„AMUSEMENT" VAN HET GOEDE GEHALTE een dak als een diafragma Studenten ontwerpen 12 vestzaktheaters Vrijheid, blijheid en wat de pot schaft filmfestival eindhoven StaudteIk ben geen filmer A ETEN EN DRINKEN DOOR LEONARD WIBBERLEY Vladimir Ashkenazy t8g;s„ata v*n hun Groeiplannen voor hogeschool Tilburg ÉMMI Exposities in Goois Museum jj^^ïri^Mlosophïc^'TI Praktisch denken P«clrest S w? 12 3$ araf,ei75°J De Dame met de twee hoofden: Wim Sonneveld en Ina van Faassen. W* et exterieur had de bijzondere aandacht van J. J- H.Valk. Hijzict deze uitgevoerd in een aluminiumbedekking. Om reflexen 1e voor komen plaatst hij de daksegmenten als een diafragma van een camera in elkaar. In het hart ervan bevindt zich het ronde toneel. Wim Sonneveld in de eet- drinkscène. dat U* Nay A. K i, GELS, vV 311 «I# 19^ te klasj)^ 9. 10, 1 Zo maar een leuke avond Sonneveld en Ina van Faassen g v WIM SONNEVELD, onmiskenbaar een rasechte dienaar van een heel op art, muzisch en cabaretesk amuse- Tilfhelemaal "bij zijn persoon- "Ikheid hoort, lijkt weinig méér te «n n foen dan alleen maar voor het e?,e verschijnen om succes te aeooen. Dit is maar gedeeltelijk waar n zoverre het presenteren van een ?leP'u\ Pr°3ramma associaties oproept H i?? vele uitstekende programma's, aie hij jn i00p van z0'n dertig jaar eeft uitgebracht en waarmee hij zijn lype cabaret onnavolgbaar wist te be- t es"Ban. Hij verdient dus dat succes zich Voor een ander deel moet hij nr t steeds weer waarmaken, een vchh le die kennelijk met gemak toenu*' Dat bewees hij gisteravond en hij in het Nieuwe de la Mar echtZ .te Amsterdam zijn eerste ni?,~.{l"ele presentatie gaf van zijn geen Prosramma, dat nu eens ïs V1 c ft m?ar gewoon genoemd sen Zonneveld en Ina vin Faas- daUlna WvL6Tmeteen aan toevoegen, helemaallen ^r Vri! Pre,steerde men gewoonlijk zi;,n dan die toe van 4 voorlopig tot nu moét er even toneel kende' Men gauw iQ h??n..wennen maar al neveld een konn,eli;ik dat ziJ en Son" Oeveld heeft S apart vormen. Son- kennis van Lu ar charmant en met Gereld vaVl !n geïntroduceerd in de «r°te stap nelc"uarnusement"- een °mdat zijn' sl„7 hlJzelf gezegd heeft, veel directer veh^n nu eenmaal een Persoonlijkheid van de Privé" yan het pUre ™aakt dan het acteren rot, waar de t' ueel-bepaalde caba- tor is. Dp een belangrijke fac- Past goed dere Ina van Faassen ma; Wim o een Sonneveld-program- als een L °Qnneveld zelf voelde zich De inhrft. ln het water; wat wil ]e? actrice van Sonneveld juist deze nieuw nn® Vraëen met hem een heel typisch gramma °P te bouwen, een dit L-i soort amusement (een woord den zelf eenvoudig aan dit optre- Van 1- S?ft gegeven), een mengeling bliikt 3es' conférences en sketches, liike een ingeving, die te verwezen- inten Was- Men kan daar natuurlijk nu e ant over doe?' maar het blijft ap, enntaal een feit dat er weinig Ina zijn die °Pu 1en wi3ze zoals Sonn» Faassen in bet S®nre cabaret den dï? d passe?J GezaEd moet wor- en dat Sonneveld menig keer expres VOOR DE ZOVEELSTE Maai «r op gewezen worden dat - moet «- ey-" veen piano-virtuozen dat de de presto-delen misvaCg^VeTsi muziek zo snel gesneela r°mantische den als de menselhle moeten wor- toelaten. HetPrest0] van^"8 maar was echter niet zo J de 19e eeuw eenvoudig omdat er toen het °nze' in ■- men nog vo1q De 29-jarige cords m°eesten worden «ische p9ianiVtgevia^dimirbAkv,°iPnde Rus~ gisteravond ln dl l? i kenazy' die «terdam concert Grote Zaal te Am- dcr twijfel tot h 6 rekent zich zon- Wordt dat zii 7an wie verwacht zit verbijsterende °r- breken- H« be dden. Hij maakteladmStlSChe vaardiS" dig gebruik van m ?aar een overda chten. AUes met verbluffende ef- nv 8u goed gekozen overigens sobe- OverbeHeht, Bepth pr°gramma werd lrA?8aa's vuur- °ven verscheen in We^dF Mitalicht' Ch°pin kreeg men den overmat- men. De adagio's bac waren riS «"gerekt; alle for- ssen waren 1 donderslagen; de ges van de Ji,'uid dat de passa- Werden; bi lvri ïerband onhoorbaar C'ank zo weeV stukken was de honing. De en zoet als een plas Chopin was d 'n de Scherzl van Waaraan zil Z° gro°t dat modulaties, gen. MerW. zo rilk zijn, verloren gin- Van die k^aardig is dat tengevolge nen niet z?Ju2.Ede tempi de grote lij- verdwiinon ,,aar worden maar juist door 7 nnUlinl. 