
Partijen 'akL deze suggesties door de
g worden aanvaard".
leraar eSS0Ii ^ertens, sinds 1954 hoog-
betreure" Nilmegen. zegt het wel te
tieei ei dat een zijns inziens essen-
der v ment niet in het rapport Van
nood 611 is 0P8enomen' en wel de
stanf3ak van een interne controle-in-
z le> uitgaande van de huisartsen
(PrLw-, de praktiik van de huisarts,
nistrerJ lchting' medische admi-
sen 3 !e' assitente, herhalingscursus-
in 'd atsPraak-spreekuur). „Men gaat
mum ,Voorstellen u't van een maxi-
IVTaar spanning en maximale kosten,
mum i-, werkelijkheid wordt dat opti-
reikt. a/"8 niet in iedere praktijk be
en zou dus geval voor geval
9?
g\n 1966 hog,.r voor artsen, die be-
tienten hadden ge,loraria van hun pa-
Vias voorgeschrenï aa9d dan wettelijk
In een aantal op
volging tegen dezo llen was een ver
steld, hetgeen med°-Yertredingen inge-
aanleiding was Vn„ december o.m
een deel van de BeP. een staking van
gesloten bil de groen w artsen. aan-
Vorig jaar iunf°wPa"?erinIard
van de artsenhonoraria hfi ?iokkering
besluit opgeheven, doch Hkoninklijk
Werden in reeds lopende zakennd,anks
na toch nog artsen voor de rechtK
gedaagd. Het nieuwe koninkliike r
fluit maakt een einde aan alle dok"
nogP~ocessen (waarvan er overigens
sPraaken enkel tot een definitieve Ujt_
De r pd geleid),
ze maatr gis,che regering hoopt, dat de-
scheppen1®11 een i?unstlg kllmaat zal
nieuwe n=T°or ondertekening van een
kader van10d"al®. overeenkomst in het
verzekering ri„ Zlekte- en mvaliditeits-
sen. De over* °r, de individuele art-
rige week berln£°mst werd ei.nd V0*
hoging van de hLen voorziet m ver
artsen met tien fr=r?rla van de kuis'
lrank per consult.
.UTRECHT, 5 jan. De rechm
alhier heeft de voorzitter van
pristeiijke nationale volkspartij vndf
J"°narchale democratie, de heer j S.
r- van Os uit Doorn, gisteren op str'af:
van een dwangsom van .f lO.ooo.^
prboden zijn zevenjarige kleinzoon te
gebruiken als lijsttrekker-buiten-mede-
uuiging van zijn partij of om de foto
van het jongetje te publiceren in cir-
culaireg of folders van deze partij.
De rechtbank wees gisteren vonnis
m een kort geding dat de zoon van
e pa rtiivoorzitter en vader van de
"Wrekkei-, de heer N.J. van Os uit
tegen de heer Van Os sr. had
meP8„?pannen- De beer N.J. van Os
cheliik namelijk dat zijn zoontje bela-
heeft^h. wordt gemaakt. Bovendien
kind dn?. er. bezwaar tegen dat het
bruikt tl Z1:ln vader politiek werd "°-
toestem™?,?11 211 n wil en zonder
naam Pn "0gQ Hij beeft publikatie
tegen
woensdag 'heT^t
za?van^Got^f?a~ Minister Luns
ging van de regering van"* °Z Ultn0dl
se Volksrepubliek eeVbezoek aandoe
menie brengen. ^zoeK aan Koe-
zijn
naam en fS' niJ neerT puoiiKatie van
proberen met huIP van de politie
te<,»„ houden Toen dat
hij vorige week
aai.
niet lukte;i-n^e
moeten nagaan om het meest rede
lijke honorarium vast te stellen. Het
zal een hele organisatie vergen, maar
zoiets moet mogelijk zijn. De specia
listenopleiding kent ook een dergelij
ke controle."
