„AMUSEMENT" VAN HET GOEDE GEHALTE een dak als een diafragma
Studenten ontwerpen
12 vestzaktheaters
Vrijheid, blijheid en
wat de pot schaft
filmfestival eindhoven
StaudteIk ben geen filmer
A
ETEN EN DRINKEN
DOOR LEONARD WIBBERLEY
Vladimir Ashkenazy
t8g;s„ata v*n hun
Groeiplannen
voor hogeschool
Tilburg
ÉMMI
Exposities in
Goois Museum
jj^^ïri^Mlosophïc^'TI
Praktisch denken
P«clrest
S w?
12
3$
araf,ei75°J
De Dame met de twee hoofden: Wim Sonneveld en Ina van Faassen.
W*
et exterieur had de bijzondere aandacht van J. J- H.Valk. Hijzict
deze uitgevoerd in een aluminiumbedekking. Om reflexen 1e voor
komen plaatst hij de daksegmenten als een diafragma van een
camera in elkaar. In het hart ervan bevindt zich het ronde toneel.
Wim Sonneveld in de eet-
drinkscène.
dat U*
Nay
A. K
i,
GELS, vV
311 «I#
19^
te klasj)^
9. 10, 1
Zo maar een leuke avond
Sonneveld en Ina van Faassen
g v
WIM SONNEVELD, onmiskenbaar
een rasechte dienaar van een heel
op art, muzisch en cabaretesk amuse-
Tilfhelemaal "bij zijn persoon-
"Ikheid hoort, lijkt weinig méér te
«n n foen dan alleen maar voor het
e?,e verschijnen om succes te
aeooen. Dit is maar gedeeltelijk waar
n zoverre het presenteren van een
?leP'u\ Pr°3ramma associaties oproept
H i?? vele uitstekende programma's,
aie hij jn i00p van z0'n dertig jaar
eeft uitgebracht en waarmee hij zijn
lype cabaret onnavolgbaar wist te be-
t es"Ban. Hij verdient dus dat succes
zich Voor een ander deel moet hij
nr t steeds weer waarmaken, een
vchh le die kennelijk met gemak
toenu*' Dat bewees hij gisteravond
en hij in het Nieuwe de la Mar
echtZ .te Amsterdam zijn eerste
ni?,~.{l"ele presentatie gaf van zijn
geen Prosramma, dat nu eens
ïs V1 c ft m?ar gewoon genoemd
sen Zonneveld en Ina vin Faas-
daUlna WvL6Tmeteen aan toevoegen,
helemaallen ^r Vri! Pre,steerde
men gewoonlijk zi;,n dan die
toe van 4 voorlopig tot nu
moét er even toneel kende' Men
gauw iQ h??n..wennen maar al
neveld een konn,eli;ik dat ziJ en Son"
Oeveld heeft S apart vormen. Son-
kennis van Lu ar charmant en met
Gereld vaVl !n geïntroduceerd in de
«r°te stap nelc"uarnusement"- een
°mdat zijn' sl„7 hlJzelf gezegd heeft,
veel directer veh^n nu eenmaal een
Persoonlijkheid van de Privé"
yan het pUre ™aakt dan het acteren
rot, waar de t' ueel-bepaalde caba-
tor is. Dp een belangrijke fac-
Past goed dere Ina van Faassen
ma; Wim o een Sonneveld-program-
als een L °Qnneveld zelf voelde zich
De inhrft. ln het water; wat wil ]e?
actrice van Sonneveld juist deze
nieuw nn® Vraëen met hem een heel
typisch gramma °P te bouwen, een
dit L-i soort amusement (een woord
den zelf eenvoudig aan dit optre-
Van 1- S?ft gegeven), een mengeling
bliikt 3es' conférences en sketches,
liike een ingeving, die te verwezen-
inten Was- Men kan daar natuurlijk
nu e ant over doe?' maar het blijft
ap, enntaal een feit dat er weinig
Ina zijn die °Pu 1en wi3ze zoals
Sonn» Faassen in bet S®nre cabaret
den dï? d passe?J GezaEd moet wor-
en dat Sonneveld menig keer expres
VOOR DE ZOVEELSTE Maai
«r op gewezen worden dat - moet
«- ey-" veen
piano-virtuozen
dat de
de
presto-delen
misvaCg^VeTsi
muziek zo snel gesneela r°mantische
den als de menselhle moeten wor-
toelaten. HetPrest0] van^"8 maar
was echter niet zo J de 19e eeuw
eenvoudig omdat er toen het °nze'
in ■- men nog vo1q
De 29-jarige
cords
m°eesten worden
«ische p9ianiVtgevia^dimirbAkv,°iPnde Rus~
gisteravond ln dl l? i kenazy' die
«terdam concert Grote Zaal te Am-
dcr twijfel tot h 6 rekent zich zon-
Wordt dat zii 7an wie verwacht
zit verbijsterende °r- breken- H« be
dden. Hij maakteladmStlSChe vaardiS"
dig gebruik van m ?aar een overda
chten. AUes met verbluffende ef-
nv 8u goed gekozen overigens sobe-
OverbeHeht, Bepth pr°gramma werd
lrA?8aa's vuur- °ven verscheen in
We^dF Mitalicht' Ch°pin kreeg men
den overmat- men. De adagio's
bac waren riS «"gerekt; alle for-
ssen waren 1 donderslagen; de
ges van de Ji,'uid dat de passa-
Werden; bi lvri ïerband onhoorbaar
C'ank zo weeV stukken was de
honing. De en zoet als een plas
Chopin was d 'n de Scherzl van
Waaraan zil Z° gro°t dat modulaties,
gen. MerW. zo rilk zijn, verloren gin-
Van die k^aardig is dat tengevolge
nen niet z?Ju2.Ede tempi de grote lij-
verdwiinon ,,aar worden maar juist
door 7 nnUlinl. 1
betoverd
Heel in v»v- uvatiuucei.