1 betoverd Heel in v»v- uvatiuucei. lan BeethovenVpnrtoJ'ag lk schimmen Ovpn te vererend P\n (die men be" ver de elegante w-'-t st°mverwonderd v.E. zoveel Pnbliek werd echter - Pn _kllle schittering prompt en reageerde ovationeel met een buiging en een grapje het veld heeft willen ruimen voor een zon nige Ina, hetgeen de reactie opriep dat er hier geen sprake van is, dat een hele grote ster een „beginneling" de behulpzame hand toesteekt. Het sa menspel kwam gewoon vanzelf, al thans zo leek het, losjes van toon, raak in de points, geïnspireerd ple zierig en vooral ook muzisch. Wim Sonneveld kon vroeger nogal eens erg veel fratsen en grollen uit halen. Daar waren echt dolle sketches en conférences bij: daarbij zat ieder een altijd wel te wachten op zijn mees terlijke typetjes en zijn heerlijke, al of niet van eigen gemaakt dialectje voorziene praatjes. Die waren er nu natuurlijk ook o.a. op het einde als hij zich aan het eten en drinken zet; maar toch minder omdat de toon van het nieuwe programma in zijn geheel een tikkeltje anders ligt dan gewoon lijk. Dat dit te maken heeft met de plaats die Ina van Faassen was toe bedeeld is duidelijk. Alleen het ope ningsnummer al bewijst dit. Het zo genaamde „opvullertje" van Ina van Faassen daarin is in feite een entree, die voor een groot deel haar plaats in het programma aangeeft. Daarna kan er echt een beetje gestoeid wor den met liedjes en sketches, zoals bij „Anna stond te wachten", het beken de straatliedje, dat zij gezamenlijk op z'n Vondels, Tsjechows en Heijermans brengen of in „Kijk wij zijn gelijk" waarin er een beetje gegoocheld wordt met de dames- en herenmode van van daag. Volkomen knots wordt dit in „Ik heb iets", waarin de fantasie van Son neveld de dame-met-de-twee-hoofden te voorschijn tovert, nadat men al had kunnen genieten van een sketch in drie delen, „Huwelijksadvertentie" fenaamd, waarin Ina van Faassen onneveld juist in zijn genre aardig partij gaf. Ronduit meesterlijk was Wim Son neveld met een tekst van Simon Car- miggeit, waarin een vader vertelt over zijn net getrouwde dochter. Di' manier waarop hij dat deed week to taal af van de voor de hand liggende wijze die per traditie bij Carmiggelts stukjes wordt aangewend. Hetzelfde efject wist hij te bereiken bij de twee- elt, Om er maar enkele te noemen: het; geinige „Josefien", helemaal Sonne-1 veld, en het melancholieke „Ons Dorp", van grote klasse met tekst van Hugo Verhagen en muziek in originele zetting en orchestratie van Jean Fer- rat. Naast Sonneveld zelf, die ver schillende melodieën voor dit P1*?" gramma maakte, tekenden voor de. rest van de muziek Harry Bannink en gitarist Jan Blok. Deze laatste had zich weer aan het hoofd van het bege- j 'eidende combo opgesteld met arran geur Jan Huydts (piano), Tom Disse- velt (bas) en Hans Seugling (slag werk), een voortreffelijk ensemble, lat de luidruchtigheid vermeed en uit blonk in fijnzinnig begeleiden. Voor een aantal teksten was Sonneveld op nieuw beland bij Guus Vleugel, Aj}nie M. G. Schmidt en Michel v.d. Plas. Er zitten nog velet verrassingen in dit nieuwe programma, die hier met uitgepakt dienen te worden. De v°or~ stelling is fraai aangekleed, heejt vaart en laat een plezierige indruk, na; een avondje uit met Wim en Ina, zomaar leuk. (Van onze correspondent) TILBURG, 7 jan. B. en W. hebben hun goedkeuring gehecht aan de plan nen voor het tweede gebouw van de katholieke hogeschool. Zodra de bin nenkort te verwachten ministeriële goedkeuring is ontvangen kan worden begonnen met het aanbestedings-klaar- maken