iÉÉ
Dreigende tegenstelling
Rome en Spanje
IN DUITSLAND, ITALIË, OOSTENRIJK EN DE BENELUX -
Voortbestaan is geen vergissing van de geschiedenis
Johnson als Hamlet
Criminaliteit langs medicinale weg te bestrijden?
PSYCHOLOGIE VAN
MISDADIGER
dankzij
„Oorzaak misdaden is
van biochemische aard'
ZATERDAG 7 JANUARI 1967
Ta*
DOOR DR. K. J. HAHN
Christelijke partijen
hebben grote moeite
allen te bevredigen
Geen stemmenslijtage
ondanks of
twintig jaar
regeren
Onverschilligheid is de
schone vrucht van
welstand en zekerheid
(Van een speciale correspondent)
WAT ZIJN DE OORZAKEN van mis
dadigheid. Wordt iemand misdadig door
de omgeving waarin hij opgroeit, of
door erfelijke factoren. De bekende psy
choloog H. J. Eysinck, verbonden aan de
universiteit te Londen heeft in een re
cent artikel het tot op zekere hoogte
weer opgenomen voor de erfelijke fac
toren als oorzaak van misdadigheid.
Zoals bekend heeft indertijd Lombroso
een theorie ontwikkeld van misdadige
typen, die aan hun uiterlijk zouden zijn
te herkennen. Deze theorie wordt nu ge
heel verworpen, maar deze schrijver
komt tot de conclusie dat de oorzaak
van biochemische aard zou zijn.
Zonder, te willen afdingen op de
kwaliteiten van zijn voorgangers,
mag wel worden gesteld dat eerst
onder het regime van minister Bo-
gaers de maatregelen zijn getroffen,
die nodig waren om de woningnood
binnen de kortst mogelijke tijd te be
ëindigen. In hoeverre dit te danken
was aan de minister persoonjijk of
aan het samentreffen van een goede
conjunctuur, een willig kabinet en
een bekwaam bestuurder, laten wij
buiten beschouwing. Het is moeilijk
het begrip woningnood nu nog dui
delijk te definiëren, want binnen het
bestek van de oplossing van deze
nood voltrekt zich ook een doelbe
wust beleid ter verbetering van de
nieuwe woningen. En juist dat laat
ste aspect heeft nog onvoldoende
weerklank gevonden. In Amsterdam
en vele andere steden heeft men zeer
bewust gekozen voor woningen ,,met
toekomstwaarde dat wil zeggen
woningen van een zodanige kwali
teit dat ze financieel alleen haalbaar
zijn voor wie bereid is terwille van
meer woongenot „op zijn tenen te
gaan staan". De overweging daarbij
was, dat er zowel vóór als na de oor
log genoeg middelmatige en slechte
woningen zijn gebouwd. Wie. ook
na het eind van de woningnood, zijn
geld liever in een auto, lekker eten
of grote vakantiereizen wil steken,
kan altijd in de oude, goedkope
voorraad terecht.
De opvolger van minister Bogaers
heeft nu in een schrijven aan de ge
meentebesturen verzocht zuinigheid
te betrachten bij de nieuwbouw. Men
moet afzien van het „maximale ni
veau" en geen woningen bouwen,
waarvan de huur niet haalbaar is
voor degenen „voor wie woningwet
woningen in de eerste plaats zijn be
stemd".
Dit verzoek gaat lijnrecht tegen
het bovengenoemde beleid in. Indien
de minister tot dit schrijven is ge
noopt door geldtekort kan men er
moeilijk tegen opponeren, al blijft
het de vraag waar een overheid het
zwaartepunt van zijn bezuinigingen
moet zoeken.
Als echter de minister afkerig is
van opvoering van de kwaliteit van
de nieuwbouw en de formulering
„voor wie de woningwetwoningen in
de eerste plaats bestemd zijn de in
houd geeft van een woningsubsidie
voor de kleine man, dreigen er grote
misverstanden. Zeker in de grote ste
den gaat men bewust een ander be
leid voor, dat door partijgenoten van
de minister niet alleen wordt onder
steund, maar zelfs is ontwikkeld.
Het is goed dat men zich tijdig van
deze dreigende controverse reken
schap geeft. Een gemeenschap, die
bij haar dynamische ontwikkeling
een zo fundamenteel punt als de
voortdurende verbetering van de
kwaliteit van nieuwe woningen ver
waarloost, maakt zich schuldig aan
sociale nalatigheid.
