Honorarium vaststellen na interne praktijkcontrole r /C Ambtelijke werkgroep voor jeugdproblemen MOOIER WONEN PRACTISCH LEVEN Gijsbreght en de oliebollen Renniesjg Soos in de Eendracht l Rotterdam PROF. MERTENSLHV DOET ALS VAKBOND VAN TIJD TOT TIJD ZUSTER 105 JAAR Amnestie voor ®^lgische artsen Jongen mag geen lijsttrekker zijn Man onder vallend heiblok gedood I Luns naar Roemenië l Wethouder had halve muis in de pap V) iu BEGROTING DR. KLOMPE AANVAARD sSSSttPX i" DONDERDAG 5 JANUARI 1967 5 NIJMEGEN, 5 jan. „Ik kan ine volledig indenken, dat de huisartsen geïrriteerd zijn. Zij vormen nu al jarenlang zo onge veer de sluitpost in het budget van de ziekenfondsen, en zij heb ben het idee „voor ons kan nooit wat." Maar de Landelijke Ver eniging van Huisartsen is wel erg vakbondachtig opgetreden. Ik be treur het, dat de Maatschappij tot bevordering van de Genees kunst haar veto over de eisen van de vereniging niet heeft uit gasproken. Ik betreur het, en ge lijk heb ik er ook begrip voor. Want het gevaar voor een split sing in de maatschappij zou dan niet denkbeeldig zijn. Persoon lijk geloof ik, dat zeker de helft van de huisartsen akkoord zou willen gaan met het rapport Van der Ven, en zelf sta ik er ook helemaal achter. Enkele basis- eijfers van de LHV acht ik dis- sutabel". van°f' drAThL' Merten3 (55)< hoo T'e bovenstaand citaat, speelt als men"11? iS' namelilk een êeven en ne~ Overbodig onderzoek Prof. dr. A. Th. L. MERTENS er hélemaal achter V ertrouwensman Geruststellend Met deze tekening zijn wij halverwege onze grote prijsvraag. Voor de zesde keer luidt onze vraag aan u: welke twee titels van bekende versjes kunt u in deze tekening ontdekken? De eerste is snel gevonden. Maar de tweede? Enfin, het is de moeite waard even te piekeren over het versje en over uw kans op de eerste prijs van duizend gulden of op een van de andere geldprijzen, in totaal vierduizend gulden. Noteer de twee titels bij de tien, welke u reeds eerder had gevonden. De vorige opgaven stonden in de krant van 24, 27, 29, 31 december en 3 januari. De andere zes volgen in de komende weken. Zaterdag 21 januari volgt de slot-opgave. De spanning stijgt. KEES FENS Beleid De oudste religieuze van ons land, zuster Basilissa, viert in Den Bosch haar honderdvijfde verjaardag. Brandend maagzuur? helpen direkt! w F. VAN STELTEN Positie huisarts bedreigd (Van onze verslaggever) aan fr(lar in de soc"^e geneeskunde rol un™ersiteit van Nijmegen geen lri het conflict huis arts en-zieken- 1°ndsen-Veldkamp-Mij voor Genees kunst, maar via allerlei kanalen is hij Volledig op de hoogte van het verloop van de besprekingen. Hij vindt, dat de huisartsenvereniging te veel vraagt, en dat zij dat bovendien doet op een ongunstig ogenblik. Anderzijds zou volgens hem de minister wel wat toeschietelijker hebben mogen zijn, aangezien de huisartsen drastisch wor den onderbetaald en nu eindelijk hun achterstand eens moeten inlopen. „Ze zijn het beu ieder jaar opnieuw over hun honorarium te moeten bak keleien en de dupe te zijn van het abonnementenstelsel. Huisartsen be schikken bovendien niet over econo mische deskundigen, zoals de zieken- °ndsen. Dat maakt hun positie al van tevoren zwak. Ik moet overigens Zeggen' da* het bestuur van de LHV niet best weet wat onderhandelen h-uj„' t officiële standpunt van de ÏÏ2S is wel erg star. De uit- der ven acn, Van de commissie-Van dan ook d lk Veel reëler en ik hoop Partijen 'akL deze suggesties