van het ontwerp. Waarschijn lijk kan er dan nog in 1967 worden gebouwd, zodat het gebouw omstreeks 1970 gereed zal zijn. Reeds bij de planning van het in 1962 gereedgekomen hogeschoolgebouw werd rekening gehouden met de nood zaak van een tweede gebouw. Dit zal onder meer huisvesting bieden aan de hoogleraren, de wetenschappelijke staf en het administratieve personeel van de drie bestaande faculteiten. Het eer ste gebouw komt dan geheel beschik' baar voor collegeruimte, de centrale bibliotheek en de administratieve af delingen van curatoren en senaat. Het tweede gebouw biedt nog geen definitieve oplossing voor alle ruimte problemen van de hogeschool. Met na me zal de aanvankelijk gehanteerde prognose van drieduizend studenten in 1970 waarschijnlijk met twintig procent worden overschreden. Bovendien moet nu rekening worden gehouden met een aantal uitbreidingen die bij de opzet van het tweede gebouw niet waren te voorzien; zo is te verwachten dat aan de faculteit der sociale wetenschappen binnen afzienbare tijd een sub-faculteit psychologie zal worden toegevoegd. Voorts ligt het in de bedoeling in 1967 een begin te maken met de theologi sche faculteit. Voldoende bouwgrond is aanwezig. (Van onze verslaggever) EEN JAAR GELEDEN sprak Rob I een monoloog van een in ,,het huis" zit. Het de Carmigge oude man die waren toppen. Er zitten trouwens een paar hele fijne liedjes in dit nieuwe program ma, liedjes die zeker de plaat halen. (Van onze verslaggever) HILVERSUM, 7 jan. In het Goois Museum wordt tot en met 29 januari een tentoonstelling gehouden van schilderijen en gouaches van Da vid Kouwenaar en van beelden van Geertjan van Meurs, alsmede van „cleanart" van Hans Frisch. Het mu seum is dagelijks geopend van 10-12 en van 14-17 uur en op zondagen van 14-17 uur. de Vries twaalf studenten toe die als eindstudieproject voor het Voortgezet Bouwkunst Onderricht (VBO) het ont werp van een vestzaktheater in Rot terdam kregen toegewezen. Een joar later gisteravond opende hij in de expositiezaal van De Doelen een tentoonstelling van de twaalf ontwer pen. Het boeiende is dat op de voor geschreven plaats: het te saneren deel tussen Oude Binnenweg en van Olde- barneveltstraat, en Mauritsstraat en Jacobusstraat, een dergelijk vestzak theater zal kunnen verrijzen en dat er reële plannen in die richting zijn. De opgave was een vestzaktheater voor 350 personen dichtbij de Rotter damse Schouwburg dat bestemd kan worden voor toneel, cabaret, film, dans, kleine opera's en als repetitie ruimte voor het Nieuw Rotterdams Toneel waarbij men uitgaat van de gedachte dat het Piccolotheater zal gaan verdwijnen. Het contact tussen spelers en publiek moest zo intens mo gelijk zijn waarbij licht en geluid be langrijker elementen waren dan bij voorbeeld decors. Het gevolg was dat een toneeltoren hier niet verlangd werd. De moeilijkheid was in het bijzon der de omliggende -bebouwing. Het theatertje annex nevenruimten moest verrijzen tussen twee woonwanden in, waardoor in dit oude stadsdeel een lang lintvlak ontstaat. Een van de stu denten, J.H. Ardenne, heeft eenvou dig geweigerd de opgave te accepte ren. Hij stelt dat Rotterdam hier een grote slag moet slaan door volledige sanering of restauratie van het gebied tussen Weena-Westblaak en Coolsingel -Westersingel. Hij gaat uit van dit ge geven. Het resultaat is een betonnen kolom, schijf en wand, waarbinnen een open zaal. Tussen foyer en zaal is alleen een borstwering gedacht zo dat de zaal ook vanuit de foyer te bespelen is. Het theater is dan ook in zogenaamd split-level" uitgevoerd. Hier waren de maat 2.25 meter en veelvouden ervan, bepalend voor de diverse ruimten. Lijnrecht tegenover deze opvatting staat die van H. van Olphen uit Am sterdam. Hij gaat uit van de woning en ontwerpt in de plaats van de af gebroken huizen nieuwe woningen met een centrale woonkamer waaromheen de andere