Wanneer het Vaticaan, zoals ge
meld, de om zijn uitgesproken kritiek
op het regiem-Franco bekend staan
de abt van het Benedictijner klooster
van de Montserrat bij Barcelona op
dracht geeft af te treden, is er alle
aanleiding van een opzienbarende
gang van zaken te spreken. Iwee
jaar geleden moest de abt. Dom
Aurelio Escarré, toen op last van de
regering-Franco, zijn land „vrijwil
lig'' verlaten. Vanuit Milaan be
stuurde hij sindsdien formaliter zijn
abdij.
YVaarom maakt het Vaticaan hier
thans zo volkomen onverwacht een
eind aan? Het kan bijna niet anders
uitgelegd worden dan als een vrien
delijk gebaar jegens het regiem-Fran
co. Wat zou de geheime diplomatie
van het. Vaticaan (als we deze
negentiende-eeuwse. anti-clericalisti-
sche term even van de rommelzolder
mogen halen) tot zulk een geste be
wogen hebben? En wat moeten de
Spanjaarden hier wel van denken,
die er via hun pers ook zij het on
getwijfeld uiterst summier over
worden ingelicht.
Moeten ze het zien als een ponti
ficale desavouering van de abt. die
het destijds bestaan heeft in een in
terview met Le Monde te verklaren:
„Waar geen werkelijke vrijheid be
staat, daar is ook geen rechtvaardig
heid en dit is het geval in Spanje"?
Neen toch. Wat steekt er dan achter
De christen-democratische partijen
zijn een sterke politieke kracht
deze geheime diplomatieke manoeu
vre? Alle tekenen wijzen er op, dat
hier sprake is van een verheven soort
ruilhandel. Volgens Le Monde ver
onderstelt men in Barcelona, dat het
heengaan van de abt van Montserrat
moet dienen ter compensatie van de
verwijdering van een andere steen
des aanstoots, ditmaal in de ogen
van anti-Franco gezinde Spanjaar
den, te weten de befaamde abt van
het klooster van de Dodenvallei,
Fray Justo Perez de Urbel.
Wie weet? Er is nog een andere
verklaring mogelijk. Er zijn hoogst
geheime onderhandelingen gaande
tussen het Vaticaan en de regering-
Franco over een herziening van het
Concordaat van 1Q52. vooral ten
aanzien van het recht van het staats
hoofd bisschoppen ter benoeming
voor te dragen. Het Concilie heeft
uitdrukkelijk gevraagd aan staats
hoofden, die zo n middeleeuws be
noemingsprivilege genieten, hiervan
afstand te doen.
In tegenstelling tot de staat is de
Kerk in Spanje in beweging. Er zijn
hoopvolle tekenen van aanpassing
aan de geest van onze tijd. Het zal
wel onvermijdelijk zijn, dat de Kerk
met zo'n halsstarrig regiem als dat
van Franco handelt als ware ze zelf
ook een (ultramontaanse) staat. Met
alle daarbij passende geheimzinnig
heid. We schrijven 1067.
Met grote spanning wacht de hele
wereld, of Washington en Hanoi
een basis zullen kunnen vinden
voor vredesonderhandelingen. Presi
dent Johnson staat in eerste instan
tie voor de beslissing of hij de bom
bardementen op Noord-Vietnam
moet laten eindigen. Niet alleen de
secretaris-generaal van de Verenigde
Naties, Oe Thant. maar bijvoorbeeld
ook de New York Times hebben op
het staken van de Amerikaanse
luchtoorlog aangedrongen. Maar in
Amerika wordt op de president meer
den staat men bewust een ander be
druk uitgeoefend door de haviken,
die men vooral in het Pentagon
vindt, dan door de duiven in de
Senaat en elders. Als een Hamlet
worstelt Johnson nu met zijn twij
fels. Hij heeft slechte ervaringen ge
had met de zevenendertigdaagse
pauze in de bombardementen van
een jaar geleden, toen Hanoi zeil
geen vredesgebaar maakte, maar
daarentegen het Amerikaanse ge
baar als een teken van zwakte scheen
op te vatten en bijgevolg een harde
re koers ging volgen. Wat moet de
Amerikaanse regering denken van
de jongste verklaringen van iNoord-
vietnamese autoriteiten?
De Noordvietnamese diplomatieke
vertegenwoordiger in Parijs heet
een eerdere verklaring van de N°°rd-
vietnamese premier verduidelijkt.