door de g worden aanvaard". leraar eSS0Ii ^ertens, sinds 1954 hoog- betreure" Nilmegen. zegt het wel te tieei ei dat een zijns inziens essen- der v ment niet in het rapport Van nood 611 is 0P8enomen' en wel de stanf3ak van een interne controle-in- z le> uitgaande van de huisartsen (PrLw-, de praktiik van de huisarts, nistrerJ lchting' medische admi- sen 3 !e' assitente, herhalingscursus- in 'd atsPraak-spreekuur). „Men gaat mum ,Voorstellen u't van een maxi- IVTaar spanning en maximale kosten, mum i-, werkelijkheid wordt dat opti- reikt. a/"8 niet in iedere praktijk be en zou dus geval voor geval 9? g\n 1966 hog,.r voor artsen, die be- tienten hadden ge,loraria van hun pa- Vias voorgeschrenï aa9d dan wettelijk In een aantal op volging tegen dezo llen was een ver steld, hetgeen med°-Yertredingen inge- aanleiding was Vn„ december o.m een deel van de BeP. een staking van gesloten bil de groen w artsen. aan- Vorig jaar iunf°wPa"?erinIard van de artsenhonoraria hfi ?iokkering besluit opgeheven, doch Hkoninklijk Werden in reeds lopende zakennd,anks na toch nog artsen voor de rechtK gedaagd. Het nieuwe koninkliike r fluit maakt een einde aan alle dok" nogP~ocessen (waarvan er overigens sPraaken enkel tot een definitieve Ujt_ De r pd geleid), ze maatr gis,che regering hoopt, dat de- scheppen1®11 een i?unstlg kllmaat zal nieuwe n=T°or ondertekening van een kader van10d"al®. overeenkomst in het verzekering ri„ Zlekte- en mvaliditeits- sen. De over* °r, de individuele art- rige week berln£°mst werd ei.nd V0* hoging van de hLen voorziet m ver artsen met tien fr=r?rla van de kuis' lrank per consult. .UTRECHT, 5 jan. De rechm alhier heeft de voorzitter van pristeiijke nationale volkspartij vndf J"°narchale democratie, de heer j S. r- van Os uit Doorn, gisteren op str'af: van een dwangsom van .f lO.ooo.^ prboden zijn zevenjarige kleinzoon te gebruiken als lijsttrekker-buiten-mede- uuiging van zijn partij of om de foto van het jongetje te publiceren in cir- culaireg of folders van deze partij. De rechtbank wees gisteren vonnis m een kort geding dat de zoon van e pa rtiivoorzitter en vader van de "Wrekkei-, de heer N.J. van Os uit tegen de heer Van Os sr. had meP8„?pannen- De beer N.J. van Os cheliik namelijk dat zijn zoontje bela- heeft^h. wordt gemaakt. Bovendien kind dn?. er. bezwaar tegen dat het bruikt tl Z1:ln vader politiek werd "°- toestem™?,?11 211 n wil en zonder naam Pn "0gQ Hij beeft publikatie tegen woensdag 'heT^t za?van^Got^f?a~ Minister Luns ging van de regering van"* °Z Ultn0dl se Volksrepubliek eeVbezoek aandoe menie brengen. ^zoeK aan Koe- zijn naam en fS' niJ neerT puoiiKatie van proberen met huIP van de politie te<,»„ houden Toen dat hij vorige week aai. niet lukte;i-n^e moeten nagaan om het meest rede lijke honorarium vast te stellen. Het zal een hele organisatie vergen, maar zoiets moet mogelijk zijn. De specia listenopleiding kent ook een dergelij ke controle." Als voordeel van deze toetsing noemt prof. Mertens het perspectief, dat de huisarts veel meer zelf zal willen doen inplaats van de patiënt naar een zie kenhuis of specialist te zenden. ,,Ik geloof, dat de indruk bestaat, dat er nogal eens overbodige onderzoeken ge beuren door specialisten, en dat is ook mijn indruk. Men werkt soms te schablone-achtig, en daarmee is veel geld gemoeid. Ziekenhuizen en specia listen krijgen dat geld terug van de ziekenfondsen, maar de huisarts is de kleine man die