ruimten en kamers zijn ge legen. Eén wand komt uit op een log gia zodat ook de lichtvoorziening ge garandeerd is. Hieruit leidde hy zijn theatervorm af. Zijn algemene thea tervorm werd zo in een harmonische samenhang gebracht met de woon- structuren. Tussen dergelijke uitersten bewegen zich de projecten die zich tot het thea ter alleen bepalen waarbij, zoals bij A.C.J. de Bock, het theater als tref centrum van artiest en bezoeker wordt gezien: een centrum met aan twee kanten een langgerekte toevoer van acteurs aan een zijde en bezoe kers aan de andere kant. Qua vorm is een project van J.J.H. Valk interessant omdat het in samen werking met een beeldende kunste naar, Harry Stallenberg, tot stand is gekomen. In de uiterlijke vorm is de ze „architecture sculpturale" duidelijk af te lezen. Het theater is gedacht in wanden, bedekt met aluminiumplaten die als het diafragma van een foto toestel in elkaar passen; de lensope ning is dan een lichtcentrum waar door het ronde toneel belicht wordt, een toneel dat hydraulisch vergroot of verkleind kan worden. Het meest verheugende van dit ini tiatief is wel dat het de studenten in onmiddellijk contact brengt met de werkelijkheid. Daardoor ook wordt de- ze expositie, die tot 15 januari te zien is, voor velen interessant. Foto's, tekeningen en plattegronden, toelich tingen en een aan deze tentoonstel ling gewijd nummer van het Bouwkun dig Weekblad, geven een staalkaart van de visie op het kleine theater an no 1967. DR. A. F. G. VAN HOESEL maakt 3r sinds een aantal jaren werk van een zo groot mogelijke lezerskring ele- entaire inzichten bij te brengen in een ordelijke wijze van denken en in een juiste en onbevooroordeelde beoorde ling van anderen. Eind 1955 verscheen de eerste druk van Zindelijk Denken, aan het begin van dit jaar de 13e druk. In 1960 de eerste druk van Kijk op Mensen, in 1965 de zesde druk on der de gewijzigde titel Zindelijk Oorde len. In '63 de eerste druk van Zindelijk Samenleven, in 1966 de derde druk. Dit bewijst voldoende, hoe veel opgang de ze helder en eenvoudig geschreven boeken hebben gemaakt. Zij hebben lit o.i. ook ten volle verdiend. Het gebied, dat dr. Van Hoesel be strijkt is vrij ruim: het loopt van de logica over de individuele psychologie naar de sociale psychologie. Doch daarin ligt een bindend element: de argumentatie. Logica alleen geeft slechts het uiterlijke geraamte der ar gumentatie. Een werkelijke argumen tatie heeft rekening te houden met de wetten van het denken, maar tevens met de aard van degene of degenen, met of het wie men spreekt en tenslotte ook met de eigen aard van de spre ker en diens plaats in de samenleving. Dat de schrijver dit alles zo helder, rustig en eerlijk doet, is reden ge noeg om hem het zo geliefde gebruik van het woord „zindelijk" te verge ven. Ik houd er niet zo van, als men sen als poezen worden behandeld. Waar om niet spreken van Eerlijk denken, Eerlijk oordelen en Eerlijk samenle ven? Dat dit schrijvers bedoeling is, blijkt heel duidelijk uit de ondertitels van zijn boeken, die respectievelijk lui den: Foutieve denkwijzen oneerlijke klemmen bij het beoordelen van ande klemmen bij het beoordelen van ande- discussiemethoden; Voetangels en ren; De rol van het vooroordeel in ons leven. De boekjes van dr. Van Hoesel zijn rechtstreeks op de praktijk gericht. Het is weinigen vergund logica of psy chologie tot hun levenstaak te maken. Daarom laat de schrijver aan tal van voorbeelden zien, hoe men gemakke lijk tot verkeerde conclusies komt en tot verkeerde beoordelingen yan per sonen en toestanden. Dat hij daarbij niet alleen het oog heeft op de directe relaties van mens tot mens, blijkt vooral uit Zindelijk samenleven, zoals overigens de titel reeds aangeeft, waarin problemen als discriminatie, agressie, apartheid, superioriteitswaan op uitermate concrete wijze worden behandeld. De houding van de schrij ver