Als voordeel van deze toetsing noemt
prof. Mertens het perspectief, dat de
huisarts veel meer zelf zal willen doen
inplaats van de patiënt naar een zie
kenhuis of specialist te zenden. ,,Ik
geloof, dat de indruk bestaat, dat er
nogal eens overbodige onderzoeken ge
beuren door specialisten, en dat is ook
mijn indruk. Men werkt soms te
schablone-achtig, en daarmee is veel
geld gemoeid. Ziekenhuizen en specia
listen krijgen dat geld terug van de
ziekenfondsen, maar de huisarts is de
kleine man die misschien tien procent
van het totale budget uitmaakt"
Bepleit prof. Mertens dan een hono
rering per verrichting voor de huis
arts, zoals ook geldt voor de specia
list? „Vroeger was ik van mening, dat
de patiënt zelf éénkwart van de reke
ning diende te betalen. In mijn inaugu
rele rede in 1955 heb ik dat ook nog
betoogd. Maar er is sindsdien veel
veranderd. Er zijn veel meer chro
nisch zieken en bejaarden die regel
matig zorg nodig hebben. Daarom
acht ik nu een abonnementshonorari
um meer adequaat. Anders zou de pa
tiënt, bij wie de arts uit eigen initiatief
van tijd tot tijd bijvoorbeeld de bloed
druk opmeet, al gauw kunnen den
ken: die komt weer een tientje ha
len".
Professor Mertens acht de tijd,
waarin de huisarts een taak heeft als
adviseur en vertrouwensman van het
hele gezin, bepaald niet voorbij. „De
ze functie is zelfs versterkt. Natuur
lijk blijft zijn medisch-therapeutisch
werk op de voorgrond staan, maar
hoeveel psychische kwalen en conflict
situaties uiten zich niet in lichamelijke
klachten? De huisarts heeft nu meer
dan ooit een adviserende en begelei
dende taak. De mensen tobben met
zoveel problemen waarvan ze zich
vroeger niet bewust waren. Gezins
moeilijkheden, opvoedingsproblemen,
huwelijksellende, daarmee komt de
huisarts allemaal in contact. Iemand
die zich fysiek uitkleedt, geeft zich
ook sneller geestelijk bloot. Het me
rendeel van de patiënten ziet in de
huisarts behalve een dokter ook een
raadsman, dat hebben enquêtes uitge
wezen. Mede daarom zou ik het des
astreus vinden als de huisarts uit de
ziekenzorg zou verdwijnen, ook al uit
financieel oogpunt."
We komen te spreken over de so-
icale positie van de huisarts. „De
voorziening voor de oude dag is in
derdaad een moeilijke zaak, die van
de praktiserende huisarts hoge pre
mies vergt. Daarom, vind ik het zo
jammer, dat de gedachte van minis
ter Veldkamp om, via een noodwet,
SLUISKIL, 5 jan. Woensdagmid
dag is de 46-jarige J. de Feijter,
uit deze plaats, op slag gedood, toen
hij een duizend kilogram wegend hei
blok op het lichaam kreeg. Tijdens
heistellingswerkzaamheden aan het ka
naal Terneuzen-Gent was bij het slaan
van stam-wand in de kom van Sluis
kil door onverklaarbare oorzaak het
heiblok van de drijvende heistelling
neergestort. De bedieningsman poogde
nog vergeefs met remmen een onge
luk te voorkomen. Een collega van
het slachtoffer die naast hem stond
kon door wegspringen aan het gevaar
ontsnappen. Het slachtoffer was ge
huwd en vader van drie kinderen.
SCHERPENZEEL, 5 jan. Wethou
der P. d# Jonge van deze gemeente
heeft in zijn bord karnemelksepap een
halve muis aangetroffen. De andere
helft van het dier bleek nog in de fles
te zitten. Volgens de directeur van de
melkfabriek de Vooruitgang te Wou
denberg, is de muis meegekomen met
de lege fles die in de fabriek is ge
arriveerd. „De arbeider die de spoel-
machine bedient heeft onvoldoende
opgelet", zo luidde ziin commentaar
woensdagavond. De directeur gaf de
verzekering dat het dier niet tijdens
de produktie in de pap is terechtgeko
men. Inmiddels hebben ook ambtena
ren van de keuringsdienst van waren
de melkfabriek bezocht om een en an
der te controleren.
een soort bedrijfspensioen voor huis
artsen in te stellen, op losse schroe
ven is gezet. Het vrije weekeinde is
een sociale verworvenheid, die de pro
ducerende sector van de maatschappij
zich heeft veroverd. Daarmee heeft
men over zich afgeroepen, dat ook de
dienstverlenende personen over meer
vrije tijd willen beschikken. De
groepspraktijk komt aan die wens een
heel eind tegemoet, zij het, dat de
patiënten aan de gedachte moeten
wennen, dat zij in zekere zin niet één,
maar twee of drie huisartsen hebben".