misschien tien procent van het totale budget uitmaakt" Bepleit prof. Mertens dan een hono rering per verrichting voor de huis arts, zoals ook geldt voor de specia list? „Vroeger was ik van mening, dat de patiënt zelf éénkwart van de reke ning diende te betalen. In mijn inaugu rele rede in 1955 heb ik dat ook nog betoogd. Maar er is sindsdien veel veranderd. Er zijn veel meer chro nisch zieken en bejaarden die regel matig zorg nodig hebben. Daarom acht ik nu een abonnementshonorari um meer adequaat. Anders zou de pa tiënt, bij wie de arts uit eigen initiatief van tijd tot tijd bijvoorbeeld de bloed druk opmeet, al gauw kunnen den ken: die komt weer een tientje ha len". Professor Mertens acht de tijd, waarin de huisarts een taak heeft als adviseur en vertrouwensman van het hele gezin, bepaald niet voorbij. „De ze functie is zelfs versterkt. Natuur lijk blijft zijn medisch-therapeutisch werk op de voorgrond staan, maar hoeveel psychische kwalen en conflict situaties uiten zich niet in lichamelijke klachten? De huisarts heeft nu meer dan ooit een adviserende en begelei dende taak. De mensen tobben met zoveel problemen waarvan ze zich vroeger niet bewust waren. Gezins moeilijkheden, opvoedingsproblemen, huwelijksellende, daarmee komt de huisarts allemaal in contact. Iemand die zich fysiek uitkleedt, geeft zich ook sneller geestelijk bloot. Het me rendeel van de patiënten ziet in de huisarts behalve een dokter ook een raadsman, dat hebben enquêtes uitge wezen. Mede daarom zou ik het des astreus vinden als de huisarts uit de ziekenzorg zou verdwijnen, ook al uit financieel oogpunt." We komen te spreken over de so- icale positie van de huisarts. „De voorziening voor de oude dag is in derdaad een moeilijke zaak, die van de praktiserende huisarts hoge pre mies vergt. Daarom, vind ik het zo jammer, dat de gedachte van minis ter Veldkamp om, via een noodwet, SLUISKIL, 5 jan. Woensdagmid dag is de 46-jarige J. de Feijter, uit deze plaats, op slag gedood, toen hij een duizend kilogram wegend hei blok op het lichaam kreeg. Tijdens heistellingswerkzaamheden aan het ka naal Terneuzen-Gent was bij het slaan van stam-wand in de kom van Sluis kil door onverklaarbare oorzaak het heiblok van de drijvende heistelling neergestort. De bedieningsman poogde nog vergeefs met remmen een onge luk te voorkomen. Een collega van het slachtoffer die naast hem stond kon door wegspringen aan het gevaar ontsnappen. Het slachtoffer was ge huwd en vader van drie kinderen. SCHERPENZEEL, 5 jan. Wethou der P. d# Jonge van deze gemeente heeft in zijn bord karnemelksepap een halve muis aangetroffen. De andere helft van het dier bleek nog in de fles te zitten. Volgens de directeur van de melkfabriek de Vooruitgang te Wou denberg, is de muis meegekomen met de lege fles die in de fabriek is ge arriveerd. „De arbeider die de spoel- machine bedient heeft onvoldoende opgelet", zo luidde ziin commentaar woensdagavond. De directeur gaf de verzekering dat het dier niet tijdens de produktie in de pap is terechtgeko men. Inmiddels hebben ook ambtena ren van de keuringsdienst van waren de melkfabriek bezocht om een en an der te controleren. een soort bedrijfspensioen voor huis artsen in te stellen, op losse schroe ven is gezet. Het vrije weekeinde is een sociale verworvenheid, die de pro ducerende sector van de maatschappij zich heeft veroverd. Daarmee heeft men over zich afgeroepen, dat ook de dienstverlenende personen over