tegenover deze verschijnselen is door en door gezond. Merkwaardig is, dat een zo ge waarschuwd man als dr. Van Hoesel toch ook in een der typische eenzijdig heden van onze maatschappij vervalt. Wanneer hij de menselijke levenstijd perken met hun verschillende houding in het leven beschrijft daarbij zeer geïnspireerd door Rümke doet hij of er alleen mannen bestaan en geen vrouwen! Jammer is, dat alleen Zin delijk denken in het Voorwoord zo iets als een bibliografie geeft. Ook elders hadden wij gaarne gezien, op welke literatuur de schrijver steunt. Wij vin den alleen zo nu en dan een aanwij- ziging. Deze enkele punten van kri tiek met het oog op de volgende herdrukken. In tussen echter zij de le zing van deze weinig om vangrijke boeken ieder van harte aanbevolen. ;u «au «vi» Dr A. F. G. van Hoesel: Zindelijk Denken, 160 blz. geb. 6.90zindelijk Oordelen, 146 blz. ƒ6.90: Zindelijk Sa menleven, 160 blz. ƒ6.90. Oitgeverij H. Nelissen, Bllthoven. DAT Ep EnToch hz}iP.ILk?^ ONTKENT Vrijdag]™^ Wolft niet Pc"iic voor er de Gro^ndhoVe?a?P. St.audte da; film 'Die'Zrr^VaTn"?' en de zestigjarinpartie ,,?utJen' 2i)i voor een hoogte®6 eiermlh vertoond Ifeer overladen ilnt ip Het ?0VL zor9de Die Herrenpa^s^al toch al aan maakt, direct daarnala in 1964 festival door een b? °P het t? i--ge" Duitse publiek uitfeflA deei verklaarbare ES bet Staudte: „Men zei dat het Perdw«ne£"" nistisch maakwerk was, iteilCommu: nooit wat van begrepen. Na eb er *eer slecht ontvangen von-eien Paar yas hij opeens weg. Zelfs m ®Llineen du«mt kan e7 onmogelijk pA>- men wat er met de r Eebeurd." E*n vreemde geschiedenis. in verb! t Die Herrenpartie aan twee' om e antoren aangeboden, die e! zagen Het"'06 .r.edenen §een hail in zonder melr «i "n m°Seliik de film ls men ,nï lm te bekijken. Dan geslaagd tiwt?epraat- Een redelijk yearnf t)oe f pe in de trant f"ms werden gel,eden bij ons ook ?egt: ik be gernaakt. Maar Staudte n0evaUi'g mi-b ieHeene"POl?ticus' die heel i fnijn ïdeeen in wat 7p film duideli3k te maken" mant Staudte eheeftVreem?e «"^ask, maakt h?eft nu al 28 fiims SP ^aar]0'z(^ Rn0"derf.de,toch niet te vlr- ?er Untertan Rot It- Staatsanwalt, denaars zbn èndf n en °e moon i°gse periode is Staudip1")06 ,1}a"oor- bj - neer Wielek (de filmcriVie,',^ Duitse film, is dat vooral te wijten aan het feit dat de meeste Duitse filmers tezeer geëngageerd zijn geweest aan de nazi-tijd. En in de Duitse democra tie schijnen deze filmers nog steeds een zekere bescherming te genieten. „Ritau, die in '41 meehielp aan felle Hitlerfilms, heeft van de Duitse rege ring een officiële opdracht gehad een film te maken, Staudte wordt met de nek aangezien". Waarom? Wel, een film als Die Her renpartie liegt er niet om. Een Duitse zangvereniging, Die Liedertafel Neu- stadt, verdwaalt op reis in een Joego- slavisch dorp, waar buiten de pastoor en nog één man alleen maar vrouwen wonen. Hun echtgenoten zijn in de oor log allen door de Duitsers neergescho ten. En deze Duitse heren vormen in derdaad het vakantiegroepje zoals wij °ns dat in kwalijke zin zouden inden ken: korte broeken, (oorlogs)liederen, eins, zwei, drei, saufen. De vrouwen gooien de touringcar in een ravijn en bewerken dat de Duitsers op een berg- Pad in levensgevaar raken. Dan komt bet conflict: „het zijn Duitsers,' zegt „en aantal vrouwen, „het zijn men- meent een steeds groeiend ge^ elte en uiteindelijk iedereen. Het Duitse publiek is zeer kwaad gewor- over de manier waarop Staudte zijn landgenoten uitbeeldt en het feit dat de meesten van hen in termen als insubordinatie van de vrouwen praat en alleen een lid van de na-oorlogse generatie de vrouwen begrijpt. Voor menigeen onder ons zal het niet zo'n probleem zijn. Maar vooral na de uit leg van Staudte en met enige kennis van de achtergrond, kan men niet- an ders dan grote bewondering hebben voor deze gedurfde film. De jeugd van Eindhoven was zeer onder de