Hoe staat het met de werkuren van
de dokter? „Ik zou niet willen zeggen,
dat de huisartsen aan overconsumptie
blootstaan, maar wel aan disconsump
tie. De mensen ontbieden hen te vaak
aan huis inplaats van zelf op het
spreekuur te komen. Of ze bellen hem
pas op, als hij zijn route al heeft ge
maakt. Men roept tegenwoordig trou
wens veel vaker om de huisarts dan
vroeger. Dat hangt natuurlijk wel sa
men met het abonnementenstelsel".
Men hoort wel verluiden, dat er een
algemeen onbehagen heerst onder de
huisartsen over hun positie in de hele
gezondheidszorg, een onbehagen dat
versterkt wordt door de lage honore
ring. Prof. Mertens laat hierop een
geruststellende reactie horen. „Er is
een tekort van ongeveer duizend huis
artsen in Nederland, maar ook in de
rijen van de specialisten vallen gaten.
Dat de belangstelling voor het beroep
afneemt, heb ik in Nijmegen niet kun
nen merken. Uit een onlangs gehou
den enquête onder hier afgestudeerden
bleek, dat 45 procent het beroep van
huisarts uitoefent, en 47,6 procent als
specialist werkzaam is". De Nijmeeg
se hoogleraar schrijft de grote belang
stelling voor de huisartsenpraktijk toe
aan het feit, dat zoveel semi-artsen
hun verplichte stage in de sociale ge
neeskunde doorbrengen bij een huis
arts. Wat de medische praktijk be
treft zegt prof. Mertens het wel nuttig
te achten eens na te gaan, hoever de
huisars nu precies mag en moet gaan
in zijn behandeling van de patiënt.
„Veel artsen stellen zich achteraf de
vraag, of ze iemand niet te snel naar
een specialist hebben gestuurd. Ze
kunnen misschien meer zelf doen".
Terug naar het conflict. Prof. Mer
tens: „Ik vind de situatie zorgwek
kend. De centrale positie van de huis
arts dreigt te worden aangetast. De
mensen zullen hem misschien straks
passeren en rechtstreeks naar de spe
cialist stappen. De huisarts blijft een
onmisbare figuur, omdat de mensen
eenvoudig barsten van de problemen.
Ik hoop, dat de LHV enig gezichtsver
lies voor lief wil nemen en alsnog
het rapport-Van der Ven aanvaardt,
maar ik besef, dat deze hoop gestoeld
is op tamelijk irrationele gronden".
Prijsvraag: „Zing mee
I. ■-
ADVERTENTIE
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG, 5 jan. Terwijl de
andere ministers en staatssecretaris
sen aanzaten aan het diner dat de re
gering prinses Margriet en Pieter van
Vollenhoven ter gelegenheid van hun
hu welijk aanboden, stond. minister
Klompé, de enige vrouw in het kabi
net, gisteravond eenzaam haar begro
ting van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk te verdedigen in de
Tweede Kamer. Ontging de bewinds
vrouwe het gala-diner in de Leidse
lakenhal, zij smaakte in ieder geval
het genoegen dat de Kamer het haar
nauwelijks moeilijk maakte en de be
groting van haar departement zonder
hoofdelijke stemming aannam.
De door de gehele Kamer geuite be
hoefte aan een duidelijke aanpak van
het jeugdprobleem is ook aanwezig bij
minister Klompé. „Het is een vraag
stuk van zeer algemene strekking dat
thuishoort bij de gezinsproblematiek,"
aldus dr. Klompé. De bewindsvrouwe
zei dat met spoed wordt gewerkt aan
een wettelijke basis voor een goed ge
harmoniseerd jeugdbeleid. Aan de
ambtgenoten van de minister die bij
het vraagstuk betrokken zijn heeft mej.