meer vrije tijd willen beschikken. De groepspraktijk komt aan die wens een heel eind tegemoet, zij het, dat de patiënten aan de gedachte moeten wennen, dat zij in zekere zin niet één, maar twee of drie huisartsen hebben". Hoe staat het met de werkuren van de dokter? „Ik zou niet willen zeggen, dat de huisartsen aan overconsumptie blootstaan, maar wel aan disconsump tie. De mensen ontbieden hen te vaak aan huis inplaats van zelf op het spreekuur te komen. Of ze bellen hem pas op, als hij zijn route al heeft ge maakt. Men roept tegenwoordig trou wens veel vaker om de huisarts dan vroeger. Dat hangt natuurlijk wel sa men met het abonnementenstelsel". Men hoort wel verluiden, dat er een algemeen onbehagen heerst onder de huisartsen over hun positie in de hele gezondheidszorg, een onbehagen dat versterkt wordt door de lage honore ring. Prof. Mertens laat hierop een geruststellende reactie horen. „Er is een tekort van ongeveer duizend huis artsen in Nederland, maar ook in de rijen van de specialisten vallen gaten. Dat de belangstelling voor het beroep afneemt, heb ik in Nijmegen niet kun nen merken. Uit een onlangs gehou den enquête onder hier afgestudeerden bleek, dat 45 procent het beroep van huisarts uitoefent, en 47,6 procent als specialist werkzaam is". De Nijmeeg se hoogleraar schrijft de grote belang stelling voor de huisartsenpraktijk toe aan het feit, dat zoveel semi-artsen hun verplichte stage in de sociale ge neeskunde doorbrengen bij een huis arts. Wat de medische praktijk be treft zegt prof. Mertens het wel nuttig te achten eens na te gaan, hoever de huisars nu precies mag en moet gaan in zijn behandeling van de patiënt. „Veel artsen stellen zich achteraf de vraag, of ze iemand niet te snel naar een specialist hebben gestuurd. Ze kunnen misschien meer zelf doen". Terug naar het conflict. Prof. Mer tens: „Ik vind de situatie zorgwek kend. De centrale positie van de huis arts dreigt te worden aangetast. De mensen zullen hem misschien straks passeren en rechtstreeks naar de spe cialist stappen. De huisarts blijft een onmisbare figuur, omdat de mensen eenvoudig barsten van de problemen. Ik hoop, dat de LHV enig gezichtsver lies voor lief wil nemen en alsnog het rapport-Van der Ven aanvaardt, maar ik besef, dat deze hoop gestoeld is op tamelijk irrationele gronden". Prijsvraag: „Zing mee I. ■- ADVERTENTIE (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG, 5 jan. Terwijl de andere ministers en staatssecretaris sen aanzaten aan het diner dat de re gering prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven ter gelegenheid van hun hu welijk aanboden, stond. minister Klompé, de enige vrouw in het kabi net, gisteravond eenzaam haar begro ting van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk te verdedigen in de Tweede Kamer. Ontging de bewinds vrouwe het gala-diner in de Leidse lakenhal, zij smaakte in ieder geval het genoegen dat de Kamer het haar nauwelijks moeilijk maakte en de be groting van haar departement zonder hoofdelijke stemming aannam. De door de gehele Kamer geuite be hoefte aan een duidelijke aanpak van het jeugdprobleem is ook aanwezig bij minister Klompé. „Het is een vraag stuk van zeer algemene strekking dat thuishoort bij de gezinsproblematiek," aldus dr. Klompé. De bewindsvrouwe zei dat met spoed wordt gewerkt aan een wettelijke basis voor een goed ge harmoniseerd jeugdbeleid. Aan de ambtgenoten van de minister die bij het vraagstuk