lan BeethovenVpnrtoJ'ag lk schimmen
Ovpn te vererend P\n (die men be"
ver de elegante w-'-t st°mverwonderd
v.E.
zoveel Pnbliek werd echter
- Pn _kllle schittering prompt
en reageerde ovationeel
met een buiging en een grapje het
veld heeft willen ruimen voor een zon
nige Ina, hetgeen de reactie opriep dat
er hier geen sprake van is, dat een
hele grote ster een „beginneling" de
behulpzame hand toesteekt. Het sa
menspel kwam gewoon vanzelf, al
thans zo leek het, losjes van toon,
raak in de points, geïnspireerd ple
zierig en vooral ook muzisch.
Wim Sonneveld kon vroeger nogal
eens erg veel fratsen en grollen uit
halen. Daar waren echt dolle sketches
en conférences bij: daarbij zat ieder
een altijd wel te wachten op zijn mees
terlijke typetjes en zijn heerlijke, al
of niet van eigen gemaakt dialectje
voorziene praatjes. Die waren er nu
natuurlijk ook o.a. op het einde als
hij zich aan het eten en drinken zet;
maar toch minder omdat de toon van
het nieuwe programma in zijn geheel
een tikkeltje anders ligt dan gewoon
lijk. Dat dit te maken heeft met de
plaats die Ina van Faassen was toe
bedeeld is duidelijk. Alleen het ope
ningsnummer al bewijst dit. Het zo
genaamde „opvullertje" van Ina van
Faassen daarin is in feite een entree,
die voor een groot deel haar plaats
in het programma aangeeft. Daarna
kan er echt een beetje gestoeid wor
den met liedjes en sketches, zoals bij
„Anna stond te wachten", het beken
de straatliedje, dat zij gezamenlijk op
z'n Vondels, Tsjechows en Heijermans
brengen of in „Kijk wij zijn gelijk"
waarin er een beetje gegoocheld wordt
met de dames- en herenmode van van
daag. Volkomen knots wordt dit in „Ik
heb iets", waarin de fantasie van Son
neveld de dame-met-de-twee-hoofden
te voorschijn tovert, nadat men al
had kunnen genieten van een sketch
in drie delen, „Huwelijksadvertentie"
fenaamd, waarin Ina van Faassen
onneveld juist in zijn genre aardig
partij gaf.
Ronduit meesterlijk was Wim Son
neveld met een tekst van Simon Car-
miggeit, waarin een vader vertelt
over zijn net getrouwde dochter. Di'
manier waarop hij dat deed week to
taal af van de voor de hand liggende
wijze die per traditie bij Carmiggelts
stukjes wordt aangewend. Hetzelfde
efject wist hij te bereiken bij de twee-
elt,
Om er maar enkele te noemen: het;
geinige „Josefien", helemaal Sonne-1
veld, en het melancholieke „Ons
Dorp", van grote klasse met tekst van
Hugo Verhagen en muziek in originele
zetting en orchestratie van Jean Fer-
rat. Naast Sonneveld zelf, die ver
schillende melodieën voor dit P1*?"
gramma maakte, tekenden voor de.
rest van de muziek Harry Bannink en
gitarist Jan Blok. Deze laatste had
zich weer aan het hoofd van het bege- j
'eidende combo opgesteld met arran
geur Jan Huydts (piano), Tom Disse-
velt (bas) en Hans Seugling (slag
werk), een voortreffelijk ensemble,
lat de luidruchtigheid vermeed en uit
blonk in fijnzinnig begeleiden. Voor
een aantal teksten was Sonneveld op
nieuw beland bij Guus Vleugel, Aj}nie
M. G. Schmidt en Michel v.d. Plas.
Er zitten nog velet verrassingen in
dit nieuwe programma, die hier met
uitgepakt dienen te worden. De v°or~
stelling is fraai aangekleed, heejt
vaart en laat een plezierige indruk,
na; een avondje uit met Wim en Ina,
zomaar leuk.