Klompé hiervoor voorgesteld een in
terdepartementale ambtelijke werk
groep te vormen. Het is de bedoeling
dat de jeugd zelf daar haar inbreng
in krijgt. De minister vroeg zich af
of er wel zoveel moeilijkheden zijn ten
aanzien van het particulier initiatief.
Volgens haar heeft dat overleg steeds
doorgang gevonden. Er is niet altijd
contact met de landelijke organisa
ties, omdat de minister meer waarde
hecht aan doorstroming naar bene
den, naar contact met het particulie
re initiatief in de laagste regionen. De
minister meent dat op die manier de
bevolking het best wordt bereikt.
Minister K lompé heeft toegegeven
dat er geen nationaal sportbeleid ge
voerd wordt. De moeilijkheden liggen
HET ZWAARSTE KARWEI in de
Nederlandse journalistiek wordt met
een op de eerste dag van het jaar
verricht: het schrijven van een re
censie van de Gijsbreght. Voor het
resultaat heb ik dit jaar de be
sprekingen in vijf kranten doorge
lezen en ik mag zeggen, dat er
door de critici weer op gezwoegd
is iets anders te zeggen dan vo
rige jaren. Eigenlijk moet ik spre
ken van vier recensies, want één
krant had voor een eerste indruk
een van zijn verslaggevers gestuurd.
Die jongen heeft het het moeilijkst
gehad van allen: hij moest een
stukje schrijven, maar mocht niets
zeggen, want dat gaat een echte
toneelredacteur nog doen. Zijn stuk
je verdient een klassikale behan
deling op de school voor de jour
nalistiek, Want de verslaggever
S" reaf iets zo diepzinnigs in zo'n
lprv?Wli eld Nederlands, dat hij he-
wag niets zei, 'hetgeen zijn taak
,^e ®erste bespreking die ik las
a as kop: „Accent gelegd op
de taalmuziek in Gijsbreght". Een
deel van de recensie laat zich da
delijk raden. Valt het accent op
de taalmuziek, dan hebben we te
doen met een verstilde, voorzich
tige ingehouden Gijsbreght; hande
ling en drukte ontbreken, het decor
is sober oftewel summier gehou
den, het vers wordt in zijn door
zichtige schoonheid getoond, het
geen de recensent gelegenheid geeft
te zeggen a) dat Vondels vers wel
luidend en rijk is; b) dat verzen
zeggen heel moeilijk is; c) dat de
oudere generatie het er beter af-
dan de jongere. Boven de
A™ng had °°k kunnen staan
doen gehad met een h
nichtive n bewogen, luid-
üna waar n dantenrijke voorstel"
I ng, waarin de primitiviteit van
de gevoelens, hetgeen de recensent
gelegenheid zou geven op te mer
ken a) dat alle drukte en gedraa
en de realistische decors de op
vallende dramatische tekorten van
Vondels stuk niet kunnen verhul
len; b) dat in de voorstelling de
kracht van Vondels vers miskend
wordt, de taalmuziek wordt over
speeld; c) dat dit laatste onvermij
delijk is, gezien het feit dat de
jongere generatie geen verzen meer
kan zeggen. Op dit punt moeten
enkele oudere acteurs uit de voor
stelling geprezen worden om de
kracht van hun voordracht.
Ondanks mijn respect voor het
gezwoeg van de critici, meen ik
dat het schrijven van een recensie
van de Gijsbreght een in wezen
eenvoudige zaak is. Om te begin
nen zijn er niet meer dan twee
recensies mogelijk, die van de ver
stilde en die van de handeling-
rijke Gijsbreght. Bij de proloog
blijkt al of de taalmuziek zal klin
ken of dat het knokken wordt. De
eerste lijnen van de bespreking la
ten zich nu trekken (zie boven).