betrokken zijn heeft mej. Klompé hiervoor voorgesteld een in terdepartementale ambtelijke werk groep te vormen. Het is de bedoeling dat de jeugd zelf daar haar inbreng in krijgt. De minister vroeg zich af of er wel zoveel moeilijkheden zijn ten aanzien van het particulier initiatief. Volgens haar heeft dat overleg steeds doorgang gevonden. Er is niet altijd contact met de landelijke organisa ties, omdat de minister meer waarde hecht aan doorstroming naar bene den, naar contact met het particulie re initiatief in de laagste regionen. De minister meent dat op die manier de bevolking het best wordt bereikt. Minister K lompé heeft toegegeven dat er geen nationaal sportbeleid ge voerd wordt. De moeilijkheden liggen HET ZWAARSTE KARWEI in de Nederlandse journalistiek wordt met een op de eerste dag van het jaar verricht: het schrijven van een re censie van de Gijsbreght. Voor het resultaat heb ik dit jaar de be sprekingen in vijf kranten doorge lezen en ik mag zeggen, dat er door de critici weer op gezwoegd is iets anders te zeggen dan vo rige jaren. Eigenlijk moet ik spre ken van vier recensies, want één krant had voor een eerste indruk een van zijn verslaggevers gestuurd. Die jongen heeft het het moeilijkst gehad van allen: hij moest een stukje schrijven, maar mocht niets zeggen, want dat gaat een echte toneelredacteur nog doen. Zijn stuk je verdient een klassikale behan deling op de school voor de jour nalistiek, Want de verslaggever S" reaf iets zo diepzinnigs in zo'n lprv?Wli eld Nederlands, dat hij he- wag niets zei, 'hetgeen zijn taak ,^e ®erste bespreking die ik las a as kop: „Accent gelegd op de taalmuziek in Gijsbreght". Een deel van de recensie laat zich da delijk raden. Valt het accent op de taalmuziek, dan hebben we te doen met een verstilde, voorzich tige ingehouden Gijsbreght; hande ling en drukte ontbreken, het decor is sober oftewel summier gehou den, het vers wordt in zijn door zichtige schoonheid getoond, het geen de recensent gelegenheid geeft te zeggen a) dat Vondels vers wel luidend en rijk is; b) dat verzen zeggen heel moeilijk is; c) dat de oudere generatie het er beter af- dan de jongere. Boven de A™ng had °°k kunnen staan doen gehad met een h nichtive n bewogen, luid- üna waar n dantenrijke voorstel" I ng, waarin de primitiviteit van de gevoelens, hetgeen de recensent gelegenheid zou geven op te mer ken a) dat alle drukte en gedraa en de realistische decors de op vallende dramatische tekorten van Vondels stuk niet kunnen verhul len; b) dat in de voorstelling de kracht van Vondels vers miskend wordt, de taalmuziek wordt over speeld; c) dat dit laatste onvermij delijk is, gezien het feit dat de jongere generatie geen verzen meer kan zeggen. Op dit punt moeten enkele oudere acteurs uit de voor stelling geprezen worden om de kracht van hun voordracht. Ondanks mijn respect voor het gezwoeg van de critici, meen ik dat het schrijven van een recensie van de Gijsbreght een in wezen eenvoudige zaak is. Om te begin nen zijn er niet meer dan twee recensies mogelijk, die van de ver stilde en die van de handeling- rijke Gijsbreght. Bij de proloog blijkt al of de taalmuziek zal klin ken of dat het knokken wordt. De eerste lijnen van de bespreking la ten zich nu trekken (zie boven). Het is aan te bevelen de bespre king te beginnen met het stellen iet vechten geblazen, dan hebben we met de opvatting te doen, die Gijsbreght als STRIJDER EN VER DEDIGER VAN DE STAD