(Van onze correspondent)
TILBURG, 7 jan. B. en W. hebben
hun goedkeuring gehecht aan de plan
nen voor het tweede gebouw van de
katholieke hogeschool. Zodra de bin
nenkort te verwachten ministeriële
goedkeuring is ontvangen kan worden
begonnen met het aanbestedings-klaar-
maken van het ontwerp. Waarschijn
lijk kan er dan nog in 1967 worden
gebouwd, zodat het gebouw omstreeks
1970 gereed zal zijn.
Reeds bij de planning van het in
1962 gereedgekomen hogeschoolgebouw
werd rekening gehouden met de nood
zaak van een tweede gebouw. Dit zal
onder meer huisvesting bieden aan de
hoogleraren, de wetenschappelijke staf
en het administratieve personeel van
de drie bestaande faculteiten. Het eer
ste gebouw komt dan geheel beschik'
baar voor collegeruimte, de centrale
bibliotheek en de administratieve af
delingen van curatoren en senaat.
Het tweede gebouw biedt nog geen
definitieve oplossing voor alle ruimte
problemen van de hogeschool. Met na
me zal de aanvankelijk gehanteerde
prognose van drieduizend studenten in
1970 waarschijnlijk met twintig procent
worden overschreden. Bovendien moet
nu rekening worden gehouden met een
aantal uitbreidingen die bij de opzet
van het tweede gebouw niet waren te
voorzien; zo is te verwachten dat aan
de faculteit der sociale wetenschappen
binnen afzienbare tijd een sub-faculteit
psychologie zal worden toegevoegd.
Voorts ligt het in de bedoeling in 1967
een begin te maken met de theologi
sche faculteit. Voldoende bouwgrond is
aanwezig.
(Van onze verslaggever)
EEN JAAR GELEDEN sprak
Rob I
een monoloog van een
in ,,het huis" zit. Het
de Carmigge
oude man die
waren toppen.
Er zitten trouwens een paar hele
fijne liedjes in dit nieuwe program
ma, liedjes die zeker de plaat halen.
(Van onze verslaggever)
HILVERSUM, 7 jan. In het
Goois Museum wordt tot en met 29
januari een tentoonstelling gehouden
van schilderijen en gouaches van Da
vid Kouwenaar en van beelden van
Geertjan van Meurs, alsmede van
„cleanart" van Hans Frisch. Het mu
seum is dagelijks geopend van 10-12
en van 14-17 uur en op zondagen van
14-17 uur.
de Vries twaalf studenten toe die als
eindstudieproject voor het Voortgezet
Bouwkunst Onderricht (VBO) het ont
werp van een vestzaktheater in Rot
terdam kregen toegewezen. Een joar
later gisteravond opende hij in
de expositiezaal van De Doelen een
tentoonstelling van de twaalf ontwer
pen. Het boeiende is dat op de voor
geschreven plaats: het te saneren deel
tussen Oude Binnenweg en van Olde-
barneveltstraat, en Mauritsstraat en
Jacobusstraat, een dergelijk vestzak
theater zal kunnen verrijzen en dat er
reële plannen in die richting zijn.
De opgave was een vestzaktheater
voor 350 personen dichtbij de Rotter
damse Schouwburg dat bestemd kan
worden voor toneel, cabaret, film,
dans, kleine opera's en als repetitie
ruimte voor het Nieuw Rotterdams
Toneel waarbij men uitgaat van de
gedachte dat het Piccolotheater zal
gaan verdwijnen. Het contact tussen
spelers en publiek moest zo intens mo
gelijk zijn waarbij licht en geluid be
langrijker elementen waren dan bij
voorbeeld decors. Het gevolg was dat
een toneeltoren hier niet verlangd
werd.
De moeilijkheid was in het bijzon
der de omliggende -bebouwing. Het
theatertje annex nevenruimten moest
verrijzen tussen twee woonwanden in,
waardoor in dit oude stadsdeel een
lang lintvlak ontstaat. Een van de stu
denten, J.H. Ardenne, heeft eenvou
dig geweigerd de opgave te accepte
ren. Hij stelt dat Rotterdam hier een
grote slag moet slaan door volledige
sanering of restauratie van het gebied
tussen Weena-Westblaak en Coolsingel
-Westersingel. Hij gaat uit van dit ge
geven. Het resultaat is een betonnen
kolom, schijf en wand, waarbinnen
een open zaal. Tussen foyer en zaal
is alleen een borstwering gedacht zo
dat de zaal ook vanuit de foyer te
bespelen is. Het theater is dan ook in
zogenaamd split-level" uitgevoerd.