indruk. Dat zij daarbij in een zekere ontroering ook de film ais film zo mooi vond, is te vergeven. Staudte zelf was zeer verrast, dat Zo'n jeugdig publiek gegrepen was door betgeen hij zeggen wil. „Ik had eerlijk gedacht, dat deze problematiek hen koud zou laten". Eindelijk weten we nu ook iets meer van de geheimzinnige verhalen rond een film over de Amsterdamse ver zetsheld Gerrit van der Veen. Hans Keuls heeft het scenario geschreven over Van der Veen en Staudte (die hier ook Ciske de Rat heeft gemaakt) gevraagd dit te verfilmen. Staudte heeft met Rob de Vries twee maan den geleden door Amsterdam gezwor ven, dr. De Jong bezocht en is ook op bezoek geweest bij het Bevolkings register. Van het begin af aan stuitte hij zelf op het bezwaar, dat het vreemd zou aandoen als een Duitser wie ook in Nederland een film zou maken over een Amsterdamse verzetsheld. En nu is het zeker dat Staudte de film niet gaat maken. Er zijn, maar dan komen de gegevens weer in een mistig waas, besprekin gen gaande om de verfilming toch te laten doorgaan. En hardnekkig blijft daarbij de naam van Fons Radema kers genoemd. Wie overigens meer over Staudte wil weten, leze het de cembernummer van Critisch Filmfo rum, waarin uitgebreid over hem ge- schreveri wordt. Hij had nog graag met Rolf Hochhuth Der Stellvertreter verfilmd, maar dat kan niet doorgaan omdat de filmrechten in handen zijn van iemand anders. Een bittere noot hierbij is, dat Staudte woont in de Pacelli Allee te Berlijn. Ik zal dit keer over de première's 's avonds weinig zeggen. „Een kwes tie van eer" van Luigi Zampa met o.m. Ugo Tognazzi is een heel aar dige zedensatire die zich in het zomer- hete Sardinië afspeelt en nog nader bespro'ren wordt als hij normaal gaat draaien in de bioscopen. Dr. med. Hi- ob Pratonus van Kurt Hoffmann heb ik daarna niet meer gezien mede door het gesprek met Staudte. Maar het schijnt niet veel zaaks te zijn. PETER VAN BUEREN „We hebben geen land om als borg stelling te kunnen geven", zei Habak- kuk, „het is van alle stammen geza menlijk voor zover het niet in handen is van particuliere planters. We kun nen geen belasting vorderen van de in boorlingen omdat ze geen inkomen heb ben. Als we proberen iets van de plan ters te vorderen die toch al moeite hebben hun kopra te verkopen, laten ze hun zaken in de steek. Kunt u geen ander voorstel doen?" Agapian lachte en zijn schedel lachte mee zoals altijd. „In zo'n geval zorgt God voor Ame rikanen", zei hij.„Ik stel voor dat u John Cleaver, de Amerikaanse consul, gaat opzoeken en hem het probleem voorlegt." Toen John Cleaver een tele foontje kreeg waarbij hem verzocht, werd een bezoek af te leggen bij Ha- bakkuk, was hij erg in zijn nopjes. Dit was het eerste verzoek dat hem bereik te sinds hij tot consul was benoemd. Hij had in de verwachting geleefd dat hij het erg druk zou hebben en was tot de ontdekking gekomen dat hij bijzon der weinig te doen had. Er wachtte hem een routinebestaan met sociale ge beurtenissen op verschillende plaatsen maar het waren steeds dezelfde men sen. Eerst vond hij het een leven vol opwinding, maar nu ergerde hij zich alleen maar. Hij speelde tennis en golf, ging naar borrelavondjes en zwom op de club. Toch was dit alles niet genoeg voor een eerzuchtige jongeman in diplo matieke dienst en hij vroeg zich af of de senator die op aandringen van Priscilla dit baantje voor hem bemach tigd had, hem inderdaad wel een dienst bewezen had. De enige voor wie hij iets voelde, was de dochter van Habakkuk, Ntelka, maar er was in haar zo'n mengeling van inlandse en Europese beschaving dat ze hem dikwijls in verwarring bracht. Soms praatte ze heel verstan dig over grote wereldbelangen, over boeken en muziek en zelfs over de po litiek van de Verenigde Staten, maar dan was ze weer plotseling volkomen inboorlinge, bijna dierlijk in de na tuurlijkheid van haar begeerten en dit maakte hem