ziet. Hier is een uitweiding van zeker tien regels mogelijk, immers de menselijke kanten komen in de knel, al wordt de scène met Ba- deloch nu wel erg aangrijpend: Gijsbreght kiest plicht boven liefde. Het getuigt niet van originaliteit op te merken, dat Gijsbreght als verdediger niets doet dan draven en torens beklimmen. Deze opmer king mag slechts dan gemaakt wor den, als eraan toegevoegd wordt, dat de regisseur erin geslaagd is, deze zwakke kant van Vondels stuk knap verborgen te hebben. Hóe, doet er niet toe. Een telkenjare weer boeiend pro- van het probleem-Gijsbreght. Niet meer dan stellen, zo in de trant van; „De jaarlijkse opvoering van Vondels Gijsbreght stelt regisseur en toeschouwers iedere keer weer voor enkele fundamentele proble men." Niet zeggen, welke proble men dat zijn, want dan blijkt met een dat de traditie terstond beëin digd moet worden. Een van de critici die ik las, stelde, dat de problemen niet uitgemeten behoe ven te worden, waarna hij terstond zijn liniaal pakte en aan het meten sloeg. Fout Na het stellen van „de problemen" schrijft men terstond: „De regisseur heeft die problemen trachten op te vangen door dit jaar de nadruk te leggen op (invullen: de taalmuziek of: de handeling). Na behandeling van het hoofdac- •ent komen de belangrijke details, k zal er hier enkele kort behan- ielen: Klinkt de taalmuziek, dan ligt de nadruk op de MENS Gijsbreght. Dat behoeft niet verder toegelicht te worden, al moet natuurlijk wel even op de zo menselijke scène met Badeloch gewezen worden. Is bleem vormen de reien. Er zijn twee mogelijkheden: de rei is op genomen in het stuk of is een puur solonummer. Met de opvat tingen van muziek of handeling heeft dit niets te maken. Bedacht moet wel worden, dat per traditie de rei van klarissen de mooiste gevonden wordt en de rei „Waer werd oprechter trouw" het slechtst gezegd wordt. Van deze opvattingen kan door de critici niet afgeweken worden. Er mag ook niet ontkend worden, dat de rol van bode een onmogelijke is, net als die van Arent, die stervend eerst nog even als speciale verslaggever moet op treden. EEN ONDERDEEL dat zeker niet verzwegen moet worden, is dat van de aankleding. Er zijn, ai weer, twee mogelijkheden: middel eeuws of zeventiende eeuws. Heb ben we te doen met een knok- opvoering, dan is de aankleding zeker middeleeuws; bij de woord kunst krijgen we renaissance-kledij. Het kan van spitsheid blijk geven, op te merken, dat het „waarom" van die keuzen nog nooit in een voorstelling is waargemaakt. Nog enkele kleinere punten: Gozewijn is per se heilig en Willebrord is per traditie gekleed in flarden wit te pater, norbertijn en cisterciën zer, maar zeker niet als karthui- zer. Zijn kruin is die van een lang geleden geknipte franciscaan. Wat een criticus zeker niet mag doen, is de Gijsbreght niet ernstig ne men en vooral niet: laten blijken, dat hij het zonde van zijn avond vond er heen te gaan. Dat mogen we allemaal denken, maar het mag niet hardop gezegd worden, anders kunnen we de meeste tradities wel opruimen. Hoezeer ik ook de si tuatie van de criticus begrijp en hoezeer ik ook zijn verzwegen voor keur voor appelflappen deel, hij mag niet het volgende schrijven: „Het is met de Gijsbreght op nieuwjaarsdag zo langzamerhand niet ongelijk aan de oliebollen van de dag ervoor: je zult ze eten, desnoods tegen heug en meug. De vergelijking is misschien wat on eerbiedig, maar ze dringt zich op. Ze waren er beiden