Hier waren de maat 2.25 meter en
veelvouden ervan, bepalend voor de
diverse ruimten.
Lijnrecht tegenover deze opvatting
staat die van H. van Olphen uit Am
sterdam. Hij gaat uit van de woning
en ontwerpt in de plaats van de af
gebroken huizen nieuwe woningen met
een centrale woonkamer waaromheen
de andere ruimten en kamers zijn ge
legen. Eén wand komt uit op een log
gia zodat ook de lichtvoorziening ge
garandeerd is. Hieruit leidde hy zijn
theatervorm af. Zijn algemene thea
tervorm werd zo in een harmonische
samenhang gebracht met de woon-
structuren.
Tussen dergelijke uitersten bewegen
zich de projecten die zich tot het thea
ter alleen bepalen waarbij, zoals bij
A.C.J. de Bock, het theater als tref
centrum van artiest en bezoeker
wordt gezien: een centrum met aan
twee kanten een langgerekte toevoer
van acteurs aan een zijde en bezoe
kers aan de andere kant.
Qua vorm is een project van J.J.H.
Valk interessant omdat het in samen
werking met een beeldende kunste
naar, Harry Stallenberg, tot stand is
gekomen. In de uiterlijke vorm is de
ze „architecture sculpturale" duidelijk
af te lezen. Het theater is gedacht in
wanden, bedekt met aluminiumplaten
die als het diafragma van een foto
toestel in elkaar passen; de lensope
ning is dan een lichtcentrum waar
door het ronde toneel belicht wordt,
een toneel dat hydraulisch vergroot of
verkleind kan worden.
Het meest verheugende van dit ini
tiatief is wel dat het de studenten in
onmiddellijk contact brengt met de
werkelijkheid. Daardoor ook wordt de-
ze expositie, die tot 15 januari te
zien is, voor velen interessant. Foto's,
tekeningen en plattegronden, toelich
tingen en een aan deze tentoonstel
ling gewijd nummer van het Bouwkun
dig Weekblad, geven een staalkaart
van de visie op het kleine theater an
no 1967.
DR. A. F. G. VAN HOESEL maakt
3r sinds een aantal jaren werk van
een zo groot mogelijke lezerskring ele-
entaire inzichten bij te brengen in een
ordelijke wijze van denken en in een
juiste en onbevooroordeelde beoorde
ling van anderen. Eind 1955 verscheen
de eerste druk van Zindelijk Denken,
aan het begin van dit jaar de 13e
druk. In 1960 de eerste druk van Kijk
op Mensen, in 1965 de zesde druk on
der de gewijzigde titel Zindelijk Oorde
len. In '63 de eerste druk van Zindelijk
Samenleven, in 1966 de derde druk. Dit
bewijst voldoende, hoe veel opgang de
ze helder en eenvoudig geschreven
boeken hebben gemaakt. Zij hebben
lit o.i. ook ten volle verdiend.
Het gebied, dat dr. Van Hoesel be
strijkt is vrij ruim: het loopt van de
logica over de individuele psychologie
naar de sociale psychologie. Doch
daarin ligt een bindend element: de
argumentatie. Logica alleen geeft
slechts het uiterlijke geraamte der ar
gumentatie. Een werkelijke argumen
tatie heeft rekening te houden met de
wetten van het denken, maar tevens
met de aard van degene of degenen,
met of het wie men spreekt en tenslotte
ook met de eigen aard van de spre
ker en diens plaats in de samenleving.
Dat de schrijver dit alles zo helder,
rustig en eerlijk doet, is reden ge
noeg om hem het zo geliefde gebruik
van het woord „zindelijk" te verge
ven. Ik houd er niet zo van, als men
sen als poezen worden behandeld. Waar
om niet spreken van Eerlijk denken,
Eerlijk oordelen en Eerlijk samenle
ven? Dat dit schrijvers bedoeling is,
blijkt heel duidelijk uit de ondertitels
van zijn boeken, die respectievelijk lui
den: Foutieve denkwijzen oneerlijke
klemmen bij het beoordelen van ande
klemmen bij het beoordelen van ande-
discussiemethoden; Voetangels en
ren; De rol van het vooroordeel in ons
leven.
De boekjes van dr. Van Hoesel zijn
rechtstreeks op de praktijk gericht.
Het is weinigen vergund logica of psy
chologie tot hun levenstaak te maken.
Daarom laat de schrijver aan tal van
voorbeelden zien, hoe men gemakke
lijk tot verkeerde conclusies komt en
tot verkeerde beoordelingen yan per
sonen en toestanden. Dat hij daarbij
niet alleen het oog heeft op de directe
relaties van mens tot mens, blijkt
vooral uit Zindelijk samenleven, zoals
overigens de titel reeds aangeeft,
waarin problemen als discriminatie,
agressie, apartheid, superioriteitswaan
op uitermate concrete wijze worden
behandeld. De houding van de schrij
ver tegenover deze verschijnselen is
door en door gezond.