IN DE DISCUSSIE over het Nederlandse par
tijenstelsel en de wenselijkheid of niet-wense-
tijkheid van christelijke partijen in Nederland
werd laatstelijk door dr. Thom Kerstiëns terecht
ook de aandacht gevestigd op de vraag hoe
de bestaande christelijke partijen van Neder
land in het Europese kader passen. In het
kort, hij keek vanuit Europa, als Nederlander
tets minder verbaasd dan de overige Europe
anen, op de rijke keuze van christelijk ge-
inspireerde partijen en partijtjes in Nederland
wier raison d'être naast elkaar aan een buiten
lander altijd iets moeilijk uit te leggen is. Hij
kwam tot een aantal behartigenswaardige vast
stellingen en conclusies, die de discussie zeker
levendig zullen houden.
Niet minder illustratief, ja voor een objec
tieve beoordeling van de christelijke democratie
en haar functie ook in Nederland nodig, blijkt
omgekeerd, een blik in de internationale spie
gel, de vraag namelijk hoe het in Europa met
de christelijke democratie gesteld is en welke
kracht en perspectieven ze buiten Europa heeft.
Zo een thematische excursie kalmeert de gees
ten en laat misschien enkele nuttige toepas
singen van verworven inzichten en ervaringen
op de eigen al te huiselijk, al te vertrouwd
geworden omgeving toe een tijdelijke „ver
vreemding" van de eigeffc haard maakt de te
rugkeer spannend, de gewone omgeving tekent
zich scherper af, zwakke plekken, grenzen en
de goede kanten worden duidelijker zichtbaar.
Wat Europa betreft, kan zonder meer ge
zegd worden dat de christelijke democratische
partijen zich over de gehele lijn in hun sterke
positie handhaven. Het geval Frankrijk, waar -
de MRP zijn voorrangspositie uit de eerste na
oorlogse jaren niet kan handhaven, blijft een uit
zondering waarbij moet worden opgemerkt dat
het juist de Franse christen-democraten zijn
die in de partij van Lecanuet een steeds krach
tiger wordend alternatief voor het gaullisme
èn de overigens niet erg stabiele linkse en de
mocratische Federatie van Mitterand opgezet
hebben. In alle overige landen, waar christen
democratische partijen bestaan, zijn zij van
een al te gemakkelijk vergeten of aanvaarde
stabiliteit. De Italiaanse Democrazia Cnstiana
geringsverantwoordelijkheden in deze landen ge
dragen, ze hebben zich zonder aarzelen voor de
Europese integratie en de Atlantische samen
werking ingezet, ze hebben na een unieke ca
tastrofe de Europese landen mee moeten op
bouwen, in hun economie, en wat nog moeilij
ker was, in hun democratische structuur. Dat
dit grosso modo lukte en dat meer dan twin
tig jaar regeringsverantwoordelijkheid geen gro
tere slijtage aan mensen, stemmen en ideeën
tot gevolg had, mag men niet onderschatten.
Het is dan ook geoorloofd eraan te herinneren
hoe lang Italiaanse, Franse, Duitse en Britse
socialisten deze Europese politiek van de chris
ten-democraten, en vaak op beslissende mo
menten, hebben bestreden tot zij allemaal
tot de overtuiging kwamen, het laatst de En
gelse socialisten, dat deze buitenlandse politiek
van de christen-democraten niet zo slecht was.
Zo gezien is de voortbestaande kracht van de
christelijke partijen moeilijk te interpreteren
als een gevolg van de geestelijke traagheid van
de Europese kiezers of van een simpele ver-
gissing van de geschiedenis.
ER KOMT ECHTER MEER BIJ. De socia
listische theoretici hebben altijd de stelling
verkondigd dat het een volstrekte theoretische
en praktische abnormaliteit is, een „volkspar
tij" te willen oprichten, die op de basis van
een wereldbeschouwing de verschillende klas
sen in zich wil verenigen. Deze stelling wordt
heeft in de laatste jaren na een lange periode
van langzame achteruitgang telkens, zij het ook
tn geringe mate, de verkiezingsuitslagen kun
nen verbeteren, in Oostenrijk won zij verleden
jaar de parlementsverkiezingen en zij regeert
nu alleen. In de Benelux-landen blijven de
christen-democraten de sterkste politieke fac
tor, en als er schommelingen zijn, zoals in
België, dan lijden de socialisten er niet min
der onder. In Duitsland heeft zich de leiding
van de CDU een crisis veroorloofd die merk
waardigerwijs een zeer geringe uitwerking op
de verkiezingen in Hessen had, terwijl de ver
kiezingen in Beieren de absolute meerderheid
van de christen-democraten verbeterde.^
De christen-democratische partijen zijn de
sterkste politieke kracht in Italië en Duitsland,
in Oostenrijk, Nederland, België en Luxemburg,
in al deze landen is de premier een christen
democraat. Dit moet men in een historisch
perspectief zien: vanaf 1945 tot nu hebben de
christen-democraten vaak ononderbroken de re-
nu nog door moderne politicologen volgehouden.