weer in het afgelopen weekend, de oliebollen zo goed als de Gijsbreght: zware kost die een ijzeren traditie voorschrijft. Hier laat zich een brok persoon lijke tragiek reconstrueren: de vrouw van de criticus heeft olie bollen gebakken, voor de kinderen natuurlijk. De criticus kan niet eens de lucht verdragen en die krengen blijven allemaal op zijn maag liggen. Maar eten zal hij, want gezelligheid ontstaat pas dan, als we voor een ander doen waar aan we zelf de pest hebben. Met een maag nog van streek gaat de criticus naar de schouwburg en daar heerst weer die gezelligheid door collectieve huichelarij verwekt: ieder speelt dat hij het stuk fijn vindt. De criticus speelt niet mee. Dat is niet juist, want thuis hapt hij ook gretig. Hij zal aan zijn kinderen niet doceren: „Het is met de oliebollen op oudjaarsavond zo langzamerhand niet ongelijk aan de Gijsbrecht van de dag erna: je zult er aan moeten, desnoods te gen heug en meug." in de persoonlijke sfeer en de contac ten met departementen en particulier initiatief zijn te incidenteel. Zij zal proberen daarin verbetering te bren gen. Op het ministerie wordt thans ge werkt aan een sportnota. De bewinds vrouwe gaf overigens te kennen niet veel voor nota's te voelen. Zij gelooft dat de arbeid van regering en parle ment nuttiger kan zijn via concrete voorstellen dan via nota's. Mej. Klompé weerlegde enigszins geëmotioneerd het agressieve verwijt van de socialistische woordvoerdster mevrouw Heroma-Meilink dat de mi nister geen beleid zou kunnen voeren. Volgens de minister was deze houding ingegeven door een politieke stelling- name en zakelijk niet juist. „Ik mag geen beslissingen nemen waarvan ik maar kan vermoeden dat deze voor mijn opvolger onoirbare gevolgen heeft," aldus minister Klompé, „maar moet ik dan bijvoorbeeld voor het jeugdprobleem wachten op mijn opvol ger?" Zij wees er op dat zij ook de be leidslijnen voor haar opvolger heeft voor te bereiden, beleidspunten die de formateur na 15 februari in zijn porte feuille moet vinden. Ook aan de ko mende begroting, die het volgende ka binet zal indienen, zal minister Klom pé binnenkort moeten werken. Volgens KVP-woordvoerdster mej. Kok was uit het antwoord van de minister ge bleken dat een bewindsvrouwe aan het woord is die een beleid voert. ADVERTENTIE ROTTERDAM KRIJGT een kunste naarssociëteit. Sinds de Doelen haar machtige kap vol muziek heeft wordt er plotseling haast gezet achter elk plan dat in de loop der jaren uitvoerig besproken werd of in een rapport ver werkt. Zo'n kunstenaarssociëteit is een goed Hollands gebruik sinds Hilde- brandt ze bezocht en sinds studenten er tapvergunningen voor wisten te krijgen, die buiten de stedelijke poli tieverordeningen vallen. Het is niet de eerste kunstenaarssociëteit in Rotter dam. De laatste poging, die het enige jaren uithield, eindigde ruim twaalf jaar geleden in een vechtpartij met de politie met als gevolg een burge meesterlijk besluit de deftige tent dicht te gooien, zeer tot genoegen van de burgers, die iemand wisten te vinden die er onmiddellijk een thee-schenkerij van maakte. De driftige pennetjes van de voor- en tegenstanders van een kunstsoos vlogen enige tijd over het papier, maar de sociëteit bleef een herinnering. De bent van schilders en beeldhou wers verdeelde zich over de cafeetjes aan de rand van de brandgrens van 1940. Daar kan men ook nu nog de ou derwetse tapperijen, gewone volkszaak jes, vinden, met