onzeker. Hij wist dat hij verliefd op haar begon te worden en dat zij hem voor de gek hield. Ze tennisten samen, gingen naar bals en zelfs gin gen ze dikwijls samen zwemmen. Eén keer had hij haar gekust en daarna was hij een week weggebleven om zijn wandaad af te boeten. Hij geloofde dat hij op haar verliefd was geworden, dat dit verkeerd was en dat Priscilla over zo'n verbintenis zeer ontstemd zou zijn. Hierdoor maakte deze verhouding hem bijzonder onzeker, temeer daar hij niet in staat scheen te zijn zich te verzetten. Het was in deze omstandigheden wer kelijk een verlichting tot een officieel bezoek bij Habakkuk uitgenodigd te worden. Hij kleedde zich zeer zorgvul dig voor het onderhoud, leerde de for mele begroetingswoorden in de stam taal van buiten en besloot te proberen het eerste deel van het gesprek te hou den in de taal van Omo Lau. Dit lukte en Habakkuk was zeer ge vleid door deze hoffelijke geste. Tijdens het gesprek werd verder Engels gespro ken en al spoedig roerde Habakkuk het eigenlijke onderwerp aan. Hij begon met de opmerking dat Cleaver bij de eerste officiële bijeenkomst op onafhankelijks- dag verklaard had dat de Verenigde Sta ten bereid waren de nieuwe republiek in ieder opzicht te steunen. „Nu is het ogenblik gekomen waarop we hulp nodig hebben," zei Habakkuk. „Wij hebben geen geld meer". „Is hier sprake van een lening?" vroeg Cleaver. „Nee", zei Habakkuk hoofdschuddend „wij hebben geen inkomsten, dus wij zouden die lening niet kunnen terug betalen. Er is sprake van een gift." „Een lening zou wél mogelijk zijn", zei Cleaver, „zelfs zonder rente of an dere kosten. Dat wordt heel veel gedaan en ik kan het u ten zeerste aanbevelen, maar een gift is iets anders. Daarvoor zou een speciale reden moeten bestaan." „Er is inderdaad een goede reden voor," zei Habakkuk, „wij hebben geen geld." „Ik vrees dat dit niet voldoende is" zei Cleaver. „Als u door binnenlandse onlusten bedreigd zou worden extre misten die uw regering omver willen werpen zou er iets gedaan kunnen worden, want daar liggen we ons juist op toe, maar louter geldgebrek maakt ons altijd huiverig. Zijn er geen buiten landse machten die samenspannen te gen de regering va Omo Lau?" „De ele wereld!" zei Habakkuk. „De wereld is bij ons binnengedrongen, heeft ons van onze eigen plaats en uit jnze eigen tijd verdreven en zal ons hoogstwaarschijnlijk vernietigen." „Dat is niet het soort samenzwering dat ik bedoel," zei Cleaver lichtelijk geërgerd, „dat is vooruitgang". „Het is het ergste wat er maar be staan kan", zei Habakkuk somber, „we zouden veel gelukkiger zijn als er stil stand was of zelfs als we achteruit gingen." Hij dacht even na en plotseling klaarde zijn gezicht op. „Nu Groot-Britannië ons heeft opge geven als kolonie, zouden de Verenig de Staten ons misschien willen aan nemen... bij wijze van edelmoedig ge baar," zei hij. „Aannemen als wat?" vroeg Clea ver. „Als kolonie," zei Habakkuk. „Het zo'u een edel en nobel gebaar zijn, he lemaal in overeenstemming met Ame rikaanse ideeën." „Maar onze overgeërfde traditie be- ryst juist op het tegengaan van kolo nialisme," zei Cleaver. „Zoiets zouden we nooit kunnen doen." „Zelfs niet om ons te helpen?" vroeg Habakkuk. „Zelfs niet als wij er zelf om vragen?" „Onze politiek is erop gericht ande ren te voeren naar onafhankelijkheid dus nooit naar afhankelijkheid," zei Cleaver. „Maar als onafhankelijkheid de men sen nu afhankelijk maakt, bent u het dan niet met me eens dat je die men sen afhankelijk moet laten zijn om zo doende beter onafhankelijk te kunnen worden?" vroeg Habakkuk. „Onmogelijk," zei Cleaver. „De we reld zou in" opstahd komen als wij En geland eerst praktisch uit zouden kle den wat zijn koloniën betreft en dan zelf een kolonie zouden stichten. Dan zou je de poppen aan het dansen krij- gen." „Zou u zo goed willen zijn uw rege ring een verzoek over te brengen van