Zij zien konsekwent over het hoofd hoe de so
cialistische partijen van Engeland, Duitsland,
Oostenrijk, etcetera, systematisch, zij het dan
ook niet bijzonder opvallend, de oude marxis
tische klasse-partij in een brede volkspartij gin
gen veranderen die de boeren, de middenstand,
ja de bedrijfswereld met steeds grotere voor
zichtigheid gingen behandelen. Zeker, de chris
ten-democratische partijen lukte het slechts
voor een deel de omvattende volkspartij te wor
den, haar sociologische structuur vindt bij de
economisch machtigen en in de arbeiderswe
reld spoedig een grens. Maar als men de so
ciologische structuur en de tendens in de so
cialistische partijen nader bekijkt, dan vindt
men de trekken van een midden-partij steeds
sterker te voorschijn komen.
Er heeft dus een zekere aanpassing in de
programma's tussen de dominerende Europese
politieke stromingen plaats gehad. Dit geldt ze
ker ook voor de kwestie van de wereldbeschou
welijke fundering maar alleen wat haar dog
matische, confessionalistische zelf-interpretatie
en presentatie betreft. We kennen dit feno
meen zeer goed bij het Europese socialisme:
de Engelse socialisten waren steeds meer prag
matici, de Nederlandse „doorbraak", het Go-
desber'ger programma van de SPD, het nieuwe
politieke charter van de herenigde socialisti
sche partij in Italië om van Scandinavië maar
niet te spreken, zij allen hebben het marxis
tische dogma afgeschaft of tenminste aanzien
lijk verzwakt, bang als ze zijn voor het com
munistische voorbeeld, dat, zoals de Italiaanse
socialist en oud-communist Ignazio Silone in
zijn jongste boek „Uscita di sicurezza" zegt,
het „marxisme tot opium voor het volk" maakte.
MINDER ZICHTBAAR, maar toch van gro
te betekenis is het feit dat de christelijke par
tijen na 1945 eer, proces van deconfessionali
sering doorvoerden, dat zeker in Nederland op
grond van de bekende historische en maatschap
pelijke omstandigheden langzamer en nu mis
schien eruptief voltrokken wordt. Deze decon
fessionalisering betekent niet het loslaten van
de religieuze, of spirituele uitgangspunten, maar
in plaats van de Kerk of het religieuze gezags
orgaan treedt de „inspiration chrétienne", de
oriëntering op een aantal fundamentele gees
telijke waarden en principes, op een christe
lijk persoonsbegrip en gemeenschapsbeeld dat
in zijn openheid een grote mate van samen
werking met alle mensen van goede wil mo
gelijk maakt Dit proces begon in Duitsland
reeds in 1945 door de nieuwe samenwerking
van protestanten en katholieken, de Belgische
CVP heeft reeds in 1945 met een verrijkende
blik het programma ontworpen gericht op alle
spirituele krachten en op alle mensen van goe
de wil die de gemeenschappelijke geestelijke
waarden aanvaarden. En zelfs de Democrazia
Cristiana, om evidente redenen altijd nauw ver
bonden geweest met het kerkelijk gezag, heeft
zich aan deze ontwikkeling niet onttrokken. Een
jaar geleden onderstreepte de leider van de
Italiaanse partij, Mariano Rumor, de autono
mie van de christelijke politieke beweging open
lijk tegenover de kerkelijke autoriteiten.
Het is dus hier niet meer de vraag: decon
fessionalisering of niet, veeleer de vraag of
een gedeconfessionaliseerde, maar wel christe
lijk geïnspireerde partij open, dynamisch en
politiek „eucumenisch" in haar samenstelling
tegenover een zuiver pragmatische, als het wa
re politiek „technische" partij bestaansrecht
heeft.