veel glas achter de toog en zinken beslag op het altaar van de dorst. Er waren er ook die zich terugtrokken op hun Bolwerk en het scheelde geen S. Het was vooral een bepaalde schildersgroep die daar aan de voet van het „Witte Huis" op de witte muizen zaten te wachten. Nu is het Bolwerk glad gestreken omwil le van een uniforme Maasboulevard. Een andere groep kunstenaars zette zich zuchtend neer in de kleine lokali teiten met vergunning aan de Binnen weg, in de onmiddellijke nabijheid van heiend Rotterdam maar net ver ge noeg er vandaan om de illusie van een welig artistiek gemeenschapsleven in stand te houden. De laatste tien jaren zijn daar heel wat talenten wegge spoeld, heel wat doeken en beeldjes geruild voor een neutje, heel wat wilde levens van koers veranderd dankzij de psychotherapeutische vermogens van bepaalde kasteleins. Het werkzame Rotterdam keek maar vreemd tegen dit stukje stadswijk aan. Het was ook gek als je op een zaterdagmiddag in de etalage van Par- doul, een pijpenla met beide vergun ningen annex een slijterij, twee niet geheel onbekende artiesten als blanke Boedha's een uur lang tussen de fles sen Schiedam in zag zitten, de handen doodstil het glas omklemmend, het oog gericht op een punt in de verte. In 'n mum van tijd een geweldige oploop. Zonder emotie staarden de twee over het verachtelijke publiek heen. In 1955 was zo iets opzienbarend. Nu doet zo'n vorm van protest het al lang niet meer. Dat betekent meteen dat het sein op veilig staat voor een nieuwe sociëteit. NIET VER VAN DE PLEK waar deze pioniers zich eens in beschouwing neerzetten komt nu de nieuwe kunste- naarssoos. In een voormalige dans school aan de grauwe Eendrachts- straat. Eendracht maakt macht, zo moet Rob de Vries gedacht hebben, de beentjes moeten nu maar eens van de vloer. Als een van de initiatiefne mers stelde hij, dat er zoveel mogelijk soorten artiesten lid moesten worden. Hij heeft het geweten. De aanmeldin gen stromen binnen. De oude sociëteit van twaalf jaar geleden was er maar een bewaarschooltje bij. Er zijn al honderden leden ingeschreven: voorop de beeldende kunstenaars omdat ze de oudste rechten hebben, daarachter de leden van het Rotterdams Philharmo- nisch Orkest, die sinds de opening van de Doelen aanmerkelijk meer zelfver trouwen hebben gekregen, dan de ar chitecten, een geliefde groep in Rotter dam, ook al weet men niet precies of ze nu wel of niet kunstenaar zijn, en tenslotte de toneelspelers, misschien omdat de Eendrachtsstraat vlak bij de achterkant van de schouwburg ligt en omdat ze ook wel eens lid willen zijn van een beweging, die niet gesubsidi eerd is. Even kijken hoe dat voelt. Kortom, men gaat fris en voorbeel dig aan de slag. Men fluistert zelfs dat het samenspel in deze vorm nog tot andere initiatieven kan leiden, die in het belang zijn van de stad Rotter dam en haar burgers. Wat daarmee precies bedoeld wordt is niet duidelijk. Wel kunnen de honderden uitverkore nen voortaan duidelijk hun stem laten horen als dat nodig mocht zijn. Men is dus gewaarschuwd. Vanaf 21 janua ri, als de poorten opengaan. Men re kent op een totaal ledental van rond de vierhonderd. Even rekenen. Dat is op elke tweeduizend gewone Rotter dammers ongeveer één kunst-Rotter dammer. Dat is niet mis. In de oude soos van twaalf jaar geleden kwamen zo'n zestig kunstenaars bijeen. Zal Rot terdam dan toch aan het veranderen zijn?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 3