Merkwaardig is, dat een zo ge
waarschuwd man als dr. Van Hoesel
toch ook in een der typische eenzijdig
heden van onze maatschappij vervalt.
Wanneer hij de menselijke levenstijd
perken met hun verschillende houding
in het leven beschrijft daarbij zeer
geïnspireerd door Rümke doet hij
of er alleen mannen bestaan en geen
vrouwen! Jammer is, dat alleen Zin
delijk denken in het Voorwoord zo iets
als een bibliografie geeft. Ook elders
hadden wij gaarne gezien, op welke
literatuur de schrijver steunt. Wij vin
den alleen zo nu en dan een aanwij-
ziging. Deze enkele punten van kri
tiek met het oog op de
volgende herdrukken. In
tussen echter zij de le
zing van deze weinig om
vangrijke boeken ieder
van harte aanbevolen.
;u «au «vi»
Dr A. F. G. van Hoesel: Zindelijk
Denken, 160 blz. geb. 6.90zindelijk
Oordelen, 146 blz. ƒ6.90: Zindelijk Sa
menleven, 160 blz. ƒ6.90. Oitgeverij H.
Nelissen, Bllthoven.
DAT Ep
EnToch hz}iP.ILk?^ ONTKENT
Vrijdag]™^ Wolft niet Pc"iic voor
er de Gro^ndhoVe?a?P. St.audte da;
film 'Die'Zrr^VaTn"?'
en de zestigjarinpartie ,,?utJen' 2i)i
voor een hoogte®6 eiermlh vertoond
Ifeer overladen ilnt ip Het ?0VL zor9de
Die Herrenpa^s^al toch al aan
maakt, direct daarnala in 1964
festival door een b? °P het t? i--ge"
Duitse publiek uitfeflA deei
verklaarbare ES bet
Staudte: „Men zei dat het Perdw«ne£""
nistisch maakwerk was, iteilCommu:
nooit wat van begrepen. Na eb er
*eer slecht ontvangen von-eien Paar
yas hij opeens weg. Zelfs m ®Llineen
du«mt kan e7 onmogelijk pA>-
men wat er met de r
Eebeurd."
E*n vreemde geschiedenis. in
verb! t Die Herrenpartie aan twee'
om e antoren aangeboden, die e!
zagen Het"'06 .r.edenen §een hail in
zonder melr «i "n m°Seliik de film
ls men ,nï lm te bekijken. Dan
geslaagd tiwt?epraat- Een redelijk
yearnf t)oe f pe in de trant
f"ms werden gel,eden bij ons ook
?egt: ik be gernaakt. Maar Staudte
n0evaUi'g mi-b ieHeene"POl?ticus' die heel
i fnijn ïdeeen in wat 7p film
duideli3k te maken"
mant Staudte eheeftVreem?e «"^ask,
maakt h?eft nu al 28 fiims SP
^aar]0'z(^ Rn0"derf.de,toch niet te vlr-
?er Untertan Rot It- Staatsanwalt,
denaars zbn èndf n en °e moon
i°gse periode is Staudip1")06 ,1}a"oor-
bj -
neer Wielek (de filmcriVie,',^
Duitse film, is dat vooral te wijten aan
het feit dat de meeste Duitse filmers
tezeer geëngageerd zijn geweest aan
de nazi-tijd. En in de Duitse democra
tie schijnen deze filmers nog steeds
een zekere bescherming te genieten.
„Ritau, die in '41 meehielp aan felle
Hitlerfilms, heeft van de Duitse rege
ring een officiële opdracht gehad een
film te maken, Staudte wordt met de
nek aangezien".
Waarom? Wel, een film als Die Her
renpartie liegt er niet om. Een Duitse
zangvereniging, Die Liedertafel Neu-
stadt, verdwaalt op reis in een Joego-
slavisch dorp, waar buiten de pastoor
en nog één man alleen maar vrouwen
wonen. Hun echtgenoten zijn in de oor
log allen door de Duitsers neergescho
ten. En deze Duitse heren vormen in
derdaad het vakantiegroepje zoals wij
°ns dat in kwalijke zin zouden inden
ken: korte broeken, (oorlogs)liederen,
eins, zwei, drei, saufen. De vrouwen
gooien de touringcar in een ravijn en
bewerken dat de Duitsers op een berg-
Pad in levensgevaar raken. Dan komt
bet conflict: „het zijn Duitsers,' zegt
„en aantal vrouwen, „het zijn men-
meent een steeds groeiend ge^
elte en uiteindelijk iedereen. Het
Duitse publiek is zeer kwaad gewor-
over de manier waarop Staudte
zijn landgenoten uitbeeldt en het feit
dat de meesten van hen in termen als
insubordinatie van de vrouwen praat
en alleen een lid van de na-oorlogse
generatie de vrouwen begrijpt. Voor
menigeen onder ons zal het niet zo'n
probleem zijn. Maar vooral na de uit
leg van Staudte en met enige kennis
van de achtergrond, kan men niet- an
ders dan grote bewondering hebben
voor deze gedurfde film.