De feiten in Europa tonen duidelijk aan dat
de Europese kiezers, hier in het algemeen po
sitief op reageren, op voorwaarde echter, dat
zich de christelijke partijen inderdaad niet op
sluiten in een pseudo-dogmatisch heilig huisje
en dat zij een concrete sociale en economische
politiek weten te voeren. Wat het eerste be
treft, deze voorwaarde wordt in het algemeen
ik spreek hier dus van Europa en niet van
Nederland wel vervuld. Wat het t\«eede be
treft, bestaan er natuurlijk moeilijkheden. De
christelijke partijen hebben geen geringe moei
te vanuit de midden-positie van een volkspar
tij een economische en sociale politiek te voe
ren, die alle betrokkenen bevredigt. Men mag
ook niet vergeten dat de christelijke partijen
na 1945 een geheel nieuwe fase van hun ge
schiedenis ingingen. Voordien waren ze vaak
minderheidspartijen die beperkte kerkelijke be-
langen of belangen van hun volksgroep behar
tigden. Na 1945 werden ze eensklaps meer
derheidspartijen die voor hetg -
staat, voor de grondwet zelfs dn ItaliëSe»
Duitsland) en voor de wedei opbouw,
woordelijk werden. Zij het in wisselende en van
land tot land verschillende coalities. Hun pro
fiel draagt nu eens meer liberale, dan weer
meer conservatieve, of progressieve trekken.
Dit verklaart voor een belangrijk deel waar
om de christen-democratische partijen soms
een aarzelende, niet scherp geformuleerde so
ciaal-economische politiek ontwikkeld hebben,
zeker daar waar de eigen sociale organisaties
van de christenen verdwenen of aanzienlijk
verzwakt werden. Dit verklaart ook waarom
verschillen - hier en daar zelfs tegenstellin-
gen ontstonden, die een grotere homogeni
teit van de christelijke democratie in Europa
tegenhielden. Is dit echter in alle opzichten
een bezwaar? De christelijke partijen van Eu-
vormen, wat hun concrete programma s
monolithisch blok, al zijn ze het
echter
moedige mensen en competente aanpak van
de concrete maatschappelijke problemen, een
zekere ideologische zelfvoldaanheid daar, waar
een constructieve politieke oplossing nodig is,
kortom, een te gering contact met de maat
schappelijke realiteit en haar trends.
HET LIJKT ONS daarom noch mogelijk noch
nodig mët een schone lei in het Nederlandse
partijenstelsel te beginnen. Er bestaat een ze
kere neiging tot een neo-piëtisme van de
moderne christen, die als het ware met lege
handen, maatschappelijk ongewapend en onge
steund door „structuren" zijn taak in deze we
reld wil vervullen. Dit is niet minder illusoir
dan het starre vasthouden aan gesloten „con
fessionele" instellingen uit een verleden waar
deze nog wel zin hadden.
Misschien is in dit opzicht van de christelijke
democratie van Latijns Amerika iets te leren:
ze ontstond in het algemeen pas enkele de
cennia geleden, en zonder de historische hy
potheek, waarmee de Europese christelijke par
tijen belast zijn, maar ook zonder de sterke
traditie van de christelijke sociale beweging,
moest zij zich ontwikkelen niet als verlengde
arm van de hiërarchie, maar vaak tegen de
ropa
betreft, geen
eens over de uitgangspunten. Wat hun
fataal zou kunnen worden, is het gebrek aan
wil, zeker zonder de steun daarvan. Ze is,
in een dramatische situatie, zeker een politieke
beweging, die tn de sociale en economische po
litiek niet van moed en fantasie gespeend is, en
zij kan het zich niet veroorloven, een confessio
neel gesloten minderheidsgroepje te vormen.
En toch: deze christelijke democratie die La
tijns Amerika het enige alternatief tussen com
munisme en liberaal conservatisme van
voor de industriële revolutie biedt, houdt met
een verrassende taaiheid aan haar christelijke
inspiratie vast en begrijpt niet zo zeggen
de leiders In dit subcontinent hoe men de
rijkdom van deze geestelijke bronnen ook en
juist in zijn maatschappelijk-politieke activiteit
als christen zou willen loslaten.