Het is aan te bevelen de bespre
king te beginnen met het stellen
iet vechten geblazen, dan hebben
we met de opvatting te doen, die
Gijsbreght als STRIJDER EN VER
DEDIGER VAN DE STAD ziet.
Hier is een uitweiding van zeker
tien regels mogelijk, immers de
menselijke kanten komen in de
knel, al wordt de scène met Ba-
deloch nu wel erg aangrijpend:
Gijsbreght kiest plicht boven liefde.
Het getuigt niet van originaliteit
op te merken, dat Gijsbreght als
verdediger niets doet dan draven
en torens beklimmen. Deze opmer
king mag slechts dan gemaakt wor
den, als eraan toegevoegd wordt,
dat de regisseur erin geslaagd is,
deze zwakke kant van Vondels stuk
knap verborgen te hebben. Hóe,
doet er niet toe.
Een telkenjare weer boeiend pro-
van het probleem-Gijsbreght. Niet
meer dan stellen, zo in de trant
van; „De jaarlijkse opvoering van
Vondels Gijsbreght stelt regisseur
en toeschouwers iedere keer weer
voor enkele fundamentele proble
men." Niet zeggen, welke proble
men dat zijn, want dan blijkt met
een dat de traditie terstond beëin
digd moet worden. Een van de
critici die ik las, stelde, dat de
problemen niet uitgemeten behoe
ven te worden, waarna hij terstond
zijn liniaal pakte en aan het meten
sloeg. Fout Na het stellen van „de
problemen" schrijft men terstond:
„De regisseur heeft die problemen
trachten op te vangen door dit jaar
de nadruk te leggen op (invullen:
de taalmuziek of: de handeling).
Na behandeling van het hoofdac-
•ent komen de belangrijke details,
k zal er hier enkele kort behan-
ielen:
Klinkt de taalmuziek, dan ligt de
nadruk op de MENS Gijsbreght.
Dat behoeft niet verder toegelicht
te worden, al moet natuurlijk wel
even op de zo menselijke scène
met Badeloch gewezen worden. Is
bleem vormen de reien. Er zijn
twee mogelijkheden: de rei is op
genomen in het stuk of is een
puur solonummer. Met de opvat
tingen van muziek of handeling
heeft dit niets te maken. Bedacht
moet wel worden, dat per traditie
de rei van klarissen de mooiste
gevonden wordt en de rei „Waer
werd oprechter trouw" het slechtst
gezegd wordt. Van deze opvattingen
kan door de critici niet afgeweken
worden. Er mag ook niet ontkend
worden, dat de rol van bode een
onmogelijke is, net als die van
Arent, die stervend eerst nog even
als speciale verslaggever moet op
treden.
EEN ONDERDEEL dat zeker
niet verzwegen moet worden, is dat
van de aankleding. Er zijn, ai
weer, twee mogelijkheden: middel
eeuws of zeventiende eeuws. Heb
ben we te doen met een knok-
opvoering, dan is de aankleding
zeker middeleeuws; bij de woord
kunst krijgen we renaissance-kledij.
Het kan van spitsheid blijk geven,
op te merken, dat het „waarom"
van die keuzen nog nooit in een
voorstelling is waargemaakt. Nog
enkele kleinere punten: Gozewijn
is per se heilig en Willebrord is
per traditie gekleed in flarden wit
te pater, norbertijn en cisterciën
zer, maar zeker niet als karthui-
zer. Zijn kruin is die van een lang
geleden geknipte franciscaan. Wat
een criticus zeker niet mag doen,
is de Gijsbreght niet ernstig ne
men en vooral niet: laten blijken,
dat hij het zonde van zijn avond
vond er heen te gaan. Dat mogen
we allemaal denken, maar het mag
niet hardop gezegd worden, anders
kunnen we de meeste tradities wel
opruimen. Hoezeer ik ook de si
tuatie van de criticus begrijp en
hoezeer ik ook zijn verzwegen voor
keur voor appelflappen deel, hij
mag niet het volgende schrijven:
„Het is met de Gijsbreght op
nieuwjaarsdag zo langzamerhand
niet ongelijk aan de oliebollen van
de dag ervoor: je zult ze eten,
desnoods tegen heug en meug. De
vergelijking is misschien wat on
eerbiedig, maar ze dringt zich op.