De jeugd van Eindhoven was zeer
onder de indruk. Dat zij daarbij in
een zekere ontroering ook de film ais
film zo mooi vond, is te vergeven.
Staudte zelf was zeer verrast, dat
Zo'n jeugdig publiek gegrepen was
door betgeen hij zeggen wil. „Ik had
eerlijk gedacht, dat deze problematiek
hen koud zou laten".
Eindelijk weten we nu ook iets meer
van de geheimzinnige verhalen rond
een film over de Amsterdamse ver
zetsheld Gerrit van der Veen. Hans
Keuls heeft het scenario geschreven
over Van der Veen en Staudte (die
hier ook Ciske de Rat heeft gemaakt)
gevraagd dit te verfilmen. Staudte
heeft met Rob de Vries twee maan
den geleden door Amsterdam gezwor
ven, dr. De Jong bezocht en is ook
op bezoek geweest bij het Bevolkings
register. Van het begin af aan stuitte
hij zelf op het bezwaar, dat het
vreemd zou aandoen als een Duitser
wie ook in Nederland een film
zou maken over een Amsterdamse
verzetsheld. En nu is het zeker dat
Staudte de film niet gaat maken. Er
zijn, maar dan komen de gegevens
weer in een mistig waas, besprekin
gen gaande om de verfilming toch te
laten doorgaan. En hardnekkig blijft
daarbij de naam van Fons Radema
kers genoemd. Wie overigens meer
over Staudte wil weten, leze het de
cembernummer van Critisch Filmfo
rum, waarin uitgebreid over hem ge-
schreveri wordt. Hij had nog graag
met Rolf Hochhuth Der Stellvertreter
verfilmd, maar dat kan niet doorgaan
omdat de filmrechten in handen zijn
van iemand anders. Een bittere noot
hierbij is, dat Staudte woont in de
Pacelli Allee te Berlijn.
Ik zal dit keer over de première's
's avonds weinig zeggen. „Een kwes
tie van eer" van Luigi Zampa met
o.m. Ugo Tognazzi is een heel aar
dige zedensatire die zich in het zomer-
hete Sardinië afspeelt en nog nader
bespro'ren wordt als hij normaal gaat
draaien in de bioscopen. Dr. med. Hi-
ob Pratonus van Kurt Hoffmann heb
ik daarna niet meer gezien mede door
het gesprek met Staudte. Maar het
schijnt niet veel zaaks te zijn.
PETER VAN BUEREN
„We hebben geen land om als borg
stelling te kunnen geven", zei Habak-
kuk, „het is van alle stammen geza
menlijk voor zover het niet in handen
is van particuliere planters. We kun
nen geen belasting vorderen van de in
boorlingen omdat ze geen inkomen heb
ben. Als we proberen iets van de plan
ters te vorderen die toch al moeite
hebben hun kopra te verkopen, laten
ze hun zaken in de steek. Kunt u geen
ander voorstel doen?"
Agapian lachte en zijn schedel lachte
mee zoals altijd.
„In zo'n geval zorgt God voor Ame
rikanen", zei hij.„Ik stel voor dat u
John Cleaver, de Amerikaanse consul,
gaat opzoeken en hem het probleem
voorlegt." Toen John Cleaver een tele
foontje kreeg waarbij hem verzocht,
werd een bezoek af te leggen bij Ha-
bakkuk, was hij erg in zijn nopjes. Dit
was het eerste verzoek dat hem bereik
te sinds hij tot consul was benoemd.
Hij had in de verwachting geleefd dat
hij het erg druk zou hebben en was tot
de ontdekking gekomen dat hij bijzon
der weinig te doen had. Er wachtte
hem een routinebestaan met sociale ge
beurtenissen op verschillende plaatsen
maar het waren steeds dezelfde men
sen. Eerst vond hij het een leven vol
opwinding, maar nu ergerde hij zich
alleen maar. Hij speelde tennis en golf,
ging naar borrelavondjes en zwom op
de club. Toch was dit alles niet genoeg
voor een eerzuchtige jongeman in diplo
matieke dienst en hij vroeg zich af of
de senator die op aandringen van
Priscilla dit baantje voor hem bemach
tigd had, hem inderdaad wel een dienst
bewezen had.