En dit brengt ons tenslotte op het laatste
punt dat eveneens door dr. Thom Kerstiëns werd
aangehaald en reeds vaker ter discussie stond:
de betekenis van de culturele Inbreng van een
open politieke beweging uit christelijke inspi
ratie, een maatschappij waarin het wereldbe
schouwelijke, geestelijke, culturele engagement
het verliest tegenover vreedzame onverschillig
heid, de schone vrucht van de welstand en
de zekerheid. De zware verplichting die hierin
voor iedere christen en zeker voor een chris
ten-democraat schuilt, dwingt tot een veel gro
tere inzet op dit gebied en tot grotere beschei
denheid in het algemeen.
Zo gezien, zijn er nog vele, zelfs nieuwe
kansen. Ze eisen een vernieuwing waaraan
intussen de christelijke partijen niet alleen in
Nederland reeds werken. De geestelijke ver
trekpunten zullen worden vastgehouden, zonder
dat men alleen de gevangene van een traditie
wordt en tegelijk moet uit de geest van open
heid duidelijk worden, hoe sterk men geïnspi
reerd is door de universele solidariteit tegen
over de maatschappij en de mensheid. Er is
voldoende terrein open om dit vandaag waa
te maken.
Het voorstel van Washington om in
contact te treden met Hanoi zal wor
den „onderzocht en bestudeerd op
voorwaarde dat de bombardementen
„definitief en onvoorwaardelijk
worden stopgezet. Hanoi zal dus
niet reageren op een pauze, maar
uitsluitend op een verzekering van
Washington, dat de luchtoorlog on
der geen enkele omstandigheid her
vat zal worden. Voor deze verzeke
ring krijgen de Amerikanen slechts
een vage toezegging van een ge
sprek.
Door de Noordvietnamese premier
was deze week de indruk gewekt,
dat zijn regering niet meer vasthield
aan aanvaarding vooraf door Ame
rika van de formele eisen van Hanoi.
De hoop is enkele dagen later weg
genomen door de Noordvietnamese
diplomaat in Parijs. Letterlijk ver
klaarde hij: „De Verenigde Staten
moeten eerst het Nationale Bevrij
dingsfront van Zuid-Vietnam erken
nen, dat de enige echte vertegen
woordiging is van het volk van
Zuid-Vietnam. De V.S. moeten met
het front onderhandelen en alle
kwesties regelen Het struikelblok
in deze verklaring is het woord:
„enige". Washington is bereid het
front, de politieke organisatie van
de Vietcong, als één maar niet als
enige Zuidvietnamese onderhande
lingspartner te aanvaarden.
Hij meent dat het sociale gedrag van de
mens een gevolg is van een zogenaamde ge
conditioneerde reflex. Deze is door de Rus
sische geleerde Pavlov ontdekt. Het bekende
voorbeeld is van de hond die steeds als hij voer
kreeg een bel hoorde rinkelen en dan ook al
speekselafscheiding krijgt als hij alleen het ge
luid hoort zonder dat er verder iets gebeurt.
Bij deze nieuwe ontwikkeling van de psycho
logie van de misdadiger wordt er nu van uitge
gaan dat de mensen sociaal goed handelen om
dat daar ook iets aangenaams aan verbonden
nu van uit dat een
ring vatbaar zou zijn is het zogenaamd extra
verte; de actieve, zich uitende mens. Het is
aantoonbaar geworden dat dit type ook door
chemische middelen te beïnvloeden is en meer
introvert te maken is. Werkelijke proeven om
te bewijzen dat ze dan ook beter te conditio
neren zijn, heeft de schrijver nog niet gedaan
Hij acht het alleen mogelijk. Hoewel er veel
kritiek op deze theorie mogelijk is kan zij toch
helpen op een nieuwe weg om de misdadigheid
te bestrijden. De kritiek is gedeeltelijk van mo
rele aard: hebben wij het recht, over te
gaan tot een dergelijke lichamelijke lnSr®ep 11
Is dit niet een te sterke in
de ander? Men kar
een ander mens?
greep in de vrijheid van
aan verbenden
is. De schrijver gaat er
minder reageert op deze con-
Bij honden is dit dooi
een experiment bewezen. Het blijkt nu mogelijk
te zijn de vatbaarheid voor conditionering door
chemische middelen te beïnvloeden.
Het mensentype dat minder voor conditione-
bepaalde groep
ditionering dan andere.
daarop antwoorden dat deze theorie al uitgaan
van een onvrijheid van de mens tegenovei
zijn eigen afkomst. De mens zou volgens deze
opvatting immers tot misdadigheid zijn be
stemd door biochemische factoren.