Ze waren er beiden weer in het
afgelopen weekend, de oliebollen zo
goed als de Gijsbreght: zware kost
die een ijzeren traditie voorschrijft.
Hier laat zich een brok persoon
lijke tragiek reconstrueren: de
vrouw van de criticus heeft olie
bollen gebakken, voor de kinderen
natuurlijk. De criticus kan niet
eens de lucht verdragen en die
krengen blijven allemaal op zijn
maag liggen. Maar eten zal hij,
want gezelligheid ontstaat pas dan,
als we voor een ander doen waar
aan we zelf de pest hebben. Met
een maag nog van streek gaat de
criticus naar de schouwburg en
daar heerst weer die gezelligheid
door collectieve huichelarij verwekt:
ieder speelt dat hij het stuk fijn
vindt. De criticus speelt niet mee.
Dat is niet juist, want thuis hapt
hij ook gretig. Hij zal aan zijn
kinderen niet doceren: „Het is met
de oliebollen op oudjaarsavond zo
langzamerhand niet ongelijk aan
de Gijsbrecht van de dag erna: je
zult er aan moeten, desnoods te
gen heug en meug."
in de persoonlijke sfeer en de contac
ten met departementen en particulier
initiatief zijn te incidenteel. Zij zal
proberen daarin verbetering te bren
gen. Op het ministerie wordt thans ge
werkt aan een sportnota. De bewinds
vrouwe gaf overigens te kennen niet
veel voor nota's te voelen. Zij gelooft
dat de arbeid van regering en parle
ment nuttiger kan zijn via concrete
voorstellen dan via nota's.
Mej. Klompé weerlegde enigszins
geëmotioneerd het agressieve verwijt
van de socialistische woordvoerdster
mevrouw Heroma-Meilink dat de mi
nister geen beleid zou kunnen voeren.
Volgens de minister was deze houding
ingegeven door een politieke stelling-
name en zakelijk niet juist. „Ik mag
geen beslissingen nemen waarvan ik
maar kan vermoeden dat deze voor
mijn opvolger onoirbare gevolgen
heeft," aldus minister Klompé, „maar
moet ik dan bijvoorbeeld voor het
jeugdprobleem wachten op mijn opvol
ger?"
Zij wees er op dat zij ook de be
leidslijnen voor haar opvolger heeft
voor te bereiden, beleidspunten die de
formateur na 15 februari in zijn porte
feuille moet vinden. Ook aan de ko
mende begroting, die het volgende ka
binet zal indienen, zal minister Klom
pé binnenkort moeten werken. Volgens
KVP-woordvoerdster mej. Kok was
uit het antwoord van de minister ge
bleken dat een bewindsvrouwe aan
het woord is die een beleid voert.
ADVERTENTIE
ROTTERDAM KRIJGT een kunste
naarssociëteit. Sinds de Doelen haar
machtige kap vol muziek heeft wordt
er plotseling haast gezet achter elk
plan dat in de loop der jaren uitvoerig
besproken werd of in een rapport ver
werkt. Zo'n kunstenaarssociëteit is een
goed Hollands gebruik sinds Hilde-
brandt ze bezocht en sinds studenten
er tapvergunningen voor wisten te
krijgen, die buiten de stedelijke poli
tieverordeningen vallen. Het is niet de
eerste kunstenaarssociëteit in Rotter
dam. De laatste poging, die het enige
jaren uithield, eindigde ruim twaalf
jaar geleden in een vechtpartij met
de politie met als gevolg een burge
meesterlijk besluit de deftige tent dicht
te gooien, zeer tot genoegen van de
burgers, die iemand wisten te vinden
die er onmiddellijk een thee-schenkerij
van maakte. De driftige pennetjes van
de voor- en tegenstanders van een
kunstsoos vlogen enige tijd over het
papier, maar de sociëteit bleef een
herinnering.