De enige voor wie hij iets voelde,
was de dochter van Habakkuk, Ntelka,
maar er was in haar zo'n mengeling
van inlandse en Europese beschaving
dat ze hem dikwijls in verwarring
bracht. Soms praatte ze heel verstan
dig over grote wereldbelangen, over
boeken en muziek en zelfs over de po
litiek van de Verenigde Staten, maar
dan was ze weer plotseling volkomen
inboorlinge, bijna dierlijk in de na
tuurlijkheid van haar begeerten en dit
maakte hem onzeker. Hij wist dat hij
verliefd op haar begon te worden en dat
zij hem voor de gek hield. Ze tennisten
samen, gingen naar bals en zelfs gin
gen ze dikwijls samen zwemmen. Eén
keer had hij haar gekust en daarna
was hij een week weggebleven om zijn
wandaad af te boeten. Hij geloofde dat
hij op haar verliefd was geworden, dat
dit verkeerd was en dat Priscilla over
zo'n verbintenis zeer ontstemd zou zijn.
Hierdoor maakte deze verhouding hem
bijzonder onzeker, temeer daar hij niet
in staat scheen te zijn zich te verzetten.
Het was in deze omstandigheden wer
kelijk een verlichting tot een officieel
bezoek bij Habakkuk uitgenodigd te
worden. Hij kleedde zich zeer zorgvul
dig voor het onderhoud, leerde de for
mele begroetingswoorden in de stam
taal van buiten en besloot te proberen
het eerste deel van het gesprek te hou
den in de taal van Omo Lau.
Dit lukte en Habakkuk was zeer ge
vleid door deze hoffelijke geste. Tijdens
het gesprek werd verder Engels gespro
ken en al spoedig roerde Habakkuk het
eigenlijke onderwerp aan. Hij begon met
de opmerking dat Cleaver bij de eerste
officiële bijeenkomst op onafhankelijks-
dag verklaard had dat de Verenigde Sta
ten bereid waren de nieuwe republiek
in ieder opzicht te steunen.
„Nu is het ogenblik gekomen waarop
we hulp nodig hebben," zei Habakkuk.
„Wij hebben geen geld meer". „Is hier
sprake van een lening?" vroeg Cleaver.
„Nee", zei Habakkuk hoofdschuddend
„wij hebben geen inkomsten, dus
wij zouden die lening niet kunnen terug
betalen. Er is sprake van een gift."
„Een lening zou wél mogelijk zijn",
zei Cleaver, „zelfs zonder rente of an
dere kosten. Dat wordt heel veel gedaan
en ik kan het u ten zeerste aanbevelen,
maar een gift is iets anders. Daarvoor
zou een speciale reden moeten bestaan."
„Er is inderdaad een goede reden
voor," zei Habakkuk, „wij hebben geen
geld."
„Ik vrees dat dit niet voldoende is"
zei Cleaver. „Als u door binnenlandse
onlusten bedreigd zou worden extre
misten die uw regering omver willen
werpen zou er iets gedaan kunnen
worden, want daar liggen we ons juist
op toe, maar louter geldgebrek maakt
ons altijd huiverig. Zijn er geen buiten
landse machten die samenspannen te
gen de regering va Omo Lau?"
„De ele wereld!" zei Habakkuk. „De
wereld is bij ons binnengedrongen,
heeft ons van onze eigen plaats en uit
jnze eigen tijd verdreven en zal ons
hoogstwaarschijnlijk vernietigen."
„Dat is niet het soort samenzwering
dat ik bedoel," zei Cleaver lichtelijk
geërgerd, „dat is vooruitgang".
„Het is het ergste wat er maar be
staan kan", zei Habakkuk somber, „we
zouden veel gelukkiger zijn als er stil
stand was of zelfs als we achteruit
gingen."
Hij dacht even na en plotseling klaarde
zijn gezicht op.
„Nu Groot-Britannië ons heeft opge
geven als kolonie, zouden de Verenig
de Staten ons misschien willen aan
nemen... bij wijze van edelmoedig ge
baar," zei hij.
„Aannemen als wat?" vroeg Clea
ver.
„Als kolonie," zei Habakkuk. „Het
zo'u een edel en nobel gebaar zijn, he
lemaal in overeenstemming met Ame
rikaanse ideeën."
„Maar onze overgeërfde traditie be-
ryst juist op het tegengaan van kolo
nialisme," zei Cleaver. „Zoiets zouden
we nooit kunnen doen."
„Zelfs niet om ons te helpen?" vroeg
Habakkuk. „Zelfs niet als wij er zelf
om vragen?"
„Onze politiek is erop gericht ande
ren te voeren naar onafhankelijkheid
dus nooit naar afhankelijkheid," zei
Cleaver.
„Maar als onafhankelijkheid de men
sen nu afhankelijk maakt, bent u het
dan niet met me eens dat je die men
sen afhankelijk moet laten zijn om zo
doende beter onafhankelijk te kunnen
worden?" vroeg Habakkuk.