HIER KOMT DAN OOK onmiddellijk hel
tweede deel van de kritiek. Waarom worder
niet alle extraverte mensen misdadig maai
slechts een deel van hen die deze karakter
structuur hebben? In werkelijkheid gaat het
slechts om een heel klein deel van hen, omdat
wij het aantal extraverten zonder bezwaar op
omstreeks de helft van de wereldbevolking kun
nen stellen. Daarnaast zijn er zeker ook intro
verte misdadigers. Bij hen zijn overigens ook
wel andere ziektefactoren aan te wijzen 'e
misschien ook wel langs medicinale weg ben
deld kunnen worden.
Maar zelfs lndje^^e^n^reUvraagpunten die
opgewTpe" worden dooi het artikel dat prof
Eysinck over dit onderwerp schreef in de
Science Journal. Waardoor bijv vindt de con
ditionering plaats? Ongetwijfeld door de wijze
waarop de omgeving van de mens op zijn han
delingen reageert. Daardoor zijn wij terug bij
de opvatting dat de misdadigheid wordt ver
oorzaakt door de omgeving. Het is maar wat
men oorzaak noemt. In de opvatting van deze
schrijver kunnen personen met een bepaalde ka
rakter-structuur onder gegeven omstandigheden
misdadig worden. Wat is nu de oorzaak, de ka
rakter-structuur of de omstandigheden. Het feil
dat de meeste mensen met dezelfde karakter
structuur niet misdadig worden maakt toch dal
wij normaal die omstandigheden als oorzaak
zullen beschouwen.
Een andere, grote* vraag in dit verband is.
speelt het feit dat in de maatschappij zoals
die nu is straf bestaat, een rol bij de
conditionering tot niet misdadig gedrag? Wai
is buitendien misdadig gedrag? Dit kan in de
tijd veranderen. Sommige handelingen die vroe
ger als misdadig werden beschouwd worden
dat nu niet meer en omgekeerd. Iemand die
voor een omwenteling als misdadiger wordt ge
straft kan de geschiedenis ingaan als een held
Misdadigheid is vaak te beschouwen als een
vorm van maatschappelijk verzet maar met
iedere vorm van verzet is nu ook misdaad.
Iemand kan zich verzetten tegen de normen
en regels van een groep, niet omdat ei iets
fout is aan hem maar omdat er iets fout is
aan de groep. Toch zijn de mensen die zich
zo verzetten ook meestal extravert van karak
ter-structuur. Op hen berust echter veelal de
maatschappelijke verandering, zo al niet de
vooruitgang. Indien mer hen ook op deze wijze
ging behandelen dan zou de maatschappij een
ongewenste stabiliteit krijgen.
VOORDAT MEK de opvattingen van deze
schrijver in de praktijk gaat brengen zal men
dus eerst moeten vaststellen wat nu precies een
misdadig handelen is Én dan nog is het nie
duidelijk hoe men hiermee iets meer zou kun
nen voorkomen dan het terugvallen in de een
maal begane misdaad. Eerst moet namelijk
vastgesteld zijn dat iemand een misdaad hee
gepleegd binnen het kader van de wetenschap
pelijke definitie van dat woord en dan pas kan
deze methode op hem worden toegepast. Zelf
zal hij dit dan waarschijnlijk nog als een stra*
beschouwen, omdat iedereen nu eenmaal d®
heeft iedere behandeling, die word
als gevolg van een onsociaal gedraë
als" straf te zien Als zodanig zal ook deze me'
thode, alleen achteraf roe te passen, meew®1
ken aan de conditionering.
Hoe wei dus veel kritiek mogelijk is, kan dez®
opvatting ook van veel betekenis worden, p
schrijver begaat alleen, zoals zoveel theoretic
de fout zijn opvatting nu onmiddellijk te zi
als de enige oplossing voor alle gevallen.
zou het zijn te zeggen: in bepaalde geval
wordt de mens misdadig doordat hij ongeac
andere oorzaken onvoldoende tot sociaal
is geconditioneerd; in die gevallen kan een bi
die langs
waar?*
Ip
neiging
gegeven
chemische factor aanwezig zijn,
dicinale weg kan worden behandeld,
herconditionering kan worden bereikt.
■te(>
andere gevallen zullen andere middelen
worden gebruikt. Er bestaat nu eenmaal niet
oorzaak voor onsociaal gedrag, maar een a
tal verschillende oorzaken.