De bent van schilders en beeldhou
wers verdeelde zich over de cafeetjes
aan de rand van de brandgrens van
1940. Daar kan men ook nu nog de ou
derwetse tapperijen, gewone volkszaak
jes, vinden, met veel glas achter de
toog en zinken beslag op het altaar
van de dorst. Er waren er ook die
zich terugtrokken op hun Bolwerk en
het scheelde geen S. Het was vooral
een bepaalde schildersgroep die daar
aan de voet van het „Witte Huis" op
de witte muizen zaten te wachten. Nu
is het Bolwerk glad gestreken omwil
le van een uniforme Maasboulevard.
Een andere groep kunstenaars zette
zich zuchtend neer in de kleine lokali
teiten met vergunning aan de Binnen
weg, in de onmiddellijke nabijheid van
heiend Rotterdam maar net ver ge
noeg er vandaan om de illusie van een
welig artistiek gemeenschapsleven in
stand te houden. De laatste tien jaren
zijn daar heel wat talenten wegge
spoeld, heel wat doeken en beeldjes
geruild voor een neutje, heel wat wilde
levens van koers veranderd dankzij de
psychotherapeutische vermogens van
bepaalde kasteleins.
Het werkzame Rotterdam keek
maar vreemd tegen dit stukje stadswijk
aan. Het was ook gek als je op een
zaterdagmiddag in de etalage van Par-
doul, een pijpenla met beide vergun
ningen annex een slijterij, twee niet
geheel onbekende artiesten als blanke
Boedha's een uur lang tussen de fles
sen Schiedam in zag zitten, de handen
doodstil het glas omklemmend, het oog
gericht op een punt in de verte. In 'n
mum van tijd een geweldige oploop.
Zonder emotie staarden de twee over
het verachtelijke publiek heen. In 1955
was zo iets opzienbarend. Nu doet zo'n
vorm van protest het al lang niet
meer. Dat betekent meteen dat het
sein op veilig staat voor een nieuwe
sociëteit.
NIET VER VAN DE PLEK waar
deze pioniers zich eens in beschouwing
neerzetten komt nu de nieuwe kunste-
naarssoos. In een voormalige dans
school aan de grauwe Eendrachts-
straat. Eendracht maakt macht, zo
moet Rob de Vries gedacht hebben,
de beentjes moeten nu maar eens van
de vloer. Als een van de initiatiefne
mers stelde hij, dat er zoveel mogelijk
soorten artiesten lid moesten worden.
Hij heeft het geweten. De aanmeldin
gen stromen binnen. De oude sociëteit
van twaalf jaar geleden was er maar
een bewaarschooltje bij. Er zijn al
honderden leden ingeschreven: voorop
de beeldende kunstenaars omdat ze de
oudste rechten hebben, daarachter de
leden van het Rotterdams Philharmo-
nisch Orkest, die sinds de opening van
de Doelen aanmerkelijk meer zelfver
trouwen hebben gekregen, dan de ar
chitecten, een geliefde groep in Rotter
dam, ook al weet men niet precies of
ze nu wel of niet kunstenaar zijn, en
tenslotte de toneelspelers, misschien
omdat de Eendrachtsstraat vlak bij de
achterkant van de schouwburg ligt en
omdat ze ook wel eens lid willen zijn
van een beweging, die niet gesubsidi
eerd is. Even kijken hoe dat voelt.
Kortom, men gaat fris en voorbeel
dig aan de slag. Men fluistert zelfs
dat het samenspel in deze vorm nog
tot andere initiatieven kan leiden, die
in het belang zijn van de stad Rotter
dam en haar burgers. Wat daarmee
precies bedoeld wordt is niet duidelijk.
Wel kunnen de honderden uitverkore
nen voortaan duidelijk hun stem laten
horen als dat nodig mocht zijn. Men
is dus gewaarschuwd. Vanaf 21 janua
ri, als de poorten opengaan. Men re
kent op een totaal ledental van rond
de vierhonderd. Even rekenen. Dat is
op elke tweeduizend gewone Rotter
dammers ongeveer één kunst-Rotter
dammer. Dat is niet mis. In de oude
soos van twaalf jaar geleden kwamen
zo'n zestig kunstenaars bijeen. Zal Rot
terdam dan toch aan het veranderen
zijn?