„Onmogelijk," zei Cleaver. „De we
reld zou in" opstahd komen als wij En
geland eerst praktisch uit zouden kle
den wat zijn koloniën betreft en dan
zelf een kolonie zouden stichten. Dan
zou je de poppen aan het dansen krij-
gen."
„Zou u zo goed willen zijn uw rege
ring een verzoek over te brengen van
mij, president van Omo Lau, om door
de Verenigde Staten als kolonie gean
nexeerd te mogen worden?"
„Als u een dergelijk verzoek indient
rest mij geen andere keus dan het
over te brengen," zei Cleaver, „maar
u gaat toch niet alleen maar uw onaf
hankelijkheid prijs geven om aan in
komsten te komen?"
De onafhankelijkheidsverklaring van
Omo Lau en Omo Levi viel samen
met de nationale broederschapsweek
in de Verenigde Staten en bleef daar
door vrijwel onopgemerkt. De „New
York Times" had er vanzelfsprekend
een deskundig verslag over uitgebracht
van een halve kolom op een van de
binnenpagina's en een senator uit Ala
bama had de senaat van de gebeurte
nis in kennis gesteld en verklaard dat
dit een reden was om te juichen daar
er nu opnieuw een gebied in troebel
Zuldoost-Azië toegankelijk was gewor
den voor democratie. Later bracht hij
hierin een verbetering aan, op advies
van de Britse informatiedienst, en ver
klaarde hij dat, ondanks het feit dat
Omo Lau midden in de Stille Oceaan
lag, hij dit gebied toch ook bij het
Zuidoostaziatische probleem wilde be
trekken. Daarna stelde hij de regering
voor maatregelen te nemen ten einde
meer geld los te maken voor de steun
aan Amerikaanse troepen in Saigon.
Hierna verdween de onafhankelijkheid
van Omo Lau uit de publieke opinie
van Amerika, als men teminste zou
kunnen aannemen dat de publieke opi
nie er zich ooit mee beziggehouden
had.
Later kwam Omo Lau opnieuw in de
belangstelling te staan, toen het hoofd
van de afdeling Stille Oceaan van het
departement van Buitenlandse Zaken
een nota ontving van John Cleaver,
Amerikaans consul op Omo Lau, waar
in verzocht werd de kleine republiek
als Amerikaanse kolonie te annexeren
aangezien Omo Lau in geldmoeilijkhe-
den verkeerde.
Onmiddellijk nadat hij dit vreemde
communiqué ontvangen had, belde
hij de personeelsafdeling en vroeg hij
het dossier op over Cleaver om te zien
met welk soort man hij te doen had.
Uit het dossier bleek dat Cleaver bij
zonder geschikt was voor zijn taak en
dit dwong hem erover na te denken wat
hij met het communiqué doen moest.
Daar het een officieel verzoek be
helsde van de ene regering aan de an
dere, kon hij het niet met een kort
„nee" afdoen, maar was hij verplicht
dit probleem onder de aandacht te
brengen van de minister van Buiten
landse Zaken. Hij besloot in eerste in
stantie tot een informeel gesprek om
zodoende enig idee te krijgen hoe dit
aangepakt moest worden, liep door de
gang van het departfement naar het
bureau van zijn chef, wisselde een blik
met diens secretaris waaruit hij be
greep dat de chef op zijn bureau was,
en ging naar binnen.
„Hallo, Burton, wat heb jij op je
hart?" zei de minister. Hij was vroe
ger directeur van een handelsbank ge
weest met internationale betrekkingen
en had zich een vriendelijk joviaal op
treden eigen gemaakt waardoor hij
meende het best met iedereen te kun
nen omgaan.
„Ik heb hier een bijzonder vreemd
geval, Harry," zei het afdelingshoofd
dat als naaste medewerker van zijn
chef diens voorbeeld nauwgezet volg
de.
„Ga zitten en vertel me wat er aan
de hand is," zei de minister. Hij wierp
een vluchtig"" blik op zijn horloge en
zei lachend: „Vijf minuten."
„Omo Lau," zei de ander. „Ik heb
hier een verzoekschrift van de presi
dent om als Amerikaanse kolonie gean
nexeerd te worden."
„Hmmmmmmm," zei de minister.
„Ik wist niet dat de „commies" daar
ook al binnengedrongen zijn."
„De „commies"?"
„Natuurlijk! Dit is kennelijk een
communistisch foefje, al even door
zichtig als alle andere. Ze laten deze
mensen die waarschijnlijk op zwart
zaad zitten, ons vragen hen als kolo
nie te annexeren; wij doen dat en
dan kunnen de Russen hun propagan
da gaan verspreiden over Westers im
perialistisch kapitalisme en wat dies
meer zij. Ze zitten op het ogenblik om
propagandamateriaal te springen.
Waarvandaan komt dit verzoek, zei
je?"