mij, president van Omo Lau, om door de Verenigde Staten als kolonie gean nexeerd te mogen worden?" „Als u een dergelijk verzoek indient rest mij geen andere keus dan het over te brengen," zei Cleaver, „maar u gaat toch niet alleen maar uw onaf hankelijkheid prijs geven om aan in komsten te komen?" De onafhankelijkheidsverklaring van Omo Lau en Omo Levi viel samen met de nationale broederschapsweek in de Verenigde Staten en bleef daar door vrijwel onopgemerkt. De „New York Times" had er vanzelfsprekend een deskundig verslag over uitgebracht van een halve kolom op een van de binnenpagina's en een senator uit Ala bama had de senaat van de gebeurte nis in kennis gesteld en verklaard dat dit een reden was om te juichen daar er nu opnieuw een gebied in troebel Zuldoost-Azië toegankelijk was gewor den voor democratie. Later bracht hij hierin een verbetering aan, op advies van de Britse informatiedienst, en ver klaarde hij dat, ondanks het feit dat Omo Lau midden in de Stille Oceaan lag, hij dit gebied toch ook bij het Zuidoostaziatische probleem wilde be trekken. Daarna stelde hij de regering voor maatregelen te nemen ten einde meer geld los te maken voor de steun aan Amerikaanse troepen in Saigon. Hierna verdween de onafhankelijkheid van Omo Lau uit de publieke opinie van Amerika, als men teminste zou kunnen aannemen dat de publieke opi nie er zich ooit mee beziggehouden had. Later kwam Omo Lau opnieuw in de belangstelling te staan, toen het hoofd van de afdeling Stille Oceaan van het departement van Buitenlandse Zaken een nota ontving van John Cleaver, Amerikaans consul op Omo Lau, waar in verzocht werd de kleine republiek als Amerikaanse kolonie te annexeren aangezien Omo Lau in geldmoeilijkhe- den verkeerde. Onmiddellijk nadat hij dit vreemde communiqué ontvangen had, belde hij de personeelsafdeling en vroeg hij het dossier op over Cleaver om te zien met welk soort man hij te doen had. Uit het dossier bleek dat Cleaver bij zonder geschikt was voor zijn taak en dit dwong hem erover na te denken wat hij met het communiqué doen moest. Daar het een officieel verzoek be helsde van de ene regering aan de an dere, kon hij het niet met een kort „nee" afdoen, maar was hij verplicht dit probleem onder de aandacht te brengen van de minister van Buiten landse Zaken. Hij besloot in eerste in stantie tot een informeel gesprek om zodoende enig idee te krijgen hoe dit aangepakt moest worden, liep door de gang van het departfement naar het bureau van zijn chef, wisselde een blik met diens secretaris waaruit hij be greep dat de chef op zijn bureau was, en ging naar binnen. „Hallo, Burton, wat heb jij op je hart?" zei de minister. Hij was vroe ger directeur van een handelsbank ge weest met internationale betrekkingen en had zich een vriendelijk joviaal op treden eigen gemaakt waardoor hij meende het best met iedereen te kun nen omgaan. „Ik heb hier een bijzonder vreemd geval, Harry," zei het afdelingshoofd dat als naaste medewerker van zijn chef diens voorbeeld nauwgezet volg de. „Ga zitten en vertel me wat er aan de hand is," zei de minister. Hij wierp een vluchtig"" blik op zijn horloge en zei lachend: „Vijf minuten." „Omo Lau," zei de ander. „Ik heb hier een verzoekschrift van de presi dent om als Amerikaanse kolonie gean nexeerd te worden." „Hmmmmmmm," zei de minister. „Ik wist niet dat de „commies" daar ook al binnengedrongen zijn." „De „commies"?" „Natuurlijk! Dit is kennelijk een communistisch foefje, al even door zichtig als alle andere. Ze laten deze mensen die waarschijnlijk op zwart zaad zitten, ons vragen hen als kolo nie te annexeren; wij doen dat en dan kunnen de Russen hun propagan da gaan verspreiden over Westers im perialistisch kapitalisme en wat dies meer zij. Ze zitten op het ogenblik om propagandamateriaal te springen. Waarvandaan komt dit verzoek, zei je?"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 7